• No results found

en DEMOCIATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "en DEMOCIATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 2 november 1957 - No. 467

en DEMOCIATIE

Middenstandsrubriek

(Zie pag. 3)

Een, terugblik

de

en enige wensen

toekomst

voor

E

r zal wel niemand, die op een bepaalde periode van zijn werk terugziet, zijn, die met de hand op het hart kan verklaren, dat hij alle doeleinden, die hij zich had gesteld, inderdaad hèeft bereikt.

Het volmaakte is nu eenmaal onbereikbaar, al was het alleen reeds als gevolg van het feit, dat wij allen zèlf verre van volm~akt zijn en dat ook nooit zullen worden.

Zo blijft er altijd te streven naar idealen, die nooit volkomen zullen worden verwezenlijkt, maar voor welker b en a d e r i n g men zijn krachten toch zal moeten blijven inzetten zolang men het geloof niet heeft verloren, dat zijn werk voor het gestelde doel nut heeft.

Toen ons de leiding van dit blad werd opgedra- gen, hebben wij onszelf een aantal doeleinden ge- steld, waarvan wij moeten verklaren, dat er enkele bij zijn, dk ons zeer ter harte gaan. maar die wij nochtans tot nu toe naar ons gevoel nog maar zeer onvoldoende hebben weten te bereiken.

Een dier idealen was, dat een dusdanige finan- ciële basis voor ons blad kon worden gelegd, dat zonder pijn iedere week, waarop dat in de drukke tijd van het parlementaire werk noodzakelijk zou blijken, o:us blad van 8 op 12 pagina's zou worden uitgebreid.

Zover zijn wij helaas nog niet. Wel echter was het ons mogelijk, nieuwe vaste en zeer deskun- dige medewerkers te verkrijgen voor min of meer specialistische terreinen als de agrarische aange- legenheden, de middenstandsproblemen en de defensie.

Eveneens bleek het mogelijk. het uiterlijk van ons blad wat te moderniseren en bij de beschik- king over meerdere foto's een wat betere papier- soort te gebruiken.

* * *

E

en ideaal, dat wij óók nog eens hopen te be- reiken, is, dat zich in verschillende delen van het land comité's van .. Vrienden van V. en D." zouden vormen. die op zich nemen, de kring van onze lezers en abonné' s uit te breiden.

Langs deze weg zou een verdubbeling van ons lezerstal geenszins tot de onmogelijkheden beho- ren.

MEDEDELING VAN HET ALGEMEEN SECRETARIAAT

Door een ernstig tekort aan personeel .en langdurige ziekte van verschillen·de mede- werkers van het Algemeen Secretoriaat is een achterstand ontstaan in de werkzaam- heden. Een vertraging in de beantwoording der binnenkomende post is hierdoor onver- . mijdelijk. Al het mogelijk~ z.ol worden ge- daan om deze ac'hterstand zo s'nel mogelijk in te lopen.

Wij weten, dat die goede vrienden er in vrij groten getale zijn. Een initiatief hunnerzijds in deze richting zou zeer op prijs worden gesteld.

En om daar nu maar direct een andere wens aan te verbinden: Wij zijn prof. Oud en mr. Van Dijk erkentelijk. dat zij zo nu en dan hun mede- werking aan ons -blad hebben willen verlenen.

Wij hopen, dat hun voorbeeld op hun fractie- genoten inspirerend zal werken. Het is ons wel- licht beter dan enig andere bekend, hoezeer onze Kamerleden met werk bezet zijn. De weinig of niet naar buiten tredende arbeid in het de laatste jaren sterk uitgebreide aantal begrotings- en 'an-

Het heeft zijn nut, een enkel maal terug te blikken, de balan~ op te maken van hetgeen verricht ·is en op deze basis zijn doeleinden voor d& toekomst opnieuw uit te stippelen.

Ons blad is een partijblad. Zulk een blad stelt bijzondere eisen. Een dier eisen is, dat er een sterke vertrouwens- basis be~taat tussen partijleiding, re- dactie en lezers.

Die basi~ i s er. Daarom menen wij, een beroep op velen te mogen doen, ons blad nog sterker te maken en zijn lezerskring uit te breiden.

Zulk een verbreding schept dan re- dactioneel weer nieuwe mogelijkheden, die de inhoud van het blad ten goed•~

komen en tot groter omvang van ons orgaan kunnen leiden.

Ons blad worde voor steeds meer geestverwanten h e t wekelijkse contact met de partij, een gids voor bun me- ningsvorming in tal van vraagstukken en een documentatie voor hetgeen zich op het parlementaire terrein afspeelt en binnen de V.V.D. in het land orga- nisatorisch wordt verricht.

dere vaste comm1ss1es, het overleg in de fractie zelf en de bestudering van de nooit eindigende stroom van Kamerstukken vergt enorm veel tijd.

En dan is daar in deze jaren van sterk toege- nomen internationale contacten, waarin nieuwe interparlementaire organen zijn ontstaan, en waar- in Kamerleden ook meermalen als regeringsverte- genwoordiger worden aangewezen, nog een ge- heel nieuw arbeidsterrein bijgekom@n.

Wij hebben er ook gevoel voor, dat een Kamer- lid zijn kru.it veelal niet wil verschieten en zijn opinie over voorliggende ontwerpen in het alge- meen voor de behandeling in de Kamer wil be- waren.

Kunnen het dan geen voorbeschouwingen zijn, ook nabeschouwingen, zoals de heer Van Dijk die enige malen in ons blad over een door hem in de Kamer behandeld belangrijk onderwerp heeft geleverd, zijn voor onze lezers uitermate be- langwekkend.

Vooral echter van die Kamerleden, die buiten de landsgrenzen zijn werkzaam geweest, zouden wij gaarne nu en dan eens een korte beschouwing over het behandelde en over hun activiteiten daar- bij willen ontvangen.

Wij geloven, dat vooral dááraan in ons blad bepaald nog behoefte· bestaat. Te weinig weten velen nog van hetgeen zich in het parlementaire vlak in de internationale sfeer afspeelt.

Er is hier bovendien een wisselwerking. Onze Kamerleden, die werk over de grenzen verrichten, moeten wel eens het gevoel krijgen, dat eigenlijk niemand in de eigen kring enig idee heeft van het- geen zij verrichten en van de contacten, die zij leggen.

Ons blad staat voor hen open, deze lacune weg te nemen !

* * *

E

en doeleinde, dat voor ons van den beginne af hoge prioriteit heeft gehad, was, te he~

reiken, dat een ,.levende band" met de lezers zou worden gelegd.

Dat was de overweging, op grond waarvan wij hebben ingesteld de rubriek .. Men schrijft ons .. ", waarin meningen van lezers zouden i<unnen wor~

den samengevat, vragen zouden kunnen worden beantwoord en op vriendschappelijke wijze van gedachten worden gewisseld.

Wij mogen thans wel verklappen, dat enkele medeleden van de redactie daarvoor aanvankelijk niet te veel enthousiasme toonden.

Het was dan ook inderdaad enigszins een waagstuk, waarbij het welslagen geheel zou af-·

hangen van de gezindheid van onze lezers.

Wanneer men zou hebben getracht, deze ru- briek te misbruiken om negativisme bot te vieren of wanneer de vertrouwensbasis zou ontbreken, dat wij hetgeen de lezers ons zouden schrijven, niet met de nodige objectiviteit zouden weergeven, dan zou deze gedachte een mislukking zijn ge~

worden.

Wij hebben haar op eigen verantwoordelijk~

heid tóch doorgezet en het is ons een grote vol- doening, dat wij op dit punt in ieder geval tevre- den mogen zijn.

* • *

M

en schrijft ons" is géén aantrekkingspunt .. voor negativisten geworden, die àlles beter menen te weten en nooit iets goed vinden, maar wier ,.activite,it" nimmer nieuwe aanhang kweekt, doch wel velen afstoot en afkerig maakt van .. de politiek".

Een goed voorbeeld van een vriendschappelijke, uiterst nuttige en verhelderende gedachtenwisse~

ling achten wij de discussie, welke naar aanlei~

ding van het televisie-incident op 31 augustus we~

kenlang in ons blad is gevperd.

Een ander voorbeeld daarvan vormt stellig de gedachtenwisseling, die wij nu juist een jaar ge~

(Vervolg op pag. 5);

(2)

Juridische puzzels der huurblokkering

Mevrouw A. C. van den Hoek-Kok, te Rotterdam, schijft, ons weekblad altijd met grote belancstelling te lezen. ~s eli- rectrice van een exploitatie-maatschappij van onroerend goed, gaat haar belang- stelling daarbij 'uiteraard in het bijzon- 41er uit naar hetgeen wij publiceren over :aalcen, die ·het onroerend goed, de huur- kwestie, e.d. raken.

Schrijvend over de huurblokkerings- ontwerpen, vestigt onze in de praktijk van 'het onroerend goed deskundige geest- verwante nog eens de aandacht op de ve- le consequenties van de huurblokkerings- wetten .. Consequenties, die, naar zij meent velen tot nu toe zijn ontgaan.

Dank zij de medewerking van de K.V.P.

is het, naar zij opmèrkt, de Partij van de Arbeid in deze na-oorlogse jaren zó goed gelukt alles ondersteboven te gooien, dat de Nederlandse schatkist nu wel een doos van Pandora lijkt, waar slechts kwalen uit voortkomen.

Grote ergernis vervult ieder nuchter, praktisch en spaarzaam mens bij het toe- passen der huurblokkeringswetten, die de

· schatkist per jaar op een klein miljoen komen (wie kapitaliseert dat even voor ons?).

Aldus onze Rotterdamse geestverwante, die dan vervolgt:

.,Maar nog ergerlijker is het addertje onder het gras, dat velen onzer volksver- tegenwoordigers (de goeden niet te na gespoken) blijkt ontsnapt -te zijn, n.l. dat deze wetten een grondwetschendende en onbillijke cons~quentie hebben, het erf- recht betreffende.

.,Stel, dat erflater, de heer Z., in zijn testament zijn erfenis dusdanig verdeelt, dat familie IJ het vruchtgebruik krijgt van zijn nagelaten kapitaal en familie X de blote eigendom. Dan volgt daaruit, dat aan de familie IJ de huren toekomen van de gebouwde eigendommen, e.d.

.,Indien op het Grootboek der Woning- vP)Pbetering 121h pct ingeschreven moet worden der verhoogde huren, dan zijn dat huren van de familie IJ, want die bedra- gen zijn een deel van het vruchtgebruik.

.,Volgens inlichtingen, mij verstrekt, neemt echter de betreffende minister dat l!tandpunt niet in, doch .,gemakshalve"

vervallen die sommen, na het overlijden van vruchtgebruiker, aan familie X, n.l.

eigenaren van de blote eigendom.

.,Gaarne zou ik van U vernemen, of dit Inderdaad zo is, en welke partijen inder- tijd voor een dergelijke volkomen ver- krachting van het erfrecht hebben ge- stemd.

.,Hier grijpt een minister in, tegen de uitdrukkelijke wil van een erflater, dat

!lijn inkomsten aan de familie IJ en niet aan de familie X ten goede moeten ko- men na zijn overlijden.

.,Principieel lijkt mij deze zaak ernstig tout".

Redaetienele aantekenlnc.

Onzerzijds willen wij hierbij aan- tekenen, dat in b e i d e Kamers aan de juridische bezwaren, lacunes en twijfelpunten wel degelijk uitvoerig aandacht is gewijd.

. In de Tweede Kamer deed dit bij- zonder uitvoerig de anti-rev. afge- vaardigde mr. Versteeg, privaat-do- cent en/of lector in notariaat en fis·

caal recht, die vanzelf bijzondere en deskundige belangstelling heeft voor zaken van erfrecht, e.d.

Onze V.V.D.-woordvoerder mr. To- xopeus, die, met zijn fractiegenoten, de hele blokkering verwierp, deed dit mede op gronden, aan deze juridische bezwaren en twijfelpunten ontleend.

Hij heeft mr. Versteeg in deze dan ook gesteund en aan enkele bezwaren is de minister tegemoet gekomen, • maar op de meeste punten n i e t.

Eenvoudig v e r n i e t i g e n d was bovendien de kritiek, welke onze V.V.D.-woordvoerder in de Eerste Ka- mer, prof. mr. G. de Grooth, de be- kende Leidse civilist, die juist is uit- genodigd om in het "driemanschap"

voor de voorbereding van het nieuwe Burgerlijk Wet boek zitting te nemen op de juridische merites van het ont~

WCH'J> heeft geleverd. Er bleef een- voudig x.iets van heel!

· Prof. De Grooth heeft daarbij tal- rijke praktische voorbeelden gegeven in het genre, als ook door onze Rot- terdamse geestverwante naar voren gebracht.

mr. Toxopeus, die kort en krachtig antwoordde:

Het door !]'evromo Van den Hoek geopperde, hoogst bezwaarlijke geval i$ inderdaad reëel.

Zoal$ men in de "Flitsen van het Binnenhof" van 2 augustus heeft kunnen lezen, noemde prof. De Grooth het blokkerings- of grootboek-ont- weTp een "civiel-rechtelijk wanpro- . dukt".

De Kamer heeft tenslotte (met o.a.

de V.V.D. tegen) het wetsontwerp aangenomen en daarmede alle niet uit de weg geruimde momtruositeiten aan vaam.

Wij citeren uit genoemd verslag verder:

"Met nadruk vestigde prof. De Grooth de aandacht op de onzekere positie, welke wordt geschapen voor de honderdduizenden vorderingen, die in het grootboek ontstaan, met betrek- king tot welker juridische betekenis blijkbaar allerminst overeenstemming bestaat en waarbij zelfs de vraag, wel- ke constructie aan die stortingen ten grond$lag ligt, in het duister is ge- bleven.

De minister gaat uit van de .telling, dat de inschrijving ·i" het Grootboek de nog niet losgemaakte vrucht is van het huis. Een vordering op het Rijk ontstaat naar de mening van de minis- ter pas, '!D4nneer aan de voorwaarden, die de wet voor uitbetaling stelt, is voldaan.

,,Al$ dit ontwerp, zo waarschuwde prof. De Grooth, zó wordt aangenomen als het thans luidt, zullen er duizen- den procedures kunnen. komen van mensen, die beweren, dat zij gerech- tigd zijn tot aanspraken op het groot- boek."

De vraag of de vruchtgebruiker ver- rekening kan eisen, wanneer het te- goed aan de eigenaars toevalt (art.

1310 B.W.) is niet duidelijk beant- woord. De minister vindt van niet. Mij lijkt het, met de heer Ve-rsteeg, anders.

Eventueel moet de rechtspraak het uitmaken.

Van schennis van de Grondwet is geen sprake, wel van strijd met het Burgerlijk Wetboek.

Aldus mr. Toxopeus.

Wat nu het concrete geval betreft, dat mevrouw Van den Hoek ons heeft vooorgelegd: Wij hebben dit op onze beurt voorgelegd aan ons Kamerlid

En in antwoord op een andere con- crete vraag van mevrouw Van den Hoek: v6ór het blokkeringsontwerp, met al zijn ;uridische en andere ern-

·ceLLOTH ENE Voor vacuumverpakkihg gas- en vochtd1cht1

LaminerinJan

Cell,gp~ane

met

SIDAC NY . p 0 L V E T H y L E E N

UTRECHT ook in meer kieurendruk FILMS • ROLLEN - ZAKKEN - PLASTICS - FLESSEN

DEZE BURGER

die acht-en-twintig jaar geleden lid van de gemeenteraad ener bloeiende gemeente in het noorden des lands zou zijn geweest indien zijn twaalf voor- gangers op de lijst plotseling en tegelijle overleden waren is - daar deze samenloop van een dozijn omstandigheden toen niet is geschied - nimmer een praktizerend po!itico geworden. Hetgeen niet voor hem, doch wel voor de mensheid te betreuren valt, omdat ik het er bij dat gemeenteraadslidmaat·

schap niet had laten zitten. llc zou mij dan wel zo hebben onderscheiden dat ilc na een jaar het jongste lid van de Tweede Kamer zou zijn geweest en in dat hoge college zou iJ:: wel zózeer de aandacht op mij hebben gevestigd, dat ik alras minister ware geworden. Vandaar naar de wereldpolitiet ware een lcleine stap geweest en zo zou ik, ware acht-en-twintig jaar geleden die epidemie maar uitgebroken, nu een werkzaam aandeel hebben gehad in het smeden van het anti-Spoetnik-maliënkolder om de gehele wijde vrije wereld.

Zo ziet ge maar weer eens dat het niet tijdig verschijnen van één klein virusje de wereldpolitiek een geheel ander aanzien kan verschaffen.

Maar ik ben een weinig rancuneus man en ik heb mij geenszins alge·

wend van de wereldpolitiek. Integendeel: al speel ik er dan ook niet de rol in die mij zo voortrellelijk zou hebben gepast, ik volg als anonimus de wereld·

gebeurtenissen op de voet en zo is het dan, dat ik mij thans oprecht verheug over de warme, innige en overtuigende vriendschap, die de Verenigde Staten als bij toverslag zijn gaan gevoelen voor de heer Mac Millan en zijn volkje.

Trouw moet blijken. Welnu, is zij niet degelijk en overtuigend gebleken? Is het niet een aangrijpend tafereel van waar-werd-oprechter-trouw, dat zich thans voor onze van ontroering y-ochtige Nato-ogen ontrolt?

Vooral is dit vriendschapsbetoon zo overtuigend, wanneer ge bedenken wilt dat, onmiddellijk na het eerste wervelende optreden van Maantje Spoet- nik in Washington verzekerd werd, dat dit slechts als een propagandastunt te beschouwen viel; dat één zo'n wentelend Spoetnikje er niets toe deed, dat het heel aardig was uit een oogpunt van reclame, maar dat er overigens hoe·

genaamd geen betekenis aan behoefde te worden gehecht, terwijl immers bovendien het als een paal boven de wateren vaststond, dat de Verenigde Staten over een week of niet net precies zo'n kogeltje-biep-biep het heelal in zouden zenden. Neen, als je het goed bekeek, dan was al die opwinding over het maantje helemaal orwefundeerd, dan had dat allemaal niets te be·

tekenen . . .

Dit voor ogen houdende, is die plotselinge innige vriendschep tussen Ike en Mac des te ontroerender en verblijdender.

Als het indertijd met die Virus zo gegaan was als ik gewenst had, dan zou ik in Washington of New York, namens de Lage Landen mijn warme knuistjes in die van lke en Mac hebben gelegd.

Maar wat wilt ge? Ik ben slechts

% NOVEMBER 1851 - PAG. Z

stige bezwaren, hebben in de Tweede Kamer gestemd: de gehele P.v.d.A.- fractie, de grote meerde~heid van de K.V.P.-fractie (9 leden waren tegen) en 3 christelijk-historische leden. In de Eerste Kamer stemden voor!' we- derom de gehele P.v.d.A.-fractie, de K.V.P.-fractie op twee leden na en één anti-revolutionair (prof. Diepen- horst).

De V.V.D.-fracties hebben dus in beide Kamers en bloc hun stem aan het blokkeringsantwerp geweigerd te geven. Zij waren de enige der grote fracties, die hierin volkom.en unaniem waren.

Confessioneel?

Ook drs. F. J. Hooftman, de actieve secretaris van onze Goudse afdeling, die tevens bestuurslid is van het provinciaal bestuur van de Vereniging van Vl'ijzin- nig-Hervormden en voorzitter van de af- deling Gouda van deze verenicinc, heeft uiteraard de discussies in deze rubriek over de V.P.R.O. met grote interesse ge- volgd.

Dat geldt wel in het bijzonder het drie- hoeksgesprek tussen mr. Willinge Grata- ma uit Wapenveld, voorzitter van de Gel- derse Statenfractie, en ons.

Ook de heer Hooftman kan de aandui- ding ,.confessioneel", door mr. Gratama gebruikt, niet aanvaarden.

Confessioneel, zo schrijft onze Goudse gestverwant, houdt in, dat men uitgaat van een bepaalde }eer of van een zeker standpunt. Het vrijzinnig-protestantisme is zeker niet confessioneel, zoals het rooms-katholicisme of het orthodox-pro- testantisme. Het gaat steeds uit van de persoonlijke benadering van het Christen- dom; van het persoonlijk belijden en be- leven zonder door zekere dogma's aan dat Christendom verbonden te worden.

Dit is de grote rijkdom van het vrij- zinnig-protestantisme: de geestelijke vrij- heid in het geloven in één Christus en één God. Dat, zo schrijft hij, onderscheidt het vrijzinnig-protestantisme van alle an- dere christelijke godsdiensten en daarom is · dit ï'n wezen niet confessioneel.

Het is dan ook duidelijk, dat de libe- raal, die Christen is E!ll in dat Christen zijn meer ziet dan alleen "humaan" zijn, zich alleen maar thuis kan voelen bij dat vrijzinnig-protestantisme, waar zijn geestelijke vrijheid gewaarborgd is.

Natuurlijk organiseert hij zich in de- ze vrijzinnige kring en vindt hij daarin ook anders politiek-denkenden.

Deze vrijzinnige organisaties staan dus volkomen los van de politiek en moeten dat ook blijven.

Naar buiten zal men hier altijd een ob- jectieve indruk van maatschappelijke vraagstukken moeten geven en zo wei- nig mogelijk op politieke gezichtspunten moeten ingaan. Hierin slaagt men in vrij- zinnig-protestantse kringen niet altijd.

Toch zal ik (aldus onze briefschrijver), altijd een warm voorvechter blijven voor dat vrijzinnig-protestantisme, dat ik per- soonlijk als de christelijke basis van het liberaal zijn zie en dat ik voor het libe- rale denken van zo'n onschatbare waarde vind.

Als volbloed liberaal voel ik mij daar volkomen thuis.

Redactienele aantelleniBc.

Om ieder misventand te voorko- m_en, is het goed, de geachte inzender . nog even te herinneren aan het eerste artikel van mr. Willinge Gratama (in ons blad van 21 september), waarin deze mededeelde, zelf lid te zijn van de Nederlandse Protestantenbond.

Over de waarde, welke het vrijzin- nig-protestantisme met name voor ket persoonlijk leven van vele politiek liberalen heeft, kan dus geen verschil van mening tussen onze beide geest- verwanten · bestaan.

De discussie liep over de V.P.R.O., in welk verband mr. Gratama zijn aan- duiding "confessioneel" gebruikte.

En tenslotte herhalen wij, dat wij het hierin met de eerste opponent van mr. Gratama eens zijn, dat in de nu eenmaal gegeven zendtijd-verdeling het bestaansrecht van de V.P.R.O. niet kan worden ontkend.

Alleen immers dank zij het bestaan van de V.P.R.O. i$ het mogelijk, oolc het vrijzinnig-protestantse woord ge- regeld via de radio (en televisie) te doen horen.

Slechts bij het bestaan van een werkelijk algemene, nationale omroep, waarin alle richtingen en stromingen in ons land zouden samenwerken, was dat zelfstandig bestaan overbodig.

Maar van zulk een omroep is de V.P.R.O. in beginsel zelf ook voor- stander!

A.w. A.

(3)

! NOVEMBER 1951- PAG. S

Middenstandsaspecten van

van Economische

de hegroting Zaken

Diverse belangrijke vraagstukken zullen de komende de aandacht van de 1,weede Kamer vragen

weken

In de komende ~ zullen de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting voor 1958 ia de Tweede Kamer de revue passeren. Wij vinden hierin aanleiding enkele opmel'klnl:'ea te maken over daarbij aan de orde komende onderwerpen, welke in het bijzonder voor het midden- en kleinbedrijf van belang zijn.

De minister valt Economisc)Je Zaken beeft in de toelichting tot zijn begroting nog eens uiteengezet door welk samenspel van oorzaken onze economie in een periode van boogeonjunctuur in de verdrukking is gekomen.

In alle sectoren van de volks- en staatsbuishouding hebben de bestedingen de beschikbar~ middelen aanzienlijk overtroffen of - om bet populair uit te drukken - wij hebben met z'n allen meer uitgegeven dan onze inkomsten toelieten. Er is sterk ingeteerd op de deviezen-reserve!! en er zijn grote schulden gemaakt. O}J de kapitaalmarkt overtreft de vraag bet aanbod aanzienlljt;:.

'Niet alleen zijn de besparingen on voL doende maar bet omlaag drukken van de rente heeft de animo bij de beleg- gers verminderd. Het loonpeil is .op de produktiviteit ruimschoots voormt~e~o­

pen; het meerdere moet vol~ens ~um~:

ter Zijlstra eerst worden "mverd1end . Wij lijden dus onder een complex van economische tegennatuurlijkheden ,.'~n moeten dus terug naar meer gezonde methoden.

Dit recept zou ook op de prijsstabili- satie moeten worden toegepast, ware het niet, dat er in de therapie van de regering nu eenmaal een nauw verband is gelegd tussen stabiele prijzen en be- stedingsbeperking. Trouwens, hoe zou men, gegeven de machtsverhoudingen in het sociaal-economische schaakspel, de lonen in de hand kwmen houden, in- dien het prijspeil zijn natuurlijke loop zou gaan volgen.

Nu wij dan toch in een kunstmatig samenweefsel van saneringsmaatrege_

len verstrikt zijn geraakt, kan men bij gebreke aan een praktisch banteerbaar alternatief wel niet anders doen dan het prijsstabilisatiebeeld voortzetten, al- thans zolang de huidige moeilijke finan- cieel-economische omstandigheden voort- duren.

Men zal er echter bedacht op moeten zijn, dat een langdurig drukken van de winstmarges het weerstandsvermogen van de ondernemingen verzwakt en der- halve een vonn van roofbouw is. In het bijzonder geldt dit voor de kleinere middenstandsondernemingen, voor wel- ke het vormen van genoegzame reser- ves in het nabije verleden toch al uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk was. Wan- neer zij thans telkens weer nieuwe sto- ten moeten opvangen, zonder dat redres in de prijzen mogelijk is, betekent dat . in vele gevallen aantasting van het on-

dernemersinkomen.

In dit verband dient te worden ge- wezen op de op zich zelf betrekkelijk kleine, maar toch in haar totaliteit be- langrijke lastenverzwaringen, welke zich in het afgelopen jaar hebben voorge- daan zoals de A.O.W.-premie voor het eige~ pensioen (waarvan slechts een fractie doorberekend mag worden), de huurverhoging YOOl" bet bedrijfspand en voor de eigen woning (waarvoor geen compensatie wordt ontvangen), de ver- hoging van de tarieven van de P.T.T:, van de gas-, electrj.citeits- en waterlei- dingbedrijven, van ·de spoor- en tram- wegen en busdiensten en zo meer. ..

Het prijsstabilisatiebeeld is in ZIJD

concrete toepassing weinig doorzichtig wegens het ontbreken van duidelijke richtlijnen en algemene nonnen.

Het systeem "Kom maar op het de- partement pr.aten, als zich in een be- drijfstak moeilijkheden voordoen" lijkt tegemoetkomend en aantrekkelijk, maar kan tot rechtsongelijkheid en een zekere willekeur leiden, omdat de toevallige omstandigheden in een bedrijfstak be- slissend kunnen zijn voor het verkrijgen van enige tegemoetkoming.

Tariefsverhoging

Wanneer de minister van Economi- sche Zaken rekent op de medewerking van het bedrijfsleven bij het zoveel mo- gelijk stabiel houden en, waar de markt- ' situatie zulks toelaat, zelfs verlaging

van de prijzen, zijn het weer sommige zijner ambtgenoten (bijna steeds dezelf- de), die weer roet in het eten gooien-

De 9mzetbelasting - die minister Hofstra wil verhogen - behoort tot de kostprijsverhogende fiscale heffingen;

de P.T.T--tarieven, die op 1 november weer omhoog gaan (briefport van 10 op 12 cent), de tarieven van gas en electriciteit, in verscheidene gemeenten weer op de helling gezet, hebben een-

zelfde effect. ·

Moet het bedrijfsleven die nieuwe las- ten ook weer op zijn rekening nemen·~

Verticale prijsbinding

Blijkens de Memorio van Toelichting is de minister voornemens in de naaste toekomst de bedrijfaregelingen in, de de- tailhandel te laten uitkammen en bij- zondere aandacht te schenken aan de verticale prijsbinding, waarvan hij een prijsverstarrend effect vermoedt.

Dit is een ernstige zaak, want de vastgestelde detailverkoopprijzen en marges - vooral bij merkartikelen, waarvan zij een essentieel begeleidingS- verschijnsel zijn - zijn gedurende de laatste kwarteeuw met moeite en zorg opgebouwd en hebben alom burgerrecht verkregen.

Terwijl de concurrentie tussen de merkartikelen onderling in beginsel vrij- blijft, geeft de verticale prijsbinding een minimale stabiliteit en zekerheid van bedrijfseconomisch verantwoorde calculatie in groot- en kleinhandel, zo- als de collectieve arbeidsovereenkom- sten op de arbeidsmarkt doen. In beide gevallen is het uitgangspunt, dat ge- lijke prestaties een evenwa~rdige bel.o- ning behoren te vinden en met aan wil- lekeurige, individuele handelingen, wel- ke ook derden meeslepen, onderhevig mogen zijn.

Wij kunnen ona indenken, dat in een periode van prijsbewaking de ' hoogte van de marges in discussie wordt ge- bracht, maar het :mu een betreurens- waardige stap terug zijn, indien de overheid de prijsbokserij van voor de oorlog als ideaal voor. ogen zou staan.

Men zij waakzaam!

Economische positie van de middenstand

De paragraaf "Middenstand" in de Memorie van Toelichting opent met een nogal optimistisçhe kijk op de algemene economische positie van de midden.

stand. Wij moeten echter de vraag op·

werpen: Geven deze cijfers en de daar- aan gekoppelde beschouwingen over die situatie ia het algemeen. in werkelijk- heid wel een algemeen beeld van de huidige economische toestand in het midden. en kleinbedrijf?

Niet alleen betreffen deze slechts een beperkt aantal bedrijfstakken, maar bo·

vendien dan nog een selecte groep daar- uit, terwijl men toch bovendien de ge- gevens betreffende omzetten en con- sumptievolume in relatie behoort te brengen tot de (stijgende) bedrijfskos- ten, wil men een enigszins aanvaard- baar beeld van de bedrijfsresultaten kunnen verkrijgen. Wat te dien aanzien in de M.v.T. wordt medegedeeld, kan niet völdoende representatief worden geacht om een zo gunstige beoordeling van de economische positie van vele middenstandsbranches verantwoord te doen zijn.

Draagt de minister kennis van het re- sultaat van een recent onderzoek van de Raad voor het Midden_ en Kleinbedrijf, waaruit blijkt, dat de inkomens in deze

·sector in 1956 vrij algemeen een aanzien- lijke daling vertonen?

Aangezien er geen verschil van mening over zal bestaan, dat voor het voeren van zowel ·een welgefundeerd algemeen eco-

nomisch als van een functioneel midden- standsbeleid een brede en gedetailleerde documentatie op statistische grondslag onontbeerlijk is, wil men verantwoorde beleidsbeslissingen kunnen nemen, moet het ernstig worden betreurd, dat de ter- zake reeds bij de behandeling van de Mid- denstandsnota 1954 gedane toezeggingen in een zo traag tempo worden gereali- seerd.

Zo blijft men in vele opzichten in het duister tasten. Met name is dit het ge- val ten aanzien van de inkomensontwik- keling in het ~idden-en kleinbedrijf ten opzichte van andere bevolkingsgroepen en van de sociaal-economische positie van de kleine ondernemers.

Aangezien wij nog steeds van oordeel zijn, dat, ondanks een relatieve verbete- ring als gevolg van de grotere bestedings- drang, nog grote groepen van het klein- bedrijf wel de hogere kosten en lasten hebben moeten opvangen, maar op geen stukken na de reële inkomensverbetering hebben kunnen bereiken, welke de werk- nemers in de laatste vijf jaren ten deel is gevallen, moeten wij het ·ernstig betreu- ren, dat de bewindslieden van Economi- sche Zaken zo weinig oog schijnen te heb- ben voor deze sociaal onrechtvaardige achterstand van duizenden zelfstandigen.

Niettegenstaande er steeds grotere be- dragen aan sociaal-economisch en statis- tisch onderzoek zijn besteed, mist men nog altijd een juist inzicht in recente, feitelijke verhoudingen. Dat is een ern- stige leemte !

Parallelisotie

Men kàn in de stukken lezen, dat mi- . nister Zijlstra en staatssecretaris Veld- kamp tot een voorlopig standpunt inzake het parallelisatievraagstuk zijn gekomen en dat één vestigingsbesluit voor de ge- hele levensmiddelenhandel in voorberei- ding is, zoals er ook gewerkt wordt aan zodanig beslult voor de bouwnijverheids- bedrijven.

Hoe de bewindslieden zich de oplossing van dit netelige probleem denken, wordt zelfs niet in grote lijnen uitgestippeld.

Toch achten wij het noodzakelijk, dat zij daarover licht laten schijnen, want naar onze mening zou het bepaald onjuist zijn het hier in het geding zijnde vestigings- belêid door incidentele beslissingen op andere grondslagen te vestigen.

Eerst dient er - na een open overleg met het georganiseerde bedrijfsleven - overeenatemming over de beginselen van het paralellisatiebeleid te zijn verkregen en ook de Kamer behoort in staat te wor- den gesteld ziC'h ds:árover ten principale uit te spreken. Eerst dan dient men richt- lijnen op concrete situaties in bepaalde bedrijfstakken te gaan toepassen. Gelijke

ontwikkelingsmogelijkbeden en gelijke rechtsbedeling dienen daarbij voorop te

staan. ·

Cadeaustelsel

Wij behoeven maar aan de talrijke rechtsgedingen met de cadeaustelselwet als inzet en aan de koffie-actie van tex- tieldetaillisten en handelaren in huishou- delijke artikelen en speelgoed te herinne- ren om 'duidelijk te maken, dat er nog wel wat aan die wet ontbreekt. Dat was al de mening van vrijwel alle ingewijden, voordat zij in werking trad, maar de praktijk heeft sindsdien de gebreken on- omstotelijk aangetoond.

Nochtans schijnt de minister te aarze- len, want in de toelichting tot de begro- ting zegt hij zich nog te beraden over de vraag, of herziening op bepaalde onder- delen wenselijk is. Wij vertrouwen, dat de Kamer hem duidelijk zal maken, dat een voorziening op korte termijn een einde dient te maken aan de huidige on- bevredigende toestand.

Rechts positie van de huurder van een bedrijfspand

In de regeringsverklaring van het thans zittende Kabinet werd aangekon- digd, dat de regering zich bezig zou hou- den met de rechtspositie van de huurder van een bedrijfspand, die niet alleen bij onteigening wegens sanering van oude wijken, verkeersverbeterfng (tunnelbouw, wegomlegging e.d.) en reconstructie, doch ook door andere oorzaken ernstig kan worden bedreigd.

Gelet op het tempo, waarin dergelijke maatregelen - onda.nks de bestedingsbe- perking - worden voorbereid, is vooral een voorziening in verscheidene ernstige leemten in de verouderde wetgeving der- mate urgent, dat niet gewacht mag wor- den op het gereed komen van een wets- ontwerp tot verdergaande herziening van de Onteigeningswet.

Een noodvoorziening lijkt noodzakelijk, waarbij onder andere aan de gemeenten de verplichting dient te worden opgelegd een aan zekere normen beantwoordende schadevergoedingsverordening tot stand te brengen. In het onderhavige geval zou het overlaten aan de vrijwillige medewer- king der gemeentebesturen een onbillijk•

rechtsongelijkheid teweeg kunnen bren- gen.

De minister van Economische Zakea deelt nu mede, dat zijn ambtgenoot vaa .Justitie overweegt een breed samenge-o stelde commissie te belasten met bestude- ring van de genoemde rechtspositie in haar algemeenheid. Met betrekking tot het onteigeningsaspeet wordt overleg ge- pleegd met de betrokken departementa- hoofden en wordt vertrouwd op de vrij- willige tegemoetkoming boven het wette- lijk fixum door de gemeenten.

Men zal begrijpen, dat wij een en ander niet voldoende achten; alles hangt te veel in de lucht! Vooral onder de huidige om- standigheden, nu de gemeenten grote

· financieringsmoeilijkheden hebben en scherp door de colleges van Gedeputeer- de Staten op de vingers worden gekeken, kan men deze kwestie, waarmede de be- staansmogelijkheid van vele zakenlieden gemoeid is, niet aldus op haar beloop Ia- ten.

Wij vertrouwen, dat de Kamer van een zelfde opvatting zal doen blijken-

Eind november, wanneer de begroting van Economische Zaken in openbare be~

bandeling zal komen, zal er dus zeker stof genoeg zijn voor een nadere gedach- tenwisseling met de bewindslieden.

Wij vernemen, dat het in de bedoeling ligt de herziening van de Winkelsluitings- wet...- waarover de Kamer op 17 oktober haar opmerkingen commissioriaal heeft gemaakt, zodat het voorlopig verslag over enkele weken kan worden verwacht - tussen de begrotingen door te behande-

len. "_ cL L.

(4)

Flitsen van Het Binnenhof

'AIIe'i'lei .,kleingoed" - Volgend iaar: verkiezingen Prov. Staten 26 maart _:_ Raadsv~rkiezingen 28 mei - Financiële verhouding Riik en Gemeenten een iaar verlengd - Artillerie-Inrichtingen weer staatsbedriif - Bii kleine verkeersovertredingen boete di- rect betalen - Garantie voor lening van f 38 milioen van de An- tillen - Bevordering herkapitalisatie - Eerste Kamer over woon- wagens en woonschepen.

MR. E. H. TOXOPEüS . . . nota gewenst • , ,

Wanneer een gemeente vroeger een groot werk wilde aanpakken, 11tond men vaak voor de keuze: het goedkope of het dure plan uitvoeren, uitstellen of belasting ver~ogen? Vooral die laatste keus veroorzaakte, dat de burgerij meeleefde met de gemeentepoli- tiek.

Maar met de inkrimping van het ge- meentelijk belastinggebied en, na de . , oorlog, ddor het ver 'doorgevoerde diri- . ·gisme ''vàn dè centrale overheid, waar- .. ,. ··door· de gemeenten voor al haar daden

·bijna, gèhe'Ell afhankelijk zijn •geworden

"' nn het 'Rijk, Is belangstelling van de I!Urgerij VOOF de. gemeentepolitiek stl')rk

.~rminderd· ·

, , Op de . tafel van d~ ministerraad ligt

•hter reeds lang een advies van de commissie-Oud, waarvan de strekking is het eigen .belastinggebied van de ge- meenten te verruimen en vorige week heeft minister Hofstra in de Tweede Kamer meegedeeld, dat hij omstreeks de jaarwisseling het wetsontwerp hoopt in

te dienen met een nieuwe regeling van de financiële verhouding tussen het Rijk en de Gemeenten, welke nieuwe rege- ling dan reeds voor 1959 zou moeten gel- eien.

Er is dus kans, dal de gemeente- politiek weer belangrijker worèt.

J)aardoor worden de gemeenteraadsver- kiezingen van volgend jaar ook belang- rijker. Met algemene stemmen heeft de 'l'weede Kamer een aantal wijzigingen van de· kieswet aangenomen, waarvan het gevolg is, dat in 1958 de gemeente- raadsverkiezingen kunnen worden ge- houden op 28 mei en de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 26 maart, zodat deze verkiezingen buiten he<t druk_

ke vakantieseizoen vallen en minder het bezwaar van uitstedigheid zich doet gel_

den.

In afwachting van de definitieve re- geling van de financiële verhouding tus- sen het Rijk en de Gemeenten is de Tweede Kamer er algemeen mee ak- koord gegaan, dat de bestaande rege- ling nog met een jaar wordt verlengd.

Het was de bedoeling van minister Hofstra voor 1958 uit het Gemeente- fonds geen extra uitkeringen te doen ter voorziening in de subjectieve behoeften van bepaalde gemeenten, maar evenals andere sprekers maakte van onze frac- tie de heer G. Ritmeester daartegen ernstig bezwaar, zodat de minister van Financiën tenslotte aan het verlangen van de Kamer tegemoet kwam, omdat het geen principiële kwestie betreft, maar de beoordeling van aanvragen om subjec- tieve verhoging het praktische bezwaar inhoudt, dat er vertraging ontstaat in tie indiening van de definitieve regeling van de financiële verhouding tussen her Rijk en de Gemeenten.

Dat bezwaar heeft de Kamer op de koop toegenomen, omdat het voor vele 8emeenten zeer lasting zou zijn indien aij In het begin van 1958 niet zouden we-

ten waar zij dat jaar financieel aan foe zijn:

M

et algemene stemmen heeft de Tweede Kamer vorige \'teek even- eens het wetsontwerp aangenomen waar- door de naamloze vennootschap Artill•~­

rie-Inrichtingen weer een staatsbeddjf wordt.

Jarenlang heeft de regering hardnek- kig willen vasthouden aan de in 1941 ge- geven N.V.-vorm. Bij herhaling heeft de Kamer echter wetsontwerpen, die aan die opzet vasthielden, van de hand ge~

wezen totdat zij nu, na hierover strij1 te hebben gevoerd sedert 1948, haar zin heeft gekregen en bovendien nadere be- palingen heeft kunnen afdwingen, die de activiteit van het bedrijf in de eerste plaats beperken tot de produktie van wapenen en munitie en in de tweede plaats alleen ,.aanverwante" produktie toestaan, zodat het bedrijf met staats- kapitaal niet meer optreedt als bijzon- dere congurrent op het terrein van de burgerlijke industrieprodukten.

De amendementen van de heer Kot'J'- sen (K.V.P.) met deze beperkende be- palingen, had onze geestverwant de heer Ritmeester medeondertekend. Hij deed een fraai boekje open ever de prijzen en winsten en de expansie van het bedrijf.

In de amendementen is ook vastge- legd, dat de minister van Defensie de primaire verantwoordelijkheid draagt voor de gang van zaken in het bedrijf.

* • •

Met alleen de stemmen van de communisteJJ tegen heeft de Ka- mer voorts het wetsontwerp aangeno- men, dat de mogelijkheid opent een "be- keudng"- wegens kleine overtredingen van de verkeersvoorschriften of de plaatselijke politieverordening, direct te betalen aan de politieman of op het' poli-

tiebureau. ·

Dat bespaart veel administratieve rompslomp en minister Samkalden vee- wacht ook uit pedagogisch oogpunt een gunstiger effect wanneer de straf direct op de zonde volgt. Overigens mag het slechts gaan om bedragen beneden de tien gulden.

/ Het nieuwe systeem zal geleidelijk worden Ingevoerd en voor het opdoen van ervaring z.al eerst hier en daar in het land een proef worden genomen.

Met de voordelen zag onze 'geestvet·- want mr. E. H. Toxopeüs ook wel be- zwanm en daarom vroeg hij de minlater nog, aan de Kamer te zijner tijd een no- ta te zenden over her resultaat van de eerste prpeven.

Daartoe was minister Samkalden echter niet bereid omdat hij vreest, dat dan de verdere ·geleidelijke invoering af- hankelijk zou worden gesteld van de re- sultaten van de eerste proef, terwijl de bedoeling is met de proef ervaring op te doen in hoeverre en op welke wijze het nieuwe systeem verder moet worden toegepast.

* * *

Onz.e geestverwant mr. H. F. v. Leeu- wen kon vorige week (als enige uitzondering weer) niet akkoord gaan met het wetsontwerp om garant te zijn voor een lening van 38 miljoen gulden, die de Nederlandse Antillen willen aan- gaan voor de uitvoering van werken ter verbreding van de economische basis van ·de eilanden Curaçao en Aruba.

Het is niet juist, zei hij, iemand in staat te stellen grotere schulden aan te gaan dan hij kan dragen. Want de heer Van Leeuwen had uitgerekend, dat jij vergelijking' van het aantal inwoners de lening van de Antillen overeenkomt met een Nederlandse lening van 8000 miljoen gulden.

Bovendien vond hij het onbegrijpelijk, dat de minister van Financiën zijn hand- tekening had kunnen zetten onder een wetsontwerp, dat grote uitgaven mog.o- lijk maakt, terwijl bijvoorbeeld de bouw van de IJ-tunnel om financiële redenen wordt uitgesteld. Men denkt altijd te iicht ovc,r een garantie.

Met een ond<mgende ~peldeprik merk- te de heer Van Leeuwen ook nog op, dat een deel van het geld wordt besteed voor de bouw van een hotel met speel- zalen, terwijl in Nederland zelfs puzzel- potten worden vervolgd.

De waarnemende m1niste1· voor de za- ken Overzee, ir. Staf, verklaarde, dat bij het verlenen van de garantie alleen de inderdaad aanwezige kredietwaardig- heid van de Antillen moet worden be- oordeeld en dat men zich niet diepgaanJ.

moet bemoeien met de aard van de uit te voeren werken, want dan zou de el·- kende zelfstandigheid van de Antillen in het gedrang komen.

In de geest van het Statuut met de West heeft de Kamer zonder hoofdelijke

&~temming de gewenste garantie ver- leend .

Alleen de heer Van Leeuwen verzocht aantekening, dat hij geacht wilde wor- . den tegen. chet wetso,ntwerp. te' -hebben

·gestemd.

• •

Eveneens zonder hoofdelijke stem- ming heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp aangenomen waardoor on- dernemingen in N.V.-vorm tot 1 januali 1959 in de gelegenheid worden gesteld hun aandelenkapitaal meer in overeen- stemming te brengen met het werke- lijke vermogen (door faciliteiten op het gebied van de inkomstenbelasting bij verdeling van de winst-reserve) waar- door een bezwaar wordt opgeheven, da';

de aantrekking van nieuw kapitaal .,Meneer, u dient te begrijpen, dat u in overtreding was. Daarover maak ik pro- ces-verbaal op. U kunt, als u wilt, het verschuldigde bedrag direct aan mij vol- doen".

I lfOVEMBJ!Dt 1167 - · PAG. f

MEVR. J. F. SCHOUWENAAR-FRANSSEN

••. niet over één kam . . , voor uitbreiding of modernisering, be- moeilijkt.

De inkomstenbelasting op een bonus- aandeel en aanvullend dividend ter be- taling van belasting, zal niet meer be- dragen dan twintig procent. Na de her- kapitalisatie zullen de reserves nog ten minste 25 procent van het zuiver fis- caal vermogen moeten uitmaken.

Met uitzondering van de communis- ten bestond er op zichzelf tegen het wetsontwerp geen bezwaar. De heer 'fJin Leeuwen had wel verdergaande wensen, maar daarvoor verwees mini~­

ter Hofstra naar de komende technische herziening van ons belastingstelsel. .

Het wetsontwerp met een technische herziening van de inkoll18tenbelasting hoopt hij binnen enkele maanden bij de Kamer in te dienen.

·* *

T<>gen de zin van minist<'r Cals, die de leeftijdsgrens voor leden van de onderwijsraad had willen stellen op 75 jaar, heeft de Tweede Kamer be- werk.t, dat die grens wordt gesteld op 70 jaar, Een derde deel van de leden zal voortaan om de drie jaren (in plaats van vijf jaren) aftreden, zodat sneller de gelegenheid ontstaat even- tueel vernieuwingen in de samenstelling aan te brengen.

* *

D

e l'erste Kamer heeft vorige week na een korte discussie het wets- ontwerp aangenomen tot wijziging vim de wet op de woonwagens en woon- schepen. De voornaamste strekking is de uitvoering van deze wet op te dra- gen aan de minister van Maatschap- pelijk Werk.

Onze geestverwante mevrouw J. F.

Schouwenaar-Franssen waarschuwde de bewoners van woonwagens en die van woonschepen niet over één kam te scheren, want het merendeel van de woonschuitbewoners is daarin terecht- gekomen bij gebrek aan een woning op de wal.

Eigenlijk zouden daarom de woon- schepen onder de woningwet thuis- horen. Onze geestverwante gaf ook uiting aan de vrees, dat het aantal woonwagens zal toenemen door het jn gebruik nemen van afgedankte cara- vans. Minister Klompé was daarvoor echter minder bevreesd, omdat caravans niet aan de gestelde eisen voor woon- wagens voldoen.

Op een breed front zijn onze woord- voerders vorige week in het parlement in discussie geweest, maar het betrof allemaal nogal "kleingoed".

v.v.D.

RECTIFICATIE

In onze bespreking van Arnold Krie- gers boek "Berg niet in de bruidskist je sluier" (V. en D. van 26 oktober) werd als vertaler een en ander . maal genoemd C, J. Kolk. De scherpzinnige lezer zal begrepen hebben dat bier moe9t staan:

C, J. Kelk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN