• No results found

De criteria van de kleine vennootschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De criteria van de kleine vennootschap"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Wetboek van vennootschappen definieert de grootte van vennoot- schappen en in enkele bepalingen van dat wetboek wordt hiernaar verwezen.

Belangrijke punten in deze problematiek zijn : wat zijn de elementen van de gehanteerde criteria, op welk tijdstip worden ze berekend, hoe worden ze toegepast en op welke bepalingen van het wetboek zijn ze van toepassing?

De bron van deze bepaling is te vinden in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. Dit artikel is eveneens van toepassing op ondernemingen die onderworpen zijn aan de regeling van het W.Venn.

1. Basisbepaling

1.1 Criteria.

Kleine vennootschappen zijn deze vennootschappen met rechtsper- soonlijkheid die niet meer dan één van de volgende criteria over- schrijden:

* jaargemiddelde van het personeelsbestand 50

* jaaromzet, exclusief BTW 6.250.000 €

* balanstotaal 3.125.000 €

tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt.

Volgens de laatste zinsnede kan een vennootschap met meer dan 100 personeelsleden nooit klein zijn; zij is verplicht een ondernemings- raad op te richten en hiervoor gelden alle bepalingen van de grote vennootschap.

Deze vermelde cijfers zijn verhoogd tot 7.300.000€ omzet en 3.650.000€ balanstotaal door de Europese richtlijn van 13 mei 2003 die een aanpassing eist door de lidstaten.

Tot op heden werd deze aanpassing nog niet doorgevoerd in de Belgische wetgeving.

1.2 Tijdstip van vaststelling van de criteria

De cijfers die in aanmerking komen zijn die van het laatst afgesloten boekjaar.

Vb. volgens de cijfers van de jaarrekening 2002 overschrijdt de ven- nootschap, voor de eerste maal, meer dan één van de grenzen.

Zij is groot in 2003.

Voor de startende ondernemingen worden de cijfers van de criteria bij het begin van het boekjaar te goeder trouw geschat.

Deze regel blijkt geen invloed te hebben vermits er gedurende het eer- ste jaar geen verplichtingen ontstaan.

Heeft het boekjaar een duur van minder of meer dan twaalf maanden, dan wordt de grens van het omzetcijfer 6.250.000€ omgezet in ver- houding tot de duur van het verkorte of het verlengde boekjaar. Deze omzetting geschiedt door de grens te vermenigvuldigen met een breuk X/12 waarvan X gelijk is aan het aantal maanden van het betrokken boekjaar.

Elke begonnen maand wordt voor een volle maand geteld.

Vb. - boekjaar van 15/10/N tot 31/12/N+1

Aangepaste grens : 6.250.000 * 15/12 = 7.812.500 EUR

De criteria van de kleine vennootschap

•De criteria van de kleine vennootschap 1

•Art 44 van het BTW wetboek 3

•IAS 16 Materiële vaste activa 4

•Informatie voorbehouden aan de stagiairs

en hun stagemeesters 6

•Voor U gelezen 6

•Seminaries 7

•Contact 8

Erratum

Er is een drukfout binnengeslopen op pagina 2 van Pacioli 148 in het artikel van Meester Delobbe. De revalorisatiecoëfficient voor het aanslagjaar 2003 is wel degelijk 3,35 en niet 3,25 zoals ver- keerdelijk werd gemeld. De redactie verontschuldigt zich voor deze onnauwkeurigheid.

I N H O U D

B

U L L E T I N V A N H E T

B

E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E

B

O E K H O U D E R S E N

F

I S C A L I S T E N

Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 • Tweewekelijks • NL : P309340

(2)

- boekjaar van 15/04/N tot 31/12/N

Aangepaste grens : 6.250.000* 9/12 = 4.687.500 €

De werkelijke omzet van de periode wordt getoetst aan deze aange- paste grens.

2. De inhoud van de criteria

2.1 Personeelsbestand

Het gaat hier uitsluitend om personeel dat verbonden is met een arbeids- of stagecontract en ingeschreven in het personeelsregister.

Het is het gemiddelde aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equi- valenten. Deze cijfers vindt men terug op twee plaatsen in de jaar- rekening :

- toelichting code 9087 eerste kolom VOL 15 of VKT 10;

- sociale balans code 100 derde kolom VOL 22 of VKT 12

2.2 Jaaromzet

Onder omzet wordt verstaan het bedrag van de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden, in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening van de vennootschap, onder aftrek van de op de ver- koopprijs in de handel toegestane kortingen (afslag, ristorno, rabat); dit bedrag omvat niet de belasting over de toegevoegde waarde, noch enige andere rechtstreeks met de omzet verbonden belasting.

Wanneer de opbrengsten, die voortspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap, voor meer dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan vorige omschrijving beantwoorden, moet onder omzet worden verstaan : het totaal van de opbrengsten met uitsluiting van de uitzonderlijke opbrengsten.

Vb : uit de resultatenrekening blijken volgende cijfers :

omzet 3.000.000 €

andere bedrijfsopbrengsten 1.750.000 €

financiële opbrengsten 1.600.000 €

uitzonderlijke opbrengsten 450.000 €

De drie eerste posten komen voort uit het gewoon bedrijf van de ven- nootschap.

Samen vormen zij een totaal van 6.350.000 € waarvan meer dan de helft is samengesteld door opbrengsten buiten “omzet”. In dit geval wordt het cijfer van 6.350.000 € als omzet beschouwd.

2.3 Balanstotaal.

Het balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa (of van de pas- siva) van de balans opgesteld volgens de waarderingsregels bepaald in het K.B. van 30/01/2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennoot- schappen.

3. Bepalingen van het W. Venn. die verwijzen naar de kleine vennootschappen

Er zijn drie artikelen van het W. Venn. waar bepaald wordt dat de klei- ne vennootschap ofwel onderworpen is aan een andere (gunstigere) regel dan de grote vennootschap, ofwel helemaal niet onderworpen is aan een verplichting van de grote vennootschap.

- art. 93 W. Venn. : De kleine vennootschappen kunnen hun jaar- rekening opmaken volgens een verkort schema.

- art. 94 W. Venn. : De kleine vennootschappen zijn niet verplicht een jaarverslag op te stellen.

- art. 141 – 2° W. Venn. : De kleine vennootschappen zijn niet ver- plicht een commissaris te benoemen (behoudens drie uitzonde- ringen).

Voor de bepalingen m.b.t. het jaarrekeningenschema en het jaarver- slag geldt dezelfde berekeningswijze. Ze worden hierna samen besproken. Voor de commissarisplicht is de toepassing niet zo een- voudig. Ze wordt dan ook afzonderlijk besproken (in een volgend arti- kel).

4. Bepalingen m.b.t. jaarrekeningenschema en jaarverslag

4.1 Overstapregeling

Het W. Venn. voorziet in een overstapregeling waardoor een zekere continuïteit wordt bekomen in de toestand van de vennootschap a. een kleine vennootschap, die groot wordt, blijft nog een boekjaar

als klein beschouwd.

Vb. : eind boekjaar N was de vennootschap klein. Eind N+1 over- schrijdt ze meer dan één van de criteria. Ze wordt groot. Toch mag ze voor het boekjaar N+1 het verkort schema gebruiken en moet ze nog geen jaarverslag opstellen en neerleggen. Vanaf N+2 gebruikt ze het volledig schema en stelt een jaarverslag op ter neerlegging.

b. een grote vennootschap, die klein wordt, blijft nog een boekjaar als groot beschouwd.

Vb. : eind boekjaar N was de vennootschap groot. Eind N+1 over- schrijdt ze niet meer dan één van de criteria. Ze wordt klein. Toch moet ze voor het boekjaar N+1 het volledig schema blijven gebruiken en moet ze nog een jaarverslag opstellen en neerleggen.

Vanaf N+2 kan de vennootschap het verkort schema gebruiken en moet ze geen jaarverslag meer opstellen ter neerlegging.

4.2 Berekeningswijze

Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen ver- bonden is in de zin van het W. Venn., worden de criteria inzake omzet en balanstotaal berekend op geconsolideerde basis. Het gemiddeld personeelsbestand is de optelling van het jaarlijks gemiddeld tewerk- gesteld personeel van de betrokken vennootschappen.

Vb. : A en B zijn verbonden. In de omzet van A zit voor 1.000.000 € verkoop aan B. In de balans van A zit een vordering op B van 250.000€, die in de balans van B in de schulden zit.

A B Consolidatie Geconsolideerd

Omzet 5.000.000 3.000.000 (1.000.000) 7.000.000 Balanstotaal 2.000.000 1.250.000 (250.000) (3.000.000)

Personeel 40 20 - 60

Afzonderlijk beschouwd overschrijden A en B geen enkel van de gestelde criteria, maar omdat ze verbonden zijn, gelden de cijfers van de laatste kolom waaruit blijkt dat ze meer dan één van de criteria overschrijden.

Gevolg : A en B gebruiken het volledig schema

A en B stellen een jaarverslag op ter neerlegging.

Michel VANDER LINDEN Erebedrijfsrevisor

(3)

EIGENLIJKE VRIJSTELLING

Om de juiste daagwijdte te vatten van de in artikel 44 bedoelde “vrij- stellingen”, dient vooreerst het begrip “vrijstelling” te worden toege- licht. Vrijstelling in de zin van artikel 44 van het wetboek heeft uit- sluitend betrekking op de uitdrukkelijk in dat artikel opgesomde leve- ringen en diensten. Het betekent dat voor die handelingen geen BTW verschuldigd is, en dit uitsluitend omdat een uitdrukkelijke tekst die handelingen, welke normaal in de uitoefening van een economische activiteit worden verricht, van de belasting vrijstelt.

Hoewel de in artikel 44 van het Wetboek bedoelde leveringen en dien- sten van de belasting zijn vrijgesteld, blijven ze niettemin handelin- gen die bedoeld zijn in het Wetboek en verlenen ze op grond van arti- kel 4 van het Wetboek de hoedanigheid van belastingplichtige aan degene die ze onder de in laatstgenoemde bepaling gestelde voor- waarde verricht. Aldus is bij die leveringen van goederen of diensten, die volgens artikel 44 van de belasting zijn vrijgesteld, belastingplich- tige voor de handelingen welke hij in de uitoefening van die econo- mische werkzaamheid verricht zelfs wanneer die werkzaamheid alleen bestaat in het verrichten van vrijgestelde handelingen waarvoor geen BTW is verschuldigd.

Ingevolge de opheffing op 1 januari 1993 van artikel 5 van het Wetboek, blijft de vrijstelling voortaan beperkt tot de handelingen genoemd in bedoeld artikel 44 en kan ze in principe niet uitgebreid worden tot een handeling die met de hoofdhandeling samenhangen.

Deze samenhangende handelingen zijn derhalve in principe, volgens de gewone regels, aan de belasting onderworden onverminderd even- wel de toepassing van de in artikel 56, § 2 van het Wetboek bedoelde vrijstellingsregeling van belasting in het voordeel van kleine onderne- mingen van wie de jaaromzet niet meer bedraagt dan 5580 euro, zoals vastgesteld in artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 19 van 29 december 1992, genomen ter uitvoering van voornoemde wettelijke bepaling.

Tevens is het niet zo dat diverse bepalingen van artikel 44 van het Wetboek onder bepaalde voorwaarden niet alleen welbepaalde werk- zaamheden vrijstellen maar ook de nauw daarmee verbonden han- delingen.

RECHT OP AFTREK

Daar waar artikel 5 van het Wetboek, zoals dit van toepassing was voor 1 januari 1993, de hoedanigheid van belastingplichtige ontnam aan degene die door artikel 44 van het Wetboek vrijgestelde handelingen verrichtte, heeft de intrekking van het genoemde artikel 5 tot gevolg dat vanaf genoemd tijdstip de personen die bedoelde handelingen verrichten wel degelijk de hoedanigheid van belastingplichtige heb- ben.

De omstandigheid dat de verrichter van door artikel 44 van het Wetboek vrijgestelde handelingen vanaf 1 januari 1993 de hoedanig- heid van belastingplichtige heeft, verleent hem geenszins de moge- lijkheid die handelingen aan de BTW te onderwerpen noch enig recht op aftrek van voorbelasting uit te oefenen.

Hierop bestaan evenwel een paar uitzonderingen nl. waarbij degenen die betalings- en ontvangstverrichtingen doen (met uitzondering van de invordering van schuldvorderingen) mogen kiezen voor het belas- ten van deze handelingen (Wetboek art.44, § 3, 8°) en ook personen

die handelingen verrichten als bedoeld in artikel 44 § 3, 4° tot 10°, van het Wetboek hebben op grond van artikel 45 § 1, 4° en 5° van het Wetboek onder de in die bepaling gestelde voorwaarden, recht op aftrek van voorbelasting.

De door artikel 44 van het Wetboek vrijgestelde belastingplichtige heeft dus geen recht op aftrek van de voorbelasting, geheven op grondstoffen, materialen en hulpstoffen, geen aftrek voor algemene onkosten (telefoonkosten bv), en geen aftrek van investeringsuitga- ven gedaan voor de uitoefening van de vrijgestelde activiteit.

De belastingplichtige daarentegen die de uitgaande handelingen niet aan de belasting onderwerpt, om reden van onder meer uitvoer of omdat de plaats van de handeling zich in het buitenland bevindt, behoudt volledig zijn recht op aftrek.

Van het principe van de niet aftrekbaarheid van de voorbelasting kan in uitzonderlijke gevallen afgeweken worden (artikel 45, § 1,4° en 5°

van het Wetboek).

Hierdoor hebben zowel verzekerings- herverzekeringsmaatschappij- en als bank – en financiële instellingen die voor andere verrichtingen belastingplichtige zijn, recht op aftrek van de BTW, die betrekking heeft op verzekerings- of herverzekeringverrichtingen en op in artikel 44 van het Wetboek bedoelde bank- en financiële verrichtingen, heb- ben wanneer:

a. de medecontractant buiten de Europese Gemeenschap is geves- tigd;

b. de verzekerings- of herverzekeringsverrichtingen en de bank- en financiële verrichtingen rechtstreeks samenhangen met goederen die zijn besteld om te worden uitgevoerd naar een land buiten de Gemeenschap.

Dit recht op aftrek wordt ook toegekend aan makelaars of lasthebbers die tussenkomst verlenen bij zulke handelingen wanneer deze zelf recht op aftrek verlenen.

De verzekeringsmaatschappijen of bankinstellingen evenals de make- laars of lasthebbers die bij toepassing van art 45 § 1, 4° en 5° recht op aftrek hebben, worden vanaf 1 januari 1993, zelfs indien ze geen enkele belastbare activiteit uitoefenen, als gewone belastingplichtige beschouwd en verkrijgen in die hoedanigheid een BTW-identificatie- nummer dat de letters BE bevat.

Door middel van de in te dienen periodieke BTW-aangifte zullen die belastingplichtigen bovenbedoeld recht op aftrek kunnen uitoefenen.

OPTIEMOGELIJKHEDEN

Degene die een werkzaamheid uitoefent die ingevolge art 44 van de belasting is vrijgesteld, kan in de regel niet opteren voor het vrijwillig belasten van zijn prestaties.

Op deze regel bestaat er echter een uitzondering, namelijk zij die bet- alings-en ontvangstverrichtingen, met uitzondering van invordering van schuldvorderingen doen, mogen kiezen voor het belasten van deze handelingen (art 44, § 3,8).

Art 44 van het BTW wetboek

(4)

IAS 16 materiële vaste activa

1. DEFINITIES GEGEVEN DOOR DE IAS 16

Materiële vaste activa :

Materiële vaste activa die in het bezit zijn van een onderneming, het- zij om te worden gebruikt bij de productie of bij de levering van goe- deren en diensten, hetzij om aan derden te worden verhuurd, hetzij voor administratieve doeleinden en waarvan verwacht wordt dat zij over meer dan één boekjaar worden gebruikt.

Afschrijfbaar bedrag :

De prijs van een actief of elk ander bedrag dat in de financiële staten de prijs vervangt, verminderd met de restwaarde ervan.

Prijs :

Betaalde geldsom of de billijke waarde van elke andere tegenprestatie die wordt geleverd om een actief te verkrijgen op het ogenblik van de verkrijging of van de bouw ervan.

Restwaarde :

Nettobedrag dat een onderneming verwacht te krijgen voor een actief op het einde van de gebruiksduur ervan, na aftrek van de verwachte uitboekingskosten.

Billijke waarde :

Bedrag waarvoor een actief zou kunnen worden geruild tussen goed geïnformeerde, toestemmende partijen, die handelen in normale concurrentieomstandigheden.

Boekwaarde :

Bedrag waarvoor een actief op de balans wordt geboekt, na aftrek van het gecumuleerde bedrag van de afschrijvingen en van het gecumu- leerde bedrag van de waardeverminderingen betreffende dat actief.

2. WANNEER MOET EEN VAST ACTIEF BIJ DE ACTIVA WORDEN GEBOEKT?

Het grote basisbeginsel van de IAS 16 is

Een materieel vast actief moet als activa worden geboekt wan- neer:

- het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voor- delen die aan dit actief verbonden zijn naar de onderne- ming zullen gaan;

- de kosten van dit actief voor de onderneming op een betrouwbare manier kunnen worden geraamd.

3. HET BOEKEN

A. INITIËLE KOSTEN

Wanneer het in de onderneming binnenkomt, moet het vaste actief worden geboekt tegen de prijs ervan.

Deze prijs omvat:

- De aankoopprijs, na aftrek van eventuele kortingen en restorno’s - De niet-aftrekbare belastingen en taksen

- De kosten die zijn gemaakt om het vaste actief gebruiksklaar te maken: voorbereiding van de site, leverings- of installatiekosten, honorarium van een architect of ingenieur, ...

B. LATERE UITGAVEN

- Worden bij de boekwaarde gevoegd indien het waarschijnlijk is dat, de toekomstige economische voordelen boven het initiële presta- tieniveau, naar de onderneming zullen gaan.

- Worden ten laste genomen door het boekjaar in de loop waarvan zij worden gedaan indien geen enkel toekomstig economisch voor- deel wordt verwacht.

VB: Een restaurant moet bij elke lunchperiode het bordje ‘VOL- ZET’ voorhangen. De restauranthouder beslist een serre te bou- wen die aan zijn restaurant paalt. Indien hij deze serre uitsluitend gebruikt om er kamerplanten in onder te brengen, brengt zij geen toekomstig economisch voordeel mee. De bouw van de serre zal dus rechtstreeks ten laste worden genomen.

Indien hij de serre gebruikt om er extra tafeltjes te installeren en er meer klanten te ontvangen, brengt zij een toekomstig econo- misch voordeel mee. De bouw moet bij de activa worden geboekt.

C. RAMING NA DE INITIËLE BOEKING

1. Na de initiële boeking ervan moet een materieel vast actief worden geboekt tegen de prijs ervan, verminderd met het gecumuleerde bedrag van de afschrijvingen en van het gecumuleerde bedrag van de waardeverminderingen.

2. Andere toegestane behandeling

Na de initiële boeking ervan moet een materieel vast actief worden geboekt tegen het geherwaardeerde bedrag ervan : de billijke waar- de op de datum van herwaardering, verminderd met het gecumu- leerde bedrag van de latere afschrijvingen en van de latere waar- deverminderingen.

Voorbeeld:

De billijke waarde van terreinen en gebouwen: de door een des- kundige geraamde marktwaarde

De billijke waarde van een productie-installatie : de vervangings- prijs, vrij van afschrijvingen

Wanneer een materieel vast actief wordt geherwaardeerd, moet de hele categorie van de materiële vaste activa waartoe dit actief behoort, worden geherwaardeerd.

Indien de boekwaarde van het actief ten gevolge van deze her- waardering verhoogt, zal de verhoging rechtstreeks worden gecre- diteerd op het eigen vermogen : herwaarderingsverschillen behal- ve indien deze verhoging een negatieve herwaardering compen- seert die vroeger als kosten werd geboekt; in dit geval zal zij als opbrengst worden geboekt.

Indien de boekwaarde van het actief ten gevolge van deze her- waardering vermindert, zal de vermindering als kosten worden geboekt of zal zij op het herwaarderingsverschil worden aangere-

(5)

kend naar rata van het bedrag dat daarop voor ditzelfde actief is geboekt.

3. Afschrijvingen

Het afschrijfbare bedrag van een materieel vast actief moet als volgt worden verdeeld :

De afschrijvingswijze moet het tempo weerspiegelen waarmee de toe- komstige economische voordelen door de onderneming worden ver- bruikt.

Deze gebruiksduur moet geregeld opnieuw worden onderzocht;

indien de vooruitzichten veranderen, moet de dotatie van de afschrij- vingen van het boekjaar en van de latere boekjaren worden aangepast.

4. Uitboekingen

Een materieel vast actief moet uit het actief worden geboekt wanneer :

• het wordt verkocht

• het buiten gebruik wordt gesteld en de onderneming er geen economische voordelen meer van verwacht.

Te boeken winsten of verliezen: Geraamde netto-opbrengst van de uit- boeking – boekwaarde van het actief.

VOORBEELD:

Een vennootschap bezit een vliegtuig waarvan de boekwaarde op 31.12.2005 150.000 euro bedraagt.

In 2006 koopt zij voor dit vliegtuig een nieuwe motor ter waarde van 25.000 euro. Deze motor moet het vliegtuig in staat stellen betere prestaties te leveren en minder kerosine te verbruiken.

Bij de afsluiting 2005

- Boekwaarde 150.000,00

- Invorderbare waarde 121.128,00

- Te boeken waardeverlies 28.872,00

- Eindboekwaarde 121.128,00

Bij de afsluiting 2006

- Boekwaarde 121.128,00

- Dotatie aan de afschrijvingen

121.128,00 x 10 % = 12.113,00

- Latere uitgave (motor) 25.000,00

- Boekwaarde 134.015,00

- Invorderbare waarde 135.000,00

- Terugneming waardevermindering 985,00

- Eindboekwaarde 135.000,00

Françoise PHILIPPE Erkend boekhouder-fiscalist

Lid van de CBN IASB

167 Fleet Street LONDON EC4A2ES

Site internet : http :www.iasc.org.uk

E U R O P E E S B E L E I D

Het Europese Parlement en de Raad hadden de toepassing van de IFRS/IAS-normen verplicht gesteld voor de geconsolideerde rekeningen van de op de beurs genoteerde vennootschappen:

Verordening van 7 juni 2002.

De ondernemingen konden enkel de door de Europese Commissie goedgekeurde normen toe- passen.

Op 16 juli 2003 werden de IFRS/IAS-normen globaal goedgekeurd van de IAS 1 tot de IAS 41, behalve de normen IAS 32 en 39 Financiële instrumenten.

Deze beide normen, alsmede de daarmee verband houdende interpretaties (SIC 5, 16 en 17) zul-

len worden herzien en zij zouden uiterlijk in december 2003 moeten worden goedgekeurd.

(6)

Informatie voorbehouden aan de stagiairs en hun stagemeesters

Hieronder vindt U een overzicht met de data van seminaries, evalu- atietesten en praktische bekwaamheidsexamens die zullen plaatsvin- den in de periode eind 2003 tot eind 2004.

Noteer alvast deze data in uw agenda. Voor meer informatie, gelieve U tot de stagedienst te wenden.Wij herinneren er U tevens aan dat alle gegevens betreffende de stage worden gepubliceerd en geactualiseerd op onze website : www.bibf.be

Jaar 2003

15 /11/2003 Examen Enkel voor de stagiairs die hiertoe een aanvraag deden bij de

stagecommissie

06/12/2003 Seminarie 4 Onderwerp nog vast te leggen

Jaar 2004

24/01/2004 Seminarie 1 Onderwerp vast te leggen

06/03/2004 Test Enkel voor de stagiairs die opgeroepen worden door het BIBF

24/04/2004 Examen Enkel voor de stagiairs die hiertoe een aanvraag deden bij de

stagecommissie

08/05/2004 Seminarie 2 Onderwerp vast te leggen

18/09/2004 Seminarie 3 Onderwerp vast te leggen

25/09/2004 Test 2 Enkel voor de stagiairs die opgeroepen worden door het BIBF

20/11/2004 Examen Enkel voor de stagiairs die hiertoe een aanvraag deden bij de

stagecommissie

11/12/2004 Seminarie 4 Onderwerp vast te leggen

Voor U gelezen

Wetboek Vennootschapsrecht geannoteerd editie 2003-2004 (20 % korting voor BIBF leden !!!!)

Dit geannoteerde Wetboek Vennootschapsrecht (vastbladig:1189 pag.) bundelt de meest courante wetteksten waarmee elke praktijkjurist (erkende boekhouders(-fiscalisten), accountants, bedrijfsjuristen, bedrijfsrevisoren, belastingconsulenten, ... ) geconfronteerd wordt.

Naast de zuivere vennootschapswetgeving zijn o.m. ook de basistek- sten inzake verenigingen, boekhoudrecht en financieel vennoot- schapsrecht opgenomen. De wetgeving die betrekking heeft op de economische beroepen (boekhouders-fiscalisten, accountants, bedrijfsrevisoren en belastingconsulenten) is eveneens in het wet- boek geïntegreerd.

Het wetboek bleef trouw aan zijn klassieke methodiek, nl. geen exhaustieve opsomming maar enkel de weergave van die rechtsbron- nen (wetshistoriek, rechtspraak, rechtsleer en commentaren) die nuttig en/of essentieel zijn voor de juridische praktijk Een overzich-

telijke concordantietabel alsook een trefwoordenregister en een chro- nologisch register maken het U gemakkelijk om de gewenste gegevens snel en efficiënt terug te vinden.

Andermaal werd de hoofdredactie waargenomen door B. Tilleman (Hoofddocent K.U.Leuven- campus Kortrijk) en de betreurde A. Benoit – Moury (Gewoon hoogleraar U.Lg). in samenwerking met eminente juristen en vertegenwoordigers van de economische beroepen.

Uiteraard wordt in deze vierde editie het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen (geannoteerd!) opgenomen. Tevens werden de Corporate Governance-K.B.'s van 4 april 2003 (B.S. 19.V.2003) opgenomen, als- ook de nieuwe v.z.w.-wet!

Deze nieuwe editie is bijgewerkt tot en met het B.S. 31 maart 2003, ed. 3, met inbegrip van de latere wijzigingen aan het Wetboek van Vennootschappen (Programmawet van 8 april 2003, B.S. 17.IV.2003) en aan het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van Vennootschappen

(7)

(Koninklijk besluit van 4 april 2003, B.S. 19.V.2003), evenals de wij- zigingen met betrekking tot de inwerkingtreding van de modernise- ring van het handelsregister (Koninklijk besluit van 15 mei 2003, B.S.

19.V.2003, ed. 2).

Inhoud

I. ALGEMEEN A. Vennootschappen

- Wetboek van vennootschappen - Onderlinge verzekeringsvereniging

- Europese economische samenwerkingsverbanden B. Verenigingen

- de beroepsverenigingen

- internationale vereniging met menslievend, godsdienstig, wetenschappelijk, artistiek en pedagogisch doel

- vzw en Instellingen van openbaar nut

II. BIJZONDER AANVULLEND RECHT A. Aandelen

B. Economische beroepen C. Basisboekhoudrecht

D. Coöperatieve vennootschap E. Financieel vennootschapsrecht F. Openbaarmaking

G. Vennootschapsstrafrecht

Trefwoordenregister Chronologisch register

U kan dit referentiewerk bestellen onder vermelding van de bestel- code 202 034 200, uw BIBF lidnummer alsook uw naam, voornaam, handtekening + datum, volledig adres, telefoon, faxnummer, E mail op het faxnummer 050/33.51.54 of via de post bij DIE KEURE, Oude Gentweg 108 te 8000 Brugge.tel: 050/47.12.72 en E mail:

juridische.uitgaven@diekeure.be

Prijzen exclusief BTW en verzendingskosten (te betalen na ont- vangst van factuur).

- Met vermelding “abonnement” (kan na ontvangst van de eerst- volgende editie op elk ogenblik worden opgezegd) : 55€ i.p.v. 69€

- Zonder abonnement (gelieve te vermelden): 79€ i.p.v. 99 €

S e m i n a r i e s

25/10/2003 Gent De statuten van de NV en de BVBA

Eric Spruyt, notaris, prof. Fiscale Hogeschool, BBAV

José Haustraete, bedrijfrevisor, voorzitter B.B.A.V. Tel : 09.377 87 88 - Fax : 09.378 06 67

27/10/2003 Aalst De holdingmaatschappij BBB

Guy Poppe, Advocaat - Peeters & Partners Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

28/10/2003 Waregem De holdingmaatschappij BBB

Guy Poppe, Advocaat - Peeters & Partners Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

28/10/2003 Brugge BTW en onroerend goed KVABB

Robbert Gillis accountant Tel : 09.231 2101 - Fax : 09.231 2120 28/10/2003 Universiteit Antwerpen Besluitvorming in algemene vergadering

(wilrijk) en raad van bestuur LBAB

Prof. dr. Herman Braeckmans - advocaat Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06 29/10/2003 Nazareth - Eke Corporate Governance en de vennootschapsmandataris BBB

Bart Adriaens Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

30/10/2003 Kasterlee Algemene vergadering / actualiteit KBAB

Dhr. Bert Hens, Dhr. Dirk De Moor, Tel : 014/41.61.46 - Fax : 014/71.02.67

30/10/2003 Gent Registratie aannemer KVABB

Dhr Augustin Wauters - Adviseur confederatie bouw Tel : 09.231 2101 - Fax : 09.231 2120

(8)

03/11/2003 Aalst Beroepsaansprakelijkheid - deontologie BBB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

04/11/2003 Waregem Beroepsaansprakelijkheid - deontologie BBB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

05/11/2003 Leuven Beroepsaansprakelijkheid - deontologie BBB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

06/11/2003 Dendermonde Facturatie ACC VER LBC-NVK

Bart Beheydt, BTW-adviseur Tel : 03-2208753 - Fax : 03-2316664 06/11/2003 Ruddervoorde Beroepsaansprakelijkheid - deontologie BBB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

13/11/2003 Kasterlee Fiscale bewijsmiddelen

Mr. Leo De Broeck, advocaat, KBAB

Prof. Ehsal – Fiscale Hogeschool Tel : 014/41.61.46 - Fax : 014/71.02.67 18/11/2003 Elewijt De medewerkende echtgeno(o)t(e)

Dirk De Moor, Acerta, ACC VER LBC-NVK

Diensthoofd marketing en verkoop Tel : 03-2208753 - Fax : 03-2316664

18/11/2003 Hasselt BTW en onroerend goed KVABB

Gillis Robert, Accountant Lesgever Tel : 09.231 2101 - Fax : 09.231 2120 18/11/2003 Universiteit Antwerpen Updating BTW – Patrick Wille

(wilrijk) gedelegeerd bestuurder van het BTW-Huis, LBAB

professor Fiscale Hogeschool Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06 22/11/2003 Sint-Katelijne-Waver Hervorming van de aanvullende pensioenen.

Ann MISPLON, junior vennoot, MAB

Kantoor Vereycken en Vereycken Consulting. Tel : 015/62 31 10 - Fax : 015/62 31 10 23/11/2003 Sint-Katelijne-Waver De hervorming van de aanvullende pensioenen.

Ann MISPLON, junior vennoot, MAB

Kantoor Vereycken en Vereycken Consulting Tel : 015/62 31 10 - Fax : 015/62 31 10 24/11/2003 Aalst Optimaliseren van fiscale verliezen en

andere fiscale topics – BBB

Frank Vanbiervliet, Advocaat - Laga & Philippe Tel : 056/70 02 34 - Fax : 056/72 56 58

C o n t a c t

• Erkend boekhouder /fiscalist zoekt samenwerking, onderaanneming of overname dossiers.

Regio Kust of Antwerpen.

Gsm : 0495/53.84.00

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overge- dragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

V e r a n t w o o r d e l i j k e u i t g e v e r: Marcel-Jean PAQUET, B.I.B.F. - Legrandlaan 45, 1050 Brussel • Tel. 02 626 03 80 • Fax 02 626 03 90 • E-mail: info@bibf.be • Url: www.bibf.be. R e d a c t i e : Valérie CARLIER, Geert LENAERTS, José PATTYN. A d v i e s r a a d : Professor P. MICHEL, Ecole d'Administration des Affaires de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit betreft een bestemmingsfonds gevormd voor gelden welke ontvangen zijn en specifiek te besteden zijn aan de noodinloop voor daklozen. Deze middelen zijn gedurende het

Overeenkomst met de gemeente Vught en Boxtel zijn op basis van de dieren die niet door eigenaar worden opgehaald. Aantal dieren

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van verkrijgingsprijs, verminderd met de daarover berekende lineaire afschrijvingen, welke zijn gebaseerd op de verwachte

Bij subsidieopdrachten, waarbij de prestaties niet volledig zijn gerealiseerd , wordt als bate alleen het deel van de subsidie genomen dat aan de wel gerealiseerde prestaties

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is

Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of op de actuele waarde.. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld