• No results found

VRIJE BEELDENDE KUNST DERDE GRAAD KSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2006 LICAP BRUSSEL D/2006/0279/031. Vrije beeldende kunst: H1 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VRIJE BEELDENDE KUNST DERDE GRAAD KSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2006 LICAP BRUSSEL D/2006/0279/031. Vrije beeldende kunst: H1 1"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJE BEELDENDE KUNST

DERDE GRAAD KSO

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

september 2006 LICAP – BRUSSEL D/2006/0279/031

(2)

4.2 Vrije beeldende kunst (KV Vrije beeldende vorming)

De leerplandoelstellingen en leerinhouden zijn geen strak te volgen schema maar bieden de mogelijkheid vrije beeldende kunst te omkaderen. Ze laten ruimte voor een dynamische en creatieve aanpak van de leraar, voor samenspraak tussen de leraar en de leerling, voor “een samen op zoek gaan”. Het vormingsproces beoogt het ontwikkelen van een beeldende, creatieve, individuele en scheppende intelligentie. Vanuit een intuïtieve benadering en in vrijheid ontwikkelt de jongere zijn creativiteit en persoonlijkheid. Via de beeldende expressie ontwikkelt de jongere een directe relatie met zijn omgeving en het wereldgebeuren. Via het ontdekken en hanteren van technieken en materialen, via begrip van en inzicht in leert de jongere zijn ideeën en emoties visualiseren.

De doelstellingen en leerinhouden bieden de mogelijkheid tot een benadering gebonden aan de specifieke disciplines maar ook voor het verkennen en overschrijden van de grenzen van deze ateliers. Op basis van onderzoek, verkenning en experiment ontwikkelt de jongere een eigen (beeldende) taal waarin hij zich uit. Hij groeit in visueel en tactiel bewustzijn en vermogen. De jongere benadert de kunst vanuit de materiële en spirituele dimensie ervan.

De mogelijke technieken en materialen zijn zo talrijk dat elke lijst of opsomming bij voorbaat onvolledig is. Deze die in het leerplan worden opgesomd dienen dan ook als richtinggevend geïnterpreteerd te worden en niet als doel op zich. Niet alle technieken en materialen dienen aan bod te komen.

Gezien de milieuproblematiek bevelen we aan om waar mogelijk te evolueren naar milieuvriendelijke materialen(non-toxic).

LEERPLANDOELSTELLINGEN De jongere

1 werkt methodisch, gestructureerd en procesmatig met aandacht voor de feedback van de/het begeleidende leraar/lerarenteam.

2 bestudeert de mogelijkheden van de beeldtaal in zijn scheppend werk en neemt een eigen positie in.

3 streeft naar samenhang van inhoud, vorm, materiaal en techniek in zijn persoonlijk en artistiek werk.

4 maakt voortgang door het voortdurend ter discussie stellen van en reflecteren over het eigen werk en dat

van anderen.

5 ontwikkelt een visueel en tactiel geheugen.

6 beoogt een eerlijke, authentieke werkwijze.

7 volgt de instructies in verband met milieu, gezondheid en veiligheid op.

8 ontdekt, ervaart, bestudeert en verdiept zich in het picturale, de tekenkunst en het grafische.

9 onderzoekt en ervaart de complexiteit van het beeld via de media schilderkunst, en tekenkunst en grafiek.

10 ontdekt en duidt de uitdrukkingskracht van het beeld via de media schilderkunst, en tekenkunst en grafische kunst.

11 gaat betekenisgericht om met beelddragers, materie en techniek.

12 brengt kleur, vorm en grootte als te ordenen gegeven tot eenheid binnen het vlak.

13 ontdekt, ervaart en verdiept zich in de sculpturaliteit of driedimensionaliteit.

(3)

16 activeert zijn sculpturaal vermogen en bewustworden.

17 onderscheidt vormkarakters.

18 ontdekt en duidt de uitdrukkingskracht/de expressiviteit van de vorm.

19 gaat betekenisgericht om met materie, gereedschap en techniek.

Uitbreiding

20 verkent andere oplossingen voor gestelde beeldproblemen in zijn experimenteel en creatief proces en ontdekt er de beeldende mogelijkheden van.

21 maakt kennis met andere media als hedendaagse kunstuiting.

(4)
(5)

Hoofdstuk 1:

De verloren mal techniek

Klas: KSO 3e graad 1ste leerjaar Schooljaar: 2016-2017

Leerkracht: Durnez Pieter

(6)

Inleiding

In dit hoofdstuk volgen we aan de hand van een demonstratiefilm het volledige afgiet proces van een portret.

Eerst gaan we in op de essentiele voorbereidingen alvorens we de mal zelf maken.

Hierna kan de mal gedemonteerd worden en klaar gemaakt worden om vol te gieten en dusdanig het beeld te reproduceren.

De laatste stap, de meest spannende, het ontmallen. Zoals de naam doet vermoeden word de mal gebroken.

Na dit hoofstuk zal je inzicht hebben in de basis principes van het mouleren.

Hierna kan je aan de slag om je eigen creaties af te gieten!

We beginnen met een inleidende animatiefilm. In deze film zie je een animatie van het afgietproces met de breekmal.

Veel leer- en experimenteerplezier!

Inleidend filmfragment: https://www.youtube.com/watch?v=c97fahyPN8c

Demonstratiefilm:https://www.youtube.com/watch?v=m8oxbeDvb9o&feature=youtu.be

(7)

Inhoudsopgave

1. Voorbereidingen

1.1 De werkplaats pg 8

1.2 Benodigdheden pg 8

1.3 voorbereidende werkzaamheden pg 9

2. maken van de mal

2.1 Metalen plaatjes zetten pg 11

2.2 eerste helft maken pg 11

2.3 Voorbereiding tweede helft van de mal pg 12

2.4 tweede helft van de mal pg 12

2.5 mal openen pg 13

3. ingieten van de mal

3.1 voorbereidingen pg 14

3.2 inleggen van de malhelften pg 14

3.3 samenstellen van het beeld pg 14

4. ontmallen

4.1 verwijderen van de eerste malhelft pg 15

4.2 verwijderen van de tweede malhelft pg 15

4.3 retoucheren pg15

(8)

1. Voorbereidingen

Naast de fysieke inspanning, zeker als we grote beelden willen mouleren, moeten we ook heel geconcentreerd te werk gaan.

1.1 De werkplaats

Gips is ons basis materiaal. Werken met gips zorgt meestal voor veel stof en vuil. Toch kunnen we een te grote opkuis vermijden.

– Zorg ervoor dat enkel het nodige gereedschap aanwezig is, zo vermijd je extra reinigings werk

– bedek de boetseerstoel en de grond met plastiek

– op de vloer leg je best een oud tapijt. Dit absorbeert de gips die op de grond valt en vermijd dat we de hele ruimte bevuilen.

– Voorzie 1 plek waar je de gips aanmaakt en de gebruikte potjes kan reinigen. Een aparte wasbak met overloopbak is een grote meerwaarde.

1.2 Benodigdheden

Grondstoffen:

• Gips

• Jutte

• Vloerzeep (kijk goed op de verpakking of er lijnzaadolie inzit!)

• Pigment

• metalen plaatjes

Werkgerief:

• Voldoende potjes om gips aan te maken

• borstels om gips te spatten

• borstel om in te zepen

• spatel

• mirettes om klei te verwijderen

• plamuurmes

• waterverstuiver

• overloopbak

• hamer en beitels om te ontmallen

(9)

1.3 voorbereidende werkzaamheden

Wanneer we beginnen met het maken van de mal is het de bedoeling dat we in een keer kunnen doorwerken. Dit kunnen we als we alle voorbereidingen volledig getroffen hebben.

De kleivorm

Na het boetseren kan het zijn dat er kleine restjes klei op het beeld blijven plakken. Het is belangerijk dat deze zich niet met onze spatlaag kunnen vermengen. Anders is het risico op ongewenste bobbels in het definitieve beeld reëel.

Jutte snijden

Om vlot door te kunnen werken zullen we zoveel mogelijk materiaal voorbereiden.

Zo ook de jutte. We hebben zowel voor de verstevigingslaag van de mal als voor het verstevigen van het beeld zelf jutte nodig. Snij daarom genoeg jutte.

Voor de grote oppervlakken kunnen we grote lappen jutte snijden. Hiernaast hebben we ook genoeg kleine lapjes nodig om de details te verstevigen. Hiervoor te grote stukken gebruiken maakt de kans groot dat de verstevigingslaag niet goed aansluit op de detaillaag. Dit kan ertoe leiden dat we details verliezen wanneer we ontmallen.

Metalen plaatjes snijden

Deze plaatjes worden gebruikt om de eerste helft van de mal te maken.

We maken ze op voorhand om geen tijd te verliezen wanneer we gestart zijn.

Ook hier maken we een onderscheid tussen grotere plaatjes voor vlakkere stukken en kleine stukken om fijn te kunnen werken.

(10)

2. Maken van de mal

Onze mal bestaat uit twee helften. De scheidingslijn van de helften is het breedste punt van het beeld. Bij het afgieten van een portret zal dit normaliter vertrekken op de schouder, over het breedste punt van de hals en het gezicht (ter hoogte van de oren) gaan en zo over de voorste helft van het hoofd terug naar de andere schouder te gaan.

De exacte positie van deze lijn hangt sterk af van beeld tot beeld. Het kan dat we de lijn over het gezicht laten samenvallen met de haarlijn. Zodoende kunnen we de voeg beter camoufleren.

Iedere mal is maatwerk.

2.1 De metalen plaatjes zetten

De metalen plaatjes worden op de scheidingslijn aangebracht. Hiertegen word de eerste helft van de mal gemaakt. Bij het bepalen van de positie van deze lijn moeten we er over waken dat de twee helften een conische vorm hebben. De oren bijvoorbeeld moeten in beide helften zitten. Wanneer we de oren in 1 helft volledig steken zullen we moeilijkheden hebben om de mal open te doen.

2.2 Eerste helft maken

De spatlaag

In deze laag zitten alle details van het sculptuur.

We kleuren deze laag met pigment om het onderscheid tussen de mal en het beeld duidelijk te zien wanneer we de mal wegkappen.

We maken kleine porties gips aan die we vervolgens op de eerste helft van de kleivorm spatten. We beginnen met de fijnste details eerst. Dit doen we met fijne borstels.

Het is belangerijk om luchtbellen te vermijden, deze zorgen immers voor holtes in de detaillaag en tot bobbels op het uiteindelijke beeld. We doen dit door de gips open te blazen of door het beeld te trillen.

De juttelaag

Deze laag zal onze mal stevigheid geven.

We drenken de juttelappen eerst in water. Dit doen we om te voorkomen dat de jutte al het water uit de gips absorbeerd. Let erop dat de jutte ook niet te nat is. Te veel water in verhouding tot gips zal ervoorzorgen dat de gips niet meer stolt.

We drenken de jutte nu in gips. Neem voldoende gips op met de jutte. Dit zal de stevigheid van de mal ten goede komen. Net zoals bij de spatlaag starten we met de fijnste details en de kleinste lappen.

Afhankelijk van de grote van het portret zullen we twee a drie lagen leggen.

(11)

De scheidingsboord

Wanneer het volledige oppervlak bezet is met jutte dienen we de randen te verstevigen.

We maken nieuwe gips aan en laten die eventjes stollen tot we een vaste, bijna kneedbare pap hebben. Hiermee zetten we een boord van 2 a 3 centimeter tegen de metalenplaatjes.

Aan de onderste rand doen we hetzelfde. Zo garanderen we de stevigheid van de mal.

2.3 voorbereiding voor de tweede helft van de mal

Als de gips uitgehard is kunnen we de kleivorm klaarmaken om de tweede helft van de mal te maken.

We starten met het verwijderen van de gips aan de metaalplaatjes. Deze moeten volledig vrij zitten om ze gemakkelijk te kunnen verwijderen.

Wanneer we de plaatjes verwijderd hebben moeten we de gemaakte beschadigingen in de klei wegwerken. Doe dit zorgvuldig, zo zal de scheidingslijn in het eindresultaat niet storen.

Voor we de tweede helft kunnen zetten moeten we de rand van de eerste helft waterafstotend maken. Dit doen we met zeep op basis van lijnzaadolie. Met een borstel word de zeep op de gipsrand gezet. Dit mag een dikke laag zijn. We laten de zeep intrekken tot ze niet meer nat aanvoelt. Nu gaan we met een droge borstel de overtollige zeep verwijderen.

Het is heel belangerijk dat dit correct gebeurt. Te weinig zeep zal ervoor zorgen dat we de mal niet openkrijgen. Bij teveel zeep bestaat de kans dat de overtollige zeep zich vermengd met onze spatlaag waardoor deze laag waterafstotend word en onze juttelaag niet zal hechten.

2.4 tweede helft van de mal

Dit doen we op de zelfde manier van de eerste helft. Zie punt 2.2 .

(12)

2.5 mal openen

De mal is nu klaar. Nu kunnen we de mal openen. Dit doen we als volgt:

1) snij met een beitel of mes de gipsrand vlak.

2) Hier zal je een fijn lijntje zien waar de twee helften samenkomen.

3) Maak aan de bovenkant van de mal enkele inkepingen op de scheidingslijn.

4) Hier spuiten we water in. Het water zal een film vormen tussen de kleivorm en het gips van de mal.

5) Wanneer we voldoende water tussen de klei en de gips krijgen kunnen we de eerste helft van de mal voorzichtig lostrekken

Nu kunnen we de klei uit de mal halen. Dit doe je best met boetseermirettes. Let er goed op dat je de mal niet beschadigd, geduldig te werk gaan is een must!

(13)

3. ingieten van de mal

3.1 voorbereidingen

Onze mal is klaar. Nu kunnen we de positieve vorm gieten.

Vooraleer we hiermee starten controleren we de mal op klei restjes en kuisen we de mal op met voldoende water. Met een borstel halen we de sluier klei weg zodat we de gekleurde spatlaag helder zien.

Het inzepen van de mal

Willen we onze positieve gipsen vorm ook terug uit de mal krijgen dan moeten we de mal waterafstotend maken. Dit doen we net zoals we de gipsrand van de mal waterafstotend gemaakt hebben (zie punt 2.3).

Ook hier hetzelfde aandachtspunt: te weinig zeep maakt de gips niet waterafstotend genoeg, te veel zeep zorgt voor vermenging met de spatlaag waardoor deze laag zich afzet van de juttelaag!

3.2 het inleggen van de malhelften

We leggen beide helften naast elkaar vlak. Voor we het beeld samenstellen leggen we eerst de helften apart in. We zorgen ervoor dat we ongeveer 2 centimeter van de scheidingsrand vrijhouden van gips.

Het procédé van het inleggen is hetzelfde als van het maken van de mal (punt 2.2):

1) spatlaag zetten 2) juttelaag zetten

We laten de gips uitharden en kunnen nu de vrijgebleven rand reinigen van gips. We doen hetzelfde met de dikte kant van onze mal, daar waar de twee helften elkaar raken.

3.3 samenstellen van het beeld

Nu kunnen we de twee helften terug samenvoegen. We zetten de twee helften tegen elkaar en spannen de mal samen. Hiervoor kunnen we gebruik maken van spanriemen of oude binnenbanden van fietsen.

Het is heel belangerijk dat de twee helften perfect op elkaar liggen en aansluiten. Om dit goed te kunnen zien hebben we een rand van 2 centimeter vrijgehouden in de mal.

(14)

zijn we zeker dat we geen stukken vergeten.

Over deze laag komt een juttelaag. Dit zorgt dat de twee helften stevig verbonden worden tot een geheel.

Ons sculptuur is nu klaar. Straks zien we hoe goed we gewerkt hebben.

4. Ontmallen

Het moment van de waarheid. Na een intensief proces zijn we aan de laatste fase toegekomen: het ontmallen. Hoe beter we voorgaande stapen uitgevoerd hebben des te gemakkelijker de laatste stap zal verlopen.

4.1 eerste malhelft verwijderen

Afhankelijk van de complexiteit van de vorm kunnen we de achterste helft van het portret in 1 stuk verwijderen. Dit doen we door, net zoals bij het openen van de mal (zie punt 2.5), inkepingen te maken bovenaan de mal. Hier spuiten we water in.

Wanneer de vorm te complex is (bijvoorbeeld bij krulharen), dienen we de mal stuk per stuk los te maken. Dit doen we door de mal op een matras of kussen plat te leggen en de buitenste gipslaag weg te kappen. Wanneer we aan de juttelaag komen kunnen we proberen met een platte tang de jutte los te trekken.

Het beeld dient continu bevochtigt te worden. Dit vergemakkelijkt het wegkappen.

Nu komt de gekleurde spatlaag van de mal zichtbaar. Door het kleurverschil zien we het

onderscheid tussen beeld en mal duidelijk en zullen we vermijden dat we in het sculptuur kappen.

4.2 tweede malhelft verwijderen

Hoe meer mal we verwijderd hebben, des te gemakkelijker dat de mal zal lossen. Let hierbij heel goed op dat je niet te snel wil werken. Voor je het weet breken er fragiele stukken zoals de oren af!

Nogmaals, gebruik genoeg water, het kan geen kwaad voor het sculptuur en zal het ontmallen veel vergemakkelijken.

4.3 retoucheren

Afhankelijk van de nauwkeurigheid van het hele proces zal de voeg waar de malstukken samenkomen groter of kleiner zijn.

Deze kan weggewerkt worden. Uitstekende vormen kunnen met een scherp mesje of beitel

(15)

Eventuele afgebroken stukken kunnen we toch nog terug aan het beeld zetten. Hiervoor moeten we het beeld enige tijd laten uitdrogen. Wanneer de gips droog aanvoelt kunnen we verse gips op het beeld en het afgebroken stuk smeren en deze direct samenvoegen. Na enkele minuten hangen deze terug samen. Let wel, dit zal altijd een tere plek blijven.

Ons sculptuur is klaar nu voor eventuele afwerking met kleur of andere oppervlakte behandelingen.

In volgende hoofdstukken zien we meer hierover...

(16)

Bronnen:

Rabay Hugo, eigen publicatie, 1998, Gips 3 gipsvorm en terracotta

Tucker William

,Sun, 1999, De taal van de beeldhouwkunst : over de grondslagen van de moderne sculptuur

Vzw Kunstwerkt, www.kunstwerkt.be

Forum voor de amateurkunst, www.amateurkunst.be

Germain Bazin, Amsterdam boek, 1979, 20000 jaar beeldhouwkunst https://www.youtube.com/watch?v=m8oxbeDvb9o&feature=youtu.be

(17)

Deelopdracht 3 de lesdoelstellingen:

De leerlingen:

1kunnen elke fase van het afgietproces met eigen woorden omschrijven. Cognitief, inzien Kunnen de conische vormlogica van de twee malhelften via een werktekening

verduidelijken.Sensomotorisch, inzien

kunnen hun afgietplek zodanig onderhouden dat ze efficiënt het volledige afgietproces kunnen doorlopen. Affectief

Kunnen de 9 verschillende werkgerieven opsommen.Cognitief, weten

Kunnen uitleggen waarom we de eerste spatlaag van de mal met pigment bijkleuren.Cognitief, inzien

Kunnen het belang van het correct aanbrengen van de zeeplaag omschrijven.Cognitief, inzien

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Productie en interactie (schrijven en spreken, mondelinge en schriftelijke gesprekken voeren): gebruiken van tekstelementen zoals structuuraanduiders, visuele

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar

Kortrijk wil ,met de kandidatuur culturele hoofdstad van Europa, de realisatie van een kunst- en tentoonstellingssite in de Groeningeabdij en de verdere uitbouw van het museum

Dit leerplandoel van het specifieke gedeelte doorstroom van de studierichtingen Economische wetenschappen, Humane wetenschappen, Grieks-Latijn, Latijn, Moderne

Mocht het kunstwerk afwijken van wat werd verwacht op basis van het definitief ontwerp, zal de opdracht- gever - in overleg met de adviseur beeldende kunst - aanwijzingen geven

In de meerjarenbegroting is per jaar aangegeven wat de kosten voor jaarlijks regulier onderhoud zijn en ook wat er aan periodiek onderhoud nodig is. Natuurlijk kan er per jaar

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar

VINCENT was zich dit alles wel bewust; reeds in zijn Hollandschen tijd schrijft hij: „ik wil dingen maken, die sommige menschen treffen, ik wil dat men van mijn