• No results found

en DEMOCIATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "en DEMOCIATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 14 december 1957 - No. 47J

en DEMOCIATIE

,.Uiddenstands- problemen

(Zie pag. 3)

ONZE HOUDING TEGENOVER INDONESISCHE MACHINATIES

C

hantage wordt in onze westerse samenleving gevoeld en ge- brandmerkt als een van de verachte- lijkste gedragingen.

Wie gechanteerd wordt, maar zich in geweten rustig gevoelt, denkt er geen ogenblik aan voor deze laffe daad te buigen, noch zal hij zijn ver- ontwaardiging luidkeels uitschreeu- wen.

Hij zal de chanteur in zijn actie op een muur van koele onverzettelijkheid laten doodlopen of, als deze te lastig of te gevaarlijk mocht worden. bij de Justitie aanklagen.

De Indonesische machthebbers hebben in de afgelopen weken een groots opgezette, maar voor de gehe- wereld volkomen doorz:idHi\:)t:

chantage-actie tegen Nederland op touw gezet.

Middelen, ontleend aan het regiem van Hitler, werden toegepast. Neder- landers werden verstoken van nor- male faciliteiten, waarop ieder mens recht heeft, het betreden van allerlei gelegenheden werd hun verboden, hun zaken 'en bezittingen werden

"overgenomen", hun huizen be- smeurd en sommigen gevan~en gezet.

Tegelijk werd een Goebbelliaansc campagne ontketend, waarbij bevel en tegenbevel, hysterische bedreigin- gen en beschuldigingen, bestemd om de bcvdking in het binnenland op te ruien en geruststellend·~ verzekerin- gen om het buitenland omtrent de ernsî: vaP. de situatie zand in de ogeu te strcoien, elkander in bonte reeks

afwi~·selt>•'

O

ns volk heeft - gelukkig - kunnen reageren als de men met het rustige geweten. Het heeft zich schrap gezet, ma&r het heeft zijn kalmte bewaard.

Wij weten niet, of de Indonesische machthebbers uit Nederland dusda- nige aanwijzingen meenden te heb- ben gekregen, dat zulk een chantage- politiek misschien succes zou hebben, ma<tr dan is dat in ieder geval een grote vergissing geweest.

Regering noch volk zijn hiervoor bezweken en de publieke opinie in vrijwel de gehele wereld - als wij de Sovjet-Unie met satellieten uitslui- ten - heeft de ontketende agitatie gebrandmerkt voor wat zij waard is en zich onverholen achter Nederland gesteld.

Ondanks de grote materiële scha- de, welke onze gemeenschap opnieuw dreigt te treffen, heeft ons volk. hoe~

wel ten diepste geschokt, nochtans zijn zelfbeheersing niet verloren.

Behalve in de zekerheid, het recht en de publieke opinie in de wereld aan onze zijde te hebben, is de op- merkelijke beheerstheid, waarmee ons

KALM, MAAR ONJIERZETTELIJK

volk op deze ontketende agitatie heeft gereageerd, nog in iets anders geworteld.

•W anneer het - ondenkbare - geval zich zou hebben voorgedaan, dat in ~")g ander land, onder leiding van regeringspersonen, aldaar een dergelijke actie was ontketend en Nederlanders waren bedreigd in hun meest elementaire menselijke rechten, dan zou de verontwaardiging in ons volkaan alle kanten zijn uitgebarsten.

Nog altijd echter, ondanks alles, leven er voor de v o 1 k e n van Indo- nesië goede gevoelens in ons hart, geworteld in een historische verbon- denheid van eeuwen.

Naast verontwaardiging jegens de agit.-torcn ·voelen wij daarom diepe d r o e f e n i s, dat dit land en dit volk. waar velen van ons zulke goe-

SUKARNO

de persoonlijke herinneringen aan hebben en de beste jaren van hun le- ven hebben doorgebracht, door zijn eigen leiders zo duidelijk ten verder- ve worden gevoerd.

De welmenende leiders, die er aan- vankelijk óók nog wel waren, zijn vrijwel allenbuiten spel geplaatst; cor- ruptie en onbekwaamheid en de per- soonlijke ambities van demagogische lieden voeren 't land, wanneer niet op het laatste ogenblik nog een wending ten goede intreedt, onherroepelijk naar de volslagen chaos en daarmee naar het communisme.

* * *

O

ndertussen leven vele duizen- den landgenoten, zeker op Java, in groot gevaar en onder een voortdurende bedreiging.

door Samson

Eruit met de Nederlanders

Voor hun veiligheid en hun red~

ding zullen wij ons volledig verant~

woordelijk moeten voelen. Hier zul~

len wij onverzettelijk moeten zijn.

Het spel. dat men met hen dreigt te gaan spelen, zullen wij met alle mid~

delen moeten doorbreken.

De methode om hen, die men mis~

sen wil, uit te zetten, maar anderen, die men voorlopig nog nodig meent te hebben, vast te houden en mis~

schien zelfs t.z.t. als gijzelaars te ge~

bruiken, zal met de grootste kracht moeten worden afgewezen.

Niet de Indonesische machtheb•

hers, maar elke Nederlander indivi•

dueel zal zelf hebben te beslissen of hij het land wil verlaten of niet.

Als Indonesië dit elementaire men~

senrecht mochttrachten te schenden, zullen wij autonoom, als Staat, die zich voor het leven van zijn burgeu verantwoordelijk voelt, alle tegen~

maatregelen moeten nemen, die in ons vermogen liggen. Maar tevens zullen wij de wereldopinie op de korste termijn op dit concrete punt nog sterker moeten mobiliseren.

Ondertussen blijven wij hopen, dat deze hele kunstmatig aangeblazen agitatie, die, althans tot op het ogen~

blik dat wij dit schrijven, tot de ge~

westen buiten Java nauwelijks schijnt te zijn doorgedrongen, als een zeep·

bel uit elkaar zal spatten.

Uitlatingen als die van de gouver•

neur van de Indonesische Bank, mr.

Sjafruddin Prawiranegara tonen, dat er toch nog enkele vooraanstaande figuren in Indonesië zijn, die de za- ken helder w"' ~n te beoordelen en daar uiting aan durven te geven.

* * •

O

nverzettelijk tegenover elke chantage-methode en met de vaste wil om onze landgenoten in In~

donesië de hulp en de bescherming te bieden, die zij nodig mochten hebben, blijven wij hopen op het wonder, dat Indonesië nog juist voor een val in de afgrond zal weten te behoeden.

N o g s t e e d s is ons volk bereid, de volken van Indonesië de vrienden~

hand te reiken en zijn ervaring en zijn ondernemingszin in dienst te b I ij ven stellen van het land en zijn bewoners.

Maar dat is alleen mogelijk tegen•

over een land, waar niet de struikro~

verij en de chantage hoogtij vieren en zelfs officieel worden aangewakkerd, maar waar de onder beschaafde sta~

ten gebruikelijke normale rechts•

waarborgen worden geboden aan al•

len, die zich op het grondgebied van die staat bevinden.

A.W.A.

(2)

Flitsen van Het Binnenhof (I)

en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs in de vorige periode een nieu- we wettelijke status te geven.

lecJroting van onderwijs Ïll Tweede Kamer • Salariëring leraren

• Motie van mevr. Fortanier-De Wit met algemene stemmen aan·

genomen • Tekort aan leraren en scholen • De toestand is be·

IICIIIWend.

Het belang van een sluitend geheel van onderwijsvoorzieningen wil ik niet ontkennen, aldus onze woordvoerster, maar als de tijd, die daaraan nu al jaren- lang door het departement wordt gewijd, ten koste gaat van belangrijke urgente zaken, dan heb ik daartegen overwegend bezwaar.

O

nze geestverwante mevr. A. Forta- nier-de Wit is vorige week bij de behandeling van de begroting van onder- wijs in de Tweede Kamer weer opgeko- men voor de salarissen van de leraren.

Zij diende tenslotte bij de replieken een moUe in die met algemene stemmen werd aangenomen.

De motie luidt:

De Kamer, van oordeel dat grote voort- varendheid ten aanzien van het ODderzoek inzake de salariëring en het carrière-ver- loop van leraren bij bet v.h.m.o. en van met hen vergelijkbare groepen van Oftr- heidsdienaren dringend vereist is.

verzoekt -de minister maatregelen te ne- men om dit onderzoek op zeer korte ter- mijn te doen voltooien. ·

.. • *

I

n eersie termijn had mevr. Fortanier- de Wit reeds gezegd, dat het haar had verbaasd, dat er weer een verschil is ontstaan tussen de salariëring bij het m.t.o. en het v.h.m.o.

Enkele jaren geleden was dat verschil uit de wereld geholpen. Betrekkelijk kortgeleden is er echter weer een onge- lijkheid gekomen doordat het aantal dienstjaren m.t.o. op een andere wijze wordt berekend dan bij het v.h.m.o.

· Het vervelende is ,dat die regeling bij het m.t.o. tot stand is gekomen zonder dat de leraren bij het v.h.m.o. daarin zijn gekend. Ook dit is geen nieuw lied, of althans is het een nieuw lied met een heel oud refrein, zodat het toch altijd weer hetzelfde liedje is. Het gevolg is in ieder geval, dat de leraren bij het v.h.m.o.

als zij de kans krijgen, overgaan naar het m.t.o. Dit is te begrijpen wanneer de verschillen per maand oplopen tot be- langrijke sommen.

Over de plannen tot instelling van één commissie voor georganiseerd overleg, waarbij dan de eis zou worden gesteld, dat de leden die deelnemen aan die ene commissie, lid moeten zijn van een van de drie grote vakcentrales, zei mevr. For- tanier-de Wit, dat zij zich niet kon ont- trekken aan de indruk, dat hier weer de politiek om de hoek gluurt en deze van groter belang wordt geacht dan de be- langen van het onderwijs.

*

D

e leraren zijn ontevreden, omdat zij *

niet zijn opgenomen in de salaris- verhoging voor de hogere ambtenaren.

Dit is een ontevredenheid, die, naar de mening van onze geestverwante terecht ook bestaat bij de lagere rangen van we- tenschappelijke ambtenaren en de inspec- ties van het onderwijs. Het gaat hier om de maatschappelijke waardering, die nu eenmaal niet is los te zien van de gel- delijke beloning.

Een interpellatie, die mevr. Fortanier- de Wit heeft aangevraagd en die de Ka- mer heeft toegestaan, is nog niet gehou- den, omdat minister Cals inmiddels een interdepartementaal onderzoek heeft doen instellen naar de salarissen van acade- misch gevormde ambtenaren en de plaats, die de leraren en wetenschappelijk ge- vormde ambtenaren daaronder innemen.

In de eerste plaats had dit onderzoek moeten worden ingesteld tegelijk met de tunetie-beoordeling van de hogere rijks- ambtenaren en in de tweede plaats duurt dat onderzoek veel te lang.

Het wordt getraineerd op een wijze, die een bijzonder onprettige indruk maakt.

Op 21 mei is meegedeeld, dat de beraad- slagingen over het interdepartementale ],'apport in september zouden kunnen aan- vangen, terwijl het nu december is en het rapport er nog niet is.

* * *

N

a moeizame en jarenlange onderhan- delingen hebben de leraren hun plaats gekregen temidden van anderen, een plaats, die redelijk goed was. Alle hogere rijksambtenaren zijn in salaris verhoogd.

Binnen zeer korte tijd, naar ik hoop, aldus mevr. Fortanier-de Wit, komt mis- schien de verhoging van de salarissen van de lagere en van de middelbare ambtena- ren aan de orde. Het is toch kortzichtig, om het nu maar eens zacht uit te druk- ken, de leraren en de lagere rangen van de wetenschappelijke ambtenaren en de inspecties daarvan uit te sluiten.

Het kabinet zal er wijs aan doen de salarissen van leraren en wetenschappe- lijke werkers op een zodanig peil te bren- gen, dat duidelijk blijkt, dat uitzonderlijk belang wordt gehecht aan de maatschap- pelijke betekenis van voorbereidend we- tenschappelijk onderwijs en hoger onder-

Mijn overtuiging is: all het ons ernst is met de gedachte, dat het onderwijs in al zijn geledingen de kans moet krijgen zich in te spannen om uit zijn leerlingen het hoogste te halen, dan moet eerst het v.h.m.o. worden aangepakt. Een grotere vrijheid daar zal een gunstige uitwerking kunnen hebben naar beneden op het la- ger en naar boven op het hoger onder- wijs.

Wij kunnen niet wachten op een alles omvattend ideaal ontwerp (als het ooit de Staten-Generaal bereikt) waarvan de minister, nu gelukkig nuchter, stelt dat als alles meeloopt, over tien jaar de eer- ste resultaten zullen blijken.

MEVROUW FORTANIER-DE WIT .... departement studeert te veel .•••

H

et tekort aan leraren vond- mevr.

Fortanier-de Wit eenvoudig meer dan benauwend. Het aantal onbevoegd gegeven lea~en bedraagt nu 23 procent.

Op een totaal van 9000 leraren zijn ruim 2300 wettelijk onbevoegd of bijna 26 pro- cent van het lerarenkorps. Wat dit wil zeggen voor onderwijs, dat voorberei- dend wetenschappelijk onderwijs moet zijn, kan men zich nauwelijks indenken.

Van die 2300 onbevoegde leerkrachten heeft ongeveer een derde deel zelfs geen M.O. akte A of kandidaatsexamen, doch een lagere akte of totaal geen be- voegdheid. Vorig jaar en het jaar daar·

voor was het al zo, dat van de in sep- tember aangestelde nieuwe leraren 61 procent onbevoegd was.

De toekomst van ons land staat of valt met het wetenschappelijk peil, dat wij kunnen opbrengen en met de aantrek- kingskracht, die deze ambten op de jeugd, die gaat studeren, vermogen uit te oefe-

Wat het zeggen wil in onze tijd wan- neer een land niet alles op alles zet om de wetenschapsbeoefening tot het hoogst denkbare peil op te voeren, heeft de ge- schiedenis van de Spoetnik bewezen. Als men al niet genoeg doordrongen is van het recht, dat ieder kind heeft op zo ge- lijk mogelijke kansen om zijn gaven te kunnen ontplooien, .zou alleen reeds de overweging, dat met de wetenschappelij- ke prestaties het aanzien en de welvaart van een land, in ruimer verband van West-Europa, staat of valt, de doorslag moeten geven.

nen.

Z

oals bekend, streeft minister Cals er naar een enkele wet op te stellen voor het gehele voortgezet onderwijs, maar met de voorbereiding van deze wet is hij alweer op zijn tijdschema ach- ter.

Mevr. Fortanier-de Wit had niet an- ders verwacht. Zij heeft al jarenlang de indruk, dat er op het departement zoveel wordt gestudeerd, dat de daadkracht er onder lijdt. Het was naar haar overtui- ging zeker mogelijk en bitter noodzake- lijk geweest het middelbaar onderwijs

Wij mogen niet vergeten, dat het voorbereidend hoger onderwijs dan toch maar de taak heeft aanstaande studen- ten op een behoorlijk niveau te brengen.

DEZE BURGER

vindt het altijd een vrieskoud kunstje om de profeet-achteraf te gaan uithan- gen, de man van "heb ik dat niet altijd gezegd?", of vàn "dat vind jij nol!

misschien gek, maar dat heb ik: van het begin al aan zien aankomen", maar toch moet het mij van het hart, dat het mij diep verhaast, dat zo velen zo zijn opgeschrikt door wat nu in Indonesië geschiedt. Hebt u dat nu heus niet zien aankomen? Wist u nu werkelijk niet dat dit, vroeg of laat, zou gebeuren?

Denk: nu niet dat ik de manier-waarop niet even afschuwelijk vind als u.

Deze manier-waarop heeft mij even hevig pijn gedaan als zij het iedereen ge- daan heeft, die een menselijk hart en een menselijk geweten heeft. Maar zijn er nu heus mensen geweest, die zó weinig van het menselijk: gemoed weten - ook van dat van hun tegenspelers - dat zij ooit hebben kunnen denken dat dit NIET zou gebeuren, dat er één ez-gekoloniseerd volk zou bestaan, dat zijn ex-kolonisators NIET vijandig gezind is?

Begrijp mij goed: ik zeg niet dat deze vijandelijke gezindheid gerechtvaar- digd is of in alle gevallen MOET zijn, ik zeg alleen: het is niet mogelijk dat zulk een vijandelijke gezindheid NIET bestaat.

Daarom vind ik het - ik geef dit tegen alle economische en reële logica in - ook zo verbijsterend dat zo velen nu nog zeggen: "De Indonesiërs zullen wel inbinden wanneer zij bemerken gaan, dat deze verschrikkelijke manier vàn handelen in hun EIGEN lichaam snijdt, dat zij er zelf enorme economische schade hij zullen gaan lijden".

Dacht men werkelijk dat DEZE realistische, en voor honderd procent juiste, benadering van de economische kant dezer dingen, een factor is bij de irreële, uitsluitend op gevoeislactoren gebaseerde overwegingen en maatregelen der Indonesische leiders?

Ach ja .... Hoe lang is het helemaal geieden dat onze ontroerend-brave Sticusa-ideaiisten zich verbeeldden met de Nederlandse Cultuur het Indonesi- sche hart te winnen. Die braverds doen dat elders nóg.

En ook DIT tot (pijnlijke) verbijstering van

w9~ ··=~smes~~===========e~====~:E=;~~==============:!I

U ~ 111'1 - PAG. t

Het dunkt mij, dat bet de minister ea het kabinet wel dag en ll&Cht zal moeten benauwen wanneer men :liet, dat het voorbereidend ""'etensehappelijk onde._

wij.s in ons land op een dergelijke wijze wordt belaagd als uit deze cijfers blijkt.

Het zou onbillijk zijn deze minister te verwijten, dat hij het grote tekort vol- ledig had kunnen opvangen; daarvoor i• het vraag•tuk te geeompliceerd. H~

JIOU echter ook onbillijk zijn te verbl~

men, dat er jaren eerder en betere maatregelen genomen hadden moetea en kunnen worden.

Hoe stelt de minister zich voor in seP- tember 1958 de dan ongeveer 35.000 te verwachten leerlingen op te vangen 1 Minister Cals weet het niet. Hij noemde het tekort aan· leraren seer ernstig, vooral in perspectief.

..

H

et belang van goed onderwijl~ voor . cM toekomst van ons volk en vooral ook voor ieder kind individueel, heeft onze fractie als het ware gede- monstretml door bij de bespreking van de begroting Tan onderwijs Tier spre- kers ia het V\lur te zenden. De beperk- te plaatenalmte dwingt echter tot be- knoptheid.

Mr. F. G. van Dijk richtte zijn be- sehouwinl'en llpeciaal op het hoger oD- derwijs. De investeringen die daarvoor worden gedaan, zei hij, kunnen nooit anders dan nuttig zijn voor onze toe- komst. En de kwestie van het studle- rendement staat ook weer direct in ver- band met de positie van bet wett>nschaP- pe!ijk personeel.

De studenten dienen te leren hoe zij

·wetenschappelijk moeten werk1-n. Het gaat er niet alleen om bun parate kpn- nis bij te brengen. Nu is het aantal stu- denten, dat lwmt uit milieus, die geen ruggesteun voor de studie bieden, veel groter geworden dan vroeger. Deze jon- ge mensen moeten ruggesteun hebb~n.

Het is zaak, dat de wetenschappelijke medewerkers, die deze steun moeten ver- lenen, dit op de juiste wijze kunnen doen.

Voorts beBprak de heer Van Dijk de overgang van het v.h.m.o. naar het uni- versitaire onderwijs, de studieduur, de kwestie van de eettafels der studenten, welke punten hij nader aan een debat in de Kamer zou willen onderw!>rpen aan de hand van een nota.

MR. TOXOPEüS

•••. school/ril: in de hoer ...•

Het lager onderwijs (en het kleute._

onderwijs) genoot ia 'het bijzon- der de aandacht van mr~ H. E. Toxopeüa die kleinere klassen zou toejuichen, al·

leen al omdat in deze tijd buitenshui•

en in huis de rust voor de kinderen vrij- wel ontbreekt om behoorlijk te kunnen leren. In vergelijking met vroeger is de leerstof niet moeilijker en omvangrijker geworden, maar de kinderen hebben minder rust. De onderwijzers moeten daarom meer aandacht aan ied<'r kind apart kunnen besteden.

De grote geboortegolf, die in 1946 is ontstaan, zal in 1958 door het lager on- derwijs zijn heengespoeld, waardoor het tekort aan onderwijzers minder wordt.

Maar dan zitten wij nog met een aan- zienlijk tekort aan scholen, aldus de heer Toxopeüs, waarbij komt, dat vele oude, afgekeurde scholen moct<'n wor- den vervangen.

Scholenbouw en woningbouw zijn (Vervolg op pag. 4, onderaan)

(3)

U DECEMBER 1957 - PAO. I

Middenstandsproblemen bij de begroting Zaken

van Economische

Positie ""n de hleine ondernemer door vele sfiden belicht

De middenstuldsproblematlek aeemt bU de behandeling va.u. de begroting van J!lconomische Zllkea nog steeds eea belangrijke plaats ID.

Wij gevea. geraagschikt; D8al' onderwerp, de voornaamste resultaten va.u. de ICbriftelijke ea mondelinge uit;wiSIIellng vaa meningen.

De IDIDister t1eelde mecle, dat; hU zich tegenover de Industriële ondememel"S- orcamsaU. benlid beeft verklaard om la overleg te treden met; bepaa.lc1e be- llrijfstakkea em aa te caaa, of en 1D hoeverre daar tot een zekere BberaHsatie vu. het prUsbelel4 kaa wordea overgegaaa. Aldus ka.u. beclrijtstaksgewijze het pad naar een vrUere prQsvonniDg worden betnlden.

Ook met W middenstandsbedriJfsleven zullen binnenkon dergelijke bespre- Idogen worden pbonden. DaarbiJ zal ook aaudaeht worden geschonken aan de llpeCiale moeiQjklaeclea, weJire voor de kleinere ondernemingen uit het prijsbelelcl voortvloeien ea waarop venchDiende woordvoerders de aanciaebt van de minister luidden gevestigd. De minister toonde zich echter niet bereid te voldoen aaa. de aandraag . . eea verhociDg vaa IJI&l'l'8 ea prijs vaa melk - zoals deze voor Amsterdam Is teegest;aaa. - over de gehele lbde In overweging te nemen.

De minister had verschillende bezwa-

l'ell geopperd tegen de z.g. verticale prijsbinding en aangekondigd, dat deze methode aan een onderz~k zou worden onderworpen, omdat prijsverstarring wordt vermoed.

Daar tegenover werd door een der Kamerleden gesteld, dat mr. dr. Teken- broek in een pre-advies had gesteld, dat aan de individuele verticale prijsbin- ding belangrijke voordelen zijn verbon- den. Wanneer de marges van groot- en kleinhandel worden bepaald op basis van de noodzakelijke bruto-winst voor de gemiddelde efficiënt werkende onder- neming, bestaat er geen gevaar voor overvraging van de consument.

Vastgestelde prijzen zijn onverbreke- lijk met het merkartikel verbonden, wil dit zijn reputatie van kwaliteit en prijs- waardigheid in de ogen van de afne.

mers kunnen behouden. Tussen de fa- brikanten van merkartikelen onderling blijft voldoende concurrentie bestaan, waarvan ook de consument kan profi- teren.

Wanneer in een periode van hoog- conjunctuur slechts wordt gewaakt te- gen overdreven marge-concurrentie tus.

sen de fabrikanten, behoeft dit systeem ook dan geen bedenking te ondervinden.

Het is van grote betekenis, dat de de- tailhandel door een zekere rust in de prijzen van merkartikelen in staat wordt gesteld te concurreren met een maximaal dienstbetoon.

Daarmede is uiteindelijk de verbruiker meer gebaat dan met ongebreidelde prijs- afbraak, waartoe onverantwoordelijke lieden - het Ja dikwijls gedukkig een klein aantal - ten nadele van de gehele bedrijfstak al spoedig het sein geven.

De minister kon dit betoog wel vol- gen, doch merkte op, dat er in de achter ons liggende jaren ontwikkelin- gen op dit gebied zijn geweest, welke

tot zorg aanleiding geven, met name wanneer eeo marge-concurrentie aan- leiding geeft tot een te hoog oplopen van de marges. De ervaring heeft ge.

leerd, dat zulks met name verbonden ia - meer dan aan de individuele hand- having - aan de collectieve hand- having.

Consumentenbelangen

Het optreden van het consumenten- eontactorgaan heeft aanleiding gegeven tot critiek en verweer. De minister wil.

de geen partiJ kiezen in de bestaande tegenstellingen, doch wel tot uitdruk- king brengen, dat hij behartiging van eonsumentbelangen van grote betekenis acht en voor degenen, die zich daar- mede in organisatorisch verband belas- ten, een willig oor op het departement waarborgt.

Hij hoopte, dat bezinning in de kring van de betrokken organisaties zou kun- nen leiden tot samenbundeling van de activiteiten van het consumenten-con- tactorgaan en de Nederlandse Huis- houdraad.

Economische positie van de middenstand

De vrij optimistische klanken, welke in de Memorie van Toelichting over de economische positie van de midden- IJtand in het algemeen te beluisteren waren, gaven aanleiding tot vele cri- tische opmerkingen.

Van verschillende zijden werd aange- voerd, dat de beperkte keuze uit al te gunstig statistisch materiaal tot een onjuist algemeen beeld had geleid. Er werd zelfs een vergelijking gemaakt

tuesen de traditionele paradepaardjes (kruideniersbedrijf, slagersbedrijf en textielhandel) en de veel minder op.

vallende, maar moeizaam voortgaande werkpaarden uit andere branches, die er in doorsnee minder voordelig voor.

staan.

In dit verband werd natuurlijk ook het bekende rapport van de Raad voor het Midden. en Kleinbedrijf als tegen.

hanger van de optimistische beoorde- lingswijze in discussie gebracht. In aan.

sluiting op hetgeen minister ZijlBtra hierover eerder had gezegd, verklaarde staatssecretaris Veldkamp, dat er wat de statistische bewijsvoering betreft nog wel gebreken aan dit rapport kleven.

Met betrekking tot de gevolgen van de bestedingsbeperking moest de staats.

secretaris toegeven, dat deze ook voor het midden. en kleinbedrijf begint door te werken, zonder dat van een ernstige terugval kan worden gesproken.

Er is thans sprake van "passen op de plaats". Men zal zich echter ver- trouwd moeten maken met de gedachte.

dat aan de expansie van de laatste jaren voorlopig een einde is gekomen en het midden- en kleinbedrijf zal van deze rustperiode gebruik moeten maker.

om krachtig te streven naar vergroting der efficiëntie en naar verlaging van de kosten door produktiviteitllverbete- ring, omdat in het algemeen alleen op deze wijze de recente kostenstijgingen kunnen worden opgevangen. Ook dr.

Veldkamp verdedigde de bestedingsbe- perking en de prijsstabilisatie als zijnde in het belang van het midden- en klein- bedrijf, dat met voortgaande geldont- waarding niet gebaat is.

Toekomstige ontwikkeling

De staatssecretaris nam de gelegen·

heid te baat om te wijzen op een aantal structuurproblemen, waarmede onze volkshuishouding, hetzij reeds te maken heeft, hetzij te maken zal krijgen. De tot- standkoming van de Europese Economi- sche Gemeenschap, de verdere technische ontwikkeling, in het bijzonder onder in·

vloed van het kernfysisch onderzoek, de automatisering en de verdere verbrei·

ding der publiekrechtelijke bedrijfsorga- nisatie zullen aanzienlijke veranderingen in de financiële en technische bedrijfs- voering teweeg kunnen brengen.

Bovendien voltrekken zich veranderin·

gen in de verhouding tussen stad en platteland en wijzigt zich de structuur van gehele landstreken (b.v. het Delta·

gebied). Met dit alles zal ook de indivi·

duele ondernemer rekening moeten hou- den. Hij zal moeten worden geleid in de richting van een meer gezonde en vrijere mededinging en hij zal zich door het ontwikkelen van eigen initiatief aan de zich wijzigende omstandigheden moeten aanpassen.

Te sterke kartelbindingen doden het ondernemersinitiatief en daarmede de economische weerstand. De staatssecreta- ris bepleitte het nastreven van produkti- viteitsverbetering, waarbij de overheid door haar middenstandspolitiek behulp·

zaam kan zijn. Het bedrijfsleven zelf zal dit streven evenwel zelf ter hand moe·

ten nemen.

De kleine ondernemers

Zowel minister Zijlstra, als dr. Veld- kamp gingen in op de opmerkingen, wel·

ke door verscheidene woordvoerders over de moeilijke positie van de kleine onder- nemers waren gemaakt.

Met betrekking tot het prijsbeleid acht·

te de minister een speciaal beleid t.a.v.

kleine ondernemingen niet verdedigbaar en ook prsktisch onuitvoerbaar.

Dr. Veldkamp betoogde, dat het rege- rincsingrijpen t.a.Y. de prijzen en de be- stedincen ook voor de kleine ondeme·

IDera op den duur vruchten zal afwer- pea. Hij ontkende, dat er onvoldoende aandacht aan de problemen van de klei·

ne ondernemers zou zijn geschonken. Er ia wel degelijk heel wat g~daan om tot lutenverlichting voor de kleine zelfstan- digen te komen.

Hij noemde in de eerste plaats de ver- hollag van de belastingvrije minima met 11 pct voor de inkomstenbelasting, wel·

ke met inganc van 1 september 1955 een feit Ja geworden, terwijl tegelijkertijd een verlaging is bewerkstelligd van de mar•

ginale het1ingsperc:entages.

Hij noemde het feit. dat in de Wet op de omzetbelastinl 1954 de leveringen van handelaren aan particulieren vrijgesteld zijn van omzetbelasting, hetgeen met ·na- me voor de kleine bedrijven van veel be··

lang was.

Hij noemde daarbij het aanbrengen van vrijstelling aan de voet. met dien ver- stande, dat van omzetbelasting vrijge- steld zijn fabrikantenleveringen en dienstverleningen, zolang deze een be·

drag van f 2000 per jaar en leveringen door handelaren aan niet-particulieren zolang deze een bedrag van f 12.000 per jaar niet overschrijden.

In de derde plaats noemde hij de vrij- stelling krachtens de op 1 augustus 1956 in werking getreden Successiewet 1956 Hij noemde het optrekken van de inko·

mensgrenzen voor de Noodwet Kinder- bijslag Kleine Zelfstandigen en vervol- gens de wijzigingen, die in 1955 in de

sociaal-economische hulpverlening aan zelfstandigen werden aangebracht, wel·

ke juist geschiedden voor de heel klei·

ne middenstand.

Tenslotte wees hij erop, dat in de Al- gemene Ouderdomswet juist voor de klei·

ne zelfstandigen met een inkomen tot t 3100 een gehele of gedeeltelijke vrij·

stelling van premiebetaling tot stand is gekomen, terwijl ook een soortgelijke vrij- stelling wordt voorgesteld in het ont- werp van wet op de algemene kinderbij·

slagverzekering.

Verscheidene woordvoerders hadden erover geklaagd, dat juist over dit onder·

deel van het middenstandsbedrijf zo wei·

nig concrete gegevens bestaan, waarop de staatssecretaris antwoordde, dat ook de staatscommissie voor het kleine mid- denstandsbedrijf op deze moeilijkheid is gestuit, doch dat haar rapport toch bin•

nen afzienbare tijd tegemoet kan wor•

den gezien, dan zal beter kunnen worden beoordeeld, welke praktische mogelijk- heden voor verwezenlijking in aanmer- king komen.

Branche-moeilijkheden

· Behalve over de marge en de prijs van de melk, is onder meer ook uitvoerig ge- sproken over de gevolgen van de voorge- nomen verhoging van de omzetbelasting op sigaretten met 3%.

Verscheidene sprekers vreesden, dat daardoor de marges in het gedrang zou- ken komen, terwijl deze juist verbetering behoeven. De staatssecretaris verklaarde, dat er geen mogelijkheid bestaat om in de margevaststelling in te grijpen, doch dat hij desgevraagd tot bemiddeling be- reid is.

Het geven van grote kortingen en het gratis bijleveren en plaatsen van anten- nes bij aanlcoop van radio- en televisie- toestellen werd ook in het geding ge- bracht.

Betoogd werd, dat na het ingrijpen in het radiokartel het hek van de dam is en de ongebreidelde concurrentie niet alleen voor de handel, doch ook voor het publiek nadelig is, omdat geen behoorlijke service meer kan worden verleend. De door fabri- kanten en importeurs nog toegepaste ver- ticale prijsbinding vertoont in de praktijk grote leemten.

Gevraagd werd, of de minister welwil- lend zou staan tegenover een nieuwe be- drijfsregeling, welke de bezwaren van de vorige zou ondervangen. Minister Zijlstra antwoordde, dat hij zich niet op het standpunt stelt geen bedrijfsregeling te willen tolereren.

Wetgeving

Verscheidene woordvoerders lieten blij- ken, dat zij de afwachtende houding t.a.v.

een voorziening in de leemten in de wet Beperking Cadeaustelsel niet konden be- wonderen. De staatssecretaris wil eerst

tot herziening overgaan, wanneer bepaal- de misbruiken niet met behulp van d•

vestigingawetgeving zouden kunnen wor- den bestreden. Betwijfeld werd af deze methode uitkomst sou kunnen bieden.

Bij de voorbereiding vaa de wettelijke regelingen van het afbetalingsstelsel sa.l ook aandacht worden geschonken aan he&

intormatiewezen.

De bescherming van de huurders vaa

bedrijtspanden in geval van onteigening, waarvoor een staatscommissie zal wordea Ingesteld, gaf aanleiding tot het aandrin~

gen op een wettelijke Interimregeling op korte termijn, doch de bewindslieden Yan Economische Zaken onthielden zich van enige toezegging.

Kredietvoorzieningen

Toegezegd werd, dat ook aan de tot•

standkoming van een rest (waarborg) fonds voor het ambacht, evenals voor de detailhandel, medewerking zal wordeR verleend.

De aandrang om ook de financiering van de aankoop van bedrijfspanden, die ouder zijn dan twee jaren, te vergemak- kelijken deed de staatssecretaris opmer- ken, dat de betrokken waarborgfondsen hierover een voorstel kunnen doen.

De noodzakelijke kredietbeperking is uiteraard ook van toepassing op de ga- rantiekredietverlening, doch er wordt naar gestreefd het effect zo doelmatig mogelijk te spreiden.

Het is ter beperking van het risico van de Nederlandse Middenstandsbank nood- zakelijk de zekerheidstelling voor met me- dewerking van waarborgfondsen verleen- de kredieten ten volle te handhaven, zo- dat het niet mogelijk is rekening te hou~

den met de mate van aflossing.

Research en statistiek

Naar aanleiding van de kritiek op de betrekkelijk smalle basis, van sommige statistieken van het Economisch Insti- tuut voor de Middenstand, verklaarde de staatssecretaris, dat daarop voortaan nacontrole zal geschieden door middel van een z.g. "blinde steekproef".

Naar verdere coördinatie van werk- zaamheden van de instellingen, werlt·

zaam · op het gebied van research en statistiek, wordt bij voortduring ge.

streefd. Bij de herziening van de orga..

nisatievor.m van het E.I.M. zal ook de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf een plaats in de raad van beheer krijgen.

E.E.G. en middenstand

Het informele overleg van de be- windslieden, belast met het midden·

standsbeleid in de zes E.E.G.landen, vond algemene waardering. Het is niet de bedoeling dit in een nieuw orgaan voort te zetten, al zal gedurende de eerstkomende jaren regelmatig onder.

ling contact worden onder~ouden. De vrees, dat harmonisatie van beleid en wetgeving voor Nederland tot een ver- laging van niveau zal leiden, kon dr.

Veldkamp niet delen.

Voorlopig geen tweede Middenstandsnota

Over de wenselijkheid van het tot stand brengen van een tweede Midden•

standsnota bleken de meningen uiteen te lopen. De staatssecretaris zou een voortgangsnota in 1959 willen over- wegen.

Hotelwezen en toerisme

Ook de staatssecretaris zeide het te betreuren dat de bestedingsbeperking tot vermindering van de subsidie voor het vreemdelingenverkeer heeft moeten leiden. Voor de kritiek op het traag of niet verlenen van rijksgoedkeuring voor de bouw van Motels verwees dr. Veld- kamp naar de minister van Volkshuis- vesting en Bouwnijverheid.

Hulde aan L. de Groot

De Kamerleden Bachg, Schmal en Cornelissen brachten hulde aan de pio- nier van de Nederlandse middenstands- beweging de heer L. de Groot, die on.

langs a1s' voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond is af•

getreden. Dr. Veldkamp sloot zich gaar.

ne hierbij aan.

v. d.L.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de

Toch is een gloeilamp op de lange termijn een stuk minder voordelig dan een spaarlamp: de levensduur van een gloeilamp is veel korter dan die van een spaarlamp én een gloeilamp

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

d.A.-in-oppositie (gesteld dat het daarvan in- derdaad komt) goed zijn geweest, als minister- president een man te hebben met parlementaire ervaring, die op een

&#34;regeringspartijen&#34; eindelijk wakker te zijn geworden. · Maar nu moest minister Samkalden verklaren, dat het heel bezwaarlijk is om weer repatriëringsschepen

· ligt; hij begrijpt, juist als man van de wetenschap, dat de veranderingen, welke onze samenleving in technisch opzicht bezig is te ondergaan, onvermij- delijk

&#34;De Klanderij&#34; een zeer druk bezochte ledenvergadering van de Centrale Leeu- warden gehouden. In zijn openingswoord wees de voor- zitter dezer Centrale, de

Er zullen nog kostbare proeven worden genomen om te onderzoeken of overplaat- sing van de oestercultuur. van de Ooster- schelde naar het Brouwershavense Gat of de