Vraag nr. 123 van 8 januari 1999
van de heer JOS DE MEYER
Kanaal Gent-Terneuzen – Studie waterpeilverho-ging
Via besturen van verschillende polders en waterin-gen en via gemeentebesturen verneem ik dat een studieopdracht voor het bepalen van de gevolgen van een waterpeilverhoging in het kanaal Gent-Terneuzen zou zijn gegund.
Deze gemeentebesturen en polders en wateringen zijn bijzonder bezorgd indien deze plannen ooit worden gerealiseerd : zij vrezen dat eenzelfde wa-terpeilverhoging zich zou voordoen in de Moer-vaart, de Durme, de Stekense Vaart. Bij zeer hoog waterpeil komt het water nu reeds op diverse plaatsen tot aan de kruin van de dijken langs ge-noemde waterlopen.
Meerdere dijken zullen moeten worden verhoogd en verstevigd om overstromingen te voorkomen. De gevolgen voor de waterlopen en overstorten die uitkomen in de Durme/Moervaart zullen im-mens zijn. De risico's voor de lagergelegen aange-landen, ook in sommige dorpen en steden, zullen sterk toenemen.
1. Is deze studie gegund ? Zo ja, wanneer, aan wie, met welke uitvoeringstermijnen ?
Wat is de kostprijs van de studie ?
2. Wat is de juiste omschrijving van de studieop-dracht ?
3. Waarom wordt deze studie uitgevoerd ? Is het correct dat dit gebeurt ten behoeve van de scheepvaart naar de haven van Gent ? Of is er een andere motivatie ?
4. Was hierover overleg met betrokken steden en gemeenten en polders en wateringen ? Zo ja, wanneer, met wie, met welke afspraken ? Wordt dit nog gepland ?
5. Zijn de minister en zijn administratie zich be-wust van de risico's voor de veiligheid van de lagergelegen aangelanden, mochten deze plan-nen ooit worden gerealiseerd ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling.
Gecoördineerd antwoord
De administratie Waterwegen en Zeewezen heeft een studie uitgeschreven om de impact van een ge-ringe waterverhoging op het kanaal te bepalen. 1. De studie waterpeilverhoging is gegund aan het
studiebureau Belgroma/Bravanboer & Scheers. De kostprijs bedraagt 2,45 miljoen frank, exclu-sief BTW.
2. De omschrijving van de studieopdracht is het bestuderen van de gevolgen (voor- en nadelen) en de effecten van een eventuele waterpeilver-hoging van respectievelijk 10 cm, 20 cm en 25 cm op : scheepvaart, waterafvoer, grondwaters-tanden en waterhuishouding naast de vaarweg, zoutbewaar, zoute kwel, voorzieningen langs de waterweg en de zijkanalen, kunstwerken. 3. De voornaamste motivatie voor het uitvoeren
van de studie is het feit dat de haven van Gent door een waterpeilverhoging toegankelijk wordt voor schepen met grotere diepgang. Dit heeft gunstige gevolgen voor de bedrijven die via de waterweg worden bevoorraad.
4. Het is precies om alle betrokken steden, ge-meenten, polders en wateringen te betrekken, dat de studie wordt uitgeschreven.
Zonder studie kunnen de eventuele nadelige gevolgen niet op een wetenschappelijke basis worden onderkend.
5. De momenteel toegelaten schommeling be-paald in het protocol bedraagt 25 cm. Aange-zien het kanaal Gent-Terneuzen tevens wordt gebruikt voor de afvoer van overtollig water van Leie en Schelde bij hoge wassen, is een van de randvoorwaarden voor het doorvoeren van een kanaalwaterpeilverhoging dat het hoogwa-ter niet mag verhogen.
In dit verband wordt gedacht aan het bouwen van een overlaat in de dam in Lokeren, die bij hoogwater in het Durmekanaal water afvoert naar de Durme.
De onderzochte peilverhogingen vallen binnen de tolerantie gesteld in het protocol met Neder-land. Er worden dus geen veiligheidsrisico's ge-nomen.