Vraag nr. 119 van 7 februari 1997
van de heer MARC OLIVIER Spijbelen – Doktersattesten
Uit een bijdrage gepubliceerd in het Mededelin-genblad van de Orde van Geneesheren van Bra-bant blijkt dat artsen steeds meer onterechte of valse attesten uitschrijven voor hun patiënten. E r gaat geen raadszitting voorbij of de raad van de Orde van Geneesheren van Brabant wordt gecon-fronteerd met gevallen van zogenaamde welwil-l e n d h e i d s a t t e s t e n . Het gaat hier om medische attesten die worden uitgeschreven om patiënten en/of entourage in bepaalde noden tegemoet te komen.
Door de plethora is het belang van de patiënten-binding zeer groot. De kans dat een geneesheer in de verleiding komt om een bepaalde dienstverle-ning te verstrekken, wordt groter naarmate de druk om de patiënt en zijn gezin gunstig te stem-men groter wordt.
Een van de meest voorkomende vormen van wel-willendheidsattesten zijn volgens de auteur de attesten voor spijbelende leerlingen.
Het betreft hier uiteraard een probleem met fede-rale aspecten, maar met een belangrijke weerslag op een belangrijke gemeenschapsbevoegdheid. 1. Hoe moet dit probleem worden ingeschat ?
Heeft de minister zicht op het aantal "welwil-lendheidsattesten" dat voor spijbelende leerlin-gen wordt uitgeschreven ?
2. Bestaat het probleem in gelijke mate in alle Vlaamse provincies ?
3. Welke sancties riskeren geneesheren die "wel-willendheidsattesten" uitschrijven voor school-plichtige spijbelende leerlingen ?
4. Volgens de auteur van het artikel in het Mede-delingenblad wordt aan dit fenomeen veel aan-dacht besteed door de overheid, die thans maat-regelen aan het uitwerken is.
Graag had ik dan ook vernomen welke maatre-gelen de minister, eventueel in samenwerking met federale collega’s, ter bestrijding van derge-lijke praktijken reeds heeft genomen of naar de toekomst toe reeds heeft uitgewerkt ?
Antwoord
1. Onderzoek door het departement in de Brussel-se scholen in het schooljaar 1992-1993 heeft aangetoond dat medische attesten inderdaad geregeld worden gebruikt om ongewettigde afwezigheden te wettigen.Dit blijkt uit een leer-linggebonden analyse van de afwezigheden van jongeren en de gebruikte wettigingsvormen. Een verdergaande kwantitatieve analyse van de problematiek in een beperkt aantal Brusselse s c h o l e n , waarmee nieuwe maatregelen werden verkend in de schooljaren 1993-1994 en 1994-1995, heeft deze eerste gegevens verfijnd. Daaruit blijkt dat 8 % van de jongeren meer dan 5 medische attesten voor afwezigheden van meer dan 5 dagen binnenbrengt, terwijl het bij de andere groep leerlingen om 1 of 2 dergelijke attesten gaat. Deze 8 % jongeren bevinden zich in de groep van leerlingen met problematische afwezigheden.
2. Of het probleem in gelijke mate bestaat in de andere provincies, kan niet met zekerheid wor-den gezegd.
In elk geval blijkt uit contacten met andere scholen wel dat de problematiek niet enkel Brussels is. Er wordt sterk geklaagd over dit probleem in alle scholen.
3. Wat de sancties betreft die geneesheren riske-ren als de provinciale kamers van de Orde van Geneesheren worden aangesproken, d a a r o v e r heb ik geen informatie en ik ben terzake ook niet bevoegd.
4. Er kunnen overigens veel andere maatregelen worden genomen en het verheugt mij dat in het artikel dat de Vlaamse volksvertegenwoordiger citeert, wordt erkend dat de overheid maatrege-len uitwerkt.
Dat is inderdaad zo.
In eerste instantie werden in januari 1994 de huisartsen door mij aangeschreven.
Er werd aan de artsen gevraagd het uitschrijven van medische attesten goed te overdenken en te beperken waar nodig, door alert te reageren op leerlingen en ouders die een afwezigheid door hen laten legaliseren.
Er werd hun ook gevraagd open te staan voor een samenwerking met scholen en hulpverle-n e r s, vooral omdat blijkt dat
afwezigheidspro-blemen van leerlingen vaak het gevolg zijn van allerlei moeilijkheden.
Het is belangrijk dat die moeilijkheden worden a a n g e p a k t , wil men vermijden dat de school-loopbaan van de jongere in het gedrang komt. Daaraan moeten in complexe situaties meerde-re instanties samenwerken en huisartsen bevin-den zich daarbij vaak in een bevoorrechte posi-tie.
Daarnaast is er het reeds vermelde Brussels spijbelpreventieproject.
Hier is, naast andere zaken, gestart met de mobilisatie van een samenwerking tussen scho-l e n , PMS-centra en de artsen van het Medisch S c h o o l t o e z i c h t . Dit is gebeurd met positief gevolg en ook de huisartsenkringen hebben zich bij dit initiatief aangesloten.
In het experiment leerplichtcontrole, dat zal lopen in dit en volgend schooljaar in 6 Vlaamse gemeenten en op de genoemde Brusselse bevin-dingen aansluit, wordt op dit spoor verder gewerkt.
Dit gebeurt in de context van een experimente-le regelgeving die de druk op de schoexperimente-len om afwezigheden administratief te regulariseren wegneemt, op voorwaarde dat er wordt gecom-municeerd over die afwezigheden en de achter-liggende problematieken met de leerlingen en hun ouders, en dat begeleidingszorg wordt gemobiliseerd waar nodig. Dit vergt van de school dat zij zich vragen stelt over haar interne l e e r l i n g e n b e g e l e i d i n g, dat zij haar samenwer-king met PMS-centrum en schoolarts verstevigt en beleidsopties terzake begint uit te tekenen.