Vraag nr. 218 van 10 april 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kinderopvang – Bedrijfscrèches
Geregeld duiken opnieuw ideeën op om kinderop-vang in bedrijven te organiseren. Er is immers Europese steun voorhanden om dit te doen, w a a r-door sommigen worden gestimuleerd om hierover na te denken en het geld te benutten.
Veel succes heeft deze formule in het verleden nooit gehad.
Gezien de evolutie in de kinderopvang vangen de meeste kinderopvangcentra niet alleen kinderen beneden de drie jaar op, maar ook een beperkt aantal kinderen voor en na de school. De regelge-ving van buitenschoolse kinderopvang is dan van toepassing : deze vertrekt van kwaliteitsnormen en doet initiatieven passen in gemeentelijk overleg. 1. In welke mate komen dergelijke Europese
sti-muli tot stand na het betrekken van de betrok-ken regio’s, in casu Vlaanderen ?
2. Worden voor het uitbouwen van de kinderop-vang in bedrijven specifieke normen gehanteerd indien deze opvang zich beperkt tot -3-jarigen ? 3. Welke projecten van kinderopvang in een
bedrijf zijn erkend door Kind en Gezin ? Zijn er nog aanvragen lopende ?
4. Moet er gemeentelijk overleg zijn om deze ini-tiatieven op te starten als ze ook schoolgaande kinderen opvangen ?
Antwoord
De vraagsteller gaat ervan uit dat er Europese steun is om kinderopvang in bedrijven te organise-r e n . In dit veorganise-rband moet ik melden dat ik geen weet heb van Europese fondsen die s p e c i f i e k z i j n gericht op het organiseren van opvang in bedrij-v e n . Noch bedrij-via de Belgische bedrij-vertegenwoordiger bij het netwerk Kinderopvang van de Europese Com-m i s s i e, dat Com-moCom-menteel als dusdanig niet Com-meer func-t i o n e e r func-t , noch bij hefunc-t Belgisch lid van hefunc-t nefunc-twerk van de Europese Commissie rond Arbeid en Gezin heb ik bevestiging gekregen van het bestaan van Europese fondsen voor bedrijfsopvang.
1. Met betrekking tot de eerste vraag kan ik dan ook niet anders dan aangeven dat ik als Vlaams
minister niet ben betrokken bij het concreet uit-werken van Europese geldstromen voor bedrijfscrèches.
2. Wat de tweede vraag betreft, is het zo dat kin-deropvang in bedrijven strikt genomen niet kan worden uitgebaat als een erkende en gesubsi-dieerde voorziening. Een erkenning houdt immers in dat het aanbod voor alle kinderen moet openstaan.
Als een particuliere opvanginstelling zich als bedrijfscrèche zou profileren, dan gelden de toezichtsvoorwaarden die voor elke particuliere opvanginstelling gelden. Er zijn geen specifieke normen voor opvang in bedrijfscrèches.
3. Kind en Gezin heeft geen weet van erkende of onder toezicht staande projecten die zich speci -fiek en uitsluitend richten en beperken tot de opvang van kinderen van werknemers van één b e d r i j f. Er zijn wel een aantal ziekenhuizen en universiteiten die een kinderdagverblijf hebben dat, ook al staat het open voor alle kinderen, in de overgrote meerderheid kinderen opvangt van in het ziekenhuis of bij de universiteit tewerkgestelde ouders.