Vraag nr. 96 van 13 maart 1997
van de heer MARC OLIVIER
Sociale huur – Opzeg en OCMW-bemiddeling Een huurovereenkomst van een huurder wiens jaarinkomen minder bedraagt dan 504.500 frank mag slechts worden opgezegd door de V l a a m s e Huisvestingsmaatschappij (VHM) of een door de VHM erkende lokale huisvestingsmaatschappij nadat de maatschappij een beroep heeft gedaan op bemiddeling van het OCMW.
1. Hoeveel dergelijke opzeggingen hebben zich tij-dens het afgelopen jaar voorgedaan ? Kan de minister daarover cijfers verstrekken per pro-vincie ?
2. Heeft het feit dat de maatschappij geen beroep doet op de bemiddeling van het OCMW een effect op de rechtsgeldigheid van de opzegging ? Zo neen, welke sancties zijn daaraan dan ver-bonden ?
3. Heeft het feit dat het OCMW de kennisgeving van dergelijke opzegging vanwege de maat-schappij naast zich neerlegt, een effect op de rechtsgeldigheid van de opzegging (gezien ook de bepalingen van de omzendbrief W E L - 9 7 / 0 1 van 3 februari 1997) ? Zo neen, welke sancties zijn daaraan dan verbonden ?
4. De VHM heeft onlangs een onderzoek verricht naar de resultaten van de bemiddeling van het OCMW. In hoeveel procent van de gevallen was de tussenkomst van het OCMW succesvol te noemen ?
5. Het meest succesvolle instrument van bemidde-ling blijkt een vorm van budgetbegeleiding te z i j n . Welke andere instrumenten van bemidde-ling hanteert het OCMW ?
6. Waar belanden de uitgezette huurders indien de vraag tot bemiddeling van het OCMW zonder gevolg blijft of de bemiddeling van het OCMW niet succesvol blijkt en tot een uitzetting wordt overgegaan ? Hoeveel dergelijke uitzettingen werden tijdens het afgelopen jaar verricht (met een opsplitsing per provincie) ?
Antwoord
1. De VHM beschikt nog niet over cijfers voor 1996, aangezien de verwerking van de
"statisti-sche inlichtingen op 31.12.1996", waarbij onder meer wordt gepeild naar het aantal opzeggingen waarbij een beroep diende te worden gedaan op het OCMW, nog niet is afgerond. De resultaten worden eind mei verwacht.
Uit een onderzoek dat op mijn vraag door de VHM in 1996 werd verricht, is gebleken dat in het kalenderjaar 1995 de lokale sociale huisves-tingsmaatschappijen zich voor 381 opzeggingen in verbinding dienden te stellen met het OCMW.
2. Een huuropzeg is enkel rechtsgeldig indien vol-daan is aan de wettelijke bepalingen, dus ook aan de voorwaarden opgelegd in artikel 8 § 2 van het huurbesluit, met andere woorden een huisvestingsmaatschappij moet kunnen aanto-nen dat ze een beroep heeft gedaan op de bemiddeling van het OCMW. Dit veronderstelt dat de aanvraag tot bemiddeling schriftelijk gebeurt.
3. Een vraag tot bemiddeling bij wanbetaling uit-gaande van een sociale huisvestingsmaatschap-pij is een vraag tot het verstrekken van indivi-duele dienstverlening aan de betrokken huur-der. Een OCMW dat een dergelijke vraag zon-der meer naast zich neerlegt, neemt een stilzwij-gende beslissing betreffende de sociale dienst-verlening.
Een dergelijke beslissing is bij ontstentenis van een motivering onwettig (zie o.m.Arbh. Brussel, 15 februari 1995). Bovendien bepaalt artikel 62bis van de OCMW-wet dat een beslissing inzake individuele hulpverlening genomen door de raad voor maatschappelijk welzijn of door een van de organen aan wie de raad bevoegdhe-den heeft overgedragen, aan de persoon die de hulp heeft aangevraagd, in casu de huisvestings-maatschappij, ten gunste van de huurder schrif-telijk en aangetekend of tegen ontvangstbewijs moet worden meegedeeld.
Die beslissing moet met redenen omkleed zijn en de beroepsmogelijkheid vermelden. E e n sociale huisvestingsmaatschappij dient daarom in elk geval aan te dringen op een uitdrukkelij-ke beslissing van het OCMW.
Wat de verplichtingen en taken van het OCMW b e t r e f t , verwijs ik naar mijn collega bevoegd voor Welzijn.
4. In 34,1 % van de gevallen verleende het OCMW bijstand (bv. budgetbegeleiding), zodat de huurder kon blijven wonen.
In 2,3 % van de gevallen zorgde het OCMW voor een andere woning.
5. In de enquête die door de VHM in 1996 werd u i t g e v o e r d , werd hiernaar niet gepeild. Wat de mogelijke instrumenten van bemiddeling b e t r e f t , verwijs ik naar mijn collega bevoegd voor Welzijn.
6. De VHM beschikt over geen gegevens m.b.t. de vraag waar de uitgezette huurders belanden indien de vraag tot bemiddeling van het OCMW zonder gevolg blijft of de bemiddeling van het OCMW niet succesvol blijkt en tot een uitzetting wordt overgegaan.
Het onderzoek voor 1995 bevat geen gegevens m.b.t. het aantal uitgevoerde opzeggingen.