• No results found

Tips om bunzing, hermelijn en wezel te helpen op je eigen terrein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tips om bunzing, hermelijn en wezel te helpen op je eigen terrein"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tips om bunzing, hermelijn en wezel te helpen op je eigen terrein

Durf niets te doen!

Dekking, voedsel en veiligheid vormen de basis voor meer wilde dieren op eigen terrein of in je tuin, ook voor kleine roofdieren.

Er is een ideaal biotoop dat nauwelijks aandacht krijgt, niet bij agrariërs, maar zelfs niet bij natuurbeheerders of

natuurtuinierders. Het kost niets en ontstaat vanzelf zonder enig beheer. Zaaien, maaien, inplanten, snoeien of ploegen is niet nodig. Je ziet het een enkele keer bij een leegstaande boerderij in het buitengebied, op een bedrijventerrein of in het havengebied. Insecten, kikkers, padden, salamanders, muizen, mollen, egels, hazen, dassen en kleine roofdieren en natuurlijk ook de ‘boerenlandvogels’, vinden er dekking en voedsel.

Wanneer gemeentes het goede voorbeeld geven en dit biotoop in bermen of parken laten ontstaan, scheelt het ze niet alleen geld, maar besparen ze ook op kosten om bijvoorbeeld

eikenprocessierupsen te bestrijden. Er is een keerzijde:

klachten van verontrustte burgers, die niet van verrommeling houden.

Het biotoop heet braaklegging. Eenvoudig gezegd: stoppen met maaien. Langdurig ongemaaid grasland is rijk aan leven, hoe rommelig het er ook uitziet. De gesloten grasmat is perfect voor het bodemleven, het is er koel en de bodem droogt niet uit. In de winter liggen de dikke graszoden als een dekken over de bodem, als bescherming tegen de vorst.

Ik heb zelf zo’n stuk grasland bij mijn huis liggen.

Omwonenden vragen me soms of er schapen of paarden op komen of wanneer ik ga maaien. Dan leg ik uit dat ik niets doe omwille van de fauna. In overstaande graspollen en hoge

(2)

kruiden tref ik nestjes aan van dwergmuizen. In mei ging ik bijna op een nestje staan van de boompieper, die moeite heft een nestplek te vinden omdat overal wordt gemaaid en

begraasd. Als het zonnig is zie ik jonge ringslangetjes tussen het hoge gras foerageren, op zoek naar kikkers en

salamanders. Dassen en mollen ploegen het grasland om, op zoek naar wormen, emelten en engerlingen. Een groepje spreeuwen ploft neer in het gras, op zoek naar

langpootmuggen. Ongemaaid grasland bruist van het leven!

Voormalige schapenweide bij een particulier, nu deze helemaal met rust wordt gelaten komen er veldmuizen voor en heeft er zich een wezeltje gevestigd.

(3)

Maar nu het leukste: sinds in het grasland grotendeels met rust laat (sommige stukken maai ik wel, maar altijd kleinschalig in banen) zitten er veel meer veld- en woelmuizen en is de wezel er een vaste bewoner geworden. Komt het door minder maaien en niet begrazen of door een van de andere voorzieningen die ik heb getroffen en hieronder beschrijf? Mijn idee is dat het om een combinatie van maatregelen gaat, waardoor er veel

voedsel en dekking is. Hoe meer variatie hoe beter.

Als je voorzieningen maakt voor marters dan komt ook de steenmarter in beeld. Regelmatig krijg ik de opmerking: ‘Leuk bedacht allemaal, maar ik ga geen steenmarters uitnodigen op mijn terrein te komen!’ Natuurlijk, steenmarters kunnen

overlast veroorzaken, maar dat wordt zwaar overdreven. De meeste mensen in steenmartergebied hebben ze allang, zonder het zelf te weten of te merken. Het leuke van alle

voorzieningen die ik hier beschrijf is dat ze niet geschikt zijn voor steenmarters. Steenmarters haten vocht, en slapen zelden op de grond in een vochtige ruimte. Ze zoeken het hogerop, en hebben doorgaans een slaapplek op minimaal 1 meter van de grond. Kleine roofdieren zijn holbewoners, die op de grond in natuurlijke en kunstmatige holen slapen.

Bouw een marterhoop

Wanneer je regelmatig zaagt, snoeit of stukken maait heb je materiaal waar je vanaf moet komen. Gooi het niet in de

groencontainer en breng het niet weg naar het gemeentedepot want je kunt het prima gebruiken om marterhopen te maken!

Ook andere kleine dieren zoals spitsmuizen, padden en egels zullen dankbaar gebruik maken van zo’n schuilplek en

ringslangen leggen er soms hun eieren in.

Kies een rustige, beschutte plek voor je marterhoop. Niet in de buurt van een drukke weg of wandelpad met loslopende

honden. Bij voorkeur niet in de volle zon en niet te nat.

(4)

De ideale marterhoop heeft onderin holle ruimten met

eventueel wat nestmateriaal erin (droge bladeren, hooi, stro) en is van buitenaf gemakkelijk toegankelijk.

Marterhoop met houten pallets. Tekening: Edo van Uchelen

De snelste en makkelijkste manier is met twee houten pallets als ondergrond. Kies een droge plek (eventueel een laag zand aanbrengen) en leg hier een bodempje hooi, stro of bladeren neer. Hierop stapel je de pallets, je dekt ze af met een golfplaat of stuk (landbouw)plastic. Dan blijft het eronder altijd droog.

Voor de bereikbaarheid steek je er een of meerdere PVC buis / buizen in met een diameter van minimaal 8 cm. Een ‘vierkante’

buis van planken voldoet ook. Je kunt er ook voor zorgen dat er aan een zijde een opening blijft, dan heb je geen buis nodig.

Het geheel dek je af met organisch materiaal dat voorhanden is; hooi, stro, maaisel, takken, compost of dood hout. Als je je tuin of moestuin regelmatig wiedt kun je dat ook gebruiken.

Begin altijd met (dik) hout, dan takken en eindig met ander organisch materiaal. Voor de stevigheid kun je er een paar graszoden of een laag aarde op leggen.

(5)

Maak je marterhoop niet te klein, 2-3 meter hoog is prima, hou er bij de bouw rekening mee dat de hoop na enkele maanden sterk inzakt.

Bunzing bij de pijp van een marterhoop.

Er zijn veel variaties mogelijk. Je hoeft niet met pallets te

werken, ook met takken, planken, boomstammen, stoeptegels en puin kun je zelf een marterhoop bouwen. Zorg er altijd voor dat er holtes zijn, het liefst op de grond én een stukje van de grond af, zodat de dieren zelf kunnen bepalen waar ze rusten.

Bij gebrek aan materiaal uit je tuin kun je de hoop ook (gedeeltelijk) afdekken met aarde.

(6)

Hieronder zie je een voorbeeld van de opbouw van een

marterhoop met houten pallet, golfplaat en PVC buis (in drie stappen):

Stap 1: Pellet wordt op een droge plek neergelegd

2. Pallet wordt afgedekt met golfplaat en er wordt een PVC buis onder gelegd.

(7)

3. Geheel wordt bedekt met een berg hooi

en verzwaard met enkele grasplaggen. De buis steekt uit aan de rechterzijde.

Gebruik oude PVC buizen als marterbuis

De marterbuis is een variatie op de marterhoop, waarvoor je minder ruimte en minder organisch materiaal nodig hebt. De marterbuis bestaat uit één of twee PVC buizen (met een doorsnede van minimaal 8 cm) die naar een kunstmatige nestholte leiden.

(8)

Marterhoop met nestkast, tekening: Réne Nauta.

Voor de nestholte kan je gebruik maken van een marterkast of bunzingbox of een zelf gemaakte constructie van houten kisten, oude kuipen, betonbakken, of bloempotten waarin je een gat maakt voor de buis. Gebruik geen plastic want daarop vormt zich gemakkelijk condens en dan wordt de nestholte nat. Je kan ook zelf een bouwsel maken met planken of met stenen en

houten platen die je overhebt. Maak de ruimte niet hoger dan zo’n 15 cm en leg er wat droge bladeren, hooi of stro in. Zorg dat de buis stevig vastzit en niet kan verschuiven, anders bestaat de kans dat dieren in de nestholte opgesloten raken.

Het geheel dek je af met een laag aarde of compost, het beste met een stuk plastic of een golfplaat eronder zodat er geen water kan binnendringen. Als deze voorziening klaar is zie je een heuveltje van waaruit een of meerdere buizen steken.

Ideaal zijn marterbuizen die beginnen in het talud van een (begroeide) droge greppel of sloot. Je kunt het geheel dan ingraven zonder het risico dat regenwater via de buis de nestholte in loop (dat is het geval wanneer je de buis op een vlakke plek ingraaft).

(9)

Verbeter de veiligheid

Bunzing, hermelijn en wezel zijn regelmatig verkeerslachtoffer.

Tref dus geen voorzieningen in de buurt van (drukke) wegen.

Hermelijn en wezel hebben veel vijanden. Hoe meer dekking op het terrein, hoe beter ze zich kunnen verstoppen en kunnen wegvluchten. Tref geen voorzieningen als er permanent katten of honden loslopen op je terrein, dan is hun lot vroeg of laat bezegeld.

Natuurlijk tolereer je muizen en ratten op je terrein en maak je geen gebruik van muizen- of rattengif.

Wat een onzin: al deze producten uit de ‘tuinapotheek’ zijn niets anders dan gif. Nooit gebruiken!

(10)

Nodig kleine roofdieren uit in je schuur

Als je een schuur, stal, kelder of zolder hebt sluit deze dan niet hermetisch af. Een opening van 8 cm is voldoende om bunzing, hermelijn en wezel binnen te laten.

Vooral de bunzing is dol op een rustig schuurtje, in de winter gaan ze erin op zoek naar een warme slaapplaats. Intussen ruimen ze ook de ratten en muizen op.

Plaats balen hooi of stro in een hoek. Stapel ze zo op dat er een ruime warme holte overblijft.

Je kunt ook gewoon een berg hooi in een hoek van een droog schuurtje aanbrengen. Een bunzing maakt hier zelf een warme schuilplaats.

Ook steenmarters verblijven graag in schuren, in tegenstelling tot de kleine roofdieren kunnen steenmarters wel eens overlast veroorzaken. Tip: mijn ervaring is dat steenmarters niet graag door een PVC buis kruipen, zeker niet als deze een diameter heeft van maximaal 8 cm (smallere buizen zorgen ervoor dat ook een mannetje bunzing vaak niet binnen kan komen).

(11)

Met klimop overgroeid schuurtje, een prima verblijfplaats voor kleine roofdieren wanneer er een ingang is met wat hooi of stro in de schuur.

Plant bramen

In goede leefgebieden van kleine roofdieren is meestal braamstruweel aanwezig. Bramen geven dekking en

beschutting en zijn voor predatoren nagenoeg ondoordringbaar.

Bramen trekken ook veel andere kleine dieren aan en zijn dus goed voor de biodiversiteit.

In tuin of erf kun je bramen ook toepassen als ondoordringbare haag en als perceelscheiding of schutting. Net als klimop kun je bramen over een (gaas) rek laten groeien. Bramen houden in de winter hun blad en geven dus jaarrond de nodige privacy op je terrein. Bijkomend voordeel: in de nazomer heb je een

gezonde oogst van sappige vruchten. Bramen groeien hard en vormen uitlopers die wortel schieten. Wanneer je de uitlopers

(12)

op tijd afknipt krijgen ze niet de kans om te wortelen en hou je je haag in toom.

Ideaal is een ondiepe greppel die met bramen is overgroeid. De bodem van de greppel functioneert als een veilig wandelpad voor kleine roofdieren. In het talud kan de bunzing zijn hol graven. Je kunt er ook eventueel een marterbuis ingraven, zoals eerder beschreven.

Een oud schuurtje, rommelhoekje, houtstapel en tuinafval kun je laten overgroeien met braam. De dieren zijn je dankbaar, je voorziet ze van extra dekking en voedsel.

Braamstruweel geeft ook in de winter veel dekking.

(13)

Maak een droge oversteekplaats

Een vriend van mij woont bij een gemeentelijke groenstrook met een sloot. Op zijn verzoek wordt het snoeihout niet meer door de gemeente gehakseld maar op hopen tussen de struiken gedeponeerd. De sloot vormt echter een barrière; kleine dieren die niet graag zwemmen, kunnen vanaf de overkant de

aantrekkelijke groenstrook niet bereiken. Mijn vriend heeft

‘loopbruggen’ over de sloot geplaatst. Dat zijn de stammen van bomen die op zijn omgezaagd bij het snoeiwerk. Zijn

wildcamera leverde het bewijs: muizen, salamanders, egels en wezels maken gebruik van deze natuurlijke oversteekplaatsen!

Als je geen stammen hebt kun je ook een of meerdere planken over zo’n sloot plaatsen, indien nodig ondersteund met palen.

Sloot met plank, als oversteekplek voor kleine dieren.

(14)

Help de muizen in de winter en redt kleine roofdieren, uilen en roofvogels!

Niet alleen tuinvogels hebben moeite met het vinden van voedsel tijdens de koude wintermaanden. Ook voor kleine roofdieren, uilen en roofvogels is het knap lastig om in de sneeuw muizen te vinden. Je kunt ze helpen door ze bij te voeren, met muizen!

Er zijn tal van mogelijkheden om winterrestaurants voor

muizeneters te maken. Het principe is simpel: lok muizen met dekking en voedsel. Zo’n plek wordt al snel ontdekt door

muizeneters, en is in strenge winters met sneeuw van levensbelang.

Het is voor muizen belangrijk dat ze in herfst en winter een droge schuilplaats hebben. De aanwezigheid van marterhopen, houtstapels, takken-, gras- of steenhopen kan hierin al

voorzien. De beste plekken voor muizen zijn plaatsen waar de belangrijkste voedselbronnen liggen, zoals onder noten- en fruitbomen, eik, beuk of kastanje. Een neergelegde golfplaat, een stapel takken, hout of stenen, wat buizen of nonchalant op elkaar gestapelde oude dakpannen vormen al een goede

schuilplaats. Een bijkomend voordeel van veel

schuilmogelijkheden is dat in de winter minder muizen binnenshuis een schuilplaats zullen zoeken.

(15)

Onder deze golfplaat liggen twee hazelwormen, veldmuizen hebben er ook een nestje gemaakt.

Ideaal: de muizenpiramide

Nog beter is het als je de muizenplekken voorziet van stro of hooi en de muizen voert met graan (kippenvoer). Ideaal is een muizenpiramide, ook wel muizenruiter genoemd. Het idee is afkomstig van uilenbeschermers, die dit soort plekken

aanleggen om steenuil, kerkuil en torenvalk door een

sneeuwrijke winter heen te helpen. Zo’n muizenpiramide is ook ideaal voor kleine roofdieren. Je kiest een rustige (uit)hoek van tuin of erf, niet te dicht bij het huis, met dekking rondom

(struiken, hoge vegetatie).

Begin met takken of stokken van ca. 2 meter als ribben die je bovenaan samenbindt. Onderin leg je een stapel takken

(snoeihout) neer. Deze dek je af met een flinke berg hooi of maaisel. De ribben houden het geheel op zijn plaats en

(16)

voorkomen dat het instort. Het is handig om al bij de opbouw een PVC buis in de takkenstapel te steken. Op die manier kun je later gemakkelijk graan voeren.

Net als met de marterhoop zijn op de muizenpiramide variaties mogelijk. Als je pallets over hebt kun je die opstapelen, duw er hooi of stro tussen en dek het geheel af met een dikke laag hooi, stro, maaisel of bladeren. Eventueel verstevigen met takken, hout of aarde bovenop.

Kippengraan is goedkoop en overal verkrijgbaar, het is prima muizenvoer. Voer wekelijks en hou in de gaten of het voer verdwijnt, bij strenge koude of sneeuw kun je (tijdelijk) meer voeren.

Het loont de moeite om een wildcamera bij je muizenpiramide te plaatsen. Op die manier kun je zien welke dieren er gebruik maken.

(17)

Vlecht een takkenril

Snoeihout moet je niet wegbrengen, laten ophalen of hakselen.

Het is ideaal om voorzieningen te maken voor kleine

(roof)dieren, zoals een takkenril. Een takkenril of takkenwal is een afscheiding van snoeihout, opgestapeld of gevochten

tussen palen. In de zomer kun je er ook gemaaid gras op

gooien. Hoogte en breedte van je takkenril zijn afhankelijk van de hoeveelheid hout en de ruimte die je hebt. Algemeen geldt:

hoe hoger en hoe breder hoe meer soorten dieren er gebruik van zullen maken. Als je takkenril hoger is dan een meter kunnen vogels er ook in nestelen.

Een takkenril is heel makkelijk te maken. Plaats eerst een

dubbele rij palen (stevige stokken zijn het mooist om te zien) in de grond, en leg daarna de takken ertussen. Voor extra

stevigheid steek of vlecht je de bovenste laag takken tussen de onderste laag. Omdat de takken op de bodem verteren kun je de wal blijven aanvullen met nieuw snoeihout.

Takkenril aan de rand van een erf

(18)

Stapel dood hout op

Dood hout is een bron van leven. Veel dieren zijn ervan

afhankelijk. Ruim het niet op en stop het niet (allemaal) in je kachel maar maak er stapels van. Er ontstaan meestal vanzelf allerlei holtes, waar kleine (roof)dieren zich kunnen verschuilen.

Ook als je een hok hebt met brandhout voor je kachel kun je kleine (roof)dieren helpen. Leg je brandhout op pallets, het blijft droger en dieren kunnen eronder wegkruipen. Eventueel prop je er wat hooi, stro of bladeren onder zodat een droge, geïsoleerde slaapplek ontstaat voor muizen, kleine roofdieren en egels. En natuurlijk: stapel je hout niet te netjes op, laat spleten en kieren over. Hier en daar kun je uitsparingen maken in je stapel brandhout, deze vul je op met hooi of stro en dek je af met planken, veel dieren zijn je dankbaar.

Dood hout in een natuurtuin

(19)

Leg golfplaten neer

Als je na een klus golfplaten over hebt: breng ze niet weg en stapel ze niet op! Golfplaten zijn ideaal als schuilplaats voor allerlei bodem bewonende dieren, wanneer je ze op de grond neerlegt. Probeer het maar eens in een stukje ruig grasland.

Binnen een paar weken zitten er muizen onder. Ze zijn dol op een dak boven hun hoofd, onder golfplaten is het immers altijd droog. Bovendien zijn ze onzichtbaar voor roofvogels en uilen.

Golfplaten zijn muizenwalhalla’s. Ik heb op mijn terrein

tientallen golfplaten uitgelegd, en daarmee de woelmuizenstand permanent verbeterd. In een koude of sneeuwrijke winter

strooi in er soms wat kippengraan onder, om te voorkomen dat de muizenstand door koude en voedselgebrek instort. In de zomer zijn de platen, als ze in de zon liggen, meestal minder in trek want het wordt er te warm en mieren koloniseren vaak de droge ruimte. Het leuke is dat er dan regelmatig padden,

hazelwormen en ringslangen onder de platen liggen.

Golfplaten zijn vooral in de winter ene geliefde, droge schuilplek voor woelmuizen.

Ook wezels maken er gebruik van.

(20)

Als je golfplaten in grasland neerlegt help je wezels. De

golfplaten verbeteren immers de woelmuizenstand. Maar er is meer. Net als woelmuizen maken wezels graag gebruik van deze droge plekken, als rust en verblijfplaats. Een enkele keer verras ik een slapende wezel als ik mijn golfplaten controleer.

Maar vaker vind ik een slaapplek, te herkennen aan de

bekleding met muizenvachtjes en veertjes van jonge vogels.

Soms tref ik er ook onthoofde veldmuizen aan, als voedselvoorraad.

Nog een belangrijke tip: als je de golfplaten optilt om ze te monitoren op bewoners, wees dan heel voorzichtig bij het terugleggen wanneer er een muis of ander dier onder zit.

Wacht tot het dier wegkruipt in een holletje voordat je de plaat neerlegt, je zult niet de eerste zijn die dieren doodt door de golfplaat erop te leggen!

Overhoekjes en rommelplekken niet opruimen

Mensen met een grote tuin hebben meestal wel een afgelegen en rustig tuinhoekje waar tuinafval, brandhout, stenen en

afgedankt constructiemateriaal wordt gedeponeerd. Koester dit en hou het zo! Dergelijke plekken lenen zich uitstekend als

schuilplekken voor allerlei dieren, vooral wanneer de materialen wat wanordelijk en lukraak worden gestapeld.

Dat geldt ook voor oude stalletjes, tuinhuisjes, schuurtjes en ruïnes die nog weinig functionaliteit hebben. Door zulke plekjes te behouden en geheel of gedeeltelijk te laten overgroeien, worden ze zonder veel inspanning voor de kleine (roof)dieren geschikt.

(21)

Rommelhoek op een erf in het buitengebied.

Zaai en graanveldje voor meer vogels en muizen

Overstaand zomergraan als rogge of gerst ziet er leuk uit en trekt allerlei dieren aan. Veldmuizen zijn er dol op, maar ook vinken, mussen en gorzen pikken er in de herfst en winter graag een graantje mee. De aanwezigheid van muizen is gunstig voor kleine roofdieren.

Gunstige locaties voor een graanveldje op je terrein zijn een zonnige plek grenzend aan een struweel, ruige overhoek of takkenhoop. Een ander goede plek is in de moestuin.

Als vorm van vruchtwisseling kun je jaarlijks een ander deel van de moestuin inzaaien met rogge, gerst of haver.

De beste tijd om het graan te zaaien is in het voorjaar. Nadat de grond is omgewerkt is, moet deze niet bemest worden. Het graan groeit zonder bemesting langzamer en dat voorkomt het

(22)

platliggen van het gewas. Natuurlijk wordt het graan niet

geoogst. Het zaad moet zelf uit de aren op de grond vallen. De prooidieren profiteren gedurende de hele winter van het zaad, en daarmee ook kleine roofdieren en uilen.

Door aan het zaaigoed wat zaden van akkerkruiden te voegen, maak je het veldje niet alleen voor vlinders en andere insecten extra aantrekkelijk, maar ook voor jezelf. Gebruik hiervoor bij voorkeur inheemse plantensoorten.

Akkeronkruiden in een graanakkertje.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gevoelens van verdriet, machteloosheid, twijfel en boosheid doen zich op momenten voor?. Kun jij wel een luisterend

Aangezien een kind die mutaties van beide ouders moet erven voordat de ziekte zich openbaart, betekent het dat 1 tot 2 procent van alle echtparen behoren tot de

© 1982 Birdwing Music / Universal Music - Brentwood Benson

Een Emvi-achtige aanbesteding kan behoorlijk complex zijn en je hoeft niet de illusie te hebben zoiets meteen voor de volle honderd procent te beheersen.. Overigens zijn de

Daarmee bedoel ik dat ze hun eigen referentiekader ten aanzien van het onderwerp alleen kunnen vergelijken met hun eigen interpretatie van het referen- tiekader van de ander (zie

Voor instellingen zonder ANBI-status is de vraag niet van belang of er eventueel sprake is van een gift aangezien de vrienden van deze instellingen niet de fiscale voordelen

Mulder (2009) laat, voor slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven, hetzelfde beeld zien. Als wij, economen, echt iets bij willen dragen aan de vraag “welk bedrag

De leerlingen leren dat ze wensen en grenzen van de ander non-verbaal (via lichaamstaal en gezichtsuitdrukking) kunnen herkennen, dat ze kunnen vragen naar de grenzen van een