• No results found

Vraag nr. 88 van 18 september 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 88 van 18 september 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 88

van 18 september 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderen en allochtonen – Beeldvorming en beeld-opvoeding

Op 24 januari 2001 drukte de minister, als coördi-nerend minister voor Je u g d , in het Vlaams Parle-ment zijn bezorgdheid uit over de beleidsconclu-sies van het V U B-onderzoek inzake de tolerantie-graad bij kinderen ten opzichte van allochtonen (VUB : Vrije Universiteit Brussel). De minister verklaarde stappen te ondernemen, zowel bij zijn Vlaamse collega's als in zijn eigen beleidsdomei-n e beleidsdomei-n , om deze problematiek aabeleidsdomei-n te pakkebeleidsdomei-n ( a c t u e l e vraag van 24 januari 2001 van mevrouw Margriet Hermans ; Handelingen Plenaire Vergadering nr. 2 5 van 24 januari 2001, blz. 4 – red.).

1. Welke concrete stappen deed de minister reeds om deze problematiek in zijn eigen beleidsdo-meinen aan te pakken ?

Wie werd hierbij betrokken ? Met welk resul-taat ?

2. Wat deed de minister vanuit zijn bevoegdheid Jeugd naar andere beleidsdomeinen toe ? N.B. Een vraag over hetzelfde onderwerp werd

ge-steld aan mevrouw Marleen Va n d e r p o o r t e n , Vlaams minister van Onderwijs en Vo r m i n g, en aan de heer Dirk Van Mechelen, V l a a m s minister van Financiën en Begroting, I n n o v a-tie, Media en Ruimtelijke Ordening.

Gecoördineerd antwoord

De vraag verwijst naar de doctoraatsverhandeling van dr. E . S c h e l f h o u t , getiteld "Beeldvorming van etnische minderheden bij kinderen. B e e l d o p v o e-ding als mogelijkheid tot bijsturing van vooroorde-len en racisme".

Dit onderzoek handelde echter niet over "de tole-rantiegraad bij kinderen", zoals de vraag sugge-r e e sugge-r t , maasugge-r stelt dat media een belangsugge-rijke sugge-rol lij-ken te spelen bij de ontwikkeling van een beeld-vorming bij kinderen die vaak als stereotiep en be-vooroordeeld kan worden bestempeld. De onder-zoeker vermeldt expliciet dat hiermee geen causaal verband is aangetoond. Het werk bevat evenmin concrete beleidsaanbevelingen. Wel houdt de au-teur een algemeen pleidooi voor "mediaopvoe-ding".

Allereerst antwoord ik op de vraag die de V l a a m s e volksvertegenwoordiger aan mijzelf richtte.

1. Vlaams Jeugdwerkbeleidsplan

Onder de uitgangspunten voor een V l a a m s jeugdwerkbeleid staat (onder punt 5.5) expliciet vermeld : stimuleren van de toegankelijkheid voor alle kinderen en jongeren.

Met deze toegankelijkheid wil het V l a a m s e jeugdwerkbeleid zich duidelijk identificeren met een multiculturele, open en vriendelijke sa-m e n l e v i n g, waarbij respect voor alle sa-mensen het uitgangspunt vormt. De culturele diversiteit én internationalisering zijn ook voor het jeugd-werkbeleid een rijkdom en bieden sterke per-spectieven voor groei en ontwikkeling.

Gemeentelijk jeugdwerkbeleid

Een belangrijke verwezenlijking in 2001 is de structurele verankering van de subsidies voor de ondersteuning van de jeugdwerkinitiatieven voor maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren in het decreet op het gemeentelijk j e u g d w e r k b e l e i d . Terwijl de ondersteuning van deze initiatieven van 1995 tot 2001 afhankelijk was van de gekozen prioriteit voor het gemeen-telijk jeugdwerkbeleid, werd nu een verhoging van het totale budget voor dit decreet gereali-seerd en werd bepaald dat minimum 115 mil-joen frank voorbehouden blijft voor de onder-steuning van het jeugdwerk voor deze bijzonde-re doelgroepen. Op basis van negen jeugdspeci-fieke kansarmoede-indicatoren en een beperkte invloed van de garanties op basis van het vorige b e s l u i t , werden 46 gemeenten geselecteerd. B o-venvermeld garantiebedrag wordt verdeeld over deze gemeenten.

Twee indicatoren verwijzen naar de allochtone afkomst van kinderen en jongeren, namelijk : – het aantal inwoners jonger dan 25 jaar met

een Tu r k s e, M a r o k k a a n s e, Algerijnse of Tu-nesiche nationaliteit, opgenomen in het Rijksregister ;

(2)

De groep van de rijkste landen wordt be-paald op basis van het World Development Report van de Wereldbank.

Via de decreetswijziging wordt gevraagd dat elke gemeente voortaan in zijn jeugdwerkbe-leidsplan een hoofdstuk "toegankelijkheid" op-n e e m t . Iop-n de gemeeop-nteop-n die hoog scoreop-n op de indicatoren "allochtone afkomst" moet min-stens onderzocht worden of er hierbij ook een probleem is inzake de toegankelijkheid van het jeugdwerk voor deze doelgroep.

Bij de herziening van het decreet werd een zeer ruime groep actoren betrokken : de gemeenten, de provincies, de Jeugdraad voor de V l a a m s e Gemeenschap en via hoorzittingen ook de

ver-tegenwoordigers van de initiatieven die werken met allochtone kinderen en jongeren. De con-crete uitwerking en effecten van het herziene decreet worden nog op de voet gevolgd door al deze betrokkenen.

Een eerste resultaat is alvast dat het thema ex-pliciet in elke gemeente aan bod moet komen bij de opmaak van het jeugdwerkbeleidsplan. Experimenteel jeugdwerk

In het kader van het reglement voor het subsi-diëren van experimenteel of vernieuwend j e u g d w e r k , geef ik subsidies aan volgende initia-tieven die direct of indirect inspelen op de pro-blematiek.

Initiatief Vereniging Thema

Zelforganisaties van allochtone Platform Allochtone Jeugdwer- Opzetten van een structuur voor de jongeren kingen VZW (Berchem) o n d e r s t e u n i n g, b e g e l e i d i n g, c o ö r d i -natie en belangenbehartiging van de zelforganisaties voor allochtone jongeren in Vlaanderen

De Yell Box CMGJ VZW Een container vol moderne media

Centrum voor Maatschappelijke voor creatieve kinderen en jonge-Gelijkheid en Jeugdwelzijn ren die weinig kansen hebben om (Genk) zich uit te drukken en die zelden

beluisterd worden

Steunpunt allochtone Steunpunt VZW (Brussel) Ondersteuning van de allochtone

meisjes en vrouwen meisjeswerkingen met het doel een

aansluiting te realiseren bij het re-guliere jeugdwerk

Een stem van de straat Uit de Marge VZW (Borger- Creëren van een jaarlijks moment

hout) waarop (kansarme) kinderen en

jongeren rond een bepaald thema een stem krijgen, contact hebben met "deskundigen" terzake en er-varingen en inzichten kunnen uit-w i s s e l e n , uit-wat moet uitmonden in de opstelling van een conceptnota daarrond

(3)

Jeugdwerk internationaal

Op 28 mei 2001 steunde ik op de Europese Mi-nisterraad Jeugd het Zweedse voorstel om ook op het internet de strijd tegen het racisme aan te gaan.

Ik stelde onder meer dat de ministers bevoegd voor Jeugd onder meer de opdracht en de ver-antwoordelijkheid hebben de beginselen van v r i j h e i d , d e m o c r a t i e, rechten van de mens en fundamentele vrijheden te respecteren en te doen eerbiedigen. In die zin is het niet meer dan gepast acties te ondernemen die het gebruik van het door jongeren intensief geraadpleegde in-ternet met het oog op de verspreiding van racis-tische boodschappen, vreemdelingenpraat en andere uitdrukkingen van onverdraagzaamheid, een krachtig halt toeroepen. Hierbij is samen-werking tussen de relevante beleidsinstanties, onder meer de Raad van Europa op verschillen-de niveaus, en een actieve inbreng van het Eu-ropees Waarnemingscentrum voor Racisme en Vreemdelingenhaat meer dan wenselijk.

Daarenboven stimuleer ik in mijn beleid uit-drukkelijk de internationale uitwisselingsmoge-lijkheden van jongeren. Ik meen immers dat via de ontmoeting van jongeren uit verschillende landen de verdraagzaamheid en tolerantie ver-hoogt.

2. In het kader van de opmaak van het V l a a m s Jeugdbeleidsplan werd onder andere een inter-kabinettenwerkgroep opgericht met het kabinet van mijn collega minister Vo g e l s, bevoegd voor het Gelijkekansenbeleid.

Hieruit resulteerde een lijst van concrete acties op dit terrein. Deze zullen nog dit jaar, n a a r aanleiding van de goedkeuring van het plan, o p de regering worden voorgesteld.

Wat de vraag aan minister Van Mechelen b e t r e f t , kan ik in samenspraak met hem het volgende mee-delen.

In de conclusies van het onderzoek wordt vooral gepleit voor media-educatie in schoolse context. Naar de omroepen zijn er wel wat aanbevelingen. Een van "de doelstellingen was na te gaan aan welke kenmerken (educatieve) kinderprogramma's moeten beantwoorden wanneer men een bood-schap (betreffende de multi-etnische thematiek) zo optimaal mogelijk wil overbrengen en welke pro-grammakenmerken hierbij eerder remmend kun-nen werken. Er werd vastgesteld dat de

aantrek-kingskracht van een programma hier een eerste be-langrijk element is. Programma's moeten boeien en aansluiten bij de leefwereld van het subject" (blz. 437).

In de theoretische uitgangspunten wordt een korte literatuurstudie ontwikkeld over de representatie van etnische minderheden in films, soaps en kin-derprogramma's. (blz. 151-153).

Het is niet onmiddellijk mogelijk om op basis van dit proefschrift duidelijk te bepalen welke stappen door de Vlaamse media in het algemeen en de pu-blieke omroep in het bijzonder zouden moeten worden genomen.

De stappen die de minister heeft ondernomen, werden trouwens vastgelegd in de beheersovereen-komst (2002-2006). Zowel in het hoofdstuk over de opdracht van de V RT (art. 1 , § 3 : rol m.b. t . het ont-wikkelen van (...) een democratische en verdraag-zame samenleving (...) en rekening houden met de beleidsdoelstellingen en opdrachten die de V l a a m-se Gemeenschap nastreeft op het vlak van gelijke kansen en het minderheidsbeleid (...)), alsook bij de definiëring van de audiovisuele kwaliteit, w o r d t naar de problematiek verwezen (art. 2 , § 2 : b e l a n g-rijke rol van de publieke omroepen voor de cohe-sie van de maatschappij en hun rol als ontwikke-laar van pluralistische (...) producties voor een breed publiek, rekening houdende met minder-heidsgroepen).

De V RT zelf heeft die onder andere geconcreti-seerd in de beleidsnota "De V RT en de democrati-sche samenleving".

Eveneens kan worden verwezen naar de gecoördi-neerde mediadecreten, die bepalen dat in de pro-gramma's elke vorm van discriminatie geweerd w o r d t , dat de programmaopbouw zo geschiedt dat hij geen aanleiding geeft tot discriminatie tussen de verschillende ideologische of filosofische strekkin-gen en dat de programma's van de omroepen niet mogen aansporen tot haat op grond van ras, g e-s l a c h t , gode-sdiene-st of nationaliteit (zie de artikelen 2 3 , § 1 , 74 en 78, § 2 van de gecoördineerde media-decreten.

Wat de vraag aan minister Va n d e rp o o r t e n b e t r e f t , kan ik in samenspraak met haar het volgende mee-delen.

(4)

Het is belangrijk zich niet te beperken tot "media-educatie" op zich. Dergelijke onderzoeksresultaten tonen immers het belang van het kritisch kunnen omgaan met informatie in het algemeen, en nog ruimer van het kunnen samen-leven in een maat-schappij die gekenmerkt wordt door verschillen. Binnen het onderwijsbeleid dient dan ook aan-dacht te gaan naar het verwerven van deze vaar-digheden en attitudes. Onderwijs heeft wel degelijk aandacht voor initiatieven die kinderen vrij recht-streeks aanzetten om op een constructieve en kriti-sche wijze met media- en andere beeldvormende informatie te kunnen omgaan, of hen stimuleren bij het verwerven van een attitude van verdraag-zaamheid en respect voor anderen. Hiertoe gebrui-ken we verschillende kanalen, die zowel recht-streeks naar leerlingen gericht zijn, als naar leer-krachten of organisaties op bovenschools niveau. Ik vermeld hier enkele initiatieven die de hierbo-ven beschrehierbo-ven effecten kunnen genereren : d e verspreiding van publicaties over intercultureel leren en over omgaan met geweld, de subsidiëring van het Steunpunt ICO, de overeenkomst met het CGSO Trefpunt van Gent, het project "Aansluiting en maatschappelijke differentiatie van de leraren-o p l e i d i n g " , de vleraren-ormingsinitiatieven van de We r k-groep Immigratie V Z W, het Jo j o - p r o j e c t ,p r o j e c t e n die door de Canon-cultuurcel worden ondersteund zoals de "muzische werkdagen voor leerkrachten b a s i s o n d e r w i j s " , onderdelen van het Dynamo-pro-j e c t , "A shot of art", "Picture this", " Fa l l i n g " ," H e t grote ongeduld", "Pauline en Paulette". P r o j e c t e n rond "Lord of the rings" en een interactieve cd-rom over ICT-gebruik zijn in ontwikkeling. E e n korte beschrijving van deze initiatieven vindt de Vlaamse volksvertegenwoordiger als b i j l a g e (ICO : intercultureel onderwijs ; CGSO : centrum voor ge -boortenregeling en seksuele opvoeding ; Canon : Cultuurcel van het Departement Onderwijs ; ICT : informatie- en communicatietechnologie – red.). Ook op meer structurele basis maakt de aandacht voor omgaan met media en met verschillen in de maatschappij deel uit van het onderwijsbeleid. Dit blijkt in de eerste plaats uit de goedgekeurde eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Zowel binnen Muzische Vo r m i n g, Sociale Vaardigheden en We-reldoriëntatie binnen het basisonderwijs, als binnen Ge s c h i e d e n i s, N e d e r l a n d s, Leren Leren en op-nieuw Sociale Vaardigheden in het secundair on-d e r w i j s, woron-dt het belang van vaaron-digheon-den om-trent het omgaan met informatie en het functione-ren in de maatschappij duidelijk. Ongeacht de (vak)specifieke invalshoek, heeft elke leerkracht en elke school hier dus reeds een duidelijke

verant-w o o r d e l i j k h e i d . Bij de uitverant-werking van het nieuverant-we gelijkekansenbeleid zal het werken rond de pijler "interculturele vaardigheden" bewaakt en gestimu-leerd worden. Ook bij elk project of initiatief in verband met ICT is het stimuleren van "verant-woord en kritisch omgaan met dit medium" steeds een belangrijk aandachtspunt.

B i j l a g e (een korte uitleg bij de vermelde initiatie-ven)

– Alle basisscholen ontvingen gratis publicatie "Over Galliërs en managers. Bouwstenen voor intercultureel leren" van R. Soenen (Steunpunt ICO).

– Zij ontvingen ook de publicatie "Geweld ge-noeg ! Hoe omgaan met geweld in de leefwreld van kinderen en jongeren ?" van G. D e-boutte.

– De subsidiëring van het Steunpunt ICO via een besluit van de Vlaamse regering. Dit steunpunt kan dankzij deze subsidiëring niet alleen wer-ken aan "verdraagzaamheid, respect en meer correcte beeldvorming", maar ook aan "vaar-digheden om met verschillen om te gaan". H e t steunpunt doet dit via drie invalshoeken : o n-derzoek, materiaalontwikkeling en vorming. – Het project "Vlaggen en Wi m p e l s " , waar

nega-tieve beeldvorming tussen school en buurt op een actieve wijze wordt omgevormd tot een po-sitieve interactiespiraal.

– Overeenkomst met het CGSO Trefpunt van Gent om de lerarenopleiding te ondersteunen bij het voorbereiden van toekomstige leerkrach-ten op hun rol bij het bevorderen van sociale competenties bij leerlingen, gepast in het actie-plan "antisociaal gedrag op school voorkomen en oplossen". Hierbij wordt gewerkt rond drie pijlers : "omgaan met intimiteit", "omgaan met diversiteit" en "omgaan met invloed en macht om geweld en agressie te vermijden".

– De overeenkomsten met acht hogescholen die een lerarenopleiding organiseren, waarbij ener-zijds aandacht besteedt wordt aan een betere in-stroom en doorin-stroom van studenten van al-lochtone afkomst in de lerarenopleiding, en an-derzijds gewerkt wordt aan een betere integra-tie van aspecten van omgaan met verschillen bij leerlingen in de basisopleiding.

(5)

binnen de overeenkomst die de overheid met deze V Z W a f s l o o t , zijn zeer duidelijk gericht op het positief beïnvloeden van de beeldvorming, zowel van leerkrachten als van leerlingen. – Binnen het Jojo-project kunnen jongeren die

vroegtijdig afhaakten van school, als startbaner aan de slag in scholen. Deze jongeren vervullen een belangrijke functie in scholen met een pu-bliek van jongeren met schoolse problemen. Deze scholen kunnen werken aan een positief schoolklimaat en een beter contact tussen lera-ren en allochtone of kansarme gezinnen.

– Ook binnen de nascholing op initiatief van de Vlaamse regering zijn thema's (en dus projec-ten) terug te vinden die aandacht besteden aan het (als professional) kunnen omgaan met ver-s c h i l l e n . Bijvoorbeeld : "omgaan met probleem-g e d r a probleem-g " , "zich probleem-goed voelen op school", " i n t e probleem-g r a-tie van de vakoverschrijdende eindtermen So-ciale Va a r d i g h e d e n " . Hoe vaardiger/professio-neler leerkrachten zijn, hoe meer zij uiteraard als positief voorbeeld voor hun leerlingen kun-nen functioneren.

– De muzische werkdagen voor leerkrachten ba-s i ba-s o n d e r w i j ba-s, op initiatief van de Canon-cultuur-c e l , bevatten telkens een luik "media", w a a r i n "leren omgaan met media" centraal staat. – Ook binnen de Dynamo-projecten zijn er

jaar-lijks verschillende scholen die met hun project aandacht besteden aan beeldvorming bij kinde-ren.

– Binnen "A shot of art" ondersteunt de Canon-cultuurcel leerlingen in hun samenwerking met organisaties/kunstenaars die ervoor zorgen dat leerlingen een ruimere blik krijgen op cultuur in de breedste zin van het woord. In de praktijk maken leerlingen hierbinnen bijvoorbeeld zelf kortfilms.

– Tijdens dit schooljaar zal ook het project "Pictu-re this" lopen. Dit project is een combinatie van f i l m o n t m o e t i n g s d a g e n , lespakketten en een in-teractieve website. Tijdens dit initiatief worden films uit niet-westerse culturen bekendgemaakt in secundair onderwijs en lerarenopleiding. Daaraan gekoppeld, besteedt men niet alleen aandacht aan de artistieke kwaliteiten van de films op zich, maar verdiept men ook de kennis van en het inzicht in andere culturen, en con-fronteert men dit met de eigen referentiekaders. – Vanaf oktober komen er twee avant-premières van de film "Fa l l i n g " . De Canon-cultuurcel

ont-wikkelde hierover een cd-rom, zodat leerkrach-ten zowel over het thema van de film (extremis-m e ) , als over de wijze waarop een fil(extremis-m totstand-komt, aan de slag kunnen in de klas.

– "Het grote ongeduld" is een klein festival waar-bij eindejaarsprojecten van alle Nederlandstali-ge en FranstaliNederlandstali-ge filmscholen zullen worden vertoond in scholen. Dit is opnieuw een kapstok voor scholen om concrete initiatieven te nemen rond beeldvorming en een aantal inhoudelijke thema's.

– Lieven De Brauwer, regisseur van "Pauline en P a u l e t t e " , zal verschillende scholen bezoeken. Na het bekijken van de film zullen de leerlingen in workshopvorm met de regisseur aan de slag k u n n e n . Ook hier wordt aandacht besteed aan de wijze waarop een film wordt gemaakt en welke invloed beelden hebben. Achteraf zal met de verzamelde ervaringen een interactief video-pakket worden samengesteld rond "film en filmopvoeding".

– In samenwerking met de Duitse Stichting Lezen zal een pakket worden ontwikkeld rond de film "Lord of the rings". Dit pakket zal specifiek handelen over hoe een boek een film wordt, e n o m g e k e e r d . De ontwikkelde cd-rom zal zowel voor leerkrachten als leerlingen zelf bruikbaar zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

CIG : centrum voor integrale gezinszorg CAW : centrum voor algemeen welzijnswerk CGG : centrum voor geestelijke gezondheidszorg CKG : centrum voor kinderzorg en

Werden niet in aanmerking genomen, de projec- ten die niet beantwoordden aan de gestelde pri- oriteiten (bv. een theater of een sluitend lokale jeugdclub) en die welke qua vorm en

Welke woonvormen zijn er, georganiseerd door diensten die onder de bevoegdheid van de mi- nister vallen, voor personen die woongelegen- heid zoeken met enige begeleiding?. Welke

Wanneer de toegankelijkheid van de bus niet voldoende bleek, niettegenstaande het feit dat deze reeds verbeterd was, werden samen met de constructeur verdere aanpassingen besproken

Welke stappen deed de minister naar aanleiding van dit onderzoek om in het onderwijs hieraan aandacht te besteden2. Hoe worden scholen/leerkrachten die hiervoor ondersteuning

Welke stappen deed de minister naar de V l a a m s e media om naar aanleiding van dit onderzoek posi- tieve aandacht te schenken aan dit

Als minister bevoegd voor Gelijke Kansen draag ik mee de beslissing van de voltallige Vlaamse rege- ring in verband met het aanmoedigen van gelijke verloning van mannen en vrouwen.

De maatregelen die ik bedongen heb via het soci- aal akoord voor de non-profitsector hebben pre- cies tot doel dit potentieel te verhogen en de aan- trekkingskracht van