• No results found

Vraag nr. 284 van 18 september 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 284 van 18 september 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 284

van 18 september 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Woonvormen – Terminologie (2)

Met verwijzing naar mijn schriftelijke vraag nr . 2 6 8 van 23 augustus 2001 aan de minister (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 345 van nov e m b e r / d e -cember 2001, b l z . 564 – red.) en mijn schriftelijke vraag nr. 14 van heden aan minister Gabriels ( z i e b l z . 710 – red.) stel ik vast dat men nu ook al bij het algemeen welzijnswerk over "begeleid wonen" begint te spreken.

1. Is een afstemming van de terminologie niet aan-gewezen ?

2. Zo ja, welke initiatieven heeft de minister reeds genomen ? Binnen welke termijn ?

N.B. Een vraag over hetzelfde onderwerp werd ge-steld aan de heer Jaak Gabriels, Vlaams minis-ter van Economie, Buitenlanse Handel en Huisvesting.

Antwoord

1. Zoals ik reeds heb gesteld in het antwoord op vraag nr. 268 van 23 augustus 2001, ben ik van mening dat een mogelijke ontoegankelijkheid in de hulpverlening samenhangt met een eventu-ele schaarste van het aanbod, een gebrek aan kennis omtrent het beschikbare hulpaanbod en het bestaan van schotten of drempels in de re-g e l re-g e v i n re-g. Bovendien wordt de hulpverleninre-g alsmaar meer gespecialiseerd, waardoor de be-volking dikwijls genoodzaakt is hulp te vragen aan professionals bij het maken van de juiste keuzes.

Bijgevolg is veeleer een harmonisatie van de verschillende opvangstelsels inzake voorwaar-d e n , voorwaar-d o e l p u b l i e k ,f i n a n c i e r i n g, etcetera vereist, dan een afstemming van de terminologie. D e bevolking moet bovendien een beroep kunnen doen op goed gedocumenteerde, lokaal veran-kerde en onafhankelijke informatiepunten. D e ontwikkeling van een geïntegreerd lokaal soci-aal beleid beantwoordt dan ook volledig aan deze noden.

2. In het algemeen welzijnswerk bestaan twee vor-men van begeleid wonen, met name het bege-leid zelfstandig wonen voor jongvolwassenen (18-25-jarigen) en het begeleid wonen voor thuisloze volwassenen. Deze vormen van

ambu-lante hulpverlening hebben tot doel maatschap-pelijke integratie van de betrokken persoon te bevorderen en de sociale netwerken te verster-k e n . Begeleid wonen voor thuislozen wil men-sen die het zelfstandig wonen moeilijk aankun-n e aankun-n , toch volledig zelfstaaankun-ndig lateaankun-n leveaankun-n. H e t begeleid wonen wordt binnen het algemeen welzijnswerk niet alleen beschouwd als een mo-gelijk "vervolgtraject" na een opname in een o p v a n g c e n t r u m , maar ook als een alternatief voor residentiële opvang.

De begeleide bewoner of het begeleide gezin beschikt over een aparte gehuurde woning. D e cliënt heeft een huurcontract en een begelei-d i n g s c o n t r a c t , waarin het centrum en begelei-de cliënt zich akkoord verklaren omtrent de aard en de inhoud van de begeleiding en de wederzijdse rechten en verplichtingen. Het aanvaarden van een begeleidingscontract is een voorwaarde om in het begeleid wonen te kunnen stappen. B i j het einde van de begeleiding kan de cliënt even-wel in de woning blijven, tenzij het zou gaan om een doorstromingsgerichte vorm van begeleid wonen.

Doorstromingsgerichte vormen van begeleid wonen worden in het algemeen welzijnswerk vooral gehanteerd ten aanzien van jongvolwas-senen : het zogenaamde begeleid zelfstandig w o n e n . De niet-doorstromingsgerichte vormen van begeleid wonen beogen thuislozen die nood hebben aan permanente ondersteuning om zelf-standig te kunnen blijven wonen, een aangepas-te hulpverlening aan aangepas-te bieden door middel van ambulante woonbegeleiding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In grote lijnen kan ervan uitgegaan worden dat als de zorgorganisatie met toestemming van de corporatie een door haar gehuurde woning onderverhuurt als woonruimte aan haar cliënt,

Welke stappen deed de minister naar aanleiding van dit onderzoek om in het onderwijs hieraan aandacht te besteden2. Hoe worden scholen/leerkrachten die hiervoor ondersteuning

Welke stappen deed de minister naar de V l a a m s e media om naar aanleiding van dit onderzoek posi- tieve aandacht te schenken aan dit

Als minister bevoegd voor Gelijke Kansen draag ik mee de beslissing van de voltallige Vlaamse rege- ring in verband met het aanmoedigen van gelijke verloning van mannen en vrouwen.

De maatregelen die ik bedongen heb via het soci- aal akoord voor de non-profitsector hebben pre- cies tot doel dit potentieel te verhogen en de aan- trekkingskracht van

Slechts vijf van deze plaatsen zijn bestemd voor de opvang van kinderen ; alle overige zijn bedoeld voor de opvang van volwassenen (147 in dagcentra, 2 in tehuizen voor werkenden en

Vereniging voor Ontwikkeling Antwerpen Een brug tussen oudervoorzieningen Ouderenbeleid en Emancipatie van Moslims VZW en allochtone ouderen : zorgen voor later. Almanar VZW

De minister antwoordde mij op 19 april 2001 dat een aantal ambtenaren van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) waarschijnlijk zal