Vraag nr. 276
van 5 september 2001
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gehandicaptenvoorzieningen – Centrale wachtlijst Het probleem van de wachtlijsten voor personen met een handicap is schrijnend. Zo zoeken ouders nu naar aanleiding van het nieuwe schooljaar een oplossing voor hun gehandicapt kind, zeker als hiervoor een residentiële plaatsing nodig is.
Beleidsinstanties hierover alarmeren, gebeurt best door ze met concrete cijfers te confronteren. Vo o r-al de evolutie is belangrijk om te volgen.
1. Hoeveel gehandicapten stonden eind juni 2001 in elke provincie op de wachtlijst :
– voor opvang als volwassen gehandicapte ; – voor opvang als minderjarige gehandicapte ? Hoe is de evolutie sinds eind december 2000 ? 2. Hoeveel "overtallers" stonden eind juni 2001 in
elke provincie ingeschreven op de centrale wachtlijsten voor de residentiële, s e m i-r e s i d e n-tiële en ambulante zorgvragen voor meerderja-rigen en voor minderjameerderja-rigen ?
Hoeveel waren er dit in elke provincie eind de-cember 2000 ?
3. Hoeveel zeer dringende zorgaanvragen (urgen-tiecode 1) werden in elke provincie gevraagd : – voor de opvang van volwassen
gehandicap-ten;
– voor de opvang van minderjarige gehandi-capten ?
Hoeveel waren er dit in elke provincie eind de-cember 2000 ?
Antwoord
1. Pas op 14 september laatstleden hebben de ver-schillende provinciale wachtlijstwerkingen de gegevens over het aantal wachtenden eind juni 2001 aan het Vlaams Fonds voor Sociale Inte-gratie van Personen met een Handicap bezorgd. De verwerking van deze gegevens is nu volop bezig.
Daar deze gegevens, zoals reeds vroeger duide-lijk gemaakt, echt gedragen en geleverd worden door de verschillende partners, is een consolida-tie nodig na deze verwerking, die gepland werd voor begin november (samenkomst van de per-manente cel op 9 november). Pas na bevestiging door de verschillende partners worden deze ge-gevens dan beschouwd als betrouwbare wacht-lijstgegevens die aan de beleidsverantwoordelij-ken worden bezorgd.
Ik vraag dan ook aan de Vlaamse volksverte-genwoordiger hiervoor nog enig geduld op te brengen.
2. Voor het aantal overtallers op 30 juni 2001 geldt dezelfde opmerking als hierboven.
De cijfers voor 31 december 2000 van de over-tallers per provincie worden hieronder per zorg-vorm weergegeven.
Merk op dat het grote verschil per provincie veroorzaakt wordt door het feit dat niet alle voorzieningen hun overtallers bekendmaken of dat men niet zeker is op het moment van de re-gistratie dat de persoon al dan niet in overtal zal zijn (dit heeft te maken met de subsidiëringsre-gels).
Er werd ons verzekerd dat deze cijfers een on-derschatting zijn van het aantal "echte" overtal-lers in de sector.
Aantal overtallers Antwerpen Vlaams- Limburg Oost- West- Vlaanderen
31-12-2000 Brabant Vlaan-
3. Het aantal zeer dringende zorgvragen (urgen-tiecode 1) is voor de periode tot eind 2000 als volgt : Voorzieningen Voorzieningen voor voor kinderen volwassenen Antwerpen 10 162 Vlaams-Brabant 0 77 Limburg 0 51 Oost-Vlaanderen 1 118 West-Vlaanderen 4 85 Vlaanderen 15 493
Merk op dat, zoals ik reeds vroeger heb toege-l i c h t , de zorgvragen voor de minderjarigen nog niet systematisch door alle werkingen werden verzameld en hierdoor sterk onderschat wor-den.
Aantal overtallers Antwerpen Vlaams- Limburg Oost- West- Vlaanderen
31-12-2000 Brabant Vlaan-
Vlaan-deren deren Tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel 11 2 53 10 14 90 Tehuis niet-werkenden, nursing 5 1 25 31 Zelfstandig wonen 1 1
Tehuis voor kortverblijf 6 6
Thuisbegeleiding 1 1