• No results found

Meetsystematiek TPG voldoet niet 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meetsystematiek TPG voldoet niet 5"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Juni 2001 nr.

5

Om de kwaliteit van de postbezorging te kunnen meten voert TPG steekproeven uit waarbij ‘proefbrieven’ aan de reguliere poststromen worden toegevoegd. De proefbrieven zijn echter niet representatief: niet alle gewichtsklassen worden gemeten en men meet ook niet handgeschreven adresseringen, terwijl de meeste adressen van particulie-ren met de hand geschreven zijn. Bovendien wordt onvol-doende rekening gehouden met de brievenstromen door het land heen, de spreiding van de post over de verschil-lende werkdagen en het verschil in omvang tussen de par-ticuliere- en zakelijk markt.

DE VOLGENDE DAG BEZORGD…

Aanleiding voor de beoordeling van de meetsystematiek van TPG is de inwerkingtreding van het nieuwe ‘Besluit algemene richtlijnen post’ per 1 januari 2001. Vanaf deze

datum moet TPG ervoor zorgen dat brieven tot en met 100 gram in tenminste 95% van de gevallen de volgende dag worden bezorgd. Behalve als er sprake is van een zon- of feestdag.

Het gemiddelde van 95% is een gewogen gemiddelde van zowel losse brieven als partijen postbrieven. De concessie-houder moet elke maand metingen laten uitvoeren over deze poststromen. Dit dient te gebeuren door een onaf-hankelijke instantie. TPG overhandigt vervolgens voor 1 april van het daarop volgende kalenderjaar de algehele uitkomsten van die onderzoeken aan OPTA, vergezeld van een nauwkeurige omschrijving van de toegepaste meet-systematiek.

Om te waarborgen dat de metingen tot betrouwbare resul-taten leiden, beoordeelt OPTA de meetsystematiek vooraf op deugdelijkheid. In overleg met TPG heeft OPTA beslo-ten dit te doen voor het ingaan van de nieuwe regel-geving op 1 januari 2001. Deze datum werd niet gehaald omdat het onderzoek meer tijd vergde en er onvoldoende informatie van TPG voorhanden was.

AFSPIEGELING VAN WERKELIJKHEID

Volgens OPTA dient de meetsystematiek een afspiegeling van de werkelijkheid te zijn. Daarom moet de steekproef

Overkomstduur brieven

Meetsystematiek TPG voldoet niet

Hoe lang doet een brief van maximaal honderd gram erover om op de plaats van bestemming te komen? Om dit te meten hanteert TNT Postgroep N.V. (TPG) een meetsystematiek. OPTA vindt deze systematiek om de overkomstduur van brieven met een gewicht van maximaal honderd gram te meten ondeugdelijk. De represen-tativiteit, betrouwbaarheid en validiteit ervan voldoen niet.

N

IEUWSBLAD VAN DE

O

NAFHANKELIJKE

P

OST EN

T

ELECOMMUNICATIE

A

UTORITEIT

P

OSTTARIEVEN OMHOOG

COLUMN

3

B

ESLUIT GEOGRAFISCHE NUMMERS AANGEPAST

4

T

OEZICHT DIGITALE HANDTEKENING

5

G

EBRUIK MOBIELE NUMMERS KAN DOELMATIGER

8

KPN

KAN CARRIERSELECTIECODE

10

XYZ AANSLUITEN

8

Z

ELFREGULERINGSCODE

(2)

conform het werkelijk gebruik van de brie-venstroom genomen worden. OPTA heeft TPG dan ook verzocht om de bestaande meetsystematiek voor de overkomstduur van brieven tot en met 100 gram aan te passen op de volgende punten: K betere informatie over de omvang en

samenstelling van de brievenstromen; K onderverdeling naar de diverse

gewichts-klassen;

K handgeschreven en gedrukte adresserin-gen dienen evenredig in de metinadresserin-gen meegenomen te worden;

K brieven in verschillende formaten (omvang) en soorten (brieven én brief-kaarten) en frankeringwijzen moeten evenredig in de metingen meegenomen te worden;

K de verkeersstromen van de te meten brieven moeten een representatieve afspiegeling zijn van de landelijke brief-stromen. Hierbij moeten de aanbiedings-punten (daar waar de brief wordt aange-boden ter verzending) en de afgiftepun-ten (waar men de brief ontvangt, zoals woonhuizen en zakenpanden)

overeen-komstig meegenomen worden in de metingen.

Begin 2002 bekijkt OPTA of TPG de 95%-norm heeft gehaald in 2001. Om betekenis aan de uitkomst van de metingen te kun-nen hechten en te bepalen of derhalve de 95%-norm is gehaald, is het van belang dat TPG een deugdelijke meetsystematiek hanteert conform bovenstaande eisen. K

OPTA doet ieder jaar onderzoek naar ontwik-kelingen op de telecom-munciatiemarkt, en dit jaar ook naar ontwikke-lingen op de postmarkt. De resultaten van deze

zogeheten Marktmonitor zijn een belangrijke basis voor het vormen van de Visie van OPTA. De Marktmonitor, Visie én het Jaarverslag zijn op te vragen bij OPTA,

tele-foon (070) 315 45 64. De Marktmonitor is tevens te vinden op www.opta.nl.

Marktmonitor, Visie en Jaarverslag

VISIE OP DE MARKT ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICA TIE AUT ORITEIT VISIE OP DEMARKT

(3)

Posttarieven omhoog

Het versturen van een brief wordt duurder. Per 1 juli verhoogt TPG het tarief van 80 naar 85 cent. Niet echt schokkend, zeker niet als je het vergelijkt met de stijging van de benzineprijzen. Die moesten omhoog van-wege de grote vraag naar brandstof in de Verenigde Staten en het gebrek aan raffinage-capaciteit. Klinkt niet overtuigend. Maar hoe zit het dan met de posttarieven, waarom moeten die eigenlijk omhoog?

Een reden hiervoor heeft TPG niet gegeven. Het zou kunnen dat de kosten gestegen zijn. Wellicht de loonkosten, als gevolg van schaarste op de arbeidsmarkt of nieuwe CAO-afspraken, wie weet. Toch is het vreemd dat een bedrijf dat in Neder-land het alleenrecht heeft op het brievenvervoer, voor de tariefverhoging geen verklaring geeft. Juist omdat je als gebruiker niet kunt kiezen tus-sen verschillende aanbieders maar gebonden bent aan TPG, zou je van het bedrijf enige openheid hierover mogen verwachten.

Kan TPG dan zo maar de posttarieven verhogen? Nee en ja. Nee, want de hoogte van de tarieven is bij de wet begrensd. TPG mag de posttarieven jaarlijks verhogen met niet meer dan de stijging van de loonkosten. Voor zover de ruimte voor tariefverhogingen in enig jaar niet (volledig) wordt benut, mag TPG die overhevelen naar het volgende jaar. Op die manier is inmiddels een aardig potje opgebouwd. Dus ja: TPG kan de posttarieven zo maar verhogen omdat daar genoeg ruimte voor is.

Uit de toelichting bij de Postwet en de parlemen-taire geschiedenis valt op te maken waarom is gekozen voor de koppeling van de posttarieven aan de ontwikkeling van de loonkosten. Omdat de posterijen van oudsher een arbeidsintensief bedrijf zijn is het aannemelijk dat een groot deel van de kosten wordt bepaald door personeels-kosten. De kostenontwikkeling zal dus in hoge mate afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de lonen. En omdat het op zichzelf niet onredelijk is dat TPG hogere kosten doorberekent aan de afnemers van haar diensten is gekozen voor de koppeling van tarieven aan lonen.

Klinkt overtuigend, of niet? Toch gaat het voor-gaande niet op. De ontwikkeling van de

loon-kosten zegt namelijk niet zoveel. Waar het om gaat is hoe de kosten per brief zich ontwikkelen. Je betaalt immers ook per brief. Om een indruk te krijgen of het brieftarief voor TPG redelijk is, moet je kijken wat de kosten per brief zijn. Een voorbeeld: stel dat de totale (loon)kosten met vijf procent stijgen en het aantal brieven met tien procent toeneemt, dan gaan de (loon)kos-ten per brief niet omhoog maar zelfs met bijna vijf procent omlaag.

Dat de kosten per brief een dalende tendens heb-ben lijkt op voorhand niet onaannemelijk. TPG heeft het afgelopen decennium flink geïnvesteerd in de verdere automatisering van het briefverwer-kingsproces. Een belangrijke drijfveer voor derge-lijke investeringen is om uiteindelijk kosten-besparingen te realiseren. Verder is de post-stroom de afgelopen jaren gegroeid, met name de ongeadresseerde post waaronder direct mail. Het betekent dat de totale kosten kunnen worden uitgesmeerd over een steeds groter aantal postzendingen. Hierdoor nemen de kosten per postzending af, en dus ook per brief. De vraag is of er uit kostenoogpunt aanleiding is voor een verhoging van de posttarieven. Daar-bij hoort ook de vraag of het wettelijke toezicht-regime voor de posttarieven aangescherpt moet worden. Bij het toezicht op de telefoontarieven is KPN bijvoorbeeld verplicht om kostenbesparingen als gevolg van te verwachten efficiency- en pro-ductiviteitsverbeteringen terug te geven aan de consument. Hiervoor geldt een price cap-systeem waarbinnen KPN de tarieven jaarlijks met een bepaald percentage moet verlagen. Niet goed valt in te zien waarom een vergelijkbaar toezicht-regime ook niet op de posttarieven van toepas-sing zou moeten zijn. Of dat er ook aan zit te komen, zal eind dit jaar blijken na de wettelijke evaluatie van het toezichtregime voor de post-tarieven.

Kor Noorlag, hoofd Afdeling Eindgebruikersmarkt

Colofon

Eindredactie:

Jolanda Hendriksen

Redactie:

Jasper van Delft Rob van Eijl Gertrude Langedijk Bernd de Nijs Stefan Wijers Fotografie: Kelle Schouten Illustraties:

Arend van Dam

Grafische productie:

Herbschleb & Slebos

Drukwerk: Teunissen, Amsterdam Redactieadres, abonnementen en adreswijzigingen: Postbus 90420, 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 64 Telefax (070) 315 35 01 E-mail: mail@opta.nl

OPTA Connecties is het nieuwsblad van de Onafhankelijke Post en Tele-communicatie Autoriteit. OPTA wil met deze uitgave onder meer berei-ken dat de organisaties in de markt voor telecommunicatie en post op gelijke voet geïnformeerd zijn over de ingenomen standpunten, gedane uitspraken en nieuwe ontwikkelingen in verband met het werk van OPTA. Reacties op de inhoud van dit blad zijn van harte welkom.

Connecties wordt met grote zorg-vuldigheid samengesteld. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vaak vereen-voudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uit-treksels uit wetteksten. In al deze gevallen is het verstandig de originele teksten te raad-plegen. Aan de artikelen in Connecties kunnen geen rechten worden ontleend.

Missie OPTA

(4)

Lange levertijden voor huurlijnen zijn nadelig voor de Nederlandse economie en de concurrentie op de telecommunicatie-markt. Op basis van artikel 13 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (Boht) is de aanbieder die is aangewezen als par-tij met aanmerkelijke marktmacht op de markt voor huurlijnen verplicht een aantal door OPTA aan te wijzen typen huurlijnen te leveren. Thans is KPN die aanbieder met aanmerkelijke marktmacht.

Bij een besluit gericht aan KPN, heeft OPTA de typen huurlijnen analoog, 64 kbit/s en 2 Mbit/s aangewezen als de ver-plicht te leveren huurlijnen. De leverver-plicht garandeert de beschikbaarheid van een minimumset van huurlijnen. In de wet is

dus wel een leverplicht opgenomen, maar geen leveringstermijn. OPTA vindt dat een leverplicht zonder betekenis is als aan de levering geen termijn verbonden is. De leverplicht impliceert dan ook dat bestelde huurlijnen binnen een redelijke termijn geleverd dienen te worden.

NORMLEVERINGSTERMIJN

OPTA stelt in de nieuwe beleidsregels een redelijke termijn vast voor de levering van bestelde huurlijnen, de zogenaamde norm-leveringstermijn. Deze termijn begint te lopen op het moment dat een klant een aanvraag voor een huurlijn indient en ein-digt op het moment dat de bestelde huur-lijn aan de klant wordt geleverd. Voor de duur van de normleveringstermijn heeft

OPTA aansluiting gezocht bij de EU best

practice. Dit is volgens OPTA de meest

objectieve bron voor het vaststellen van een termijn. De best practice is de levertijd van het land met de derde beste prestatie in de Europese Unie en betreft de levertijd in werkdagen waarbinnen 95% van de bestelde huurlijnen geleverd is. OPTA heeft op basis hiervan een normleveringstermijn van 25 werkdagen vastgesteld. Als gevolg daarvan dient de aangewezen aanbieder (KPN) bestelde huurlijnen binnen 25 werk-dagen te leveren. Laat een levering langer op zich wachten, dan is daarmee de lever-plicht van artikel 13 Boht overtreden en is OPTA bevoegd handhavingmaatregelen te nemen, zoals het opleggen van een boete of een last onder dwangsom.

Momenteel geldt de normleveringstermijn alleen voor de aangewezen aanbieder KPN. OPTA zal aan de hand van de rapportages van KPN beoordelen of zij de leverplicht van artikel 13 Boht naleeft. K

Huurlijnen

Beleidsregels voor de leveringstermijn

OPTA heeft beleidsregels vastgesteld die aangeven op welke wijze zij zal toezien op de naleving van de leverplicht voor huurlijnen. De beleidsregels zijn het gevolg van de lange levertijden van KPN. Als bestelde huurlijnen niet binnen vijfentwintig dagen geleverd worden, is er sprake van niet-levering en wordt de leverplicht overtreden. OPTA kan dan op basis van haar bevoegdheden handhavings-maatregelen nemen.

Beslissing gebruik geografische nummers

OPTA past het besluit over het gebruik van geografische nummers aan. Op 22 maart 2001 besliste OPTA dat het gebruik van geografische nummers buiten het netnummergebied waarvoor

ze zijn toegekend nog dit jaar moet eindigen. Deze bepaling leidde tot een aantal vragen van operators. Ter verduidelijking paste OPTA op 18 mei 2001 de beslissing aan.

De beslissing van 22 maart leidde tot onduidelijkheid over het doorschakelen tijdens calamiteiten en over doorrouteren. Doorrouteren is het doorschakelen van een gesprek naar een ander nummer, bijvoor-beeld door middel van *21.

CALAMITEITEN

OPTA heeft geen bezwaar tegen het door-schakelen van telefoonverkeer naar een

call center bij calamiteiten. Als

bijvoor-beeld de telefooncentrale van een bedrijf uitvalt, kan het telefoonverkeer tijdelijk worden doorgeschakeld naar een call

center, ook als dat zich in een ander net-nummergebied bevindt.

DOORROUTEREN

(5)

waar-Bij het elektronisch zaken doen via inter-net, waar partijen fysiek onzichtbaar en vaak onbekenden van elkaar zijn, speelt de digitale handtekening een belangrijke rol. Als een leverancier bij een elektronische bestelling wil weten of de besteller werke-lijk degene is die deze beweert te zijn, is dat vast te stellen door een onafhankelijke partij die het vertrouwen van beide con-tractpartijen geniet. Deze zogenaamde Trusted Third Party (TTP) kan een

verkla-ring afgeven over de identiteit van een of beide partijen. Als zowel de TTP als de ver-klaring die zij afgeeft aan bepaalde eisen volgens de Europese richtlijn 1999/93/EU voldoet, is er sprake van een gekwalifi-ceerd certificaat.

VERTROUWEN IN NIEUWE TECHNOLOGIEËN

‘Brussel’ heeft onderkend dat elektronische handtekeningen het vertrouwen in en de algemene aanvaarding van nieuwe techno-logieën bevorderen en dat ze belemmerin-gen binnen de elektronische handel weg-nemen. Daarom is eind 1999 een richtlijn (1999/93/EU) vastgesteld die een gemeen-schappelijk kader schept voor elektronische handtekeningen. Volgens deze richtlijn moeten de EU-Lidstaten voor 19 juli 2001 de nodige wettelijke maatregelen treffen. Naar aanleiding hiervan is het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend.

Als het wetsvoorstel in deze vorm wordt aangenomen, gaat OPTA Trusted Third Parties registreren die gekwalificeerde certificaten aan het publiek aanbieden en deze gegevens publiceren in een openbaar register. Daarnaast ziet OPTA erop toe dat

de TTP’s én hun gekwalificeerde certificaten aan de eisen van de EU-richtlijn voldoen. Daarbij zal OPTA onder meer afstemmen met de sector, die ook via zelfregulering wil bevorderen dat aan de eisen van de EU-richtlijn wordt voldaan. De voorgestelde gezamenlijke inspanningen van alle betrok-ken partijen beogen de aanvaarding van elektronische handtekeningen in Nederland te vergroten.

Later dit jaar zal in Connecties dieper worden ingegaan op de ontwikkelingen

rond elektronische handtekeningen.K

Voorstel:

Digitale handtekening onder toezicht OPTA

OPTA moet partijen registreren die diensten rond digitale handtekeningen aanbieden en toezien op het naleven van de Europese wetgeving hierover. Dat staat in een wetsvoorstel dat staatssecretaris De Vries van Verkeer en Waterstaat op 18 mei aan de Twee-de Kamer heeft gestuurd. Het betreft hier alleen aanbieders die zogenaamde gekwalificeerde certificaten aanbieden.

aangepast

voor dit (lokale) nummer is bestemd. Dit is in strijd met het nummerplan.

MEER LEZEN?

De tekst van de brief van 18 mei is te vinden op www.opta.nl.

(6)

Denda wil met de abonneegegevens van KPN een telefonische abonnee-informatie-dienst aanbieden. OPTA besloot in april 2001 dat Denda Directory Services BV hier-voor geen aparte licentieovereenkomst met KPN hoeft aan te gaan en niet verplicht is tot een zekerheidsstelling van dertig cent per abonneegegeven. De klacht van Tele-knowledge is ook gericht tegen de handel-wijze van KPN inzake de levering van abonneegegevens.

TELECOM- ENMEDEDINGINGSWET

Teleknowledge kreeg in het verleden de abonneegegevens van KPN geleverd via de dienst ‘Turbogids’. Eind 1999 werd deze

Abonneegegevens voor gidsdiensten

OPTA ontving een nieuwe klacht over de weigering van KPN om

abonneegegevens te leveren aan derden. Teleknowledge voelt zich gedupeerd door KPN bij het opzetten van hun nieuwe dienstverlening, een gidsdienst. Deze klacht is vergelijkbaar met de zaak die Denda tegen KPN heeft aangespannen. OPTA besloot in april dat KPN verplicht is om abonneegegevens aan Denda Directory Services BV te leveren voor het opzetten van een telefonische abonnee-informatiedienst.

In december 2000 stuurde de gemeente Lelystad een brief van KPN op grond van de doorzendplicht in de Algemene wet bestuursrecht door aan OPTA. In deze brief uitte KPN bedenkingen tegen het feit dat de gemeente Lelystad KPN de opdracht had gegeven kabels te verleggen in de grond van de gemeente en dat KPN de kosten voor deze verlegging diende te dragen. OPTA nam het geschil in behandeling omdat zij daartoe bevoegd is sinds de Telecomwet van 1998.

In het verleden werden dit soort geschillen aan de burgerlijke rechter voorgelegd.

OP EIGEN KOSTEN

Artikel 5.7 van de Telecomwet bepaalt dat de aanbieder van een netwerk op eigen

kos-ten zijn kabels dient te verleggen als dit nodig is voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gedoogplichtige. Artikel 5.3 (van over-eenkomstige toepassing) biedt een geschil-procedure indien partijen niet tot overeen-stemming kunnen komen wie van beiden de kosten van het verleggen dient te dragen.

Volgens de Telecomwet mag een aanbieder van een netwerk kabels in de grond leg-gen zonder daarvoor een jaarlijkse vergoe-ding te betalen. In ruil hiervoor dient hij wel voor eigen kosten de kabels te verleg-gen indien de gedoogplichtige hem hier-toe verzoekt, in het geval van werken of (ver-)bouwen. De gedoogplichtige kan zo altijd over zijn grond beschikken op

de wijze die hem goeddunkt. Echter, de Telecomwet voorziet wel in een procedure waarin het college van OPTA kan worden verzocht uit te zoeken of het verzoek tot verlegging en de toewijzing van de kos-ten hiervan, terecht is. Zo wordt misbruik van de regeling tegengegaan.

Om tot een juist oordeel te kunnen komen heeft OPTA onderzocht hoe het begrip ‘overeenkomstige toepassing’ in artikel 5.7, derde lid, uit de Telecomwet moet worden gelezen. In de wet wordt dit begrip niet verklaard. De wetgever geeft de grondeige-naar de gelegenheid een heroverweging te maken over het gebruik van zijn grond, respectievelijk bouwwerkzaamheden te verrichten. Na een verzoek van de grond-eigenaar dienen de kabels dan ook direct te worden verlegd. Hieruit volgt dat het begrip ‘overeenkomstige toepassing’ niet anders gelezen kan worden dan dat als een aanbieder kennelijke bedenkingen uit tegen de kennisgeving van de gedoogplich-tige, deze bedenkingen gezien moeten worden als een verzoek om een beschik-king. Iedere andere interpretatie zou de

Geschil KPN-Lelystad

KPN moet kosten voor verleggen kabels zelf dragen

De gemeente Lelystad wil een riolering aanleggen en werkzaamheden uitvoeren

(7)

Klacht Teleknowledge

dienst echter opgeheven. Teleknowledge

diende eind maart 2001 een klacht in bij OPTA over de levering van abonneegege-vens door KPN. KPN zou niet bereid zijn tegen een kostengeoriënteerd tarief de abonneegegevens te leveren. Teleknow-ledge acht dit in strijd met de Telecommu-nicatiewet, in het bijzonder met artikel 43 van het Besluit ONP huurlijnen en telefo-nie (Boht). Tevens acht Teleknowledge het gedrag van KPN in strijd met de Mededin-gingswet. KPN heeft een machtspositie op de markt voor abonneegegevens en maakt daar, aldus Teleknowledge, misbruik van. Om deze reden is de klacht ook bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

aanhangig gemaakt. OPTA zal binnenkort een hoorzitting houden over deze zaak.

KOSTENGEORIËNTEERD

Momenteel loopt ook de beroepszaak van Denda en KPN tegen de beslissing van OPTA van 4 december 2000 over de ter-beschikkingstelling van abonneegegevens door KPN aan Denda voor het vervaardigen van telefoongidsen. Deze beslissing, waar-in OPTA bepaalde dat voor het leveren van abonneegegevens minder dan een halve cent per gegeven kostengeoriënteerd is, is genomen naar aanleiding van een eerder door Denda ingediende klacht tegen KPN. De rechter zal naar verwachting in juni

uit-spraak doen. De uitkomst daarvan is van belang voor de bovengenoemde zaak. De rechter buigt zich namelijk over de vraag welke prijs KPN mag vragen voor de levering van abonneegegevens en welke gegevens KPN op grond van de wet moet leveren.K

In Connecties 4 2001 staat een artikel over de klacht van Denda Directory Services BV over KPN met betrekking tot het leveren van abonneegegevens. De inhoud van het besluit wordt hierin verkort weergegeven.

in het leven geroepen geschilprocedure betekenisloos maken.

GEDOOGPLICHTIG?

De kennisgevingsbrief van de grondeigenaar aan de aanbieder stelt de geschilprocedure in werking. Het toetsingsmoment waarop wordt vastgesteld wie de gedoogplichtige is, is de periode waarop in deze brief wordt aangegeven dat de kabels moeten worden

verlegd. OPTA stelt dit vast, omdat de sys-tematiek van de Telecomwet ervan uitgaat dat de kabels direct moeten worden verlegd nadat de procedure is opgestart door de partij die verlegging van de kabels eist. Alle feiten die na het opstarten van de procedure plaatsvinden, inclusief over-dracht van eigendom, kunnen redelijkerwijs niet meer worden meegenomen bij de vaststelling wie als gedoogplichtige moet

(8)

Vanwege dreigende schaarste in de eerste carrierselectiereeks 16xy heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat per 1 sep-tember 2000 een tweede reeks nummers geopend, bestaande uit nummers met de samenstelling 10xyz.

KPN stelde september vorig jaar dat zij een half jaar nodig zou hebben om de wholesale-dienstverlening met deze nummers operationeel te maken. In april was dit nog steeds niet het geval. Daarop won OPTA informatie hierover in bij KPN. Deze Het consultatiedocument is gebaseerd op een onderzoek

naar de doelmatigheid van het gebruik van mobiele nummers, dat OPTA in oktober 2000 startte. Het voorstel van OPTA is om bij nieuwe aanvragen de beoordeling van de noodzaak om nieuwe nummers toegekend te krijgen, mede af te laten hangen van de wijze waarop reeds toe-gekende mobiele nummers gebruikt zijn. De motivering waarmee de mobiele nummers worden aangevraagd blijft echter de basis van de beoordeling van een aanvraag. Met de voorgestelde wijzigingen draagt OPTA bij aan haar transparant en non-discriminatoir uitgiftebeleid.

TEKORT

Aanleiding tot het onderzoek van OPTA is een dreigend tekort aan mobiele nummers als het tempo waarmee deze nummers worden uitgegeven gelijk blijft. In een half jaar tijd is het aantal uitgegeven mobiele nummers gegroeid van 26 naar 36 miljoen. Het aantal gebruikers groeide van 9 miljoen naar ruim 11 miljoen. Trendanalyse laat zien dat bij een voortzetting van het huidige tempo waarmee mobiele nummers worden uitgegeven, gecombi-neerd met de huidige ontwikkelingen op de mobiele markt, de (potentieel) beschikbare voorraad 06-nummers van 76 miljoen binnen twee jaar niet langer toereikend is. De dreigende schaarste is voor OPTA aanleiding om haar

beleid en de transparantie van de uitgifte van mobiele nummers te evalueren. Inmiddels is de discussie over mogelijke oplossingen voor het dreigende tekort volop aan de orde. Het Directoraat-Generaal voor Telecommunicatie en Post van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGTP) onderzoekt mogelijke lange-termijnoplossingen voor het

tekort aan nummerruimte. OPTA ondersteunt het zoeken naar oplossingen vanuit haar opdracht de doelmatig-heid van nummergebruik te bewaken.

DOELMATIGHEID TER DISCUSSIE

OPTA voerde in het kader van het onderzoek naar de doel-matigheid van het gebruik van mobiele nummers gesprek-ken met de mobiele operators en onafhankelijke service providers. Gesproken werd over de bestaande problematiek en eventuele oplossingen hiervoor. OPTA heeft een aantal factoren geïdentificeerd die van invloed zijn op het nood-zakelijke aantal mobiele nummers, bijvoorbeeld het gebruik van mobiele nummers voor netwerkgebonden voice-mail toepassingen, het afnemen van meerdere diensten per telefoon, maar ook de doorlooptijd van een aanvraag. Op grond van deze factoren heeft OPTA getracht een norm vast te stellen waarbij het gebruik van mobiele nummers in elk geval doelmatig is.

OPTA heeft het uitgiftebeleid voor mobiele nummers onder de loep genomen naar aanleiding van een dreigend tekort aan deze nummers. Hieruit bleek onder andere dat het gebruik van mobiele nummers niet doelmatig is en dat normering hiervan een rol kan spelen in het uitgifteproces. OPTA wil het uitgiftebeleid herzien. Doel-stelling van deze herziening is onder andere dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat voldoende tijd heeft om tot lange termijn oplossingen te komen voor het dreigende tekort. Dat schrijft OPTA in een consul-tatiedocument dat op 23 mei 2001 is gepubliceerd.

KPN kan carrierselectiecode 10xyz aansluiten

Nieuw consultatiedocument

Gebruik mobiele nummers kan wellicht do

Carrierselectie via 10xyz is technisch mogelijk. KPN komt tot deze conclusie na het recent testen van de carrier-preselectie via 10xyz met het bijbehorende voice-response-systeem. Voor de commerciële beschik-baarheid van deze dienst is KPN afhankelijk van een concurrerende marktpartij die samen met KPN het

(9)

Uit de gesprekken is ook duidelijk naar voren gekomen dat operators de zekerheid willen hebben dat mobiele nummers altijd beschikbaar zijn, zodat hierdoor geen verstoring van operationele activiteiten en de ontwikkeling van plannen kan ontstaan. De conclusie die OPTA hieruit heeft getrok-ken is dat zij haar rol op het gebied van het toegetrok-kennen van nummers duidelijker moet neerzetten. De zorg van DGTP voor voldoende ruimte binnen het nummerplan, samen met doelmatig nummerbeheer door OPTA, waarborgt immers de beschikbaarheid van nummers. De normering die OPTA voorstelt met betrekking tot de doelmatigheid van

het gebruik van mobiele nummers heeft hierbij een ondersteunende functie.

De uiteindelijke beslis-sing op een aanvraag zal blijven plaatsvinden binnen de plicht tot faciliteren die OPTA heeft met betrekking tot nummerbeheer. Dat wil zeggen dat er een harde randvoorwaarde bestaat: partijen die nummers werkelijk nodig hebben dienen deze toegekend te krijgen. Uitgangspunt is dat partijen die aan de norm voldoen veelal kunnen volstaan met de gebruikelijke motivering om aan te tonen dat zij extra mobiele nummers nodig hebben. Partijen die niet aan de norm voldoen zullen echter bij een aanvraag uitge-breider dan tot op heden moeten motiveren waarom er toch noodzaak bestaat voor extra mobiele nummers.

De voorgestelde wijzigingen in het uitgiftebeleid voor mobiele nummers, alsmede de grondslagen voor en het gebruik van de doelmatigheidsnorm, worden momenteel geconsulteerd. Belangstellenden die het consultatiedocu-ment niet per post hebben gehad kunnen het op de web-site van OPTA bekijken of telefonisch (070-3159232) dan wel per e-mail (T.vanderZee@OPTA.nl) aanvragen bij het secretariaat van de afdeling Nummers en Registraties. K

zegt bereid en in staat te zijn de benodigde diensten te leveren aan een concurrent die 10xyz nummers heeft.

NIET BEVREDIGEND

Carrierselectie is volgens de telecommunicatiewet een vorm van bijzondere toegang. KPN is als partij met aanmerkelijke marktmacht op het gebied van de vaste telefonie verplicht te voldoen aan redelijke verzoeken van andere partijen om

toe-gang tot haar netwerk. De lange duur tussen het moment dat de minister nieuwe nummers beschikbaar stelt voor een dienst en het moment dat marktpartijen deze dienst daadwerkelijk aan de KPN-abonnees kunnen gaan aanbieden is niet bevredi-gend. Binnenkort zullen medewerkers van OPTA met ambtenaren van het ministerie (DGTP) in overleg treden om te onderzoeken of hierin verbetering kan worden gebracht. K

Verlenen bijzondere toegang te traag

(10)

OPTA ontving 16 februari 2001 van de Stichting Pallandt van Keppel een verzoek op grond van art. 5.3. van de Telecomwet, waarin de Stichting bedenkingen uitte tegen de aanleg van een interlokale kabel van KPN Telecom B.V. in haar grond. KPN maakte aanspraak op de gedoogplicht zoals deze geregeld is voor andere dan openbare grond en beschreven in art. 5.1. van de Telecomwet. De ontvangst van het verzoek van de Stichting betekende dat KPN de voorgenomen werkzaamheden moest opschorten. De onbe-voegdheid van OPTA bleek tijdens de procedure.

GEDOOGPLICHTIG?

Voordat OPTA toekwam aan het behandelen van de beden-kingen van de Stichting, diende vast te staan of de Stich-ting daadwerkelijk gedoogplichtig is en KPN terecht aan-spraak maakte op toegang tot de grond van de Stichting. Dit betekent dat OPTA gekeken heeft naar de volgende

punten, die voortvloeien uit het gestelde in de artikelen 5.1 en 5.3 van de Telecomwet:

K de aanbieder moet een aanbieder zijn van een openbaar telecommunicatie- of een omroepnetwerk;

K de aan te leggen kabels moeten ten dienste komen van netwerken als voornoemd;

K de kabels moeten interlokaal dan wel internationaal van aard zijn;

K de grondeigenaar moet gedoogplichtig zijn zoals bedoeld in art. 5.1, tweede lid;

K de aanbieder moet gestreefd hebben naar het bereiken van overeenstemming met de gedoogplichtige, doch hierin niet zijn geslaagd.

Het bovenstaande geldt voor alle geschillen die op grond van art. 5.3 worden aangemeld.

OPTA stelde vast dat het stuk grond van de Stichting waarin KPN haar kabel wilde aanleggen uitgezonderd is van de gedoogplicht. Het betreft een afgesloten (kasteel)tuin die met bewoonde percelen één geheel vormt. Voor die stichting geldt dan ook niet een gedoog-plicht in het kader van de Telecomwet. Hierdoor kwam OPTA niet toe aan een toetsing van de bedenkingen van de Stichting met betrekking tot de plaats en de wijze van uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden van KPN. Wel stelde het college vast dat KPN ten onrechte op basis van de Telecomwet aanspraak maakt op toegang tot de grond van de Stichting Pallandt van Keppel. K

Besluit Pallandt van Keppel

Kabels in kasteeltuin niet onder gedoogplicht

KPN Telecom B.V. mag niet met een beroep op de Telecomwet een interlokale kabel aanleggen in de grond van de Stichting Pallandt van Keppel in de gemeente Hummelo en Keppel. De Stichting heeft geen gedoogplicht omdat KPN de kabel wil aanleggen in een afgesloten (kasteel)tuin die één geheel vormt met een bewoond perceel. Op grond hiervan is OPTA onbevoegd een beschikking te nemen over dit geschil.

(11)

Enkele maanden geleden ontving OPTA veel klachten over het ongevraagd versturen van commerciële sms. OPTA startte hierop een onderzoek met als doel te bezien of zij hier zelf tegen zou moeten optreden. Besloten werd dit voorlopig niet te doen. Daarvoor zijn twee redenen.

ZELFREGULERINGSCODE

Ten eerste werkt het bedrijfsleven aan een zelfreguleringscode, een soort gedragscode voor het verzenden van sms-berichten voor reclamedoeleinden.De opstellers van deze code gaan er van uit dat ontvangers die niet van commerciële oproepen zijn gediend zich moeten kunnen verweren.

Voor de bescherming van de privacy van de eindgebruikers geldt een opt-out regeling. De eindgebruiker moet dan zelf aangeven dat hij of zij geen reclame via sms wenst te ontvangen. Via zogeheten antwoorden-bestanden wordt bijgehouden welke eind-gebruikers geen reclame via sms willen ontvangen. De verzenders moeten deze bestanden raadplegen voordat zij commer-ciële sms versturen.

Het bedrijfsleven streeft ernaar de zelf-reguleringscode onder te brengen bij de Stichting Reclame Code (SRC) waardoor de code algemene gelding in Nederland krijgt. Dit is bijvoorbeeld ook gebeurd bij de door het bedrijfsleven opgestelde code voor het

verzenden van reclame via e-mail. Doordat het bedrijfsleven zelf met een code komt waarin het ongevraagd verzenden van com-merciële sms geregeld wordt, vindt OPTA het niet nodig om nu zelf maatregelen te nemen. Bovendien kan het naast elkaar bestaan van maatregelen door OPTA en deze code inefficiënt zijn en onduidelijk-heid in de markt teweeg brengen. OPTA stelt als voorwaarde dat de code een algemene werking heeft, effectief is en voldoende bescherming biedt aan de eind-gebruikers.

PRIVACYRICHTLIJN

Daarnaast is het voorlopig afzien van maatregelen van OPTA voor commerciële sms gebaseerd op de voorgestelde wijzi-ging van de Europese bijzondere privacy-richtlijn 97/66/EG. In dit voorstel van de Europese Commissie wordt de bepaling over het recht van eindgebruikers om ongevraagde oproepen voor reclamedoel-einden te weigeren uitgebreid. In dit kader heeft het kabinet ook te kennen gegeven dat naast e-mail ook andere vormen van elektronische communicatiemiddelen zoals sms onder een opt-in regeling moeten val-len. De verzenders moeten bij een opt-in regeling expliciet toestemming aan de eindgebruiker vragen voordat zij de com-merciële sms versturen. Momenteel is ech-ter nog niet duidelijk welk wettelijk regime van toepassing zal zijn.

In afwachting van de toekomstige regelge-ving en de effectiviteit van de verwachte zelfreguleringscode, zal OPTA voorlopig zelf geen maatregelen nemen tegen ongevraag-de commerciële sms. OPTA zal ongevraag-de werking van de code blijven volgen, eventueel op basis van klachten die eindgebruikers bij haar indienen. Indien daartoe aanleiding bestaat kan OPTA besluiten alsnog maatre-gelen te nemen. Overigens kan iedere eind-gebruiker op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens altijd verzet aantekenen bij degene die verantwoordelijk is voor het gebruik van zijn gegevens voor commercië-le doecommercië-leinden. Het Colcommercië-lege Bescherming Persoonsgegevens, voorheen de Registra-tiekamer, is de instantie die toeziet op de naleving van deze wet. De Registratieka-mer heet sinds het inwerking treden van de wet bescherming persoonsgegevens het College Bescherming Persoonsgegevens.K

In connecties nr. 1 2001, heeft OPTA aan-dacht besteed aan het ongevraagd ontvan-gen van sms-berichten voor reclamedoel-einden.

Commerciële sms’jes aan banden

Zelfreguleringscode in de maak

(12)

In de gids en abonnee-informatiedienst moeten gegevens van de abonnees van alle aanbieders van telefoondiensten zijn opge-nomen. Ex-monopolist KPN heeft als enige partij de wettelijke verplichting deze infor-matie ter beschikking te stellen, bijvoor-beeld via het 0900-8008nummer. Een uit-zondering zijn de gegevens van de abon-nees die hebben aangegeven dit niet te willen.

EXTRA VOORWAARDEN

Uit consultatie van aanbieders van vaste en mobiele telefoondiensten is OPTA gebleken dat een aantal partijen moeite

heeft met de extra voorwaarden die KPN stelt aan opname van abonneegegevens in de telefoongids en abonnee-informa-tiedienst. Extra voorwaarden zijn bijvoor-beeld de kosten die KPN bij de aanbieders die de informatie aanleveren in rekening brengt en de wijze van de aanlevering van de gegevens. Dat is de reden dat sommige partijen geen abonneegegevens aan KPN willen leveren, waardoor de universele telefoongids en abonnee-informatiedienst niet tot stand komt.

De telefoongids en abonnee-informatie-dienst zijn door de wetgever als

univer-Mogelijk last onder dwangsom

KPN en abo

KPN voldoet niet aan haar wettelijke verplichting om een telefoongids

te publiceren en een abonnee-informatiedienst ter beschikking te

stellen waarin alle voorgeschreven telefoonnummers (onder andere vast

en mobiel) zijn opgenomen. OPTA overweegt daarom KPN een last onder dwangsom op te leggen.

In juli 2000 signaleerde OPTA dat de RIA op een aantal punten niet voldeed aan de eisen die de Telecommuni-catiewet stelt. KPN kreeg toen van OPTA de mogelijk-heid de RIA op de genoemde punten te wijzigen. Als KPN geen of onvoldoende gevolg zou geven aan de door OPTA opgedragen aanpassingen, en daarmee naar het oordeel van OPTA onderdelen in de RIA hand-haaft die in strijd zijn met de Telecommunicatiewet, zou OPTA zo nodig gebruik maken van het haar ter beschikking staande wettelijk instrumentarium. Na bestudering van de door KPN doorgevoerde wijzigingen moet OPTA concluderen dat KPN op een aantal onderde-len de RIA onvoldoende heeft aangepast. Om er voor te zorgen dat KPN alsnog haar RIA zodanig wijzigt dat de door het college op deze onderwerpen geconstateerde

Last onder dwangsom voor KPN

Collocatiediensten ontbreken in Referentie Int

KPN moet collocatiediensten die worden geleverd ten behoeve van interconnectie, opnemen in haar ‘Referentie Interconnectie Aan-bieding’ (RIA). De RIA, een catalogus van de mogelijkheden, voorwaarden en tarieven die KPN op het gebied van interconnectie aan haar concurrenten kan leveren, moet het complete aanbod op het gebied van interconnectie omvatten. Daaronder vallen ook de collocatiediensten die KPN zegt specifiek te leveren ten behoeve van interconnectie.

strijdigheid met de wet wordt opgeheven, is er naast het voeren van besprekingen door OPTA een juridisch traject ingezet.

VOORAANKONDIGINGEN EN LAST ONDER DWANGSOM

In het kader van het juridische traject heeft OPTA afge-lopen maart een drietal zogeheten vooraankondigingen van een last onder dwangsom* aan KPN verstuurd. KPN heeft naar aanleiding van deze vooraankondigingen haar reactie kunnen geven. Met betrekking tot collocatie in samenhang met interconnectie geeft KPN aan het niet eens te zijn met het standpunt van OPTA. Volgens KPN beperkt het begrip interconnectie zich tot de fysie-ke koppeling van telecommunicatienetwerfysie-ken en het afleveren van telefoonverkeer op die netwerken (de zogeheten ‘terminating access’). Collocatie in samen-hang met interconnectie hoort daar volgens haar niet bij en dus vindt KPN dat een dergelijke dienst ook niet in haar RIA behoeft te worden opgenomen.

(13)

sele dienst gedefinieerd in het kader van het algemeen maatschappelijk belang. Voor de gebruiker is het van belang dat zijn nummers in de telefoon-gids of abonnee-informatiedienst wor-den opgenomen, zodat anderen hem makkelijk kunnen bereiken. Bovendien wordt met een dergelijke maatregel de concurrentie op de telecommunicatie-markt bevorderd. Een potentiële klant zal immers in veel gevallen sneller kiezen voor een telefoondienst waarbij zijn nummer wordt opgenomen in een algemeen beschikbare gids, dan voor een dienst waar dit niet het geval is.

PLICHT

Aanbieders van vaste en mobiele telefoon-diensten hebben de plicht om op verzoek van KPN abonneegegevens ten behoeve van de beschikbaarstelling van de tele-foongids en abonnee-informatiedienst te leveren. Hiervoor mogen ze aan KPN een kostengeoriënteerde vergoeding vragen. Andersom mag KPN de aanbieders niet ver-plichten een vergoeding te betalen voor het publiceren van de aangeleverde gege-vens.

Het college van OPTA constateert dat KPN alle middelen in handen heeft om

publica-tie van de telefoongids en de beschikbaar-stelling van de abonnee-informatiedienst te realiseren, maar dit desalniettemin niet doet. Het college overweegt daarom KPN een last onder dwangsom op te leggen om ervoor te zorgen dat KPN haar verplichtin-gen nakomt. Op 16 mei is KPN door het college formeel gehoord over de vooraan-kondiging van de last onder dwangsom. De zienswijze die in deze hoorzitting door KPN is gepresenteerd zal door het college in het vervolgtraject worden meegenomen.

K

nneegevens

nu binnen vier weken na dagtekening van het dwang-sombesluit een RIA bekend te maken en aan OPTA voor te leggen, waarin collocatiediensten die KPN levert ten behoeve van interconnectie worden aangeboden.

NADERE BESPREKINGEN

Met betrekking tot de twee eerdere vooraankondigingen geeft KPN aan op bepaalde wijze alsnog aan het RIA-oordeel tegemoet te willen komen. De reactie van KPN vormt voor OPTA aanleiding om thans nog niet over te gaan tot het opleggen van dwangsommen. Er zullen concrete afspraken gemaakt moeten worden over wan-neer KPN alsnog concreet haar RIA op deugdelijke wijze zal aanpassen. Mocht dit tot onvoldoende resultaten leiden, dan legt OPTA alsnog een dwangsom op.

Het oordeel van 28 juli 2000 over de RIA door OPTA en de tekst van het volledige dwangsombesluit collocatie in samenhang met interconnectie is te vinden op de website van OPTA: www.opta.nl.

* Interconnectie op het niveau van nummercentrales, inter-connecterende huurlijnen en collocatie in samenhang met interconnectie.K

(14)

Internationale ontwikkelingen

Het Ierse Hof deed onlangs twee uitspraken over de vraag of de nationale mobiele operator Eircell misbruik heeft gemaakt van een mogelijke machtspositie conform art. 82 van het EU-Verdrag. In zijn uitspraak past het Hof de termen single dominance, joint dominance en

essential facility toe van het algemene

mededingings-recht. Het Hof concludeert dat Eircell geen machtsposi-tie inneemt op de markt, ondanks een marktaandeel van 60 % en de aanwezigheid van maar één concurrent (Esat Digifone). Bepalend voor deze conclusie is onder andere dat het marktaandeel van Eircell in vier jaar tijd is gedaald van 100% naar 60%. Bovendien kunnen toetre-dingsbarrières voor potentiële concurrenten gecompen-seerd worden door de afwezigheid van barrières voor uitbreiding van de omzet.

In een eerdere uitspraak in dezelfde zaak had het Hof aangegeven dat de infrastructuur van Eircell niet beschouwd kan worden als een essential facility en dat er geen bewijs is voor het bestaan van joint dominance, een gezamenlijke machtspositie van Eircell en zijn con-current. In tegenstelling tot de eerdere Gencor-uitspraak beschouwt het Ierse Hof marktstructuren die een stil-zwijgende overeenkomst tussen ondernemingen bevorde-ren als inadequaat bewijs voor het bestaan van een gezamenlijke machtspositie. Het Hof verwerpt daarmee het argument van de klagende partij Meridian dat een gezamenlijke machtspositie hetzelfde zou zijn als een stilzwijgende overeenkomst tussen ondernemingen. Een gezamenlijke machtspositie vereist dat ondernemingen optreden op de markt als waren zij een eenheid. De Ierse uitspraak kan een belangrijk precedent worden voor de toekomstige mogelijkheden van marktregulering van grote marktpartijen, omdat zowel in het nieuwe

ONP-kader als in het algemene mededingingsrecht het begrip machtspositie centraal staat.

Verder heeft Ierland nieuwe wet- en regelgeving voor liberalisering van de postsector in voorbereiding. De Ierse telecomautoriteit ODTR organiseert daarom een consultatie over het toezicht op de postmarkt. Bedoeling is dat de huidige monopolist, An Post, te maken krijgt met een duidelijk en stabiel wettelijk kader. Consumenten moeten voldoende beschermd worden tegen tarieven die ofwel onredelijk hoog zijn, danwel zodanig laag dat con-currerende aanbieders uit de markt worden gedrukt. K

Duitsland – besluiten RegTP

De Duitse toezichthouder RegTP nam eind maart vier beslui-ten, die direct effect hadden op de concurrentie op het lokale aansluitnet. Eenmalige én maandelijkse tarieven voor de verhuur van lokale aansluitlijnen voor concurrerende aanbieders werden in prijs verlaagd. Ook bepaalde RegTP welke voorwaarden er moeten gelden voor het gedeeld gebruik van lokale aansluitlijnen. Als gevolg van dit besluit kunnen eindgebruikers vanaf september ook bij andere bedrijven terecht dan bij Deutsche Telekom voor het afwik-kelen van hun breedband-internetverkeer. Verder heeft RegTP bepaald dat Debitel netwerktoegangsdiensten, die Debitel op haar beurt weer betrekt bij Deutsche Telekom, mag doorverkopen aan andere bedrijven. Tenslotte kwam RegTP met het bericht dat het onderzoek, dat door haar werd ingesteld naar de prijsstelling van T-DSL diensten door Deutsche Telekom, is afgerond. Volgens RegTP is niet aan-getoond dat de prijs voor deze supersnelle DSL diensten onacceptabel laag is. K

Ierland – uitspraken Ierse Hof

Sonera, de Finse ex-monopolist, is door toezichthouder TAC verplicht gesteld om haar interconnectietarieven voor het afwikkelen van verkeer op haar eigen mobiele netwerk te verlagen tot

kostenni-veau. Wettelijk gezien hoeven andere mobiele telefonie-aanbieders alleen de daadwerkelijke kosten voor het gebruik van het netwerk van Sonera te betalen. TAC concludeerde echter op grond van

(15)

België – onderzoek privacyinbreuk door sms

De Belgische regering

onderzoekt of het versturen van reclameboodschappen via sms in strijd is met de Belgische wet op de privacy. Aanleiding is een proef van Proximus, dochter van staatsbedrijf Belgacom, dat vorige week naar abonnees een sms-reclameboodschap stuurde. De boodschap luid-de: ‘Zin in een avondje bioscoop voor weinig geld? Mis de Proximus Film Expe-rience niet! Op 23/4 om 20 uur, alle films voor maar 120 Belgische frank in elke Kinopolis-bioscoop.’ Het experiment leidde tot kamervragen. De verant-woordelijke ministers beloofden hierop een onderzoek in te stellen. Het sturen van faxberichten met een dergelijke bood-schap is verboden, terwijl marketing en reclame per telefoon wel is toegestaan. Minister van Telecommuni-catie en overheidsbedrijven en participaties, Daems, heeft zich niet uitgesproken over het beleid van Proxi-mus, maar zei wel dat de oude telecomwet van begin jaren negentig enige ‘obso-leetheid’ vertoonde. Zijn collega van Economische Zaken Picque kondigde aan

dat hij een Europese richt-lijn in nationale wetgeving gaat omzetten, die de invoering van een zoge-heten opt-in of opt-out systeem mogelijk maakt. Daarbij kunnen consumen-ten tevoren aangeven of ze wel of niet gediend zijn

van het ongevraagd ontvangen van reclame-boodschappen.

Een woordvoerder van Proximus stelde dat de verzonden sms-berichten slechts een proef waren: ‘Normaal versturen we alleen algemene informatie.

(16)

Informatie en sollicitatie

Vacatures zijn voltijdfuncties, tenzij anders aangegeven. Een vierdaagse werkweek is bespreekbaar. Vervulling deeltijd kan in sommige gevallen in overweging worden genomen. Documentatie en informatie over de vacatures zijn verkrijgbaar bij Lard de Vries (P&O), telefoon (070) 315 92 75. Voor nadere informatie over OPTA kunt u ook de website raadplegen: www.opta.nl.

Reacties kunt u, onder vermelding van het vacaturenummer, richten aan: OPTA, P&O Postbus 90420,

2509 LK Den Haag.

Solliciteren kan ook per email: P&O@opta.nl.

OPTA vacaturebank

Vanaf 10 mei moeten KPN-abonnees betalen voor de voicemaildienst. Hiertoe kregen zij 1 mei een brief thuis-gestuurd. Niet alleen over de wijziging zelf, ook over de termijn waarbinnen deze is doorgevoerd kwamen veel klachten binnen.

OPTA heeft de tarifering goedgekeurd. Het tarief is kostengeörienteerd, zoals de telecommunicatiewet vereist. KPN kan de voicemaildienst niet meer gratis aanbieden omdat de kosten hoger liggen dan de opbrengsten.

Ook kwamen er veel klachten binnen over het onvoldoende naleven van Algemene Voorwaarden. OPTA heeft echter geen bevoegdheden met betrekking tot deze klachten. Onder deze klachten bevinden zich bezwaren tegen het zogenaamde

‘open call-by-call zonder aanmelding pro-cedure ‘ van de carrier-selectieaanbieder 3U. Er is hierbij geen sprake van een schriftelijke overeenkomst. Het college van OPTA heeft 3U om een toelichting gevraagd. K

Top 10 klachten mei 2001

Positie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Onderwerp klacht Tarief voicemail KPN Algemene voorwaarden Onjuiste rekening Carrier preselectie Kabel

Privacy (sms /fax spam) Nummerportabiliteit

Mobiel/ wachttijd verwijderen simlock Internet (levertijd)

Overig (o.a. post)

Positie in april -2 1 9 6 8 7 3 -Percentage 42 13 9 8 7 6 5 4 3 3

Meewerken aan effectieve concurrentie op de post– en telecommarkt!

Vanwege uitbreiding van haar taken is OPTA op zoek naar kandidaten voor de functies van:

EJuridisch adviseurs(max. ƒ 105.000,– bruto per jaar)

E Adviseurs Eindgebruikersmarkt (max. ƒ 105.000,– bruto per jaar)

E Adviseur Interconnectie en Bijzondere Toegang(max. ƒ 105.000,– bruto per jaar)

E Senior adviseur Interconnectie en Bijzondere Toegang (max. ƒ 134.000,– bruto per jaar)

E Economisch specialist(max. ƒ 120.000,– bruto per jaar)

E Senior adviseur/ accountant Eindgebruikersmarkt (max. ƒ 134.000,– bruto per jaar)

E (Senior) Communicatieadviseurs(max. ƒ 105.000,– bruto per jaar)

E Adviseur Nummeruitgifte en registratieverlening(max. ƒ 105.000,– bruto per jaar)

E Secretaresses(max. ƒ 57.000,– bruto per jaar) Zie de website voor uitgebreide functieomschrijvingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De keuze van het onderwerp is sterk bepa lend voor de te betrekken actoren en voor de breedte van op loss ingsr icht ingen d ie worden

Op basis van deze resultaten heeft de commissie Sprokkereef in zijn rapportage aangegeven dat VTRR behoort bij de VT-organisaties, waarvan het vertrouwen bestaat dat deze per 1

Gelukkig hebben veel ouders en professionals een goed oog voor de signalen van hun kinderen, is er meer begrip voor de beperkingen en kunnen we psychische problemen steeds beter en

Vijf jaar geleden wilden ze misschien nog aardbeien, wanneer die in de winter in de supermarkt stonden, maar nu weten ze dat de herfst de tijd is van bie- ten en

Er is gekozen voor actualisatie van de energiebesparingsplicht als onderdeel van een breed pakket aan stimulerende en ondersteunende beleidsinstrumenten die al bestaan of

Er is gekozen voor actualisatie van de energiebesparingsplicht als onderdeel van een breed pakket aan stimulerende en ondersteunende beleidsinstrumenten die al bestaan of

‘Welke factoren hebben invloed op de productiviteit van de ontwikkelteams?’. Tussen de organisatie en het Customer Board is er al een bijeenkomst geweest om de factoren

meetsystematiek voor losse brieven en de meetsystematiek voor partijen brieven beiden deugdelijk zijn en dat de meetresultaten zoveel mogelijk vergelijkbaar zijn, zodat deze