• No results found

ARCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET WANDELINGSTRAAT, PLUIMSTRAAT EN SLACHTHUISSTRAAT TE KORTRIJK (PROV. WEST- VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ARCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET WANDELINGSTRAAT, PLUIMSTRAAT EN SLACHTHUISSTRAAT TE KORTRIJK (PROV. WEST- VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport opgemaakt door: Maarten Praet en Tine Van denhaute

Derbystraat 51 9051 Gent

Juni 2018

Dossiernr. 23879.R.01 Projectcode OE: 2018D58

A RCHEOLOGISCHE EVALUATIE VAN HET BODEMARCHIEF TUSSEN DE V EEMARKT , W ANDELINGSTRAAT , P LUIMSTRAAT EN

S LACHTHUISSTRAAT TE K ORTRIJK ( PROV . W EST - V LAANDEREN )

V ERSLAG VAN RESULTATEN

ABO Archeologische Rapporten 695

(2)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 2

C OLOFON

Titel

Archeologische evaluatie van het bodemarchief tussen de Veemarkt, Wandelingstraat, Pluimstraat en Slachthuisstraat te Kortrijk (prov. West-Vlaanderen)

Auteurs

Maarten Praet en Tine Van denhaute Projectnummer

- 23879 (intern) - 2018D58 (AOE) Plaats en Datum Gent, juni 2018 Reeks en nummer

ABO archeologische rapporten 695 ISSN 2406-3940

(3)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 3

R APPORTFICHE

Template

Versies

Versie Datum Status

v0 2 mei 2018 Interne draft

v1 4 mei 2018 Externe draft / definitieve versie

v2 15 juni 2018 Definitieve versie

Projectteam

Functie Naam

Projectleider Jan Coenaerts

Business Unit Manager Toon Moeskops

Kwaliteitscontrole Anouk Van der Kelen

Director Patrick Hambach

(4)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 4

I NHOUD

Deel 1 : Verslag van resultaten ... 7

1 Inleiding ... 7

1.1 Thesaurus ... 7

1.2 Administratieve gegevens ... 7

1.3 Aanleiding voor het onderzoek ... 8

1.4 Afbakening onderzoeksgebied ... 9

1.5 Onderzoeksstrategie... 11

2 Aard van de bedreiging... 12

2.1 Huidige situatie ... 12

2.2 Toekomstige situatie ... 14

3 Assessmentrapport: landschappelijke analyse ... 25

3.1 Topografische situering ... 25

3.2 Bodemkundige situering ... 29

4 Assessmentrapport: archeologische voorkennis ... 35

4.1 Historisch kader ... 36

4.2 Inventarissen Onroerend Erfgoed ... 38

4.3 Cartografische Bronnen ... 47

4.4 Recente landschapsveranderingen ... 56

5 Besluit ... 58

5.1 Interpretatie en datering ... 58

5.2 Samenvatting en inschatting potentieel tot kennisvermeerdering ... 59

6 Kwaliteitscontrole en ondertekening ... 60

7 Bibliografie ... 61

(5)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 5

L IJST VAN FIGUREN

Figuur 1: Archeologische zone van Kortrijk met aanduiding van het studiegebied weergegeven op een

orthofoto (2017) (Inventaris Onroerend Erfgoed & Geopunt 2018) ... 8

Figuur 2: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur, 2017) met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018) ... 9

Figuur 3: GRB met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018) ... 9

Figuur 4: Kadasterplan met aanduiding van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018) ... 10

Figuur 5: Opmetingsplan van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018) ... 12

Figuur 6: Foto's van het binnengebied van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018) ... 13

Figuur 7: Overzichtstabel van de geplande bodemingrepen (Initiatiefnemer 2018) ... 14

Figuur 8: Weergave van de toekomstige situatie (Initiatiefnemer 2018) ... 15

Figuur 9: Grondplan van de toekomstige situatie (Initiatiefnemer 2018) ... 15

Figuur 10: Inplanting en typesnedes stadswoningen (a) van type patiowoning (links) en rijwoning (rechts) (Initiatiefnemer 2018) ... 16

Figuur 11: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de lofts/studio’s ter hoogte van de meubelfabriek Ballegeer (Initiatiefnemer 2018) ... 17

Figuur 12: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de woningen (links) en appartementen (rechts) (Initiatiefnemer 2018) ... 18

Figuur 13: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de meergezinswoningen ter hoogte van de fruithandel aan de Veemarkt (Initiatiefnemer 2018) ... 19

Figuur 15: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de geplande studio's aan de Pluimstraat (Initiatiefemer 2018) ... 21

Figuur 18: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de geplande woningen in het binnengebied (Initiatiefnemer 2018) ... 24

Figuur 19: Topografische kaarten met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 25

Figuur 20: Luchtfoto (grootschalige winteropnamen, kleur, 2013-2015) met hoogteprofiel van het studiegebied volgens een noord-zuid-as (Geopunt 2018) ... 26

Figuur 21: Hoogteprofiel volgens een west-oost-as met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 27

Figuur 22: Hoogteprofiel volgens een noord-zuid-as met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 27

Figuur 24: Hillshade (afgeleid van DTM 1m) met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018) ... 28

Figuur 25: Gedigitaliseerde bodemkaart met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 29

Figuur 26: Gedigitaliseerde Quartairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018) ... 30

Figuur 27: Quartairgeologische sequentie ter hoogte van het studiegebied (type 3) (Geopunt 2018) 31 Figuur 28: Gedigitaliseerde Tertiairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018) ... 32

Figuur 29: Bodemerosiekaart op perceelsniveau met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018) ... 33

Figuur 31: Tabel met geraadpleegde bronnen ... 35

Figuur 32: Weergave van de locaties met gekend bouwkundig erfgoed in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018) ... 38

Figuur 33: Tabel met de locatie van het bouwkundig erfgoed in de regio (Inventaris Bouwkundig Erfgoed 2018) ... 39

(6)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 6 Figuur 34: Weergave van de locaties van beschermde monumenten in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018) ... 40 Figuur 35: Overzicht van de beschermde monumenten in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018) ... 41 Figuur 36: Alle CAI-meldingen binnen een straal van 500m (Centraal Archeologische Inventaris 2018) met aanduiding van het studiegebied, weergegeven op een orthofoto (2017) (Geopunt 2018) ... 41 Figuur 37: Overzichtstabel van de CAI meldingen in de omgeving (Centraal Archeologische Inventaris 2018) ... 42 Figuur 39: Tabel van bekrachtigde archeologienota's in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018) ... 46 Figuur 40: Deventerkaart van Kortrijk (ca. 1550-1565) (Koninklijke Bibliotheek van België 2018) ... 47 Figuur 41: Overzicht van de Sanderuskaart van Kortrijk (ca. 1641) met aanduiding van het

studiegebied (links op het kaartbeeld) (Flandria Illustrata 2018) ... 48 Figuur 42: Fricxkaart (1712) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 49 Figuur 43: Ferrariskaart (ca. 1770-1778) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 50 Figuur 44: Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) .. 51 Figuur 45: Vandermaelenkaart (1846-1854) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) . 52 Figuur 46: Popp-kaart (1842-1879) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018) ... 53 Figuur 47: Topografische kaart (1873) met aanduiding van het studiegebied (Cartesius 2018) ... 54 Figuur 48: Topografische kaart (1910) met aanduiding van het studiegebied (Cartesius 2018) ... 55 Figuur 49: Orthofotomozaïek (kleinschalige zomeropnamen, 1971, panchromatisch) met aanduiding studiegebied ( Geopunt 2018) ... 56 Figuur 50: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur 1990) met aanduiding

studiegebied (Geopunt 2018) ... 57 Figuur 51: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur 2013-2015) met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018) ... 57

(7)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 7

D EEL 1 : V ERSLAG VAN RESULTATEN

1 I NLEIDING

1.1 T

HESAURUS

Bureauonderzoek, Kortrijk, 19de eeuw, Romeinse periode, hinterland

1.2 A

DMINISTRATIEVE GEGEVENS

Projectcode Onroerend Erfgoed: 2018D58

ISSN-nummer 2406-3940

Erkend Archeoloog ABO nv

Erkenningsnummer OE/ERK/Archeoloog/2017/00167

Naam + adres onderzoeksgebied

straat + nr.: Veemarkt, Wandelingstraat, Pluimstraat, Slachthuisstraat

- Postcode: 8500

- Fusiegemeente: Kortrijk

- Land: België

- Lambertcoördinaten (1972) (EPSG:31370)

N: 72978.446 / 169008.912 O: 72989.664 / 168923.399 Z/W: 72870.284 / 168911.334 Kadaster

Gemeente : Kortrijk

- Afdeling: 3

- Sectie: B

- Percelen: B102f20, B102z22, B101b3, B101f3, B101g3, B99k3, B99v2, B100m3, B102e24, B102L24, B102z20, B102e5, B102n21, B102d25

- Onderzoekstermijn: Juni

- Thesaurus Bureauonderzoek, Kortrijk, 19de eeuw, Romeinse periode, hinterland

(8)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 8

1.3 A

ANLEIDING VOOR HET ONDERZOEK

Deze archeologienota kwam tot stand in opdracht van de initiatiefnemer voor de aanvraag van een omgevingvergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor een nieuwbouwproject tussen de Veemarkt, Wandelingstraat, Pluimstraat en Slachthuisstraat te Kortrijk.

De beoogde sloop- en graafwerken binnen het nieuwbouwproject worden beschouwd als een ingreep in de bodem. Doordat de oppervlakte van de percelen waarop deze ingreep betrekking heeft de drempelwaarde van 3.000m² (ca. 6.570m²) buiten een archeologische zone (Figuur 1) overschrijdt en de ingreep in de bodem de grens van 1.000m² (ca. 5.700m²) overschrijdt moet er, in het kader van het Onroerend Erfgoeddecreet, voorafgaand aan een bouwvergunning, een archeologienota worden opgemaakt om het archeologisch potentieel van de site te evalueren (art. 5.4.1. Onroerend Erfgoeddecreet).

Figuur 1: Archeologische zone van Kortrijk met aanduiding van het studiegebied weergegeven op een orthofoto (2017) (Inventaris Onroerend Erfgoed & Geopunt 2018)

(9)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 9

1.4 A

FBAKENING ONDERZOEKSGEBIED

Het studiegebied bevindt zich tussen de Veemarkt (noorden), Wandelingstraat (noordoosten), Pluimstraat (zuiden) en de Slachthuisstraat (westen) (Figuur 2 en Figuur 3). De geplande werken zijn beperkt tot onderstaande percelen: B102f20, B102z22, B101b3, B101f3, B101g3, B99k3, B99v2, B100m3, B102e24, B102L24, B102z20, B102e5, B102n21, B102d25 (Figuur 4).

Figuur 2: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur, 2017) met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018)

Figuur 3: GRB met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018)

(10)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 10 Figuur 4: Kadasterplan met aanduiding van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018)

(11)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 11

1.5 O

NDERZOEKSSTRATEGIE

Volgende twee stappen worden ondernomen om een archeologisch verwachtingsprofiel op te stellen:

1) Een analyse van de bestaande en ontsloten landschappelijke gegevens plaatst het studiegebied in een breder landschappelijk kader (hfst. 3). Hiervoor werden zowel kaartmateriaal als literaire bronnen geconsulteerd.

2) Een analyse van de bestaande en ontsloten historische en archeologische gegevens geven inzicht in het archeologisch potentieel van het studiegebied (hfst. 4). Hierbij werden voornamelijk inventarissen onroerend erfgoed en historische kaarten geraadpleegd.

Het archeologisch verwachtingsprofiel wordt vervolgens geconfronteerd met de aard van de geplande werken teneinde de impact van deze werken te bepalen en een advies te formuleren.

(12)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 12

2 A ARD VAN DE BEDREIGING

2.1 H

UIDIGE SITUATIE

Het terrein is voor ca. 86% bebouwd (5.645m²) en bevindt zich net buiten de historische stadskern en archeologische zone. De onbebouwde delen (14%; 925m²) zijn klein en versnipperd (Figuur 5). Voor een optimale leesbaarheid zullen de plannen ook apart worden aangeleverd. Er is geen informatie beschikbaar omtrent de huidige funderingen.

In het noordwestelijk deel van het studiegebied (Veemarkt 62-64) is een 19de-eeuws herenhuis gelegen dat werd opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed (zie hfst. 4.1.1; IBE 60318). Dit herenhuis was voorzien van een kelder, maar deze kelder werd reeds in het verleden gedempt. De datum van deze demping is niet geweten.

Ten oosten van het herenhuis bevindt zich een fruithandel. In de noordoostelijke hoek van het terrein is een 19de-eeuwse likeurstokerij aanwezig die eveneens is opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed (IBE 60400). Beide gebouwen hebben geen kelder. In het zuidoostelijke deel van het terrein – ter hoogte van de Pluimstraat – zijn twee woonhuizen. Deze zijn onderkelderd. Het zuidwestelijke deel van het studiegebied bestaat uit een magazijn en winkel van de meubelfabriek Ballegeer. Deze gebouwen zijn niet onderkelderd.

Figuur 5: Opmetingsplan van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018)

(13)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 13 Figuur 6: Foto's van het binnengebied van het studiegebied (Initiatiefnemer 2018)

(14)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 14

2.2 T

OEKOMSTIGE SITUATIE

De geplande werken voorzien in de bouw van verschillende units die hieronder apart besproken worden. Het herenhuis aan de Veemarkt en de likeurstokerij, beide daterend uit de 19de eeuw en opgenomen als bouwkundig erfgoed, zullen niet gesloopt worden. De totale oppervlakte van de geplande werken is ca. 5.700m² en bestaat uit 64 units (Figuur 8 en Figuur 9). Er zullen geen kelders worden aangelegd. Alle gebouwen zullen gefundeerd worden op een funderingsplaat van maximum 0,80m-mv.

Om het geheel toegankelijk te maken zal er een wegenis worden aangelegd. Hiervoor wordt een maximale bodemingreep van 0,80m-mv voorzien. Voor de aanleg van de groenzone wordt maximaal tot 0,30m-mv afgegraven (initiatiefnemer 2018). De bodemingreep blijft dus beperkt.

Lokaal zullen er regenputten of bufferbekkens voorzien worden. Deze regenputten/bufferbekkens zullen tot maximaal 3m-mv worden aangelegd. De precieze inplanting van de regenputten/bufferbekkens is nog niet gekend, maar dit zal onder de wegenis komen. Hoewel de ingreep voor de aanleg van de wegenis tot maximaal 0,80m-mv zal gaan zullen we dus moeten uitgaan van een maximale verstoring tot 3m-mv ter hoogte van de wegenis voor de regenputten/bufferbekkens. Hieronder volgt een overzicht van de geplande bodemingrepen. Voor de leesbaarheid zullen alle plannen ook apart worden aangeleverd.

Bodemingreep Maximale verstoringsdiepte (m-mv)

Gebouwen 0,80

Wegenis met regenputten/bufferbekkens 3

Groenzone 0,30

Figuur 7: Overzichtstabel van de geplande bodemingrepen (Initiatiefnemer 2018)

(15)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 15 Figuur 8: Weergave van de toekomstige situatie (Initiatiefnemer 2018)

Figuur 9: Grondplan van de toekomstige situatie (Initiatiefnemer 2018)

(16)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 16 a. Stadswoningen (Figuur 10)

Er zullen vijf units van stadswoningen voorzien worden. Deze worden opgedeeld rijwoningen en patio woningen. Beide woningtypes hebben twee verdiepingen1. De totale oppervlakte van de stadswoningen is 834,4m² (bouwvolume2) en 178m² (exterieur3).

Figuur 10: Inplanting en typesnedes stadswoningen (a) van type patiowoning (links) en rijwoning (rechts) (Initiatiefnemer 2018)

1 Dit is steeds exclusief gelijkvloers. Hierna zal verdiepingen steeds duiden op bovengrondse verdiepingen exclusief het gelijkvloers.

2 Bouwvolume duidt op de oppervlakte die ingenomen zal worden door de geplande gebouwen. Dit is exclusief eventuele verhardingen, terrassen, etc.

3 De exterieure oppervlakte duidt op verhardingen en groenzones. De bodemingreep is hierbij beperkt en zal slechts een minimale impact hebben op mogelijke archeologische resten.

(17)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 17 b. Lofts / studio’s (‘Ballegeer’) (Figuur 11)

De meubelfabriek Ballegeer zal gerenoveerd worden in de vorm van 12 units. De totale oppervlakte is 970,64m² (bouwvolume) en 132,3m² (exterieur). Het gebouw zal uit drie verdiepingen bestaan.

Figuur 11: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de lofts/studio’s ter hoogte van de meubelfabriek Ballegeer (Initiatiefnemer 2018)

(18)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 18 c. Drie woningen en zeven appartementen (‘Fortis’) (Figuur 12)

Ter hoogte van de 19de-eeuwse herenhuizen worden drie woningen en zeven appartementen gepland. De woningen zijn opgebouwd uit een gelijkvloers en eerste verdieping. De appartementen hebben drie verdiepingen. De totale oppervlakte is 1.043,13m² (bouwvolume) en 205,72m² (exterieur).

Figuur 12: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de woningen (links) en appartementen (rechts) (Initiatiefnemer 2018)

(19)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 19 d. Meergezinswoning (‘Fruithandel Veemarkt’) (Figuur 13)

Ter hoogte van de fruithandel aan de Veemarkt zullen zes meergezinswoningen worden opgericht. Het bouwvolume bestaat uit drie verdiepingen. De totale oppervlakte is 544,2m² (bouwvolume) en 99m² (exterieur).

Figuur 13: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de meergezinswoningen ter hoogte van de fruithandel aan de Veemarkt (Initiatiefnemer 2018)

(20)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 20 e. Duplexen (‘Stokerij Mouillez-Busschaert’) (Figuur 14)

Ter hoogte van de 19de-eeuwse likeurstokerij Mouillez-Busschaert worden vier duplexen opgericht. Het bouwvolume is twee verdiepingen hoog. De totale oppervlakte is 600,37m² (bouwvolume) en 85,29m² (exterieur).

Figuur 14: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de duplexen (rechts) ter hoogte van de stokerij en de lofts (links) ter hoogte van het buurthuis (Initiatiefnemer 2018)

(21)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 21 f. Lofts (‘Buurthuis’) (Figuur 14)

Ter hoogte van het buurthuis worden twee lofts ingericht. De lofts bevinden zich enkel op de eerste verdieping, boven het buurthuis. De totale oppervlakte is 303,73m² (bouwvolume) en 80,99m² (exterieur).

g. Studio’s (Pluimstraat’) (Figuur 15)

Aan de Pluimstraat zullen twee studio’s worden gebouwd waar voorheen rijwoningen aanwezig waren. Het bouwvolume bestaat uit twee verdiepingen. De totale oppervlakte is 135m² (bouwvolume) en 10,8m² (exterieur).

Figuur 15: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de geplande studio's aan de Pluimstraat (Initiatiefemer 2018)

(22)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 22 h. Meergezinswoning (‘Centraal binnengebied’) (Figuur 16)

Centraal in het binnengebied worden zes units voorzien die zullen fungeren als meergezinswoningen. Het bouwvolume bestaat uit drie verdiepingen. De totale oppervlakte is 558,5m² (bouwvolume) en 84m² (exterieur).

Figuur 16: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de meergezinswoningen in het centrale binnengebied (Initiatiefnemer 2018)

(23)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 23 i. Stapelwoningen (‘Centraal binnengebied’) (Figuur 17)

Ten westen van de meergezinswoningen worden twaalf stapelwoningen voorzien in het centrale binnengebied. De stapelwoningen zullen twee verdiepingen hebben. De totale oppervlakte is 1.560m² (bouwvolume) en 666m² (exterieur).

Figuur 17: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de stapelwoningen in het centrale binnengebied (Initiatiefnemer 2018)

(24)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 24 j. Woningen binnengebied (‘fruithandel’) (Figuur 18)

Er worden vijf woningen voorzien in het binnengebied achter de fruithandel aan de Veemarkt.

Het bouwvolume zal uit twee verdiepingen bestaan. De totale oppervlakte is 815m² (bouwvolume) en 167m² (exterieur).

Figuur 18: Inplanting (boven) en grondplan (onder) van de geplande woningen in het binnengebied (Initiatiefnemer 2018)

(25)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 25

3 A SSESSMENTRAPPORT : LANDSCHAPPELIJKE ANALYSE 3.1 T

OPOGRAFISCHE SITUERING

3.1.1 T

OPOGRAFIE

Het studiegebied bevindt zich ten zuidoosten van de historische stadskern van Kortrijk tussen de Veemarkt (N), Wandelingstraat (O), Pluimstraat (Z) en Slachthuisstraat (W) (Figuur 19). Ten zuiden van de Pluimstraat is een spoorweg gelegen. Op ca. 1 km ten noordwesten van het studiegebied stroomt de Leie. De volledig omgeving, inclusief het studiegebied, is bebouwd.

Figuur 19: Topografische kaarten met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(26)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 26

3.1.2 H

OOGTEVERLOOP

Het studiegebied bevindt zich op een iets hoger gelegen positie aan de Leievallei. Ten zuiden van het studiegebied zijn enkele heuvels gelegen (Figuur 23 en Figuur 24). Ten noorden en westen van het studiegebied situeert zich een lagergelegen gebied. Het gaat hier om de alluviale vlakte van de Leie.

Deze is wat lager gelegen dan het omringende landschap (figuur 21). Binnen het terrein is er een lichte daling van de hoogte merkbaar naar het noorden en westen toe, in de richting van de Leievallei Het reliëf binnen het studiegebied is vrij grillig. De hoogtes binnen het studiegebied schommelen tussen 17,4mTAW en 17,9mTAW (figuren 18, 19 en 20). Op de hillshade (figuur 22) valt het dichtbebouwde karakter van het studiegebied en de omgeving errond af te leiden.

Figuur 20: Luchtfoto (grootschalige winteropnamen, kleur, 2013-2015) met hoogteprofiel van het studiegebied volgens een noord-zuid-as (Geopunt 2018)

(27)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 27 Figuur 21: Hoogteprofiel volgens een west-oost-as met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

Figuur 22: Hoogteprofiel volgens een noord-zuid-as met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(28)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 28 Figuur 23: DTM (1m) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

Figuur 24: Hillshade (afgeleid van DTM 1m) met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018)

(29)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 29

3.2 B

ODEMKUNDIGE SITUERING

3.2.1 B

ODEMKAARTEN

Het bodemtype ter hoogte van het studiegebied werd gekarteerd als bebouwde zone (OB) (Figuur 25).

Het natuurlijk bodemarchief is hierbij mogelijk verstoord door menselijke ingrepen. Binnen een stedelijke context gaat dit gepaard met een complexe verticale stratigrafie. Het studiegebied bevindt zich echter buiten de historische stadskern van Kortrijk en werd pas vanaf het einde van de 19de eeuw bebouwd (zie hfst. 4.2). Op grotere schaal bevindt het onderzoeksgebied zich in een overgangsgebied tussen het loessgebied in het zuiden en het dekzandgebied in het noordoosten. De bodems in deze regio bestaan uit lemig zand of lichte zandleem nabij de Leie (Bogemans 2007).

Figuur 25: Gedigitaliseerde bodemkaart met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(30)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 30

3.2.2 Q

UARTAIRGEOLOGISCHE KAART

De Quartaire lagen hebben een dikte van ca. 20m binnen de westelijke uitlopers van de Vlaamse Vallei, waar het studiegebied is gelegen. Hierbij zijn de Quartaire lagen van de Leie afzettingen dikker dan deze van de Schelde afzettingen. De Vlaamse Vallei werd opgevuld tijdens het Laat-Pleistoceen.

Het Quartaire pakket (type 3; figuren 24 en 25) bestaat uit een opeenvolging van fluviatiele en eolische afzettingen. De oudste afzettingen zijn fluviatiele afzettingen (FLPw) uit het Weichseliaan (Laat- Pleistoceen). Mogelijk zijn er hellingsafzettingen (HQ) aanwezig bovenop de fluviatiele afzettingen.

Door het steeds droger wordende klimaat werden eolische afzettingen (ELPw) gevormd in het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen). De jongste fluviatiele sedimenten langsheen de Leie (type 3a) werden tijdens het Holoceen en mogelijk ook tijdens het Tardiglaciaal (Laat-Weichseliaan) afgezet ten gevolge van de stijgende temperaturen in deze periode. De Leie zal haar meanderende vorm krijgen tijdens deze fase (Bogemans 2007). Het studiegebied bevindt zich op een iets hoger gelegen positie aan de voet van de Zuid-West-Vlaamse heuvels. Deze bevinden zich ten zuiden van het studiegebied. Ten noorden en oosten van het studiegebied merken we een alluviale vlakte van de Leie op (type 3a). Deze is wat lager gelegen dan het omringende landschap. Dit beeld komt mooi overeen met de hoogtekaart (cf. 3.1.2; figuur 21). Op basis van de landschappelijke ligging is dit een goede positie voor het aantreffen van resten van menselijke activiteiten.

Figuur 26: Gedigitaliseerde Quartairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018)

(31)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 31 Figuur 27: Quartairgeologische sequentie ter hoogte van het studiegebied (type 3) (Geopunt 2018)

(32)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 32

3.2.3 T

ERTIAIRGEOLOGISCHE KAART

Het studiegebied is gelegen in het Lid van Moen dat deel uitmaakt van de Formatie van Kortrijk (Figuur 28). Deze formatie bestaat voornamelijk uit klei met af en toe ook zandige of siltige gedeeltes. De oudste afzettingen dateren van het Onder-Eoceen en zijn marien van aard. De klei van het lid van Moen is magere klei.

Figuur 28: Gedigitaliseerde Tertiairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018)

(33)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 33

3.2.4 B

ODEMEROSIEKAART

Vanwege de stedelijke context is er geen directe indicator voor bodemerosie te vinden op de potentiële bodemerosiekaart. Op basis van percelen in de ruimere omgeving kunnen we concluderen dat de bodemerosie (zeer) laag tot verwaarloosbaar is (Figuur 29).

Figuur 29: Bodemerosiekaart op perceelsniveau met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018)

(34)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 34

3.2.5 B

ODEMGEBRUIKSKAART

Op de bodemgebruikskaart behoort het noorden van het studiegebied tot kernstadbebouwing (figuur 28). Het zuidelijk deel van het studiegebied maakt deel uit van zgn. andere infrastructuur. Op basis van de orthofoto’s kan eveneens een beeld verkregen worden van het bodemgebruik. Hieruit blijkt dat het terrein grotendeels bebouwd is (zie hfst. 2.1 en 4.4).

Figuur 30: Bodemgebruikskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (Geopunt 2018)

(35)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 35

4 A SSESSMENTRAPPORT : ARCHEOLOGISCHE VOORKENNIS

Geraadpleegde bronnen hoofdstuk 4 met betrekking tot archeologische voorkennis

Toelichting

Inventarissen

Inventaris archeologische zone Buiten archeologische zone

Landschapsatlas Niet relevant

Inventaris bouwkundig Erfgoed Relevant, cf. 4.2.1

Beschermde monumenten Relevant, cf. 4.2.2

Beschermde stads- en dorpsgezichten Niet relevant Centraal Archeologische Inventaris Relevant, cf. 4.2.4

Inventaris historische stadskern Buiten historische stadskern Inventaris gebieden waar geen archeologie te

verwachten valt (GGA)

Niet binnen GGA gelegen

Wereldoorlog relicten Geen relicten in de buurt (< 1km) Andere historisch/ archeologische relicten Geen relicten in de buurt (< 1km) Cartografische bronnen

Jacob van Deventer kaart (ca. 1550-1565) Relevant, cf. 4.3.1

Sanderuskaart (ca. 1641) Relevant, cf. 4.3.2

Frickxkaart (ca. 1745) Relevant, cf. 4.3.3

Ferrariskaart (ca. 1771-1778) Relevant, cf. 4.3.4 Atlas der Buurtwegen (ca. 1841) Relevant, cf. 4.3.5 Vandermaelen kaarten (1846- 1854) Relevant, cf. 4.3.6

Popp kaarten (1842-1879) Relevant, cf. 4.3.7

Topografische kaart (NGI) (1873) Relevant, cf. 4.3.8 Topografische kaart (NGI) (1910) Relevant, cf. 4.3.9

Orthofoto’s (1971-2017) Relevant, cf. 4.4

Figuur 31: Tabel met geraadpleegde bronnen

(36)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 36

4.1 H

ISTORISCH KADER

De oudste vondsten in de omgeving van Kortrijk dateren uit het epipaleolithicum (ca. 9000 – 7000 v.o.t.) in een lager gelegen deel van de Leievallei nabij het Gavermeer te Deerlijk. Op de Pottelberg (ten zuidwesten van de historische stadskern van Kortrijk) en de wijk ’t Hoge (ca. 3.5km ten zuiden van de historische stadskern van Kortrijk) werden mesolithische vondsten aangetroffen die gedateerd kunnen worden tussen ca. 8000 en 4000 voor Chr. Vondsten uit het paleolithicum en mesolithicum worden dus slechts sporadisch teruggevonden (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018; Despriet 1990).

Het is pas vanaf de neolithische periode (ca. 2500 – 1800 voor Chr. dat er meer menselijke activiteiten plaatsvinden in de omgeving van Kortrijk. In deze periode werd voor het eerst aan landbouw gedaan, waardoor de bodemvruchtbaarheid een belangrijke factor werd voor het kiezen van een nederzettingsplaats. Zo zijn er talrijke neolithische vondsten ingezameld in de vruchtbare akkergronden langs de Leieoevers en de nabijgelegen waterlopen (Gaverbeek, Heulebeek, …). De reeds gekende sporen en vondsten uit de metaaltijden bevinden zich eveneens voornamelijk nabij de Leie of op hoger gelegen plaatsen zoals de Pottelberg (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018; Despriet 1990).

De oudste stedelijke kern van Kortrijk kan in de Romeinse tijd gesitueerd worden. In de Romeinse tijd was er immers een vicus aanwezig op beide Leieoevers. Op deze locatie kon men de Leie immers vrij makkelijk oversteken. De naam Kortrijk wordt voor het eerst vermeld in de 4de-5de eeuw als Cortoriacum. Tijdens de Romeinse periode blijft de bewoning (inclusief grafvelden) beperkt tot de huidige historische stadskern (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018; Despriet 1990). Ten (noord)westen van het huidige studiegebied werd een grafveld uit de Romeinse periode archeologisch onderzocht (zie hfst. 4.2.4; ID 76902). Dit duidt erop dat het studiegebied zich buiten de bewoningskernen van de Romeinse periode bevond, aangezien de funeraire activiteiten buiten de stadskernen plaatsvonden.

Indien er archeologische resten uit de Romeinse tijd aanwezig zijn binnen het studiegebied, zullen deze dus waarschijnlijk van funeraire aard zijn.

In de loop van de middeleeuwen zal de stadskern van Kortrijk zich steeds verder uitbreiden. Hoewel Kortrijk reeds in de vroege middeleeuwen bloeide (5de-10de eeuw), zullen er met name vanaf de volle en late middeleeuwen grote bouwwerken worden opgericht. Het gaat onder meer om een motte (10de eeuw), de Sint-Martinuskerk (11de eeuw) en een Franse (dwang)burcht (14de-15de eeuw). Kortrijk was tijdens de middeleeuwen en nieuwe tijd vaak het strijdtoneel voor allerlei conflicten. Zo werd Kortrijk meermaals ingenomen door het Franse leger (1297; 1646; 1667; 1678; 1689; 1792). In 1302 vond de Guldensporenslag plaats nabij de Groeningelaan, ten noorden van het studiegebied (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018; Despriet 1990).

De stadskern zou zich voornamelijk naar het noorden toe uitbreiden, aan de overzijde van de Leieoever. Tussen 1354 en 1454 wordt een Bourgondische stadsversterking opgetrokken rond de stedelijke kern van Kortrijk. De bakstenen ringmuur is voorzien van torens en poorten evenals een Bourgondisch stadskasteel aan de oosthoek met de Leie. De Sint-Janspoort – ten noordwesten van het studiegebied – is één van deze stadspoorten. Rondom de stadsmuur werd een stadsgracht aangelegd.

Het studiegebied bevindt zich net ten zuiden van de stadsgracht. Tijdens de tweede helft van de 15de eeuw werden de stadsversterkingen verder uitgebouwd met de oprichting van zes bolwerken vóór de stadspoorten. De wijk Overbeke – binnen het oostelijk deel van de historische stadskern van Kortrijk – werd in 1543 omgracht en werd opgenomen in een gebastionneerde ommuring in de 16de-17de eeuw.

In 1647 werd een Franse citadel opgericht op de oostflank van Overbeke, maar deze werd vernield bij de Franse aftocht in 1684. Op het einde van de 17de eeuw zal een nieuwe stadsversterking (type Vauban) opgericht worden door de Fransen (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018; Despriet 1990). Het studiegebied valt hierbij nog steeds buiten de stadsmuur en stadsgracht.

(37)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 37 Het is pas in de tweede helft van de 19de eeuw dat de stadskern zich ook buiten de stadsmuren zou uitbreiden. Na de afschaffing van octrooirechten in 1860 werden de stadsversterkingen immers gesloopt en werden tegen 1889 bijna alle stadsgrachten gedempt. Bij de uitbreiding van de stadskern zullen vele nieuw aangelegde straten de bedding van vele stadsgrachten volgen (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018). Het bouwkundig erfgoed (zie hfst. 4.2.1) en de cartografische bronnen (zie hfst. 4.3) bevestigen deze stelling.

“In 1865 wordt een ontwikkelingsplan voor een gebied met een grootte van 9 ha. ten noorden van de Rijselwijk opgesteld, dat evenwel niet integraal wordt uitgevoerd. In de eerste plaats wordt de stationswijk uitgebreid. In deze nieuwe wijk, het zogenaamd "Nouveau Quartier", staat het gerechtshof centraal (1867-1875). Het uitzicht wordt bepaald door de vrijwel homogene aanwezigheid van neoclassicistische en Leopold II-stijl-gebouwen. In het kader van de economische ontsluiting van de stad probeert Burgemeester Reynaert door een "ceinture de boulevards" (Minister Tacklaan, Minister Vanden Peereboomlaan, Noordstraat, Graaf de Smet de Nayerlaan, Burgemeester Vercruysselaan, Minister Liebaertlaan en Groeningelaan) rond de binnenstad, de invalswegen met elkaar te verbinden.

Het hele stratensysteem met assen, dwarsassen en knooppunten wordt zoveel mogelijk onderbroken door groenvoorzieningen. De volledige ring wordt echter nooit gerealiseerd. In 1892 wordt de

"Maatschappij voor het Bouwen van goedkope Woningen" opgericht, en vanaf 1896 worden jaarlijks gemiddeld 60 arbeiderswoningen opgetrokken. Met de bouw van 24 huisjes voor bejaarden in de buurt van Hoog Mosscher (1913) doet de tuinwijkgedachte zijn intrede in Kortrijk. Tevens krijgt de stad heel wat park- en groenaanleg (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018).”

Het studiegebied werd steeds gebruikt als akkerland tot de eerste uitbreiding van de Kortrijkse stadskern in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw. Het is in deze periode waarbij ontwikkelingsplannen worden opgemaakt voor de oprichting van (tuin)wijken, met name langsheen de stadsgracht. Deze wijk is zichtbaar op een topografische kaart uit 1873 (zie hfst. 4.3.8), met een regelmatig aangelegd stratenpatroon. Na het dempen van de stadsgracht (na 1889) werd de omgeving van het studiegebied opnieuw grondig gewijzigd. Op een topografische kaart uit 1910 stemt het straten- en huizenpatroon quasi volledig overeen met de huidige situatie. Er zijn dan ook nog enkele huizen bewaard uit deze periode (zie hfst. 4.2.1).

(38)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 38

4.2 I

NVENTARISSEN

O

NROEREND

E

RFGOED

4.2.1 I

NVENTARIS BOUWKUNDIG ERFGOED

Het bouwkundig erfgoed in de nabije omgeving is te dateren in de tweede helft van de 19de eeuw, wanneer een nieuwe wijk zal worden opgericht tussen de Veemarkt en de Pluimstraat (Figuur 32 en Figuur 33). De evolutie van deze wijk is ook te zien op de cartografische bronnen (zie hfst. 4.3.8). Het is de eerste fase van de bebouwing extra muros na het slopen van de stadsversterkingen en poorten.

In de onderstaande tabel (figuur 31) wordt het bouwkundig erfgoed opgelijst.

Figuur 32: Weergave van de locaties met gekend bouwkundig erfgoed in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018)

ID Omschrijving Datering

60316 Winkel-woonhuis van 1904 1904

60317 Drie herbergen Tweede helft 19de

eeuw

60318 Herenhuis Tweede helft 19de

eeuw

60320 Burgerwoning Tweede helft 19de

eeuw

60321 Burgerwoning Tweede helft 19de

eeuw

60400 Likeurstokerij oud huis Mouliez-Busschaert 1870

(39)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 39

60401 19de-eeuwse burgerhuizen 19de eeuw

60402 Stadswoning Tweede helft 19de

eeuw

60403 Winkel-woonhuis Tweede helft 19de

eeuw

60404 Vier 19de-eeuwse stadswoningen 19de eeuw

60434 Remise In den Olifant Eerste helft 19de

eeuw

60436 Burgerwoning van 1930 1930

Figuur 33: Tabel met de locatie van het bouwkundig erfgoed in de regio (Inventaris Bouwkundig Erfgoed 2018)

(40)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 40

4.2.2 B

ESCHERMDE MONUMENTEN

De beschermde monumenten buiten de historische stadskern (ID 12957; 13137; 13138) dateren uit de 20ste eeuw (Figuur 34 en Figuur 35). Dit sluit aan bij het beeld dat verkregen werd bij het bouwkundig erfgoed, evenals bij de resultaten van de cartografische bronnen (hfst. 4.2.8). De bebouwing situeert zich hierbij langsheen de uitvalswegen of de zgn. Ommegang. Verder naar het noordwesten toe, in de richting van de historische stadskern, krijgen de beschermde monumenten een oudere datering (tot 15de/17de eeuw in de nabije omgeving).

Figuur 34: Weergave van de locaties van beschermde monumenten in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018)

ID Omschrijving Datering

12938 Villa in cottagstijl ontworpen dor Georges Hobé

Interbellum

12957 Architectenwoning Alphonse

Vandenberghe

Begint 20ste eeuw

12963 Slagerij Interbellum

12995 Baggaertshof Eerste helft 17de eeuw

13137 Brandweerkazerne WO II

13138 Passionistenklooster 19de-20ste eeuw

(41)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 41

13255 17de-eeuwse stadswoning 17de eeuw

13383 Sint-Niklaasklooster: kapel 15de / 17de eeuw Figuur 35: Overzicht van de beschermde monumenten in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed

2018)

4.2.3 B

ESCHERMDE STADSGEZICHTEN

Er zijn geen beschermde stadszichten in de nabije omgeving. Het centrum van de stad Kortrijk werd wel vastgesteld als archeologische zone grenzend aan het studiegebied (ID 140006) (cf. hfst. 1.3, figuur 1).

4.2.4 C

ENTRALE

A

RCHEOLOGISCHE

I

NVENTARIS

(CAI)

De CAI-meldingen bevinden zich uitsluitend binnen de archeologische zone van de historische stadskern van Kortrijk. De oudste archeologische resten dateren uit de Romeinse tijd. Het gaat voornamelijk om brandrestengraven die buiten de Romeinse stadskern waren gelegen (CAI ID 76902).

De middeleeuwse sporen zijn voornamelijk ten noordwesten van het studiegebied te situeren, nabij de historische stadskern. Aan de rand van de historische stadskern werden enkele molens opgericht in de late middeleeuwen en nieuwe tijd (CAI ID 156732; 156730; 156727). Deze molens zijn eveneens zichtbaar op de cartografische bronnen (zie hfst. 4.3).

Figuur 36: Alle CAI-meldingen binnen een straal van 500m (Centraal Archeologische Inventaris 2018) met aanduiding van het studiegebied, weergegeven op een orthofoto (2017) (Geopunt 2018)

(42)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 42

ID Omschrijving Datering

70281 Kapel Late middeleeuwen

70977 / 76901 Opgraving Sint-Janspoort (Zone II)

Late middeleeuwen

75092 Sint-Maartenskerk Volle en late middeleeuwen

76435 Losse vondsten Laat-Romeinse tijd

76900 Sionklooster Late middeleeuwen

76902 Brandrestengraven Midden-Romeinse tijd

76941 Opgraving Groeningeabdij III Nieuwe tijd

156094 Kazerne de Thienen Nieuwste tijd

156485 Losse vondsten Nieuwe tijd (17de eeuw)

156727 Meuleputmolen Nieuwe tijd (16de eeuw)

156730 Sint-Jansmolen Late middeleeuwen

156732 Heilige Geestmolen Nieuwe tijd (16de eeuw)

158513 Losse vondst Nieuwe tijd (18de eeuw)

165007 Proefsleuvenonderzoek

Kortrijk-Houtmarkt

Nieuwe en nieuwste tijd

208679 Proefsleuvenonderzoek

Kortrijk-Houtmarkt

Nieuwe en nieuwste tijd

Figuur 37: Overzichtstabel van de CAI meldingen in de omgeving (Centraal Archeologische Inventaris 2018)

o ID 70281

Op de hoek van de Voorstraat en de Sint-Niklaasstraat is een laatmiddeleeuwse kapel gelegen.

De kapel werd opgericht in de 15de eeuw, maar de oudste delen zouden uit de 14de eeuw stammen (Debrabandere 1980).

o ID 70977 / 76901

In 2006-2007 werd een archeologische werfbegeleiding uitgevoerd door Monument Vandekerckhove. Hierbij werd een groot deel van de laatmiddeleeuwse stadsmuur (1353- 1454) en stadsgracht onderzocht. De gracht bevatte talrijke vondsten waaronder reducerend en oxiderend gebakken aardewerk, hoogversierd aardewerk, steengoed en polychrome waar.

Er werd ook venster- en kristalglas ingezameld. De aanwezigheid van hoornpitten, schoenen, smeltkroezen en pottenbakkersafval duiden op ambachtelijke activiteiten, typerend voor de stadsrand. Tot slot werden ook een honderdtal metalen voorwerpen, bouwmateriaal en drie Romeinse aardewerkfragmenten teruggevonden (Acke & Trommelmans 2009)

(43)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 43 Er werden ook structuren aangetroffen, waaronder funderingen van de Predikherentoren. De toren was halfcirkelvormig, aangezet op een gordel van Doornikse kalksteen en geheel in baksteen opgetrokken. Aan de binnenzijde is een rechthoekige kamer uitgewerkt. De toren werd voor het eerst vermeld in 1406 (Acke & Trommelmans 2009).

o ID 75092

De Sint-Maartenskerk bevindt zich nabij de Grote Markt van Kortrijk in het hart van de historische stadskern. De oudste vermelding dateert uit 1027, hoewel deze kerk een oudere oorsprong heeft. De kerk zou immers een Romeinse voorloper kennen, zoals aangetoond door enkele (losse) Romeinse vondsten binnen het kerkdomein. Ondanks de afwezigheid van archeologische vondsten tussen de 5de en 12de eeuw, vermelden historische bronnen de aanwezigheid van een kapel (toegewijd aan Sint-Maarten) in 650. De kapel werd verwoest door de Noormaninvallen in 850 en 879. Tot 1270 was de Sint-Maartenskerk een romaans, driebeukig basilikaal kerkgebouw. Op het einde van de 13de/begin 14de eeuw werd een nieuwe, driebeukige hallekerk in gotische stijl opgetrokken. In 1382 werd een deel van de kerk verwoest door brand.

Bij (beperkte) opgravingen werden funderingen teruggevonden van de kooromsluiting (kalksteen) en het altaar (Doornikse blauwsteen). Er werden ook funderingsresten aangetroffen van de 15de-16de-eeuwse uitbreiding van de kerk. Verder werden meerdere graven uit het grafveld rondom de kerk geregistreerd. Deze graven werden gedateerd in de late middeleeuwen (Janssens 1982).

o ID 76435

Bij opgravingen in de tuin van het huis Pauwels (door Pro Cortoriaco) werd een randfragment van een versierde terra sigillatakom type Chenet 320 gevonden (Rogge 1988).

o ID 76900

Op de hoek van de Sionstraat en Wijngaardstraat is het laatmiddeleeuwse Sionklooster gelegen. Vanaf 1432 werd dit klooster de vestigingsplaats van een kleine gemeenschap kloosterzusters. Tussen 1495-1498 werd de kloosterkerk gebouw. In 2006 vond hier een opgraving plaats door Monument Vandekerckhove. Hierbij werden funderingsresten en een bijhorende begraafplaats (75 vlakgraven) geregistreerd. In de fundering werden resten van beelden in witte natuursteen aangetroffen (1 mannelijk en 1 vrouwelijk). Er werden eveneens drie waterputten en een rechthoekige kuil met houten beschoeiing teruggevonden. Dit laatste werd gerelateerd aan het roten van vlas (Acke & Trommelmans 2009).

o ID 76902

Bij het afgraven voor de bouw van een loods werden 10 brandrestengraven gelokaliseerd (waarvan er vier ongeschonden waren). De graven waren voorzien van grafgiften waaronder aardewerk, spijkers en een plaatfibula (Rogge 1986).

o ID 76941

In 2005 vond een noodopgraving plaats naar aanleiding van rioleringswerken in het Begijnhofpark in Kortrijk. Hierbij werden resten van een dormitorium, schuur en omheiningsmuur uit de nieuwe tijd opgegraven. De structuren behoren tot de derde Abdij van Groeninge in Kortrijk. In 1593 werd een eenbeukige abdijkerk gebouwd met driezijdige koorsluiting. In 1615 en 1779 werd de kerk vergroot. In de funderingen werden archeologische resten van een graftombe uit de 13de eeuw aangetroffen.

(44)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 44 Tussen 1593 en 1784 werden doden begraven in de kerk. Daarnaast werden ook aardewerk- en dakpanfragmenten uit de Laat-Romeinse tijd teruggevonden, weliswaar niet in situ (Despriet 2006).

o ID 156094

Tijdens verbouwingswerken werden funderingen van de oude kazerne de Thienen aangetroffen. Daarnaast werden ook resten van de aardewerkfabriek van Galeyers van Robert Van Beveren aangetroffen. De fabriek werd afgebroken in 1883 (Van Hoonacker 1968).

o ID 156485

Bij een opgraving door Pro Cortoriaco (1975) werden enkele losse vondsten ingezameld. Het gaat om majolica, een stuk marmer met opschrift en een kommetje met aan de binnenzijde versiering in slibtechniek uit de 17de eeuw (Despriet 1976).

o ID 156727

Op de hoek van de huidige Langemeerstraat, Veemarkt en Groeningelaan stond vroeger de Meuleputmolen. Dit was een staak- en korenmolen uit de 16de eeuw (Mattelaer 2011).

o ID 156730

Net ten noorden van de Veemarkt was in de late middeleeuwen de Sint-Jansmolen gelegen.

Deze staak- en korenmolen werd op een wal gebouwd (Mattelaer 2011).

o ID 156732

Langsheen de Vlamingenstraat stond de Heilige-Geestmolen. Deze molen was een staak- en korenmolen uit de 16de eeuw (Mattelaer 2011).

o ID 158513

Tijdens het opruimen van bouwpuin werd een vierkante muurtegel met loodglazuur uit de 18de eeuw ingezameld (Despriet 2008).

o ID 165007

Onder leiding van All-Archeo werd in 2013 een proefsleuvenonderzoek georganiseerd. Hierbij werden muurresten, verstoringen en rioleringstracés uit de nieuwe en nieuwste tijd geregistreerd (Bruggeman 2013).

o ID 208679

All-Archeo voerde in 2014 proefsleuven uit ter hoogte van de Houtmarkt. De oudste sporen (kuilen en paalsporen) zijn in de late middeleeuwen te dateren. Daarnaast werden ook zavelwinningskuilen uit de nieuwe tijd aangetroffen (Reyns & Bruggeman 2014).

Samenvattend kan gesteld worden dat de CAI-meldingen zich voornamelijk binnen de historische stadskern van Kortrijk bevinden. De stadsmuur vormt een opvallende grens tussen een hoge aanwezigheid van archeologische resten binnen de stadsmuur en een afwezigheid van archeologische resten buiten de stadsmuren. Aangezien het studiegebied zich extra muros bevindt, zijn er slechts weinig indicaties voor archeologische resten. Dit sluit echter niet uit dat er mogelijke archeologische resten aanwezig zijn binnen het studiegebied.

(45)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 45

4.2.5 B

EKRACHTIGDE ARCHEOLOGIENOTA

S EN NOTA

S IN DE OMGEVING

De bekrachtigde archeologienota’s in de omgeving situeren zich binnen de historische stadskern van Kortrijk (

Figuur 38). De site aan Kortrijk Langemeersstraat (ID 1740) bevindt zich nabij een Romeins grafveld dat deels werd opgegraven in 1962 en 1965. Er werd dan ook een hoge verwachting naar archeologische resten uit de Romeinse periode opgesteld en het terrein werd onderzocht d.m.v. proefsleuven (Acke B., Bartholomieux B., Leenknegt B., e.a., 2016). Deze nota bevindt zich op ca. 230m ten noorden van het studiegebied.

Het terrein aan de Potterijestraat (ID 6238) bevindt zich binnen de 15de-eeuwse stadsuitbreiding van Kortrijk. Om deze reden werd het potentieel tot kennisvermeerdering hoog ingeschat voor archeologische resten vanaf de 15de eeuw en werd het terrein onderzocht d.m.v. proefputten (Acke B., Bracke M., Van Quaethem K., 2018). Deze nota bevindt zich op ongeveer 250m ten noordwesten van het studiegebied.

Aangezien beide terreinen zich binnen de historische stadskern van Kortrijk bevinden, waar een complexe verticale stratigrafie te verwachten is, kunnen deze resultaten niet geëxtrapoleerd worden naar het huidige studiegebied. Het geeft echter wel een indicatie van bureaustudies die in de omgeving werden uitgevoerd. Gelijkaardig aan de meldingen uit de Centraal Archeologische Inventaris, is het opvallend dat er een hoog archeologisch potentieel blijkt te zijn binnen de stadsmuren van Kortrijk, maar dat er indicaties voor archeologische resten buiten de stadsmuren zijn. Desalniettemin kunnen er nog steeds archeologische resten worden aangetroffen binnen het huidige studiegebied.

Figuur 38: Bekrachtigde archeologienota's en nota's in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018) met aanduiding van het studiegebied, weergegeven op een orthofoto (2017) (Geopunt 2018)

(46)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 46

ID Omschrijving Datering

1740 Bureaustudie Kortrijk

Langemeersstraat

Romeinse periode en late middeleeuwen

6238 Bureaustudie Kortrijk

Potterijstraat

Vanaf de 15de eeuw

Figuur 39: Tabel van bekrachtigde archeologienota's in de omgeving (Inventaris Onroerend Erfgoed 2018)

(47)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 47

4.3 C

ARTOGRAFISCHE

B

RONNEN

4.3.1 J

ACOB VAN

D

EVENTER KAART

(1550-1565)

De Deventerkaart geeft een beeld weer van Kortrijk in de tweede helft van de 16de eeuw (Figuur 40).

Het studiegebied bevindt zich aan de zuidoostelijke rand van Kortrijk, net ten zuiden van de stadsgracht. Gezien oude kaarten niet altijd correct gegeorefereerd kunnen worden bevindt een gedeelte van het studiegebied zich op deze kaart in de stadsgracht. Dit klopt met zekerheid niet: het studiegebied bevindt zich in werkelijkheid iets zuidelijker, zoals blijkt uit de andere (meer betrouwbare) historische kaarten die hierna besproken zullen worden. Het studiegebied is onbebouwd. Er loopt enkel een oost-west georiënteerde weg in het noordelijk deel.

Figuur 40: Deventerkaart van Kortrijk (ca. 1550-1565) (Koninklijke Bibliotheek van België 2018)

(48)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 48

4.3.2 S

ANDERUSKAART

(

CA

. 1641)

De Sanderuskaart geeft een gedetailleerd beeld van Kortrijk in ca. 1641 (Figuur 41). De uiterste grenzen van de historische stadskern zijn reeds gevormd en stad is voorzien van stadsversterkingen (type Vauban) en stadsgrachten. Het studiegebied bevindt zich buiten de stadsomwalling in een onbebouwd akkerland (links op het kaartbeeld). De Sint-Janspoort is de dichtstbijzijnde toegang tot de stad, op ca.

180m ten (noord)westen van het studiegebied. Binnen de stadsmuren – aan de stadsrand - zijn molens opgericht.

Figuur 41: Overzicht van de Sanderuskaart van Kortrijk (ca. 1641) met aanduiding van het studiegebied (links op het kaartbeeld) (Flandria Illustrata 2018)

(49)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 49

4.3.3 F

RICKXKAART

(

CA

. 1712)

De Frickxkaart is minder gedetailleerd, waardoor er geen goed onderbouwde conclusies kunnen op gebaseerd worden. Er zijn reeds stadsverdedigingsstructuren aanwezig. Het studiegebied is ruwweg te situeren nabij de zuidoostelijke uitvalswegen (Figuur 42). Oude kaarten zijn moeilijk te georefereren, zeker als deze niet gedetailleerd zijn. Vandaar dat het studiegebied hier bij benadering werd aangeduid.

Figuur 42: Fricxkaart (1712) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(50)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 50

4.3.4 F

ERRARISKAART

(

CA

. 1770-1778)

Het studiegebied bevindt zich op de Ferrariskaart nog steeds aan de rand van de stad Kortrijk (Figuur 43). De stadsrand is op het einde van de 18de eeuw voorzien van versterkingen (type Vauban), ook buiten de stadsgracht. De weg in het noorden van het studiegebied is verdwenen. Op de Ferrariskaart is hier een glacis gelegen. Ten zuiden van het studiegebied werd een nieuwe zuidwest-noordoost georiënteerde weg aangelegd. Het tracé van deze weg komt overeen met het tracé van de huidige Pluimstraat en Veldstraat. Aan de binnenzijde van de stadsmuren zijn enkele molens zichtbaar, waaronder de Sint-Jansmolen (CAI ID 156730) en de Meuleputmolen (CAI ID 156727).

Figuur 43: Ferrariskaart (ca. 1770-1778) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(51)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 51

4.3.5 A

TLAS

D

ER

B

UURTWEGEN

(

CA

. 1840)

Op de Atlas der Buurtwegen is het wegennet ten oosten van het studiegebied verder uitgebreid (Figuur 44). Voor het eerst wordt ook bebouwing opgetekend net buiten de stadsmuren. Deze bebouwing situeert zich uitsluitend langsheen de noord-zuid georiënteerde weg. Ten zuiden van deze weg werd een spoorweg aangelegd. Binnen het studiegebied is geen bebouwing aanwezig.

Figuur 44: Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(52)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 52

4.3.6 V

ANDERMAELENKAART

(1846-1854)

De situatie op de Vandermaelenkaart is quasi ongewijzigd ten opzichte van de Atlas der Buurtwegen (Figuur 45). De bebouwing neemt lichtjes toe langsheen de zuidelijke uitvalsweg. Binnen het studiegebied zelf is nog steeds geen bebouwing waar te nemen en blijft de situatie onveranderd.

Figuur 45: Vandermaelenkaart (1846-1854) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(53)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 53

4.3.7 P

OPP

-

KAART

(1842-1879)

De Popp-kaart geeft geen details weer voor de zone binnen de stadsmuren (Figuur 46). De zuidwest- noordoost georiënteerde weg wordt “Ommegang” genoemd op de kaart. Buiten de stadsmuren neemt de bebouwing gestaag toe, met name langsheen de Ommegang.

Figuur 46: Popp-kaart (1842-1879) met aanduiding van het studiegebied (Geopunt 2018)

(54)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 54

4.3.8 T

OPOGRAFISCHE KAART

(1873)

De topografische kaart van 1873 geeft een volledige nieuwe woonwijk weer buiten de stadsmuren, ook ter hoogte van het studiegebied (Figuur 47). De zone tussen de Ommegang en de stadsgracht is volledig bebouwd. Tussen de bebouwing zijn enkele kleine verbindingswegen gelegen.

Deze kaart duidt erop dat het studiegebied pas in de tweede helft van de 19de eeuw bebouwd werd.

Deze bebouwing werd vermoedelijk gelijktijdig aangelegd.

Figuur 47: Topografische kaart (1873) met aanduiding van het studiegebied (Cartesius 2018)

(55)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 55

4.3.9 T

OPOGRAFISCHE KAART

(1910)

Een grondige wijziging van het landschap tussen 1873 en 1910 is het dempen van de stadsgracht, waardoor het studiegebied wordt opgenomen binnen de verstedelijkte kern van Kortrijk (Figuur 48).

Ten noorden van het studiegebied – waar voorheen de stadsgracht was– is de huidige Veemarkt gelegen. De wegtracés en bebouwing stemmen goed overeen met de huidige situatie. Binnen het studiegebied is de bebouwing voornamelijk aan de zijde van de weg te situeren. Centraal is er geen bebouwing opgetekend. Dit is een verschil met de kaart uit 1873 (figuur 45).

Figuur 48: Topografische kaart (1910) met aanduiding van het studiegebied (Cartesius 2018)

(56)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 56

4.4 R

ECENTE LANDSCHAPSVERANDERINGEN

Het studiegebied is in de loop van de 20ste eeuw volledig bebouwd met woningen, inclusief het voorheen onbebouwde centrale deel. In het centrale gedeelte werden voornamelijk opslagruimtes gebouwd. De situatie is verder ongewijzigd gebleven tussen 1971 en de huidige toestand (Figuur 49 - Figuur 51).

Figuur 49: Orthofotomozaïek (kleinschalige zomeropnamen, 1971, panchromatisch) met aanduiding studiegebied ( Geopunt 2018)

(57)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 57 Figuur 50: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur 1990) met aanduiding studiegebied

(Geopunt 2018)

Figuur 51: Orthofotomozaïek (grootschalige winteropnamen, kleur 2013-2015) met aanduiding studiegebied (Geopunt 2018)

(58)

2018D58 (AOE)/ 23879.R.01 (intern) 58

5 B ESLUIT

5.1 I

NTERPRETATIE EN DATERING

Op basis van landschappelijke, archeologische, historische en cartografische gegevens (hfst. 3 en 4) kan een inschatting gemaakt worden van de aard en ouderdom van eventuele archeologische vindplaatsen ter hoogte van het studiegebied.

Het studiegebied bevindt zich in de overgangszone tussen het loessgebied (in het zuiden) en de dekzandgebieden (in het noorden), op een helling ten zuiden van de Leie. Vanuit een landschappelijke analyse is dit een aantrekkelijke nederzettingslocatie tijdens de steentijden en metaaltijden. De archeologische resten uit deze periodes werden voornamelijk vlakbij de Leie aangetroffen of op hoger gelegen delen in het landschap zoals de Pottelberg. Hoewel er geen archeologische resten uit deze periodes werden geregistreerd in de nabije omgeving, kan niet worden uitgesloten dat er vondsten uit de steentijden of sporen uit de metaaltijden worden aangetroffen.

Kortrijk wordt voor het eerst vermeld in de 4de-5de eeuw, duidend op een nederzetting aan de Leie in de Romeinse tijd. De aanwezigheid van een Romeins grafveld ten (noord)westen van het studiegebied evenals een Romeinse weg, bevestigen deze hypothese. Gezien het funeraire activiteiten betreft – die traditioneel buiten de stedelijke kern plaatsvonden – zullen er mogelijke eerder funeraire archeologische resten worden aangetroffen dan sporen van bewoning.

Vanaf de middeleeuwen breidde de stadskern van Kortrijk zich continu uit, met onder meer stadsgrachten en stadsvestigingen tot aan de Veemarkt, ten noorden van het studiegebied. Kortrijk was tijdens de middeleeuwen en nieuwe tijd vaak het strijdtoneel voor allerlei conflicten. Zo werd Kortrijk meermaals ingenomen door het Franse leger. Het is dan ook mogelijk dat er binnen het studiegebied restanten van deze schermutselingen zullen worden aangetroffen.

Cartografische bronnen geven eveneens weer dat de stadskern zich steeds verder uitbreidde. Het studiegebied bleef zich wel steeds net ten zuiden van de stadsgracht bevinden. Na de sloop van de omwalling en de demping van de stadsgrachten in de tweede helft van de 19de eeuw, kon de stedelijke kern zich verder uitbreiden. Het is in deze periode dat de eerste bebouwing plaatsvindt binnen het studiegebied. Op de kaarten uit 1873 en 1910 zien we dat er zich een nieuw huizenblok bevindt ter hoogte van het studiegebied. Op de kaart uit 1910 gaat het om aansluitende bebouwing aan de straatzijde met een open binnengedeelte. Het bouwkundig erfgoed binnen het studiegebied dateert eveneens uit de 19de eeuw (cf. hst. 4.2.1).

Samenvattend kan dus gesteld worden dat archeologische resten uit de steentijden of metaaltijden niet kunnen uitgesloten worden. De aanwezigheid van een Romeinse vicus en een Romeins grafveld te Kortrijk en in de omgeving van het studiegebied, duiden erop dat er mogelijk archeologische resten uit de Romeinse periode kunnen worden aangetroffen. Verder is er een kans op sporen uit de vroege tot late middeleeuwen gezien de nabijheid van de historische stadskern van Kortrijk. Omdat het studiegebied zich niet binnen de stadsmuren bevond is de kans op sporen kleiner, maar zeker niet onbestaande. Mogelijk worden er sporen aangetroffen van artisanele activiteiten e.d. die buiten de stadsmuren moesten gebeuren. Ook is gekend dat de allerarmsten soms net buiten de stadsmuren leefden. Ook hier kunnen dus sporen van aangetroffen worden. Buiten de stadsmuren lag vaak ook landbouwgebied, dus er is een kans dat er sporen van landbouwactiviteiten worden aangetroffen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer echter de enige manier om water aan te trekken is om nog meer van de oplossing op te nemen die al een hoge osmotische waarde heeft veroorzaakt in de vacuole, dan wordt

Het Ministerie van LNV zou zich, meer dan nu al het geval is, bewust moeten worden van de volgende zaken: - het fundamenteel wantrouwen tussen overheid en ondernemers; Het

Commerciële dienstverlening bij samenwerking vereist niet alleen professioneel advies vanuit meerdere disciplines, maar ook aandacht voor de sociale druk waarmee ondernemers te

6.3.2 Gebiedskeuze op basis van voorkomende soorten Criteria zie HR-bijlage 4, blz 27 Gebieden waar grote hoeveelheden vogels voor komen 20.000 vogels, 1% van de populatie van een

Subscore 1: Als de klanten tevreden zijn, dan is de eerste deelscore voor deze subvraag 5 punten. Subscore 2: De tweede deelscore hangt af van de manier waarop de ondernemer

Meer onderzoek is nodig om beter te kunnen beoordelen of en hoe rendabele systemen ontwikkeld kunnen worden die voldoen aan de vragen in markt

verwachten nitraatgehalte voorspeld worden op basis van de bewortelingsdiepte van het voorafgaande gewas, de hoeveelheid minerale stikstof in het voorjaar bij aanvang van de teelt in

Leeswijzer 21 3.1 Belang van de sector voor Nederland 22 3.2 Technologische ontwikkelingen 23 3.2.1 Moleculaire merker technologie 23 3.2.2 Genetische Modificatie 24 3.2.3 Trend: