Inspectierapport
Peuteropvang de Kiem (KDV) J.P. Coenstraat 9
7541BP ENSCHEDE
Registratienummer 559459221
Toezichthouder: GGD Twente
In opdracht van gemeente: Enschede
Datum inspectie: 31-03-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 18-04-2016
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2016
Peuteropvang de Kiem te ENSCHEDE
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Inspectie-items ... 7
Gegevens voorziening ... 9
Gegevens toezicht ... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
In dit inspectierapport zijn niet alle inspectie-items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-items die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.
Beschouwing
Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt
Kinderdagverblijf de Kiem (peuteropvang) staat vanaf 01-08-2013 geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met 15 kindplaatsen.
Het kinderdagverblijf is gevestigd in een lokaal van basisschool de Kiem aan de J.P Coenstraat in Enschede en maakt deel uit van kinderopvangorganisatie Hebbes.
De openingstijden zijn op dinsdag en donderdag van 08:30-11:30 uur en van 12:10-14:10 uur.
De openingtijden van de VVE groep zijn van op woensdag en vrijdag van 8:30-11:30 uur.
Inspectiegeschiedenis:
Januari 2014: Onderzoek na registratie: Handhaven op personeel en groepen en ouderrecht.
Maart 2014: Nader onderzoek. De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
De tekortkomingen zijn opgelost.
Oktober 2014: Jaarlijkse inspectie. De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
April 2015: Jaarlijkse inspectie. De houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
Bevindingen op hoofdlijnen:
Tijdens dit onderzoek is gebleken dat de houder voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2016
Peuteropvang de Kiem te ENSCHEDE
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein worden de inspectiebevindingen belicht over het domein Pedagogisch klimaat.
Per aspect wordt eerst de praktijkobservatie beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Geobserveerd is of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen:
• Emotionele veiligheid;
• Sociale competentie;
• Persoonlijke competentie;
• Overdracht normen en waarden.
Pedagogische praktijk
Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument pedagogische praktijk 0-4 jaar (januari 2015).
Daarin staan beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De betreffende indicator uit dit Veldinstrument is in de tekst hierna cursief weergegeven.
Ter illustratie van het oordeel worden door de toezichthouder de basisdoelen toegelicht met een voorbeeld.
Emotionele veiligheid
Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdgenootjes om zich heen Kinderen hebben op hun opvangdag vaste vertrouwde andere kinderen in de groep.
Er is sprake van continuïteit in het rooster van de beroepskrachten.
De beroepskrachten communiceren met de kinderen
De beroepskrachten verwoorden in veel situatie hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan door door de knieën te gaan en praten met taal die bij de leeftijdsgroep past. Een kind dat ook graag met de mais wil spelen, wordt op ooghoogte en en zijn taal uitgelegd waarom hij nog moet wachten.
Persoonlijke competentie
Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting
Ieder kind heeft kinderen van zijn eigen ontwikkelingsniveau. Er is gelegenheid voor uitdagend en interessant spel met gelijkgestemden (leeftijd, interesse).
Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Zo zijn er op het moment van inspectie kinderen aan het kleien, tekenen, spelen kinderen in de bouw en huishoek en spelen er kinderen met mais.
De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte wordt gemaakt voor gesprek en leermomenten. Zo wordt er aan een kind dat met de mais aan het spelen is gevraagd of er in het bakje veel of weinig mais zit. Een ander voorbeeld; als je opgeruimd hebt mag je aan de ronde tafel of vierkante tafel gaan zitten.
Sociale competentie
De kinderen zijn deel van de groep
De beroepskrachten laten initiatief voor samenspel over aan de kinderen. Voorbeeld:
De beroepskracht legt kaartjes, waarop een afbeelding van een activiteit staat, op een tafel. Ze wijst een kind aan dat een kaartje mag pakken waarop de activiteit staat die hij of zij graag wil doen. Vervolgens mag het kind een andere kind uitkiezen om samen deze activiteit te gaan doen.
Normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast
Observatie
In het beleidsplan staan aanwijzingen voor afspraken, regels en omgangsvormen. Uit de observatie blijkt dat de beroepskrachten hiernaar handelen. Voorbeeld: eerst opruimen waar je mee gespeeld hebt, voor je wat anders pakt. Handen wassen na het toiletgebruik en voor het eet-en
drinkmoment.
Conclusie
De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd.
Voorschoolse educatie
Er wordt bij peuterspeelzaal de Kiem gewerkt met het VVE- programma Piramide.
VVE- geïndiceerde kinderen worden op woensdag en vrijdagmorgen in een VVE groep opgevangen. Daarnaast krijgen zij nog 2 keer per week gerichte activiteiten aangeboden, individueel en in een groepsverband.
De beroepskrachten zijn VVE gecertificeerd.
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de kennis en vaardigheden van de beroepskrachten voorschoolse educatie worden onderhouden.
Conclusie:
Er wordt voldaan aan de wettelijke vereisten aangaande de basisvoorwaarden VVE.
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Beroepskrachten)
• Observaties
• VVE-certificaten
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2016
Peuteropvang de Kiem te ENSCHEDE
Personeel en groepen
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein personeel en groepen. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven over het kindercentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten werden reeds bij de vorige inspectie beoordeeld en akkoord bevonden.
Passende beroepskwalificatie
De diploma's van de beroepskrachten werden reeds bij de vorige inspectie beoordeeld en akkoord bevonden.
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in 3 groepen van elk maximaal 15 kinderen.
Groep 1 – dinsdagochtend en donderdagmiddag Groep 2 – dinsdagmiddag en donderdagochtend VVE groep – woensdagmorgen en vrijdagmorgen
Conclusie
Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen.
Beroepskracht-kindratio
Op het moment van inspectie zijn er 11 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten.
Conclusie
Er wordt voldaan aan de gestelde voorwaarde met betrekking tot de beroepkracht-kindratio.
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Beroepskrachten)
• Observaties
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2016
Peuteropvang de Kiem te ENSCHEDE
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Peuteropvang de Kiem
Aantal kindplaatsen : 15
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : KOV Hebbes
Adres houder : Haaksbergerstraat 501
Postcode en plaats : 7545PH ENSCHEDE
Website : www.kov-hebbes.nl
KvK nummer : 08157895
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Twente
Adres : Postbus 1400
Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE
Telefoonnummer : 053-4876700
Onderzoek uitgevoerd door : Joke Kempers Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Enschede
Adres : Postbus 20
Postcode en plaats : 7500AA ENSCHEDE
Planning
Datum inspectie : 31-03-2016
Opstellen concept inspectierapport : 06-04-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 18-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-04-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 19-04-2016 Openbaar maken inspectierapport : 09-05-2016
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2016
Peuteropvang de Kiem te ENSCHEDE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.