• No results found

ARCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET HINNESTRAAT TE ZWEVEGEM (WEST- VLAANDEREN) NOTA VERSLAG VAN RESULTATEN BODEMARCHIEF TER HOOGTE VAN DE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ARCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET HINNESTRAAT TE ZWEVEGEM (WEST- VLAANDEREN) NOTA VERSLAG VAN RESULTATEN BODEMARCHIEF TER HOOGTE VAN DE"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport opgemaakt door: Glenn De hooghe & Maarten Praet

Derbystraat 51 9051 Gent

juli 2019

Dossiernr.: 28422.R.01 (intern) Projectode AOE: 2020E312

A RCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET BODEMARCHIEF TER HOOGTE VAN DE

H INNESTRAAT TE Z WEVEGEM (W EST - V LAANDEREN )

NOTA

V ERSLAG VAN RESULTATEN

ABO Archeologische Rapporten 1304

(2)

C OLOFON

Titel

Archeologische evaluatie van het bodemarchief ter hoogte van de Hinnestraat te Zwevegem (West- Vlaanderen).

Auteur

Glenn De hooghe & Maarten Praet Projectnummer

- 28422 (intern)

- Proefsleuven: 2020E312 (Agentschap Onroerend Erfgoed) Plaats en datum

Gent, juli 2019 Reeks en nummer

ABO archeologische rapporten 1304 ISSN 2406-3940

(3)

R APPORTFICHE

Versies

Versie Datum Status

v0 23/07/2020 Interne draft

v1 24/07/2020 Externe draft

v2 24/07/2020 Definitieve versie

Projectteam

Functie Naam

Projectleider Glenn De hooghe

Business Unit Manager Toon Moeskops

Kwaliteitscontrole Anna De Rijck

General Director Patrick Hambach

(4)

I NHOUD

DEEL 1 Verslag van resultaten ... 8

1 Inleiding ... 8

1.1 Thesaurus ... 8

1.2 Administratieve gegevens ... 8

1.3 Doel van het onderzoek en onderzoeksstrategie ... 9

2 Samenvatting van het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem ... 10

3 Fasering ... 11

4 Assessmentrapport: Sloopbegeleiding en Landschappelijke profielputten ... 11

4.1 Inleiding ... 11

4.2 Doel van de sloopbegeleiding ... 11

4.3 Methodologie en onderzoeksstrategie ... 12

4.4 Resultaten ... 17

4.5 Besluit ... 30

5 Assessmentrapport: Proefsleuvenonderzoek (projectcode 2020E312) ... 31

5.1 Inleiding ... 31

5.2 Doel van het proefsleuvenonderzoek ... 31

5.3 Methodologie en onderzoeksstrategie ... 31

5.4 Afwijking Programma van Maatregelen ... 33

5.5 Overzichtsfoto’s ... 33

5.6 Stratigrafie van het onderzoeksgebied ... 47

5.7 Assessment van sporen ... 52

5.8 Assessment van vondsten ... 54

5.9 Assessment van stalen ... 54

5.10 Interpretatie van het onderzoeksgebied ... 54

5.11 Beantwoording onderzoeksvragen ... 54

6 Conclusie en advies ... 56

7 Kwaliteitscontrole en ondertekening ... 57

8 Bibliografie ... 58

(5)

L IJST VAN FIGUREN

Figuur 1: GRB-basiskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Veraart 2017) ... 9

Figuur 2: Orthofoto (2018) met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2020) ... 10

Figuur 3: Overzicht van fase 1 (profielputten en sloopbegeleiding) weergegeven op een orthofoto (2018) (Geopunt 2020) ... 12

Figuur 4: Foto’s van de kelders en funderingen van het westelijke gebouw voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020) ... 14

Figuur 5: Zicht op het oostelijke gebouw (voorgrond) en de centrale verharding (achtergrond) voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020) ... 15

Figuur 6: Foto ter hoogte van het zuidoostelijke gebouw voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020) ... 15

Figuur 7: Foto’s van de noordelijke gebouwen voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020) 16 Figuur 8: Foto van profielput 1.1 (ABO nv 2020) ... 17

Figuur 9: Foto van profielput 1.2 (ABO nv 2020) ... 18

Figuur 10: Foto van de keldervloer ter hoogte van het zuidoostelijke gebouw (ABO nv 2020) ... 18

Figuur 11: Foto van de kelder in het zuidoostelijke gebouw na het verwijderen van de keldervloer (ABO nv 2020)... 19

Figuur 12: Foto van de mestput en de verwijdering ervan onder het zuidoostelijke gebouw (ABO 2020)... 20

Figuur 13: Foto’s van de kelder ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw (ABO nv 2020) ... 21

Figuur 14: Foto van de kelder ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw na het verwijderen van de keldervloer (ABO nv 2020) ... 22

Figuur 15: Foto van profielput 3 ter hoogte van het zuidwestelijk gebouw (zuiden) (ABO nv 2020) ... 23

Figuur 16: Foto van profielput 4 ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw (noorden) (ABO nv 2020) ... 24

Figuur 17: Foto van de kelder in het noordwestelijke gebouw (ABO nv 2020) ... 25

Figuur 18: Foto van profielput 5 in het zuidwesten van het noordwestelijke gebouw (ABO nv 2020) 26 Figuur 19: Foto van profielput 6 ter hoogte van het noordwestelijk gebouw (zuidoostelijke hoek) (ABO nv 2020)... 27

Figuur 20: Foto van het noordoostelijk gebouw na de sloop tot op het maaiveld (ABO nv 2020) ... 28

Figuur 21: Foto van profielput 7 met aanduiding van de horizonten en de fundering van het NO- gebouw (ABO nv 2020) ... 29

Figuur 22: Foto van profielput 7 met aanduiding van de horizonten en de fundering van het NO- gebouw (ABO nv 2020) ... 30

Figuur 23: Overzichtsplan van de proefsleuven weergegeven op een orthofoto (2018) (Geopunt 2020) ... 32

Figuur 24: Proefsleuvenplan met aanduiding van de TAW-waarden (Geopunt 2020) ... 33

Figuur 25: Vlakfoto's werkput 1 (deel 1) (ABO nv 2020) ... 34

Figuur 26: Vlakfoto's werkput 1 (deel 2) (ABO nv 2020) ... 35

Figuur 27: Vlakfoto van het kijkvenster aan werkput 1 (ABO nv 2020) ... 36

Figuur 28: Vlakfoto's werkput 2A (ABO nv 2020) ... 37

Figuur 29: Vlakfoto van het kijkvenster aan werkput 2A (ABO nv 2020) ... 38

Figuur 30: Vlakfoto van werkput 2B (ABO nv 2020) ... 38

Figuur 31: Vlakfoto's werkput 2C (deel 1) (ABO nv 2020) ... 39

Figuur 32: Vlakfoto's werkput 2C (deel 2) (ABO nv 2020) ... 40

Figuur 33: Vlakfoto's werkput 3 (deel 1) (ABO nv 2020) ... 41

Figuur 34: Vlakfoto's werkput 3 (deel 2) (ABO nv 2020) ... 42

(6)

Figuur 35: Vlakfoto's werkput 3 (deel 3) (ABO nv 2020) ... 43

Figuur 36: Vlakfoto's werkput 4 (deel 1) (ABO nv 2020) ... 44

Figuur 37: Vlakfoto's werkput 4 (deel 2) (ABO nv 2020) ... 45

Figuur 38: Vlakfoto's werkput 4 (deel 3) (ABO nv 2020) ... 46

Figuur 39: Foto van profiel 1.1 (ABO nv 2020) ... 47

Figuur 40: Foto van profiel 1.2 (ABO nv 2020) ... 48

Figuur 41: Foto van profiel 2.1 (ABO nv 2020) ... 48

Figuur 42: Foto van profiel 2.2 (ABO nv 2020) ... 49

Figuur 43: Foto van profiel 3.1 (ABO nv 2020) ... 49

Figuur 44: Foto van profiel 4.1 (ABO nv 2020) ... 50

Figuur 45: Foto van profiel 4.2 (ABO nv 2020) ... 50

Figuur 46: Foto van profiel 4.3 (ABO nv 2020) ... 51

Figuur 47: Foto van kuil 1.1 (ABO nv 2020) ... 52

Figuur 48: Coupe van kuil 1.1 (ABO nv 2020) ... 52

Figuur 49: Spoorfoto's van krenggraf 3.1 (links) en 4.1 (rechts) (ABO nv 2020) ... 53

Figuur 50: Foto's van de voor- en achterzijde van losse vondst 1 en 2 (ABO nv 2020) ... 54

(7)

L IJST VAN T ABELLEN

Tabel 1: Overzichtstabel van de werkputten en oppervlaktes (ABO nv 2020) ... 32

(8)

DEEL 1 V ERSLAG VAN RESULTATEN

1 I NLEIDING

1.1 T

HESAURUS

Sloopbegeleiding, profielputten, proefsleuven, verstoring, Zwevegem, Nieuwste Tijd, Hinnestraat, vrijgave

1.2 A

DMINISTRATIEVE GEGEVENS

Projectcode: 28422 Onroerend Erfgoed: 2020E312 (Proefsleuvenonderzoek)

ISSN-nummer 2406-3940

Erkend Archeoloog ABO nv

Erkenningsnummer OE/ERK/Archeoloog/2017/00167 Naam + adres onderzoeksgebied

Straat + nr.: Hinnestraat

- Postcode: 8550

- Fusiegemeente: Zwevegem

- Land: België

Lambertcoördinaten (1972; EPSG: 31370)

xMin: 76273,86 xMax: 76371,64 yMin: 167954,84 yMax: 168072,46 Kadaster

- Gemeente: Zwevegem

- Afdeling: 1

- Sectie: A

- Percelen: 148G, 147D, 144E, 143C Oppervlakte onderzoeksgebied 5.672 m²

Onderzoekstermijn Juli 2020

(9)

1.3 D

OEL VAN HET ONDERZOEK EN ONDERZOEKSSTRATEGIE

Het doel van de nota is het beantwoorden van de onderzoeksvragen die voortkomen uit het vooronderzoek zonder ingreep in de bodem (Veraart 2017; ID 4240). Een proefsleuvenonderzoek moet het mogelijk maken om deze vragen te beantwoorden en inzicht te verschaffen in de aard, datering en bewaring van eventueel aanwezige archeologische resten.

Het onderzoeksgebied omvat een hoeve die gesloopt werd onder begeleiding van een erkend archeoloog. De totale oppervlakte van het onderzoeksgebied overschrijdt de grens van 3.000m² (ca.

5.672 m²) en de ingreep in de bodem overschrijdt de grens van 1.000m² buiten een archeologische zone (ca. 5.672m²). Hiervoor is een archeologienota opgemaakt en bekrachtigd met ID 4240.

Figuur 1: GRB-basiskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Veraart 2017)

(10)

2 S AMENVATTING VAN HET VOORONDERZOEK ZONDER INGREEP IN DE BODEM

Het onderzoeksgebied (ca. 5.672m²) bevindt zich in de zandleemstreek ten westen van de dorpskern van Zwevegem in een relatief laaggelegen (22,42mTAW) zone tussen de Pluimbeek en de Keibeek.

Gekende archeologische resten duiden op een mogelijk archeologisch potentieel voor de metaaltijden, Romeinse periode en middeleeuwen (Veraart 2017).

Binnen het studiegebied zal een hoeve gesloopt worden ten behoeve van de oprichting van een toekomstig woon- en bedrijventerrein. Op basis van de archeologienota kan reeds gesteld worden dat het terrein deels bebouwd en onderkelderd is en funderingen en leidingen mogelijk reeds een deel van het archeologisch bodemarchief hebben aangetast. Een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem is bijgevolg vereist om de aard, datering en bewaringstoestand van mogelijke archeologische resten te achterhalen.

In de bekrachtigde archeologienota werd een proefsleuvenonderzoek geadviseerd. Als randvoorwaarde bij dit proefsleuvenonderzoek werd gesteld dat de ondergrondse sloop onder begeleiding van een erkend archeoloog dient uitgevoerd te worden. Om deze reden werd voorafgaand het proefsleuvenonderzoek een zgn. sloopbegeleiding uitgevoerd. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 4.

Figuur 2: Orthofoto (2018) met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2020)

(11)

3 F ASERING

Het vooronderzoek met ingreep in de bodem werd in 2 fases uitgevoerd. Tijdens de eerste fase (14/07/2020) werd de ondergrondse sloop onder begeleiding van een erkend archeoloog uitgevoerd.

Tijdens de tweede fase (16/07/2020) werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd zoals voorzien in de bekrachtigde archeologienota (ID 4240).

4 A SSESSMENTRAPPORT : S LOOPBEGELEIDING EN

L ANDSCHAPPELIJKE PROFIELPUTTEN

4.1 I

NLEIDING

Op basis van het advies dat werd uitgeschreven in de archeologienota (ID 4240) werd op 14 juli 2020 – voorafgaand het proefsleuvenonderzoek - een archeologische begeleiding van de ondergrondse sloop uitgevoerd onder projectcode 2020E312. Tijdens deze sloopbegeleiding werd de ondergrondse sloop van kelders en funderingen begeleid ten einde eventuele archeologische resten te registreren die door de ondergrondse sloop bedreigd worden.

Dit staat als volgt gedefinieerd in de archeologienota waarvan akte genomen is:

“Er wordt tevens een opvolging van de afbraak van de huidige structuren voorzien. De afbraak tot op het maaiveldniveau kan gebeuren zonder aanwezigheid van een archeoloog. Zodra onder het maaiveldniveau wordt gegaan dient dit opgevolgd te worden door een erkend archeoloog (Veraart 2017).”

Daarnaast werden 7 landschappelijke profielputten aangelegd om een gedetailleerd inzicht te verkrijgen in de aardkundige opbouw en stratigrafie en om de omvang van de verstoringen in kaart te kunnen brengen. Dit onderzoek werd uitgevoerd door een archeoloog en assistent-archeoloog van ABO nv.

4.2 D

OEL VAN DE SLOOPBEGELEIDING

Het doel van een archeologische begeleiding van de ondergrondse sloop is om de verwachte verstoringen en eventuele archeologische resten die bedreigd worden door de ondergrondse sloop in kaart te brengen en te registreren. Er werd geopteerd om bij het uitbreken van de ondergrondse verstoringen een aantal profielputten aan te leggen die het mogelijk moeten maken om een gedetailleerd inzicht te verkrijgen in de bodemopbouw en –bewaring van het terrein en om de diepte van de ondergrondse verstoringen te bepalen.

De onderzoeksvragen voor dit onderdeel werden overgenomen uit de archeologienota voor het onderdeel proefsleuven. Deze zullen beantwoord worden in het hoofdstuk 5.11.

- Zijn er archeologische sporen aanwezig?

- Wat is de aard van de sporen en/of artefacten (bewoning, funerair, ambachten, …) - In welke mate hebben de bouwstructuren een mogelijk archeologisch niveau beschadigd?

- Welke is de bewaringstoestand van de aangetroffen sporen?

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke is de relatie tussen de archeologische sporen en het landschap?

(12)

- Is er verder archeologisch onderzoek nodig? Zo ja, specifieer

4.3 M

ETHODOLOGIE EN ONDERZOEKSSTRATEGIE

Tijdens de sloopbegeleiding werden op weloverwogen locaties landschappelijke profielputten aangelegd ten einde de bewaringstoestand van het bodemarchief te waarderen in functie van de te slopen structuren. Hierbij werden de profielputten zodanig ingepland dat voor elke (ondergrondse) structuur nagegaan kon worden wat de impact van deze structuur op de bewaringstoestand van het bodemarchief is (Figuur 3).

Tijdens de sloopbegeleiding werden foto’s genomen van de sloopwerkzaamheden en werd het niveau bepaald door de erkend archeoloog zodat er een minimale beschadiging van het bodemarchief werd gegarandeerd. De aangetroffen verstoringen en profielen werden ingemeten met een dGPS met een precisie van 1cm.

De profielputten werden aangelegd tot minimaal 20 à 50cm in de C-horizont. Op deze manier konden alle eventuele archeologisch relevante lagen geëvalueerd worden.

Figuur 3: Overzicht van fase 1 (profielputten en sloopbegeleiding) weergegeven op een orthofoto (2018) (Geopunt 2020)

Hieronder volgt een overzicht van de terreinfoto’s voorafgaand aan de ondergrondse sloop.

NO-gebouw

NW-gebouw

ZW-gebouw

ZO-gebouw

(13)
(14)

Figuur 4: Foto’s van de kelders en funderingen van het westelijke gebouw voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020)

(15)

Figuur 5: Zicht op het oostelijke gebouw (voorgrond) en de centrale verharding (achtergrond) voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020)

Figuur 6: Foto ter hoogte van het zuidoostelijke gebouw voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020)

(16)

Figuur 7: Foto’s van de noordelijke gebouwen voorafgaand aan de sloopbegeleiding (ABO nv 2020)

(17)

4.4 R

ESULTATEN

4.4.1 Z

UIDOOSTELIJK GEBOUW

Het zuidoostelijk gebouw is deels onderkelderd, met name ter hoogte van profielput 1.2. Naast de kelders hebben de funderingen van het gebouw het bodemarchief reeds sterk verstoord. Het aantreffen van archeologische resten binnen dit gebouw lijkt dan ook eerder uitgesloten.

4.4.1.1 PROFIELPUT 1

Profielput 1.1 werd in het uiterste zuidoosten van het studiegebied aangelegd. Uit deze profielput blijkt dat de A-horizont volledig verdwenen is. De funderingen van het gebouw hebben de toplaag van de C- horizont reeds sterk verstoord. Een B-horizont werd niet aangetroffen. Bijgevolg is de bewaringstoestand van eventuele archeologische sporen en/of vondsten erg slecht.

Figuur 8: Foto van profielput 1.1 (ABO nv 2020)

(18)

4.4.1.2 PROFIELPUT 2

Profielput 1.2 werd in het noordoosten van het zuidoostelijke gebouw aangelegd. Hieruit blijkt net zoals bij profielput 1.1 dat de A-horizont en de toplaag van de C-horizont volledig verdwenen zijn. De bewaringstoestand is dan ook op deze locatie erg slecht.

Figuur 9: Foto van profielput 1.2 (ABO nv 2020)

Deze diepgaande verstoring kan verklaard worden door de aanwezigheid van een kelder in dit gebouw (Figuur 10). De keldervloer werd vervolgens onder begeleiding verwijderd. De kelder werd vastgesteld tot op een diepte van ca. 0,80m-mv.Hieronder werd een duidelijk aangetaste (genivelleerde) C-horizont aangetroffen (Figuur 11).

Figuur 10: Foto van de keldervloer ter hoogte van het zuidoostelijke gebouw (ABO nv 2020)

(19)

Figuur 11: Foto van de kelder in het zuidoostelijke gebouw na het verwijderen van de keldervloer (ABO nv 2020)

Verder bevond zich binnen het zuidoostelijk gebouw een mestput die onder archeologische begeleiding verwijderd werd (Figuur 12). Op deze locatie werden eveneens geen archeologische resten aangetroffen vanwege de diepgaande verstoring op deze locatie.

(20)

Figuur 12: Foto van de mestput en de verwijdering ervan onder het zuidoostelijke gebouw (ABO 2020)

(21)

4.4.2 Z

UIDWESTELIJK GEBOUW

Het zuidwestelijke gebouw is quasi volledig onderkelderd tot op een diepte van ca. 1,20m-mv (Figuur 13). Na het verwijderen van de vloerplaat werden lokale verstoringen tot op grotere diepte (1,50m-mv) vastgesteld in de C-horizont (Figuur 14). Het aantreffen van in situ archeologische resten op deze locatie is dan ook uitgesloten.

Figuur 13: Foto’s van de kelder ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw (ABO nv 2020)

(22)

Figuur 14: Foto van de kelder ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw na het verwijderen van de keldervloer (ABO nv 2020)

Bijkomend werden twee profielputten aangelegd in het zuiden en het noorden van het gebouw om de verstoringen verder te duiden ter hoogte van de funderingen.

(23)

4.4.2.1 PROFIELPUT 3

Profielput 3 werd in het zuiden van het zuidwestelijke gebouw geplaatst. Deze profielput heeft tot doel de verstoringen van het zuidwestelijke gebouw te duiden buiten de kelderverdieping (zie boven).

Uit profielput 3 blijkt dat de verstoring ter hoogte van de funderingen minder diepgaand is dan ter hoogte van de kelderverdieping (ca. 50cm-mv). De A-horizont is volledig afwezig en de top van de C- horizont is reeds aangetast waardoor de kans op het aantreffen van in situ archeologische resten zeer laag tot nihil is.

Figuur 15: Foto van profielput 3 ter hoogte van het zuidwestelijk gebouw (zuiden) (ABO nv 2020)

(24)

4.4.2.2 PROFIELPUT 4

Profielput 4 werd in het noorden van het zuidwestelijke gebouw geplaatst, net ten noorden van de kelder. Hieruit blijkt dat de funderingen veel minder diep reiken dan de kelder verdieping. De C-horizont werd op een diepte van ca. 25cm-mv bereikt. De A-horizont is opnieuw volledig afwezig en de C-horizont is afgetopt door de bovenliggende structuur. Hoewel de funderingen op deze locatie minder diep reiken is het bodemarchief nog steeds sterk aangetast, met een negatieve bewaringstoestand voor eventuele archeologische resten tot gevolg.

Figuur 16: Foto van profielput 4 ter hoogte van het zuidwestelijke gebouw (noorden) (ABO nv 2020)

(25)

4.4.3 N

OORDWESTELIJK GEBOUW

Het noordwestelijke gebouw bevat een grote kelder in het noordwestelijke deel (Figuur 17). De keldervloer bevindt zich op een diepte van ca. 1m-mv, duidend op een grondige verstoring van eventuele archeologisch relevante lagen.

Figuur 17: Foto van de kelder in het noordwestelijke gebouw (ABO nv 2020)

(26)

4.4.3.1 PROFIELPUT 5

Profielput 5 werd geplaatst aan de zuidwestelijke rand van het noordwestelijke gebouw, nabij de kelder (Figuur 18). Het archeologisch niveau werd hierbij in het vlak op ca. 0,50m-mv vastgesteld Figuur 18:

stippellijn). De kelderverdieping (in het profiel) reikt echter veel dieper, duidend op een volledige verstoring van eventuele archeologisch relevante lagen.

Figuur 18: Foto van profielput 5 in het zuidwesten van het noordwestelijke gebouw (ABO nv 2020) Kelderwand

C-Horizont

(27)

4.4.3.2 PROFIELPUT 6

Profielput 6 werd in de zuidoostelijke hoek van het noordwestelijke gebouw geplaatst om de verstoring van de funderingen – naast de kelder – aan te kunnen tonen. De funderingen reiken tot een diepte van ca. 70 à 80cm-mv. Daaronder bevindt zich een duidelijk afgetopte (genivelleerde) C-horizont. Op basis van deze profielput kan gesteld worden dat eventuele archeologisch relevante lagen volledig afwezig of sterk aangetast zijn waardoor het potentieel tot archeologische kennisvermeerdering ter hoogte van dit gebouw zeer laag tot quasi nihil is.

Figuur 19: Foto van profielput 6 ter hoogte van het noordwestelijk gebouw (zuidoostelijke hoek) (ABO nv 2020)

(28)

4.4.4 N

OORDOOSTELIJK GEBOUW

Het noordoostelijke gebouw is het enige gebouw dat niet voorzien is van een kelder (Figuur 20). De impact van dit gebouw op het bodemarchief werd vastgesteld door middel van een profielput aan de zuidelijke zijde van het gebouw.

Figuur 20: Foto van het noordoostelijk gebouw na de sloop tot op het maaiveld (ABO nv 2020)

(29)

4.4.4.1 PROFIELPUT 7

Profielput 7 toont het archeologisch niveau aan ten opzichte van de funderingen van het noordoostelijk gebouw (Figuur 21 - Figuur 22). Het archeologisch niveau bevindt zich op ca. 0,50m-mv. De fundering van het gebouw reikt tot eenzelfde diepte (50cm-mv) met lokaal ook diepere funderingen (Figuur 22).

Bijgevolg is de top van de C-horizont mogelijk aangetast ter hoogte van het noordoostelijke gebouw. De kans op dieperliggende archeologische resten valt echter niet uit te sluiten. Daar waar de funderingen lokaal dieper reiken is het potentieel tot kennisvermeerdering zeer laag tot nihil.

Figuur 21: Foto van profielput 7 met aanduiding van de horizonten en de fundering van het NO-gebouw (ABO nv 2020)

C-Horizont A-Horizont

Fundering

(30)

Figuur 22: Foto van profielput 7 met aanduiding van de horizonten en de fundering van het NO-gebouw (ABO nv 2020)

4.5 B

ESLUIT

Op basis van de sloopbegeleiding en de profielputten kon een inschatting van de bewaringstoestand worden opgemaakt ter hoogte van de te slopen gebouwen. Hieruit blijkt dat de A-horizont overal afwezig is. De C-horizont is steeds sterk aangetast, genivelleerd of afgetopt ten gevolge van de ondergrondse kelders en funderingen. Er werden geen archeologische resten aangetroffen. Bijkomend is de trefkans en het potentieel tot kennisvermeerdering van eventuele archeologische resten ter hoogte van deze gebouwen zeer laag tot quasi nihil.

A-Horizont

C-Horizont

Fundering

(31)

5 A SSESSMENTRAPPORT : P ROEFSLEUVENONDERZOEK

( PROJECTCODE 2020E312)

5.1 I

NLEIDING

Volgend op de sloopbegeleiding werd zoals opgenomen in het Programma van Maatregelen (ID 4240) een vooronderzoek met ingreep in de bodem in de vorm van proefsleuven uitgevoerd op 16/07/2020.

De uitvoering gebeurde door een erkend archeoloog en assistent-archeoloog van ABO nv. Op basis van de sloopbegeleiding werd het archeologisch potentieel tot kennisvermeerdering in het zuidelijke deel van het studiegebied als zeer laag tot quasi nihil beschouwd vanwege de diepgaande verstoringen van de funderingen en kelders van de gesloopte gebouwen. De methodologie werd hierdoor licht aangepast (zie verder).

5.2 D

OEL VAN HET PROEFSLEUVENONDERZOEK

Het doel van het proefsleuvenonderzoek is de aard, datering, bewaringstoestand en omvang van eventuele archeologische resten te achterhalen. Hierbij moeten onderstaande onderzoeksvragen beantwoord kunnen worden:

- Zijn er archeologische sporen aanwezig?

- Wat is de aard van de sporen en/of artefacten (bewoning, funerair, ambachten, …) - In welke mate hebben de bouwstructuren een mogelijk archeologisch niveau beschadigd?

- Welke is de bewaringstoestand van de aangetroffen sporen?

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke is de relatie tussen de archeologische sporen en het landschap?

- Is er verder archeologisch onderzoek nodig? Zo ja, specifieer

5.3 M

ETHODOLOGIE EN ONDERZOEKSSTRATEGIE

Bij een proefsleuvenonderzoek is een dekkingsgraad van 12,5% het uitgangspunt, waarvan 10% voor de sleuven en 2,5% voor kijkvensters, dwarssleuven en volgsleuven zoals opgenomen in het Programma van Maatregelen van de bekrachtigde archeologienota met ID 4240.

Op basis van de archeologienota werd een zone van ca. 5.672m² afgebakend waarbinnen het proefsleuvenonderzoek diende plaats te vinden. Op basis van de sloopbegeleiding met profielputten kon vastgesteld worden dat er geen potentieel tot kennisvermeerdering meer is ter hoogte van de sterk verstoorde zones (kelders, funderingen). De kelders en funderingen die tijdens de sloopbegeleiding werden vastgesteld hebben in totaal een oppervlakte van 206m². Concreet werden er 4 proefsleuven en 2 kijkvensters aangelegd met een totale oppervlakte van 478m². De gezamenlijke oppervlakte van de kelders en funderingen van de sloopbegeleiding, de profielputten en de proefsleuven bedraagt dus 684m². Dit stemt overeen met een dekkingsgraad van 12,06%. De proefsleuven hebben een breedte van 2m en werden op een onderlinge afstand van maximaal 15m aangelegd. De proefsleuven werden in een NW-ZO oriëntatie aangelegd, in de lengterichting van het terrein, zoals voorzien in het Programma van Maatregelen.

(32)

Werkput Oppervlakte (m²)

1 134,6

2 106,6

3 119,2

4 83,5

Tabel 1: Overzichtstabel van de werkputten en oppervlaktes (ABO nv 2020)

Figuur 23: Overzichtsplan van de proefsleuven weergegeven op een orthofoto (2018) (Geopunt 2020)

(33)

Figuur 24: Proefsleuvenplan met aanduiding van de TAW-waarden (Geopunt 2020)

5.4 A

FWIJKING

P

ROGRAMMA VAN

M

AATREGELEN

Werkput 1 en werkput 2 werden onderbroken naar het zuiden toe. Dit omwille van de aanwezigheid van kelders en grootschalige verstoringen die reeds door middel van de sloopbegeleiding en profielputten werden vastgesteld. Bovendien werden deze verstoringen ook vastgesteld tijdens het proefsleuvenonderzoek.

Werkput 4 werd lokaal onderbroken ter hoogte van een te behouden boom. Aangezien de boom geïntegreerd wordt binnen het toekomstige project werd de wortelzone gevrijwaard van ontgravingen.

5.5 O

VERZICHTSFOTO

S

Hieronder volgt een overzicht van de vlakfoto’s die tijdens het proefsleuvenonderzoek werden genomen.

(34)

Figuur 25: Vlakfoto's werkput 1 (deel 1) (ABO nv 2020)

(35)

Figuur 26: Vlakfoto's werkput 1 (deel 2) (ABO nv 2020)

(36)

Figuur 27: Vlakfoto van het kijkvenster aan werkput 1 (ABO nv 2020)

(37)

Figuur 28: Vlakfoto's werkput 2A (ABO nv 2020)

(38)

Figuur 29: Vlakfoto van het kijkvenster aan werkput 2A (ABO nv 2020)

Figuur 30: Vlakfoto van werkput 2B (ABO nv 2020)

(39)

Figuur 31: Vlakfoto's werkput 2C (deel 1) (ABO nv 2020)

(40)

Figuur 32: Vlakfoto's werkput 2C (deel 2) (ABO nv 2020)

(41)

Figuur 33: Vlakfoto's werkput 3 (deel 1) (ABO nv 2020)

(42)

Figuur 34: Vlakfoto's werkput 3 (deel 2) (ABO nv 2020)

(43)

Figuur 35: Vlakfoto's werkput 3 (deel 3) (ABO nv 2020)

(44)

Figuur 36: Vlakfoto's werkput 4 (deel 1) (ABO nv 2020)

(45)

Figuur 37: Vlakfoto's werkput 4 (deel 2) (ABO nv 2020)

(46)

Figuur 38: Vlakfoto's werkput 4 (deel 3) (ABO nv 2020)

(47)

5.6 S

TRATIGRAFIE VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Tijdens het proefsleuvensleuvenonderzoek werden 8 profielen geregistreerd (profiel 1.1 en 1.2 in werkput 1; profiel 2.1 en 2.2 in werkput 2; profiel 3.1 in werkput 3 en profiel 4.1, 4.2 en 4.3 in werkput 4). Uit alle profielen blijkt een A-C sequentie aanwezig te zijn in het studiegebied (Figuur 39 - Figuur 46).

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de C-horizont in het zuidelijk deel van het terrein ondieper is gelegen dan in het noordelijk deel van het terrein. Dit stemt overeen met het Digitaal Terreinmodel waaruit blijkt dat het zuidelijk deel van het studiegebied licht hoger is gelegen dan het noordelijke deel van het studiegebied. Het noordelijk deel daalt immers in de richting van de Pluimbeek, waar het zuidelijk deel op een uitloper van een licht uitgesproken heuvelrug is gelegen. Het archeologisch niveau in het zuidelijk deel van het studiegebied is dan ook minder diep gelegen dan in het noordelijk deel.

Voorts dient opgemerkt te worden dat de top van de C-horizont zeer sterk onderhevig is aan bioturbatie (worm- en mollenactiviteit), uitlogingsverschijnselen en recente verstoringen. Het archeologisch niveau werd dan ook op het eerste leesbare niveau aangelegd.

Figuur 39: Foto van profiel 1.1 (ABO nv 2020)

(48)

Figuur 40: Foto van profiel 1.2 (ABO nv 2020)

Figuur 41: Foto van profiel 2.1 (ABO nv 2020)

(49)

Figuur 42: Foto van profiel 2.2 (ABO nv 2020)

Figuur 43: Foto van profiel 3.1 (ABO nv 2020)

(50)

Figuur 44: Foto van profiel 4.1 (ABO nv 2020)

Figuur 45: Foto van profiel 4.2 (ABO nv 2020)

(51)

Figuur 46: Foto van profiel 4.3 (ABO nv 2020)

(52)

5.7 A

SSESSMENT VAN SPOREN

In totaal werden er 3 sporen vastgesteld. Het gaat om 1 kuil (werkput 1) en 2 krenggraven (werkput 3 en 4). Er werd geen dateerbaar materiaal aangetroffen in deze sporen.

5.7.1 K

UIL

1.1

Halverwege werkput 1 werd een langwerpige kuil geregistreerd (135 x 68cm) met een ZW-NO oriëntatie. Deze kuil heeft een zandlemige textuur met een donkerbruine kleur. Het spoor is sterk onderhevig aan bioturbatie (kleine zwarte vlekjes ten gevolge van wormactiviteit). Het spoor werd gecoupeerd. Hieruit blijkt dat het spoor een maximale diepte van 18cm bereikt. Er werden geen archeologische vondsten in dit spoor aangetroffen. De afwezigheid van dateerbaar materiaal en de amorfe vorm laten geen verdere interpretatie van dit spoor toe.

Figuur 47: Foto van kuil 1.1 (ABO nv 2020)

Figuur 48: Coupe van kuil 1.1 (ABO nv 2020)

(53)

5.7.2 K

RENGGRAF

3.1

EN

4.1

In het noordoosten van het studiegebied werden 2 krenggraven teruggevonden. Krenggraf 3.1 is langwerpig van vorm (150 x 75cm) met een NW-ZO oriëntatie en bevat dierlijk botmateriaal van een varken. Krenggraf 4.1 is beduidend kleiner en heeft een circulaire vorm (Ø 56cm). Het dierlijk botmateriaal van spoor 4.1 was nog in een rottende staat waardoor geen verdere interpretatie van het botmateriaal werd uitgevoerd. Dit laatste duidt echter op een zeer recente datering.

Beide krenggraven duiden wellicht op (sub)recente begravingen van dieren behorend tot de fase van de gesloopte hoeve, net buiten de hoevegebouwen.

Figuur 49: Spoorfoto's van krenggraf 3.1 (links) en 4.1 (rechts) (ABO nv 2020)

(54)

5.8 A

SSESSMENT VAN VONDSTEN

Er werden slechts 2 vondsten aangetroffen binnen het projectgebied. Het gaat om 2 losse vondsten, beide daterend in de 19de eeuw. Beide losse vondsten werden in het noordoosten van het studiegebied teruggevonden, in werkput 4.

Losse vondst 1 werd geïnterpreteerd als een koperen knoop die deel uitmaakt van een militair uniform uit de 19de eeuw. Losse vondst 2 werd iets verder naar het zuiden toe aangetroffen. Het betreft een geel-beige geglazuurd wandfragment met oxiderende bakking uit de 19de eeuw.

Figuur 50: Foto's van de voor- en achterzijde van losse vondst 1 en 2 (ABO nv 2020)

5.9 A

SSESSMENT VAN STALEN

Er werden geen stalen genomen in functie van natuurwetenschappelijk onderzoek.

5.10 I

NTERPRETATIE VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Op basis van het proefsleuvenonderzoek kan gesteld worden dat het terrein in gebruik is genomen in de 19de eeuw, hetgeen overeenstemt met de datering van de gesloopte hoeve (zie Veraart 2017). Zo werden 2 losse vondsten uit de 19de eeuw aangetroffen in het noordoosten van het studiegebied. In dezelfde zone werden ook 2 krenggraven van recente datering aangetroffen. Deze vondsten en sporen kunnen allemaal gerelateerd worden aan de gesloopte hoeve. Verder werd één kuil geregistreerd in het noordwesten van het studiegebied, maar deze bevatte geen materiaal en ook de vorm laat geen verdere interpretatie of datering toe. Er werden geen indicaties aangetroffen voor oudere archeologische resten. Bovendien blijkt uit het proefsleuvenonderzoek dat een groot deel van het studiegebied sterk verstoord is door de inmiddels gesloopte bebouwing.

5.11 B

EANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN - Zijn er archeologische sporen aanwezig?

Ja, er werden 3 archeologische sporen geregistreerd.

- Wat is de aard van de sporen en/of artefacten (bewoning, funerair, ambachten, …)

Spoor 1.1 betreft een kuil waarin geen materiaal werd aangetroffen. Er kon geen verdere interpretatie aan worden gegeven. Spoor 3.1 en 4.1 zijn beiden krenggraven die duiden op de begraving van dieren, wellicht behoren tot de gesloopte hoeve.

- In welke mate hebben de bouwstructuren een mogelijk archeologisch niveau beschadigd?

De inmiddels gesloopte hoeve heeft een sterk negatieve impact gehad op de bewaringstoestand van het archeologisch niveau. De aanwezigheid van kelders en funderingen reikt tot dieper dan het archeologisch niveau waardoor dit volledig verdwenen of zeer sterk aangetast is.

(55)

- Welke is de bewaringstoestand van de aangetroffen sporen?

Spoor 1.1 is vrij vaag en werd sterk aangetast door bioturbatie. Sporen 3.1 en 4.1 zijn vrij goed bewaard gebleven, maar deze zijn wellicht ook van (zeer) recente aard.

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

De sporen maken geen deel uit van één of meerdere structuren. Wel kan gesteld worden dat sporen 3.1 en 4.1 beiden recente krenggraven zijn die buiten de hoeve werden begraven.

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

De sporen konden niet gedateerd worden wegens de afwezigheid van dateerbaar materiaal. Gezien het dierlijk botmateriaal nog in een rottende staat was, is dit vermoedelijk (zeer) recent begraven. De aangetroffen losse vondsten in dezelfde zone kunnen beiden in de 19de eeuw gedateerd worden.

- Welke is de relatie tussen de archeologische sporen en het landschap?

n.v.t.

- Is er verder archeologisch onderzoek nodig? Zo ja, specifieer

Nee. Het potentieel tot kennisvermeerdering binnen deze zone is zeer laag tot quasi nihil.

(56)

6 C ONCLUSIE EN ADVIES

Op basis van de resultaten van de profielputten die werden aangelegd in het kader van de ondergrondse sloopbegeleiding en het proefsleuvenonderzoek konden de onderzoeksvragen uit de archeologienota (ID 4240) beantwoord worden. Er werden slechts 3 archeologische sporen aangetroffen waarvan 2 krenggraven van (zeer) recente aard. Daarnaast werden 2 losse vondsten uit de 19de eeuw teruggevonden. Verder kon vastgesteld worden dat de funderingen en kelders van de hoevegebouwen het studiegebied sterk hebben verstoord.

Uit voorliggend vooronderzoek met ingreep in de bodem blijkt dat het potentieel tot kennisvermeerdering zeer laag is en er bijgevolg geen archeologisch vervolgonderzoek dient plaats te vinden.

(57)

7 K WALITEITSCONTROLE EN ONDERTEKENING

Naam Functie Handtekening Datum

Patrick Hambach General Director 23 juli 2020

Toon Moeskops Business Unit Manager 23 juli 2020

Anna De Rijck Archeoloog/

Kwaliteitsverantwoordelijke 23 juli 2020

(58)

8 B IBLIOGRAFIE

Acke B., Barthemolomieux B. Vanhoutte C., 2016. Archeologienota Zwevegem – Losschaert Fase 2, Monument Vandekerckhove, Ingelmunster.

Borsboom A. and Verhagen, P., 2012. KNA Leidraad. Inventariserend Veldonderzoek. Deel:

Proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Amsterdam: Stichting Infrastructuur Kwaltietsborging Bodembeheer.

Haneca, K., Debruyne, S., Vanhoutte, S. and Ervynck, A., 2016. Archeologisch Vooronderzoek met Proefsleuven – Op Zoek naar een Optimale Strategie. Onderzoeksrapport agentschap Onroerend Erfgoed 48. Brussel: Agentschap Onroerend Erfgoed.

Preventiemaatregelen, 2002. Veiligheidsnota’s Bouwbedrijf: Werken langs en in Sleuven. Vademecum van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf N.A.V.B, 96, p. 6-20.

Uitgravingen, 2002. Veiligheidsnota’s Bouwbedrijf: Veiligheid op Kleine Bouwplaatsen. Vademecum van het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf N.A.V.B., 88, pp. 6-20.

Vanhoutte C., 2017. Nota. Zwevegem Losschaert (prov. West-Vlaanderen), Monument Vandekerckhove, Ingelmunster.

Veraart D., 2017. Zwevegem Losschaert 1 hoeve 3 woningen (prov. West-Vlaanderen). Verslag van Resultaten. Bureauonderzoek, Monument Vandekerckhove: Ingelmunster.

(59)
(60)

BIJLAGE 1 S

PORENLIJST W

P S P

Vl ak

Sector /vak

Datum Vorm + afmetinge n

(Har ris) relat ie met sp

Richt ing

Cou pe nr.

(vaag/duidelijk), (Hom/Het), Kleur, textuur, inclusies, bioturbatie, (bij coupe: stratigrafie)

Interpretatie, datering

Vond st/

staal nr.

1 1 1 16/07/

2020

Langwerpi g (135 x 68cm)

nvt ZW- NO

1.1 vaag, heterogeen, donkerbruin, zandleem, veel bioturbatie Kuil (Nieuwe / Nieuwste tijd

nvt

3 1 1 16/07/

2020

Ovaal (150 x 75cm)

nvt NW- ZO

nvt duidelijk, heterogeen, donkergrijs-bruin, zandlemig, dierlijk botmateriaal, matige bioturbatie

Krenggraf (Nieuwste tijd)

nvt

4 1 1 16/07/

2020

Circulair (Ø 56cm)

nvt nvt nvt duidelijk, heterogeen, donkergrijs-bruin, zandlemig, dierlijk botmateriaal, matige bioturbatie

Krenggraf (Nieuwste tijd)

nvt

BIJLAGE 2 V

ONDSTENLIJST Inventaris

nr.

WP Spoor Vlak Profiel Laag Datum Materiaalsoort Verzamelwijze (AAVL, Cp, Afw, Pnt, Bemo,

Resiudu)

Aantal Datering Opmerking

1 4 Losse

vondst

1 * * 17/07 Koper AAVL 1 19de eeuw Knoop, wellicht van militair uniform

(19de eeuw)

2 4 Losse

vondst

1 * * 17/07 AW AAVL 1 19de eeuw Wandfragment, geel -beige geglazuurd

(binnenzijde), oxiderend gebakken

(61)

BIJLAGE 3 F

OTOLIJST

Oorspronkelijk foto N° Omschrijving WP Spoor/profiel id Spoor/profiel nr Vlak Wind-

richting Profiel nr Extra info Datum

0001 P1160068 Overzicht nvt - * nvt NW - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0002 P1160069 Overzicht nvt - * nvt W - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0003 P1160072 Overzicht nvt - * nvt NW - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0004 P1160073 Overzicht nvt - * nvt ZO - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0005 P1160072 Overzicht nvt - * nvt ZW - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0006 P1160076 Overzicht nvt - * nvt ZW - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0007 P1160078 Overzicht nvt - * nvt Z - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0008 P1160080 Overzicht nvt - * nvt Z - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0009 P1160086 Bodemprofiel 1 1 P 1 . 1 nvt NO 1 PP1 14/07/2020

0010 P1160096 vlak 2 - * nvt W - Keldervloer 14/07/2020

0011 P1160100 Bodemprofiel 2 1 P 2 . 1 nvt NO - PP2 14/07/2020

0012 P1160105 Vlak 2 - * nvt W - Na verwijderen keldervloer 14/07/2020

0013 P1160108 Vlak 2 - * nvt W - Na verwijderen keldervloer 14/07/2020

0014 P1160109 Overzicht nvt - * nvt W - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0015 P1160114 vlak 3 - * 1 NW - Keldervloer 14/07/2020

0016 P1160116 vlak 3 - * 1 W - Keldervloer 14/07/2020

0017 P1160124 Overzicht nvt - * nvt W - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0018 P1160132 Overzicht nvt - * nvt ZW - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

(62)

0019 P1160133 Overzicht nvt - * nvt W - Terreinfoto voor ondergrondse

sloop 14/07/2020

0020 P1160144 Bodemprofiel 3 1 P 3 . 1 nvt NW - - 14/07/2020

0021 P1160150 Bodemprofiel 3 2 P 3 . 2 nvt ZW - - 14/07/2020

0022 P1160153 Vlak 3 - * 2 ZW - Na verwijderen keldervloer 14/07/2020

0023 P1160157 vlak 4 - * 1 ZW - Keldervloer 14/07/2020

0024 P1160158 Bodemprofiel 4 1 P 4 . 1 nvt NW - - 14/07/2020

0025 P1160163 Bodemprofiel 4 2 P 4 . 2 nvt NW - - 14/07/2020

0027 P1160165 Bodemprofiel 5 1 P 5 . 1 nvt ZW - - 14/07/2020

0028 P1160172 Bodemprofiel 5 1 P 5 . 1 nvt W - - 14/07/2020

0029 P1160175 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0030 P1160176 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0031 P1160175 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0032 P1160176 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0033 P1160177 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0034 P1160178 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0035 P1160179 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0036 P1160180 vlak 1 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0037 P1160184 Bodemprofiel 1 1 P 1 . 1 1 W - - 16/07/2020

0038 P1160187 Bodemprofiel 1 2 P 1 . 2 1 O - - 16/07/2020

0039 P1160192 coupe 1 1 CP 1 . 1 1 NW - - 16/07/2020

0040 P1160196 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0041 P1160198 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0042 P1160199 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0043 P1160200 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0044 P1160202 Bodemprofiel 2 1 P 2 . 1 1 NO - - 16/07/2020

0045 P1160206 vlak 2 - * 1 ZW - Kijkvenster 16/07/2020

0046 P1160209 vlak 2 - * 1 ZW - - 16/07/2020

(63)

0047 P1160214 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0048 P1160215 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0049 P1160216 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0050 P1160217 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0051 P1160218 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0052 P1160220 vlak 2 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0053 P1160222 Bodemprofiel 2 2 P 2 . 2 1 ZO - - 16/07/2020

0054 P1160225 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0055 P1160228 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0056 P1160230 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0057 P1160231 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0058 P1160232 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0071 P1160233 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0072 P1160234 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0073 P1160235 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0074 P1160236 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0075 P1160237 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0076 P1160238 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0077 P1160239 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0078 P1160240 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0079 P1160241 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0080 P1160242 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0081 P1160243 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0082 P1160244 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0083 P1160245 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0084 P1160247 Spoor 3 1 S 3 . 1 1 ZO - Krenggraf 16/07/2020

0085 P1160250 Bodemprofiel 3 1 P 3 . 1 1 NO - - 16/07/2020

0086 P1160248 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

(64)

0087 P1160249 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0088 P1160250 vlak 3 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0089 P1160251 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0090 P1160252 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0091 P1160253 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0092 P1160256 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0093 P1160257 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0094 P1160259 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0095 P1160262 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0096 P1160264 Spoor 4 2 S 4 . 2 1 ZO - Krenggraf 16/07/2020

0097 P1160266 Bodemprofiel 4 2 P 4 . 2 1 ZW - - 16/07/2020

0098 P1160269 Bodemprofiel 4 1 P 4 . 1 1 ZW - - 16/07/2020

0099 P1160272 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0100 P1160275 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0101 P1160277 vlak 4 - * 1 ZO - - 16/07/2020

0102 P1160278 Bodemprofiel 4 3 P 4 . 3 5 NO - - 16/07/2020

0103 IMG_20200716_123057 Vlak 1 - * 1 ZW - Kijkvenster 16/07/2020

0104 IMG_202000716_123226 Spoor 1 1 S 1 . 1 1 ZO - 16/07/2020

(65)

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De landschappelijke ligging en podzolachtige ondergrond kent wel een hoger potentieel voor steentijdsites (alluviale site). Tot op vandaag werden rees enekel sites in op en in

Rekening houdend met de voorgaande argumenten, schatten we het potentieel tot kennisvermeerdering voor het onderzoeksgebied aan de Koning Albertlaan 15 te Bierbeek laag in

Het bouwkundig erfgoed binnen het studiegebied dateert eveneens uit de 19 de eeuw (cf. Samenvattend kan dus gesteld worden dat archeologische resten uit de steentijden

Deze archeologienota werd opgesteld door ABO NV naar aanleiding van de uitbreiding van een serre en de oprichting van een inpakmagazijn aan de Duffelsesteenweg 111 te

Deze archeologienota kwam tot stand in opdracht van de initiatiefnemer naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen

Op de Ferrariskaart of de Carte de Ferraris is duidelijk zichtbaar dat het onderzoeksgebied zich deels in het Koninklijk Park van Tervuren bevond. In vergelijking met de

Deze archeologienota met beperkte samenstelling kwam tot stand naar aanleiding van de nieuwbouw van een loods en aanleg van verharding met bijhorende nutsleidingen ter

Pal ten oosten van het onderzoeksgebied bevindt zich sinds de late middeleeuwen een omwalde hoeve (genaamd Moederhoeve), die eind jaren 1930 omgebouwd werd naar