• No results found

Vraag nr. 123 van 18 februari 2005 van mevrouw AN MICHIELS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 123 van 18 februari 2005 van mevrouw AN MICHIELS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 123 van 18 februari 2005

van mevrouw AN MICHIELS

Opleiding Orkestdirectie – Hervorming

Uit gesprekken met zowel afgestudeerden als docenten valt af te leiden dat de opleiding "Orkestdirectie" aan de Vlaamse conservatoria ontoereikend is om aspirant-dirigenten op vol-doende wijze voor te bereiden op de uitoefening van een professionele functie als dirigent van een symfonisch orkest.

De huidige dirigentenopleiding is hoofdzakelijk gericht op het verwerven van muziektechnische kennis. Nochtans geven docenten, dirigenten én musici aan dat goed orkestraal leiderschap een heel aantal niet-muziekgerelateerde vaardigheden ver-eist, zoals : krijgen en geven van feedback, motive-rend/inspirerend leiding geven, …

Belangrijke facetten van goed dirigentschap, zoals constructief leiderschap, effectieve communicatie en kennis inzake groepsdynamische processen, die-nen verworven te worden door jarenlange ervaring. Een stageopleiding, gekoppeld aan het studietra-ject, zou het professionele leerproces aanzienlijk kunnen versnellen. Deze stageopleiding is er op dit ogenblik niet, of alleszins in tijdsduur onvol-doende.

Pas afgestudeerde dirigenten worden tijdens hun eerste professionele samenwerking met een klas-siek orkest als het ware voor de leeuwen geworpen, zonder dat hun reeds de kans werd geboden om de nodige ervaring op te doen inzake het intermense-lijke aspect van orkestraal leiderschap.

Het gebrek aan essentiële kennis inzake vermelde facetten zorgt ervoor dat het huidige leerproces en de werkervaringen van pas afgestudeerde diri-genten vaak zo ontgoochelend en demotiverend zijn dat velen er al snel de brui aan geven. Op deze manier ziet het departement Onderwijs een aan-zienlijk deel van zijn investering in de opleiding "Orkestdirectie" verloren gaan.

Als gevolg hiervan zijn Vlaamse orkesten genood-zaakt de Vlaamse schaarste aan goed opgeleide dirigenten op te vullen door het aanwerven van buitenlandse dirigenten, die hierdoor tevens forse honoraria kunnen vragen. In landen zoals Nederland en Duitsland krijgen

aspirant-dirigen-ten namelijk wel de kans om tijdens of vlak na hun studies een begeleide praktijkervaring op te doen, waardoor ze sneller en beter in staat zijn een sym-fonisch orkest op een behoorlijke manier te leiden. Buitenlandse dirigenten hebben vaak opvattin-gen over klankkleur en speelwijze die aanzienlijk verschillen met de Vlaamse overtuigingen, waar-door hun aanstelling het behoud van het Vlaams cultuurhistorisch patrimonium in gevaar brengt. Uiteraard kan deze invloed ook bekeken worden als een verrijking van onze Vlaamse muzikaliteit, maar het zou jammer zijn indien onze eigen onder-wijsinstellingen niet in staat zijn het voortbestaan van het eigen cultuurhistorisch patrimonium te verzekeren.

Als mogelijke oplossingen zou men aan de oplei-ding "Orkestdirectie" een stage kunnen verbinden, die tijdens of vlak na de studies plaatsvindt, waar-bij aspirant-dirigenten toegewezen worden aan Vlaamse orkesten en onder begeleiding van een gediplomeerde mentor of coach de nodige werk-ervaring kunnen opdoen. Deze stages zouden bij-voorbeeld ook tijdens schoolvakanties georgani-seerd kunnen worden indien men de stageopleiding meer wenst te spreiden over het studietraject. De financiering van zo'n stageopleiding wordt in feite terugverdiend door de Vlaamse orkesten, die geen grote bedragen meer moeten betalen voor goed opgeleide dirigenten uit het buitenland.

Tevens zou men colleges inzake leiderschap, effec-tieve communicatie, groepsdynamica, manage-mentvaardigheden, … kunnen organiseren, tijdens welke studenten "Orkestdirectie" met elkaar in interactie kunnen treden en communiceren. Ook zou men aspirant-dirigenten de kans kunnen geven om tijdens schoolconcerten het orkest te dirigeren, terwijl dat nu doorgaans door een docent gebeurt. Om dit alles (o.a. financieel) haalbaar te maken, is ten slotte een betere samenwerking noodzake-lijk tussen de verschillende Vlaamse hogescholen (Brussel, Antwerpen, Gent en Leuven).

1. Werd de minister in het verleden reeds gewe-zen op de ontoereikendheid van de opleiding "Orkestdirectie" en welke stappen heeft hij reeds ondernomen om dit probleem aan te pakken ? 2. Welke voorstellen zijn volgens de minister

(2)

3. Heeft de minister reeds initiatieven ontwikkeld om een betere, meer constructieve samenwer-king tussen de vier Vlaamse muzikale hoge-scholen te bewerkstelligen ?

Antwoord

De opleiding "Orkestdirectie" past integraal in de vigerende hogeronderwijscultuur en de daarmee samenhangende relatie tussen het hogeronderwijs-veld en de overheid.

Het doel van elke opleiding is dat de afgestudeer-den de nodige basiscompetenties verwerven om optimaal het beroepsleven binnen te stappen. De hogescholen genieten evenwel de volledige autono-mie met betrekking tot de samenstelling van het opleidingsprogramma. Deze autonomie betreft zowel de inhoud van het programma als de con-crete organisatie van de opleiding, met inbegrip van de verhouding tussen theoriegerichte en prak-tijkgerichte opleidingsonderdelen. De overheid komt daar als dusdanig niet in tussenbeide.

De reglementering met betrekking tot de oplei-dingen hoger onderwijs biedt evenwel stimulansen voor de instellingen om terdege aandacht te beste-den aan een optimale voorbereiding van de stubeste-den- studen-ten op hun latere beroepsuitoefening.

Enerzijds zijn de hogeschoolopleidingen gestoeld op beroepsprofielen die in overleg met de beroeps-wereld zijn opgesteld. De beroepsprofielen bevatten de noodzakelijke competenties voor de beroepsuit-oefening. De hogescholen hebben uit deze beroeps-profielen het beroepsopleidingsprofiel gedistilleerd en dit aangevuld met competenties van meer alge-meen socio-maatschappelijke aard. Het opleidings-programma, het curriculum, beoogt de realisatie van basiscompetenties.

Anderzijds is er de kwaliteitszorg. Het verwerven door de studenten van de noodzakelijke basiscom-petenties is een element van de interne en externe kwaliteitszorg van de instellingen hoger onder-wijs. Daarenboven zal het accreditatieorgaan daar ongetwijfeld ook rekening mee houden bij het vast-stellen of een opleiding al dan niet voldoet aan de vereiste kwaliteitsnormen.

De regelgeving biedt aan de hogescholen het kader om samenwerkingsakkoorden af te sluiten. Ook op dit gebied komt de overheid niet rechtstreeks tussenbeide.

Binnen deze context kan ik op de vragen het vol-gende antwoord geven.

1. Er zijn mij geen meldingen bekend omtrent de ontoereikendheid van de opleiding "Orkestdirectie". Ik ben er daarenboven van overtuigd dat het accreditatieproces voldoende stimulansen bevat voor de hogescholen om de opleiding terdege uit te bouwen.

2. De samenstelling van het opleidingsprogramma, met inbegrip van de verhouding tussen theorie-gerichte en praktijktheorie-gerichte opleidingsonderde-len, behoort volledig tot de autonomie van de hogescholen. Ik acht het niet wenselijk om daar van overheidswege sturend in op te treden. 3. De samenwerking tussen de hogescholen is ook

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– voor de private diensten gezinszorg wordt een engagement gevraagd om de bijkomende uren bij voorkeur in te zetten in de regio's die laag scoren voor de criteria invulling

Maar ongeacht de keuze voor het werken in de privat-profitsector en ongeacht het inzien van de "boni" ervan, kiest het Vlaamse cultuurbeleid meer dan ooit voor

Sinds de oprichting van het Centrum waren er op geregelde tijdstippen tentoonstellin- gen over Mexicaanse schriften, etskunst, tex- tiel- en schilderkunst, fotografie, volkskunst,

In april 2004 werd er in het kader van de parle- mentaire besprekingen met betrekking tot het decreet betreffende de Huizen van het Nederlands een uitgebreide evaluatie opgemaakt

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en

11-13), antwoordde de minister dat De Lijn een aantal technische aanpassingen voorbe- reidt, opdat met behulp van een GPS-systeem de digitale opschriften in de bus automatisch worden

Vorig jaar is heel wat deining ontstaan naar aan- leiding van de plannen om op de N8 (Brussel- Ninove) een dubbele busbaan aan te leggen. De vele protestreacties van de

De gelijke belasting in alle gemeen- ten wordt ingegeven door het feit dat een ver- gunning voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder geldig is in heel het