Vragenlijst leerlingen.
Hallo,
Om je te helpen bij je studiekeuze werd er in de klas met het keuzewerkboek ‘Op Stap naar het SO’ gewerkt.
We willen graag weten wat je hiervan vond. Daarom stellen we hieronder enkele vragen over het werken met het keuzeboekje (deel 1). Daarna willen we weten wat je nu nog allemaal weet over het secundair onderwijs (deel 2). Lees elke vraag aandachtig en beantwoord alle vragen. Probeer de vragen rustig voor jezelf te beantwoorden zonder daarbij met andere leerlingen te praten. Als je het antwoord niet weet, laat je de vraag open.
Je antwoorden kunnen je leerkracht, je clb-medewerkers en het Op-Stap-team helpen om een nog beter keuzewerkboekje te maken en jou en je ouders nog beter te
steunen in je studiekeuze.
Vul eerst deze gegevens in:
De datum van vandaag is : ..../…. /….
Mijn voornaam is :
...
Mijn achternaam
is: ...
Mijn klas: ……….
Deel I:
Het is de bedoeling dat je bij elke zin het antwoord aanduidt dat het beste past bij jou. Kruis bij elke zin maar één antwoord aan.
Deze zinnen gaan over wat je van het keuzewerkboek ‘Op Stap’ vond.
Helem aal niet
Niet waar
Soms niet waar
/
Waar Helem aal waar
1. 1k vond het figuurtje de‘Opstapper’
leuk.
2. 1k vond dat er te veel opdrachten
waren.
3. 1k vond de opdrachten te moeilijk.
4. 1k vond de opdrachten plezierig.
5. 1k vond dat er te weinig opdrachten
6. 1k vond de opdrachten saai.
7. 1k vond de opdrachten te
8. 1k vond de opdrachten duidelijk.
9. 1k heb veel geleerd van de
10. 1k vond het leuk dat er veel
afwisseling was in de
De volgende vragen gaan over hoe leerrijk het Keuzewerkboek ‘Op Stap
naar het SO’ voor je was.
Het is belangrijk dat je hier aangeeft wat je door ‘Op Stap naar het SO’
hebt gedaan of bijgeleerd. Kruis bij elke zin maar één antwoord aan.
Het Keuzewerkboek …
Helem
aal niet
Nie t waa
Soms waar niet
/
Waar Helem aal
1. … heeft me doen beseffen dat ikwaar
een
belangrijke keuze moet 2. … heeft me geholpen om na te denken over
wat ik goed en minder goed 3. … heeft me geholpen om na te denken over
4. … heeft me geholpen om na te denken over
mijn studie-aanpak
5. … heeft me geholpen bij het opzoeken van
6. … heeft me geholpen bij het opzoeken van
informatie over de structuur van het
7. … heeft me geholpen bij het opzoeken van
informatie over wat je kan kiezen in het
8. … heeft me geholpen een studiekeuze te
9. … heeft me zekerder gemaakt over mijn
studiekeuze voor het SO.
2
Blader nog eens door je keuzewerkboek.
Geef 2 opdrachten (met paginanummer) die je heel leuk vond.
p. : p. :
Geef 1 opdracht (met paginanummer) die je niet zo leuk vond.
p. :
Geef 2 opdrachten (met paginanummer) waaruit je veel hebt bijgeleerd.
p. : p. :
Geef 1 opdracht (met paginanummer) waaruit je niet veel hebt bijgeleerd.
p. :
___________________________________________________
Deel 2:
Deze vragen gaan over wat je nu nog weet over het secundair onderwijs.
Lees elke vraag aandachtig en beantwoord alle vragen.
Beantwoord de vragen in de volgorde waarin ze
verschijnen en ga niet meer terug naar een vorige pagina wanneer je die hebt omgedraaid.
Hier gaan we …
Vul de antwoorden in op de lijntjes.
1) In het 1e leerjaar van het secundair onderwijs kan je kiezen tussen twee soorten leerjaren. Geef de naam van de twee soorten leerjaren.
1.
2.
2) In het 2e leerjaar van het secundair onderwijs kan je kiezen tussen twee soorten leerjaren. Geef de naam van de twee soorten leerjaren.
1.
2.
3) In het secundair onderwijs bestaan er vier onderwijsvormen. Geef van elke onderwijsvorm de afkorting en de volledige benaming.
1. afkorting:
volledige naam:
2. afkorting:
volledige naam:
3. afkorting:
volledige naam:
4. afkorting:
volledige naam:
4) De leerjaren van het secundair onderwijs worden ingedeeld per 2 leerjaren.
Hoe noem je zulke
2 leerjaren samen?
5) In het secundair onderwijs krijg je op het einde van elk schooljaar een attest. Er zijn drie soorten attesten. Geef de naam van elk attest en leg uit wat ze betekenen.
1. naam:
uitleg:
2. naam:
uitleg:
3. naam:
uitleg:
4
6) Geef 2 verschillen tussen het 1e leerjaar A (1A) en het 1e leerjaar B (1B)?
1.
2.
7) In het 1e leerjaar A bestaan er 5 keuzegedeeltes. Geef de naam van de 5 keuzegedeeltes.
1.
2.
3.
4.
5.
Duid aan of de volgende uitspraken juist of fout zijn door jouw keuze te omcirkelen.
8) Thomas behaalt op het einde van het 6e leerjaar geen getuigschrift basisonderwijs. Hij kan zomaar overgaan naar 1A.
A. Juist B. Fout
9) Samira start in 1A. Ze kan tijdens het schooljaar nog overstappen naar 1B.
A. Juist B. Fout
10) Kevin zit in het 2e leerjaar A en op het einde van het schooljaar heeft hij een B-attest .Kevin kan dan nog om het even welke studierichting kiezen.
A. Juist B. Fout
11) Jessie volgt het 1e leerjaar A en op het einde van het schooljaar heeft zij een C-attest. Zij mag dan overgaan naar het 2e leerjaar A.
A. Juist B. Fout
5
Hieronder staan een aantal vragen. Kruis maar één antwoord aan per vraag.
12) To
t welke leeftijd moet je verplicht leren (=
leerplicht) in België?
A. 14 jaar B. 15 jaar C. 16 jaar D. 18 jaar
13) Welke leerlingen krijgen in het 1e leerjaar Engels?
A. alle leerlingen B. sommige leerlingen C. geen enkele leerling
14) Arne is geslaagd in het 1e leerjaar B. Welke mogelijkheden heeft hij in het 2e leerjaar?
A. Hij kan enkel naar het Beroepsvoorbereidend leerjaar.
B. Hij kan naar het Beroepsvoorbereidend leerjaar of naar het 1e leerjaar A.
C. Hij kan naar het Beroepsvoorbereidend leerjaar of naar het 2e leerjaar (A) van de 1e
graad.
15) In het 2e leerjaar (A) van de 1e graad kiezen de leerlingen een:
A. onderwijsvorm B. studierichting C. keuzegedeelte D. basisoptie
Vul de antwoorden in op de lijntjes.
16) Van welke drie vakken krijgen de leerlingen in het 1e leerjaar B de meeste lesuren per week ?
1.
2.
3.
17) In het 1e leerjaar A kan je in het keuzegedeelte kiezen voor
“Technische vakken”. Geef 2 vakken die hiertoe kunnen behoren.
1.
2.
6
18) Nele leert een beroep in de sector van bijvoorbeeld haarzorg, kantoor, restaurant en keuken, schilderwerk en decoratie,… De praktijk krijgt meer aandacht dan het leren uit boeken. Nele kan
nog een zevende jaar volgen of gaan werken. Voor welke onderwijsvorm heeft Nele gekozen?
19) Maarten krijgt naast algemene vakken bijvoorbeeld ook chemie, elektromechanica, handel, of kleding, … Deze vakken oefent hij ook in de praktijk. Achteraf kan hij gaan werken of studeren.
Welke onderwijsvorm heeft Maarten gekozen?
20) Jens heeft interesse voor de vakken wiskunde, economie, talen en wetenschappen. Hij leert graag uit boeken en wil zeker hoger onderwijs volgen. Welke onderwijsvorm kiest Jens dan
best ?
21) Anna wil later balletdanseres worden. Welke onderwijsvorm kiest ze best
?
Dit was het dan . Dank je wel.
10
Deze vragenlijst is geïnspireerd op de vragenlijsten van Magali Vandewalle in het kader van haar Masterproef
aan het Centrum voor Schoolpsychologie ,K.U.Leuven.
11