• No results found

Vraag nr. 121 van 18 maart 2005 van mevrouw AN MICHIELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 121 van 18 maart 2005 van mevrouw AN MICHIELS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 121 van 18 maart 2005

van mevrouw AN MICHIELS N8 Ninove-Brussel – Busbaan

Vorig jaar is heel wat deining ontstaan naar aan-leiding van de plannen om op de N8 (Brussel-Ninove) een dubbele busbaan aan te leggen. De vele protestreacties van de bevolking toonden aan dat er geen draagvlak was voor dit project. Toenmalig minister van Mobiliteit Bossuyt besliste een bijkomend verkeersonderzoek te starten naar de gevolgen van het sluipverkeer. De resultaten van die studie werden eind 2004 verwacht en minister Bossuyt antwoordde op 29 april 2004 op een vraag van mijn collega, Joris Van Hauthem, het volgende : 'ik wacht op de voorstellen. In het najaar zal de nieuwe minister van Mobiliteit het dossier opnieuw moeten behandelen. ... Het gaat nu om uitstel om bijkomende onderzoeken te voeren." (Handelingen Cl95 van 29 april 2004, blz. 11-13)

Intussen zijn we maart 2005 en in een aantal van de betrokken gemeenten luidt het dat de plannen om de busbaan aan te leggen opnieuw op tafel lig-gen.

1. Is de vermelde studie reeds beschikbaar ? Zo ja,

– kan de minister er inzage van geven ;

– heeft de betrokken administratie reeds con-clusies uit deze studie kunnen trekken ; – hebben de betrokken gemeenten deze studie

al kunnen inkijken ?

Zo ja, hebben ze hun advies kunnen mee-delen ? Wordt er rekening gehouden met dit advies ?

Zo neen, waarom niet ?

Zo neen, waarom is deze studie, aangekondigd in april 2004, nog niet beschikbaar ? En wan-neer zal ze dan beschikbaar zijn ?

2. Klopt het dat de plannen om op de N8 een aparte (dubbele) busbaan aan te leggen opnieuw op tafel liggen ?

Zo ja, worden de oorspronkelijke plannen her-nomen ? En indien ze aangepast worden, hoe zal deze aanpassing er dan uitzien ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 458) en Van Brempt (nr. 121).

Gecoördineerd antwoord

1. De bijkomende studie naar mogelijke impact van sluipverkeer en ingrepen in de omliggende gemeenten werd nog niet voltooid. Na over-leg tussen het kabinet van voormalig minis-ter Gilbert Bossuyt en de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant werd overeengekomen deze studie te laten uitvoeren om in te schatten hoe het verkeer, dat conform de categorisering van de A10/E40 moet gebruik maken maar nu dagelijks de N8 gebruikt om Brussel te berei-ken, bijkomend zou verschuiven bij realisatie van het project op de N8: overstappen op het openbaar vervoer, opnieuw gebruik maken van A10/E40, andere sluipwegen, ...

Vermits de N8 als sluiproute voor de A10/E40 gebruikt wordt en aangezien door de werken aan de Antwerpse ring in 2004 extra verkeer op de A10/E40 en dus ook meer sluipverkeer op de N8 en andere sluiproutes mocht verwacht wor-den, was het niet opportuun deze uitgebreide studie in 2004, en ook niet in 2005, uit te voe-ren.

Het is derhalve aangewezen deze studieop-dracht in het najaar van 2005 voor te bereiden zodat ze in de loop van 2006 kan uitgevoerd worden.

2. Voor De Lijn zijn de plannen voor de realisatie van de busbanen nooit van de tafel gegaan. De aanleg van de busbanen op de N8 zijn

(2)

De uitbreiding van het openbaar vervoer op de N8 hangt samen met het voorzien van de bus-banen. Het is voorzien om van bij de start van de werken voor de aanleg van de busbanen op de N8, het aanbod van openbaar vervoer uit te breiden tot het niveau dat voorzien is in het Regionet Brabant-Brussel. De geboden capa-citeit van openbaar vervoer kan op die manier verhoogd worden met 1.250 plaatsen/uur. De administratie Wegen en Verkeer (AWV)

blijft de oorspronkelijke plannen voor de her-inrichting van de N8 ondersteunen onder de voorwaarden,zoals die ook al bij de betrokken gemeenten bekend zijn:

– aanbod bussen De Lijn structureel opdrijven vanaf het begin van de uitvoering de werken (GEN);

– garantie op een optimale werforganisaftie door AWV - Vlaams-Brabant (zo kort moge-lijke hinder, met een maximum aan tijdemoge-lijke maatregelen en informatie);

– sluipverkeerprobleem in kaart brengen en oplossingen presenteren (AWV + betrokken gemeenten);

– AWV stelt voor om de aanleg van de busba-nen zo te maken dat een terugkeer naar de huidige toestand mogelijk blijft na evaluatie. Na akkoord tussen alle betrokken partijen kan

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De administratie is niet in het bezit van een systematisch overzicht van de gevallen van agressie van leerlingen tegen leerkrachten omdat scholen niet verplicht zijn dit aan het

Als gevolg hiervan zijn Vlaamse orkesten genood- zaakt de Vlaamse schaarste aan goed opgeleide dirigenten op te vullen door het aanwerven van buitenlandse dirigenten, die hierdoor

Aangezien deze problematiek ook uitgebreid kan worden naar andere gebouwen waar dagelijks veel, vaak kwetsbare, mensen (moeten) verblijven, zoals rusthuizen, ziekenhuizen, …, en

In april 2004 werd er in het kader van de parle- mentaire besprekingen met betrekking tot het decreet betreffende de Huizen van het Nederlands een uitgebreide evaluatie opgemaakt

– KB 2 2004 (voorstellen van het eerste kwartaal 2004): de voorstellen werden onderzocht op het niveau van de centrale administratie en een ontwerp van KB zal worden voorgelegd

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en

11-13), antwoordde de minister dat De Lijn een aantal technische aanpassingen voorbe- reidt, opdat met behulp van een GPS-systeem de digitale opschriften in de bus automatisch worden

Op deze manier blijft De Lijn in de feiten ontoe- gankelijk : er worden financiële inspanningen gedaan om bussen aan te passen, maar de situatie verbetert niet voor