FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 12 oktober 2006
Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg,
geboren 11 juni 1957, wonende te (1213 EM) Hilversum aan de Frans van Mierislaan 18
Faillissementsnummer : 05/399
Datum uitspraak : 15 juni 2005
Curator : mr. A. van Hees
R-C : mr. R.H.C. Jongeneel
Activiteiten onderneming : Zie hieronder
Omzetgegevens : Niet bekend
Personeel gemiddeld aantal : Niet van toepassing
Verslagperiode : 21 juni 2006 tot en met 12 oktober 2006 Bestede uren in verslagperiode : Zie bijlage
Bestede uren totaal : Zie bijlage
Het onderhavige verslag is het vijfde officiële openbare faillissementsverslag. Een dergelijk verslag dient aan bepaalde eisen te voldoen en heeft een vaste indeling. Deze vaste indeling zal hierna uiteraard worden gevolgd. Dit verslag moet worden gelezen in samenhang met de vorige faillisse- mentsverslagen.
1. Inventarisatie
Onderzoek van de bij de diverse banken opgevraagde betaalgegevens heeft opgeleverd dat een groep personen rondom Van den Berg voor per saldo ca. € 40 miljoen is bevoordeeld. Deze be- voordeling vond in de meeste gevallen plaats doordat exorbitante rentepercentages werden uitge- keerd. Zie daarover het derde openbare faillissementsverslag d.d. 17 maart 2006, onderdeel 1.1. In overleg met de rechter-commissaris is besloten het voordeel dat deze groep personen heeft genoten, terug te vorderen. Inmiddels zijn door de curator reeds ca. 50 betrokkenen aangeschreven en zijn
ook al enkele procedures aanhangig gemaakt. Er zullen nog meer personen worden aangeschreven en er zullen vermoedelijk nog meer procedures worden gestart.
Het gaat hier om een proces dat buitengewoon arbeidsintensief is en langdurig zal zijn. Om te kunnen vaststellen wie welk profijt heeft gehad van de malversaties van Van den Berg, moeten tienduizenden rekeningmutaties worden onderzocht. Slechts een deel daarvan is door de desbetref- fende banken in digitale vorm aangeleverd. Nadat bij een relatie van Van den Berg is vastgesteld dat van profijt sprake is geweest, wordt de betrokkene eerst met de door de curator verzamelde gegevens geconfronteerd. Mochten deze juist blijken te zijn, dan wordt vervolgens gepoogd de betrokkene te bewegen in der minne het genoten voordeel af te staan. Is de betrokkene daartoe niet bereid, dan wordt tot dagvaarding overgegaan. De gerechtelijke procedure die dan volgt, zal in veel gevallen meer dan een jaar in beslag nemen.
Het streven is om uiteindelijk alle genoten voordelen op te eisen om deze vervolgens aan de schuldeisers in het faillissement uit te keren.
Overigens wordt uiteraard door de curator het onderzoek naar buitenlandse bankrekeningen en andere verborgen vermogensbestanddelen van Van den Berg onverminderd voortgezet.
1.2 Rechterlijke beslissingen
Op 19 en 20 juli 2006 heeft de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de heer Van den Berg plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 14 augustus 2006, waarin de heer Van den Berg schuldig is bevonden aan alle feiten die hem ten laste waren gelegd. Hij is veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar. Het vonnis kan worden gelezen op www.rechtspraak.nl (LJN-nummer AY6182, zaaknummer 13/845048-05). De advocaat van de heer Van den Berg heeft bevestigd dat de heer Van den Berg tegen het vonnis in beroep is gegaan. Wanneer het hoger beroep behandeld zal worden, is de curator niet bekend.
1.3 Winst en verlies / Balanstotaal Niet bekend
1.4 Lopende procedures
In de procedure waarin de curator een Zwitserse tussenpersoon en een Nederlandse vennootschap heeft gedagvaard tot de terugbetaling van een door de heer Van den Berg verstrekte lening, heeft inmiddels een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarbij de curator en de Nederlandse
Nederlandse vennootschap in eigendom toebehorende onroerende zaak. Met betrekking tot de Zwitserse tussenpersoon, die in deze procedure verstek heeft laten gaan, zal een verstekvonnis gewezen worden.
In de procedure waarin de curator een bedrag van € 300.000 vordert van een partij die dit bedrag na het faillissement van de heer Van den Berg van hem heeft ontvangen, heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarbij beide partijen de mogelijkheden van een schikking hebben onderzocht. De schikkingsonderhandelingen zijn nog gaande.
Ook in de procedure die de curator voerde tegen een persoon die na het faillissement via een tussenpersoon een bedrag van € 50.000 van de heer Van den Berg heeft ontvangen, heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Tijdens de comparitie zijn partijen tot een schikking gekomen. Met de gedaagde is overeengekomen dat hij uiterlijk 1 november 2006 een bedrag van
€ 30.000 op de boedelrekening zal storten.
De curator is ook een gerechtelijke procedure gestart tegen enkele familieleden van de heer Van den Berg in verband met door hen in de periode voorafgaand aan het faillissement ontvangen gelden. De familieleden hebben een conclusie van antwoord ingediend. De rechtbank heeft bepaald dat een comparitie van partijen plaats dient te vinden.
Naar het zich laat aanzien zullen op korte termijn nog meer procedures volgen. Eén daarvan is tegen de voormalige uitbater van een broodjeszaak, die aan Van den Berg een vrijwel waardeloos stuk grond in Turkije voor een bedrag van € 3 miljoen had verkocht. De rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 8 februari 2006 op vordering van de curator deze verkoper tot terugbetaling van de koopsom veroordeeld. Zie daarover het derde faillissementsverslag d.d. 17 maart 2006, onderdeel 1.2. Terugbetaling vond echter niet plaats, en van de indertijd contant betaalde koopsom werd geen spoor teruggevonden. De curator heeft vervolgens beslag gelegd op de AOW-uitkering van de verkoper, en zal binnenkort in kort geding vorderen dat duidelijk wordt gemaakt waar de betaalde koopsom gebleven is. De curator zal daarbij de voorzieningenrechter vragen zijn veroorde- ling uitvoerbaar bij lijfsdwang te verklaren. Wordt de veroordeling inderdaad uitvoerbaar bij lijfsdwang verklaard, dan zal de verkoper in het huis van bewaring worden gegijzeld zolang hij geen duidelijkheid verschaft over wat hij met de door hem ontvangen € 3 miljoen heeft gedaan.
1.6 Verzekeringen
Op 28 september 2006 heeft de verzekeringstussenpersoon van de heer Van den Berg een bedrag van circa € 630 gestort op de boedelrekening. Het betreft hier een bedrag aan premierestitutie dat ten onrechte niet aan de boedel was uitgekeerd.
1.7 Oorzaak faillissement Zie eerdere verslagen.
2. Personeel Zie vorig verslag
3. Activa
3.1 Onroerende zaken Zie eerdere verslagen.
3.2 Bedrijfsmiddelen/ voorraden/ onderhanden werk Zie eerdere verslagen.
3.3 Andere activa Auto
Zie eerdere verslagen.
Aandelen
In het faillissement van R.J. van den Berg Holding B.V., waarvan de heer Van den Berg de enig- aandeelhouder is, heeft op 14 september 2006 een verificatievergadering plaatsgevonden. De boedel van de heer Van den Berg (in privé) heeft een vordering op de boedel van R.J. van den Berg Holding B.V., omdat de heer Van den Berg aan zijn vennootschap een lening had verstrekt. De curator verwacht uit dat faillissement een uitkering te ontvangen, maar nog niet bekend is op welke termijn en voor welk bedrag dat zal zijn.
Sieraden / Contanten
van de curator te houden. Deze sieraden en contanten behoren toe aan de boedel. De Rechtbank Amsterdam heeft, zoals verzocht door de officier van justitie, in haar vonnis van 14 augustus 2006 teruggave gelast van deze sieraden en contanten aan de curator. Deze teruggave zal pas geschieden wanneer ook in hoger beroep (en eventuele cassatie) de last tot teruggave bekrachtigd wordt. De echtgenote van de heer Van den Berg blijkt de sieraden en contanten inmiddels te hebben opgeëist.
De curator zal verhinderen dat afgifte ervan aan haar wordt gedaan.
4. Debiteuren
Door gefailleerde verstrekte leningen
Zie § 1.5 lopende procedures en eerdere verslagen.
Ontslagvergoeding
Met Intervaluta vindt overleg plaats over de ontslagvergoeding waarop de boedel aanspraak maakt.
Onverschuldigde betaling Zie § 1.5 lopende procedures.
Met Intervaluta vindt overleg plaats over de vordering van de boedel wegens onverschuldigd betaalde bedragen aan Intervaluta.
Betalingen op of na datum faillissement Zie § 1.5 lopende procedures.
De curator sluit niet uit dat hij tijdens zijn onderzoek naar de geldstromen zal stuiten op nog meer betalingen, gedaan op of na de datum van het faillissement. Indien hij inderdaad op zulke betalin- gen stuit, zullen de desbetreffende bedragen ook worden teruggevorderd.
Betalingen via advocaten van de heer Van den Berg
De curator verwijst naar het vorige verslag. Met de advocaat van wie de curator vergoeding van schade vordert, vindt verder overleg plaats.
Investeringen in MEI (beleggingsfonds dat in onroerend goed in Oost-Europa belegt)
MEI heeft de curator bericht dat een van de twee projecten waarin de heer Van den Berg via MEI heeft belegd, ten einde is gekomen. De overige projecten lopen nog. Het betreft hier overigens relatief bescheiden bedragen van enkele tienduizenden euro’s.
Bevoordeelden
Op 21 juli en 8 september 2006 zijn door de rechter-commissaris diverse personen gehoord die bedragen van de heer Van den Berg hebben ontvangen die kennelijk onverschuldigd zijn betaald, of waarvoor geen duidelijke verklaring bestaat. Het onderzoek naar deze personen wordt voortgezet.
De curator verwijst voor het overige naar het vorige verslag en naar § 1.1 inleiding van dit verslag.
Vonnis ‘Turkije’
De verkoper van de Turkse gronden (zie eerdere verslagen), die bij vonnis van de Rechtbank Amsterdam van 8 februari 2006 is veroordeeld tot betaling van € 3 miljoen aan de boedel, blijkt vrijwel geen verhaal te bieden. De curator heeft beslag gelegd op zijn AOW-uitkering, waardoor tweemaandelijks een bedrag van circa € 500 op de faillissementsrekening binnenkomt. Mocht blijken dat er nog andere verhaalsobjecten zijn, dan zal de curator ook daarop beslag laten leggen.
De curator verwijst voor het overige naar § 1.5, lopende procedures, van dit verslag.
5. Bank / Zekerheden
In maart 2005 heeft de heer Van den Berg een bankrekening geopend in Liechtenstein, en daarop enkele honderdduizenden Zwitserse franken gestort. Nadat de heer Van den Berg in staat van faillissement is verklaard, hebben de strafrechtelijke autoriteiten in Liechtenstein op verzoek van de Nederlandse officier van justitie beslag gelegd op deze bankrekening. Het saldo van deze rekening, dat € 288.990 bedroeg, is op 24 juli 2006 op de faillissementsrekening bijgeschreven.
Gebleken is dat de heer Van den Berg eveneens een aantal bankrekeningen in Zwitserland aanhield.
De verwachting is dat het saldo van die rekeningen, in totaal circa € 850.000, over enkele weken op de boedelrekening gestort zal worden.
Voor het overige verwijst de curator naar de vorige verslagen.
6. Doorstart / voortzetten
6.1 Voortzetten / Exploitatie / Zekerheden / Doorstart Niet van toepassing
7. Rechtmatigheid Strafaangifte
Zie eerdere verslagen en § 1.2, rechterlijke beslissingen. Het beleid in dit faillissement blijft dat in alle gevallen waarin strafbare feiten worden geconstateerd, daarvan aangifte wordt gedaan.
Pauliana
De curator verwijst naar de vorige verslagen. Zie ook § 1.5, lopende procedures, van dit verslag.
Naar overige paulianeuze handelingen wordt nog onderzoek gedaan.
8. Crediteuren 8.1 Concurrent Zie vorige verslagen.
8.2 Preferent Zie vorige verslagen.
8.3 Boedelschulden
De curator heeft voor de uitoefening van zijn taak diverse derden moeten inschakelen, die direct vanaf de faillissementsrekening zijn of worden betaald, zoals buitenlandse advocaten (Turkije, Zwitserland), deurwaarder, rechtbank (griffierechten) en vertalers.
9. Overig
De curator zal doorgaan met zijn onderzoek. Zijn doel blijft alle vermogensbestanddelen van de heer Van den Berg, waar deze zich ook mochten bevinden, op te sporen en (meer) duidelijkheid te verkrijgen over de handelwijze van de heer Van den Berg en personen uit zijn omgeving die tot de enorme schade voor zijn schuldeisers hebben geleid. Gelet op de weinig coöperatieve opstelling van de heer Van den Berg houdt de curator nog steeds rekening met een langdurig en moeizaam traject.
Inmiddels is duidelijk geworden dat Van den Berg, anders dan hij de betrokkenen voorspiegelde, de aan hem toevertrouwde gelden nimmer heeft belegd, maar voor een groot gedeelte heeft gebruikt om exorbitante renteschulden aan anderen te voldoen. Welbeschouwd is sprake van een omvangrij- ke herverdeling van geld, waarbij een grote groep personen ernstig is benadeeld en een andere, kleinere, groep personen vaak grote bedragen heeft ontvangen. Een belangrijk deel van de werk- zaamheden van de curator bestaat uit het terugvorderen van deze bedragen ten behoeve van diege- nen die benadeeld zijn.
Amsterdam, 12 oktober 2006
mr. A. van Hees, curator
