• No results found

uitgave: politieke partij democraten'66

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "uitgave: politieke partij democraten'66 "

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

demaoraat

J N A A R u M M E G A R N G 6 10

s E p T E M B E R

uitgave: politieke partij democraten'66

1 9 7 7

EEN NIEUWE OPZET VOOR DE DEMOCRAAT

De afgelopen periode heeft de Democraat hoofdzakelijk gefunktioneerd als een doorgeefluik van mededelingen en standpunten van het hoofdbestuur, berichten uit de Tweede Kamer fractie, stukken voor en verslagen van congressen en dergelijke. Hij vulde zich op die manier haast vanzelf en zonder dat degenen die namens het hoofdbestuur zorgden voor zijn verschijnen zich daar veel meer dan technisch mee bezig hoefden te houden. Na de verkiezingen was er reden om deze opzet opnieuw te bekijken.

Voorop stond, dat het blad zijn mededelingenfunktie moest behouden. De vraag was vooral, of de Democraat bovendien nog een andere rol kon vervullen en hoe dan het beste. De gedachten gingen daarbij uit naar het opnemen van politiek pittigere spijs. Daarmee kwam de vraag aan de orde of het blad moest blijven verschij- nen onder de verantwoordelijkheid van het hoofdbe- stuur.

Het hoofdbestuur heeft zich over deze kwesties laten raden door enkele mensen met deskundigheid en erva- ring op publiciteitsgebied. Er was gauw overeenstem- ming over de volgende punten:

- de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de Demo- craat dient te blijven bij het hoofdbestuur;

-er moet minstens een rubriek komen waarin politici worden uitgenodigd buiten verantwoordelijkheid van de redactie hun opinies te publiceren;

-de redactie wordt gevoerd door een redactieraad bestaande uit twee leden van het hoofdbestuur en enkele personen buiten het hoofdbestuur met erva- ring en deskundigheid in publiciteitszaken.

~Je waren het er ook over eens, dat het mi nde1· ge- wenst was dat de voorzitter van de partij zitting zou hebben in deze redactieraad.

Dit nummer is het eerste produkt van deze nieuwe op- zet. Een proefnummer zou je kunnen zeggen, maar dan voor de mak~rs ervan.

De samenstelling van de redactieraad is elders in dit nummer vermeld.

Er zijn plannen voor een verfraaiing van de opmaak maar dat heeft financiële consequenties die eerst zorgvuldig moeten worden bekeken.

Er zijn ook besprekingen gaande met het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Bureau D'66 over het opnemen van de publicaties van de SWB.

Ingezonden stukken zijn uiteraard welkom. Evenals suggesties voor het blad en zijn inhoud zelf.

J.F. Glastra van Loon Voorzitter

ACCENT legt de ACCENTEN verkeerd.

Op 11 augustus was de voorpagina van "De Tele- Cjraaf" interessant. Aangekondif)d werd het feit dat D'~6 openingen zoekt naar de VVD.

Omdat U en ik "De Telegraaf" niet lezen werd een aantal van ons hierop fJewezen door onze omf)eving. In een artikel van zo'n 4 kolom breedte werd melding gemaakt van een inter- view van Jan Terlouw met het weekblad "1\ccent"- ge"Knoop"t aan Het Telegraaf concern.

Daarom "Accent" erop na geslagen en jawel

"Jan Terlouw onthult: 0'66 wil openin<:J naar VVD" - in het vetste lettertype dat men in huis had - stond er op het omslag.

Door het accentueren van een aantal uitspra- ken en deze te presenteren zonder de bijgaan- de voorwaarden leek er op dat 0'66 staat te

tra~pelen van ongeduld om met de VVD te mogen regeren.

Wie de uitsaraken van Jan Terlouw in dit in- terview er op naleest komt tot een andere conclusie.

In een commentaar geeft het blad nog even aan dat Terlouw de politieke moed heeft er voor uit te komen dat D'66 haar oostellinf) (niet samenwerken met de huidige VVD) ongedaan moet maken.

Dit artikel was voor Jan Terlouw en het hoofd- bestuur aanleiding het volgende oersbericht uit te geven:

"Het hoofdbestuur van D'66 heeft er met ver- ontwaardiging kennis van genomen dat de redak- tie van het weekblad Accent uit een interview met Jan Terlouw meent te kunnen concluderen dat D'66 zou willen afwijken van de oo haar congres aangenomen resolutie. · Noch Terlouw noch het hoofdbestuur van D'66 zal voor de komende periode streven naar een andere samenstelling van een kabinet dan die van PvdA, CDA en D' 66.".

In Accent van 20 augustus hebt U dit persbe- richt niet kunnen vinden.

Jan Veldhuizen.

Publiciteitscoördinator

weet u nog wie of wat u lid maakte van D'66.

Binnenkort moet u naar een verjaardag.

Heb het er maar eens over. Soms werkt het!

secretariaat : Javastraat 6, Den Haag

telefoon : 070-453271 en 467188

(2)

REDAKTIERAAD

De uitgifte van de Democraat geschiedt onder verantwoordelijkheid van een door het Hoofd- bestuur benoemde Redaktieraad die als volgt is samengesteld:

Piet van Baarsel (eindredakteur), Ernst Bakker,

Eric Oenig, Frans Rogier, Jan Veldhuizen, Stijn Verbeeck.

Als redaktiesekretaresse is aan de Redaktieraad toegevoegd:

Kitty Warburg-van Rijn.

Korrespondentie, kopij e.d. richten aan Het Redaktiesekretariaat Democraat Javastraat 6

Den Haag

VERANTWOORDELIJKHEID

Artikelen die namens het hoofdbestuur, de frak- ties in vertegenwoordigende lichamen, het SWB- bestuur, de VAR of andere officiële partij- organen worden geschreven, vallen onder volle- dige verantwoordelijkheid van de redaktieraad.

De overige artikelen vallen buiten de verant- woordelijkheid van de redaktieraad en bevatten dientengevolge de persoonlijke mening van de schrijver.

Teneinde deze artikelen duidelijk te onder- schèden zullen de titels worden voorafgegaan door een +teken.

De Democraat wordt gratis toegezonden aan alle leden van 0'66. Niet-leden kunnen zich abonne- ren voor f 25,- per jaar. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij het sekretariaat voor f 3,- per stuk.

Advertenties kunnen worden opgegeven bij het sekretariaat. De tarieven zijn: 1/1 pag. f 400,-;

1/2 pag. f 240,-; 1/4 pag. f 160,- en 1/8 pag.

f 100,-.

De redaktie behoudt zich het recht voor adver- tenties zonder opgaaf van redenen te weigeren.

ERNST BAKKER, 31 jaar. Ongehuwd. Sinds 1969 lid van 0'66. Bestuurslid van de af- delin9 Amsterdam geweest. Nu reeds geruime tijd medewerker van de 2e Kamerfraktie.

Maakte ook deel uit van de landelijke cam- pa9necommissie. Heeft vele hebbies die buiten de politiek vallen.

KITTY WARBURG,

45 jaar, getrouwd (met een niet dogmatisch socialist), twee opgroeiende dochters, die voor deze ene keer hun moeder gelijk geven.

Voortgekomen uit de school van de JOVD, deel uitgemaakt van de redaktie van de Driemaster (het JOVD-orgaan); gedurende de lagere school- tijd van de dochters aktief geweest in de Ne- derlandse Montessori Vereniging; o.a.

redaktiesecretaresse van "Samenscholen", het Montessori tijdschrift.

Sind 1967 lid van 0'66 maar (schande!) sinds de "wederopstanding" pas aktief;

secretaresse van de afdeling Den Haag en als part-timer werkzaam op het partijsecretariaat.

2

LEDEN REDAKTIERAAD

STIJN VERBEECK,

geboren 1931, twee dagen na Dries van Agt, volgde bij Vlaamse Jezuïeten de Grieks-Latijnse Humaniora.

Daarna beroepsopleidingen in journalistiek en reclame.

Was werkzaam in een aantal uitgeverijen en redactie- secretaris van het tijdschrift Jeugd en Samenleving.

Is nu free-lance tekstschrijver te Utrecht en is sinds het Appel van de partij.

JAN VELDHUIZEN, 37 jaar.

Sinds 1969 lid van 0'66, aktief als penningmeester en later voorzitter van de afdeling Haarlem/

Bloemendaal.

Lid van de landelijke campagnecommissie in 1973 en vanaf november 1976 lid van het HB, belast met publiciteitszaken.

FRANS ROGIER, 39 jaar,

lid van 0'66 sinds 1966, jarenlang aktief op de achtergrond, van begin 1974 tot november 1976 bestuurslid van de Stichting Wetenschap- pelijk Bureau 0'66 en lid van de Financiële Commissie.

Sinds 6 november 1976 - het lijkt heel wat langer - secretaris-organisatie van het

Hoofdbestuur. •

Als beroepsofficier van de Koninklijke Lucht- macht werkzaam op het terrein van de Bestuur- lijke Informatieverzorging en part-time docent Informatica.

Gehuwd, twee kinderen en woonachtig in Reeuwijk, waar ik mij als er nog tijd over is bezighoud met gemeentepolitiek.

Oud-bestuurslid van de Aktiegroep Man Vrouw Maatschappij en nog andere organisaties, die in denken en doen verwantschap hebben met 0'66.

ERIC OENIG (geboren 1929),

is sinds de oprichting lid van 0'66.

Hij vervulde diverse functies, waaronder die van fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Utrecht.

Hij is bestuurslid van de Stichting Wetenschappelijk Bureau 0'66.

Sinds 1971 is hij directeur Voorlichting en Externe Betrekkingen van het Ministerie van Landbouw en Visserij.

In april 1977 verscheen van zijn hand het boek

"Macht en informatie", een pleidooi voor versterking van de communicatiestroom in het politiek circuit.

PIETER WILLEM VAN BAARSEL,

geboren ('22) en getogen in Joure,

- maakte eerste schaatstocht naar Sneek in '29, - deed mee aan de Wereldjamboree in '37, -was Quizmaster in plaatselijke bijeenkomst

van de JOVD ('39),

-vergeleek energetisch olie, gas en electri- citeit voor licht-, kracht- en warmte- toepassingen,

- richtte (mede) op de Delftse S.V. St.Jans- brug ( '47),

- kampeerde met vrouw en kinderen in Luxemburg en elders,

- verzette zich tegen de Koekamplus en behield (mede) het Kurhaus,

- verleende hand- en spandiensten voor de Partij en de SWB 0'66,

- is bereid knip- en plakwerk te doen voor de Democraat.

(3)

DE KABINETSFORMATIE

Op 25 mei 1~77 won de PvdA 10 zetels, het CDA 1

en 0'66 2 (eigenlijk 7).

Je zou zo zeggen dat een nieuw kabinet, bestaande uit die partijen die in het kabinet zaten en ge- wonnen hebben, niet lang op zich zou hoeven te laten wachten.

Op het moment dat ik dit schrijf (29 augustus) is het echter nog lang niet zo ver.

Wat is er tot nu toe gebeurd? Op 1 juni kreeg Den Uyl de opdracht een kabinet te vormen "dat ge- acht mag worden het vertrouwen van het parlement

te genieten." .

Jan Terlouw had de Koningin namens de frakt1e een socialistisch informateur geadviseerd, voorafgaand aan een formatieopdracht. De argumenten daarvoor

waren de volgende: .

a. Tengevolge van het conflict over de grondpoll- tiek is het kabinet twee maanden vóór de ver- kiezingen demissionair geworden. Uit de stembus- uitslag kan niet worden afgeleid dat de kiezer in deze zaak duidelijk stelling heeft genomen.

Nu een kabinet van vergelijkbare samenstelling als het vorige het meest in overeenstemming is met de verkiezingsuitslag, zal het punt van de grondpolitiek onvermijdelijk een primair on- derdeel van het te voeren overleg vormen.Dit overleg lijkt kansrijker als het wordt gevoerd onder leiding van iemand di~ niet rechtstreeks bij het conflict betrokken 1s geweest.

b. Een overeenkomstige redenering geldt voor en- kele andere politieke onderwerpen die in de eindfase van het kabinet Den Uyl aan de orde zijn geweest en die in de komende kabinetspe- riode een belangrijke rol gaan spelen, zoals de Vermogensaanwasdeling en de Wet Investe- ringsrekening.

Den Uyl, Van Agt en Wiegel vonden echter dat de opdracht direkt aan de politieke leider van de PvdA gegeven moest worden. Den Uyl ging dus als formateur aan de slag om een kabinet te vormen van PvdA, CDA en D'66.

Tot 20 juni is er heen en weer gepraat over de te volgen procedure, over of D'66 wel of niet mee mocht doen, over de zetelverdeling en over ~et

progressieve karakter van het te vormen kab1net.

D'66 vond dat er eerst over het program gespro- ken diende te worden, dan over de verdeling van de departementen en daarna over de mensen die de verschillende posten zullen bezetten.

Van Agt vond dat het CDA evenveel ministerzetels zou moeten krijgen als de PvdA en dat de deelne- ming van D'66 niet ten koste van CDA zetels mocht gaan.De PvdA kreeg danwel het premierschap.

D'66 heeft toen gesteld dat het er niet op uit is om in het te vormen kabinet zetels te verwer- ven van hetzij de PvdA, hetzij het CDA, maar als het mogelijk is gebleken een regeerprogramma te formuleren waarin D'66 zich kan vinden, aanspraak te maken o~ plaatsen in het kabinet op grond van de stemmendie op D'66 zijn uitgebracht.

Nadat op 21 juni Den Uyl met zijn eerste memorandum over vooral de vier hervormingsvoorstellen (grond- politiek, VAD, ondernemingsraden en ~et_investe­

ringsrekening) kwam, begonnen op 27 JUnl de e~rs~e

programmabesprekingen. In de eerste week van JUll kwam er een akkoord over grondpolitiek. De wijzi- ging van de onteigeningswet, het voorkeursrecht, de prijsbeheersing en overdracht van landbouwgron- den werden toen geregeld. Ook werd er afgesproken dat het principe van een vermogenswinstbelasting zou worden aanvaard. Kort daarop kwam er een akkoord over de wet op de ondernemingsraden en over een adviesaanvrage over de samenstelling van de raden van commissarissen aan SER.

Toen was de VAD aan de beurt.

De fraktie van D'66 stemde in met de principiële uitgangspunten van spreiding van vermogen, maar had bezwaren tegen de uitwerking ervan in het

wetsontwerp VAD. Die bezwaren spitsten zich toe

op twee punten:

a. Het collectieve deel van de opbrengst komt niet ten goede aan alle Nederlanders.

Met name vindt D'66 het moeilijk te verdedi- gen dat de VAD-opbrengsten uit het aardgas - die het overgrote deel van de totaal-opbrengst lijkt te zullen worden - niet aan alle Neder- landers ten goede zal komen.

b. Het wetsontwerp opent te weinig de mogelijk- heid om een begin te maken met een regeling voor aanvullende pensioenen.

De fraktie vond dat de formatie op het punt van de VAD echter niet mocht stranden, maar behield zich eeneindoordeel voor over het totale financi- eel en sociaal-economische beleid.

Op 15 juli moest Den Uyl naar de Koningin om zijn opdracht terug te geven.

De PvdA had de voorstellen van de formateur aan vaard, D'66 met moeite, maar het CDA niet.

De fraktie vond dat het soms nodig is ter wille van een groter politiek belang over bepaalde be- zwaren heen te stappen. Nu het CDA dit niet had gedaan, is het tot stand komen van een nieuw kabinet aanzienlijk bemoeilijkt en daardoor ver- traagd.

Daar CDA-leider Van Agt botweg weigerde een in- formatie- of formatieopdracht te aanvaarden, werd op 20 juli Albeda als informateur benoemd.

Op 27 juli kwam hij al met een akkoord over de VAD.

Er staat zelfs in dat "de bestemming van de op- brengst van het collectieve deel van de VAD wordt gericht op verbetering van pensioenvoorzieningen."

Den Uyl wem dezelfde dag weer tot formateur be- noemd.

Jan Terlouw heeft er toen bij Den Uyl op aange- drongen dat het aantal nog te regelen beleids- punten zo~.ee l mogelijk zouden worden beperkt en dat de betrokken partijen er ook voor zouden waken om niet meer dan strikt nodig de te maken afspra- ken te detailleren. D'66 was nl. ongerust over een uitholling van de bevoegdheden van het parlement, die het gevolg zou zijn van zeer gedetailleerde afspraken tussen formateur en fraktievoorzitters.

Het financiëel-sociaal-economisch beleid voor de komende kabinetsperiode stond toen op de agenda.

Van Agt laat zich plotseling vergezellen door Peynenburg. Jan Terlouw vindt dat fraktievoorzit- ters in staat moeten zijn om zelf de onderhande- lingen te voeren, maar om geen onnodige achter- stand op te lopen ging Erwin Nypels toch met hem mee. Na urenlange vergaderingen werd over- eengekomen:

- een collectieve uitgavenbeperkinq van f 4 miljard en mogelijk later nog eens f 3 miljard;

-nauwelijks of geen belastingverhoging in 1978 en 1979 en daarna zo min mogelijk;

- alle CAO-inkomens de komende twee jaar op de nullijn;

- de aanklndiging van een wetsontwerp om andere inkomens vergelijkbaar te kunnen beheersen;

- incidentele loonstijging tot 1981 tot jaarlijks 0,75% beperken.

D'66 is akkoord gegaan met de plannen van de for- mateur met betrekking tot het sociaal-economisch beleid. Het is globaal, geeft ruimte om bij te sturen en er zijn structurele D'66-punten opgenomen.

O.a. de wet aanvullende pensioenen met voorrang voor mensen, die van baan veranderen; het ver- beteren van research, management ook als investe- ring te beschouwen; beter afstemmen van de arbeids- markt op de werkloosheid; de drukstijging van de . overheidsuitgaven zal niet meer mogen bedragen dan

~% per jaar.

Na bovengenoemd akkoord kwamen de meer immateriële zaken aan de orde, zoals abortus er één is.

De fraktievond dat er ten koste van alles, des- noods een crisis, een wet moet komen, daar de kloof tusseneen wet uit 1911 en de huidige prak- tijk te groot is.

(4)

De regeling van het abortusvraagstuk werd voor

0'66

gekenmerkt door de volgende hoofdelementen:

a. In de volgende kabinetsperiode dient een wette- lijke regeling ten aanzien van abortus provo- catus in het staatsblad te komen.

b. De inhoud van zo'n regeling moet berusten op het beginsel dat - met inachtneming van medi- sche zorgvuldigheid- uiteindelijk de beslis- sing door de vrouw wordt genomen.

0'66 wou de mogelijkheid van een reger1ngs1n1- tiatief niet geheel afsnijden, maar kon langdurig uitstel echter niet aanvaarden. Daarom zou binnen enkele weken na beëdiging van het nieuwe kabinet bekend gemaakt moeten worden of het al dan niet zelf een wetsontwerp ter zake indient.

De fraktie wilde zich tevens het recht voorbehou- den om, indien de regering tot indiening van een wetsontwerp modlt besluiten, zelf initiatieven te ontwikkelen of initiatieven uit de Kamer te steu- nen, als naar haar oordeel het indienen van een regeringswetsontwerp te veel tijd zou nemen.

De fraktie was verder van oordeel dat, als een wetsontwerp beide Kamers éénmaal is gepasseerd, dit dient te worden gecontrasigneerd, zelfs als de beslissing hiertoe tot een kabinetscrisis zou leiden. Het 'rompkabinet' zou, volgens de inter- pretatie van de fraktie, het contrasigne dan alsnog moeten verlenen.

U weet, hoe het afgelopen is. Veringa kan voorlo- pig niet gaan vissen, Van Agt kan gaan fietsen.

GEEN HANDJEKLAP

Naar ons uit brieven blijkt, ZlJn er hier en daar mensen, die denken dat er tussen D'66 en de PvdA gehandjeklapt wordt.

Dit is niet zo. De fraktie laat zich uitsluitend leiden door het D'66 program. Komen D'66 en PvdA bij sommige punten op dezelfde plaats uit, dan komt dat omdat op grond van ons eigen door het congres aanvaard programma wij nu eenmaal geen rechtse partij zijn.

+

Ernst Bakker fraktiemedewerker.

D'66/VARA

Volgens de statuten dient de VARA zich op te stel- len als een onafhankelijke niet-partijgebonden pro- gressieve omroeporganisatie.

Dit is in tegenspraak met de werkelijkheid: in de maanden voor de laatste verkiezingen werd het Neder- landse volk via radio en tv tot in den treure opge- roepen op de PvdA- lijst 2 - te stemmen; de kleinere progressieve partijen kwamen nauwelijks aan 't woord.

Hetzelfde geldt voor de VARA-gids.

Dit was alles gerichte PvdA-propaganda.

Hierover heerst binnen de VARA in PSP, PPR en D'66 kringen grote ontevredenheid. Een herhaling tijdens de verkiezingen in 1978 wensen wij te voorkomen.

Acties binnen de VARA-vereniging zijn tot op heden nutteloos gebleken. Daarom dienen wij onze krachten te bundelen. VARA-leden, die het hiermee eens zijn, tot welke partij zij ook behoren, worden verzocht hun instemming te betuigen. Stuur s.v.p. een brief- kaart aan de heer F.f•1. Dingemans, HobbemalaanlJ, Mu1derberg.

Vermeld Uw juiste naam en adres en VARA-lidmaat- schapsnummer (staat op het adresbandje van de VARA- gids) en verder het motto: voor actie binnen de VARA en Uw handtekening.

DOE HET VANDAAG NOG 4

M E D E D E L I N G E N

- Algemene Ledenvergadering -

DE EERSTVOLGENDE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE POLITIEKE PARTIJ DEMOCRATEN'66 - HET NAJAARSCONGRES - ZAL WORDEN GEHOUDEN OP ZATERDAG 19 NOVEMBER 1977 IN HET CONCERTGEBOUW DE VEREENIGING, KEIZER KARELPLEIN, NIJMEGEN. ZONODIG ZAL OP VRIJDAGAVOND 18 NOVEMBER EEN ZOGENAAMD VOORCONGRES WORDEN GEHOUDEN.

DE AGENDA EN NADERE GEGEVENS ZULLEN WORDEN GEPUBLI- CEERD IN DE EERSTVOLGENDE DEMOCRAAT, DIE OMSTREEKS 1 OKTOBER A.S. ZAL VERSCHIJNEN.

RESERVEER DEZE DATUM, WIJ REKENEN OP EEN GROTE

OPK0~1ST:

- Landelijk Sekretariaat -

In de vorige Democraat werd bericht, dat tot de meest urgente maatregelen de opbouw van een doel- matig funktionerend landelijk sekretariaat werd ge- rekend. Inmiddels hebben wij vier (part-time) mede- werkers aangesteld, die onder verantwoordelijkheid van de sekretaris-organisatie de sekretariaatstaken uitvoeren. Dit zijn: Jopie Haighton-de Voogt, Annemarie Hogeweg-Bevers, Harold Jankie en Kitty Warburg-van Rijn. Er is een onderlinge taakverdeling afgesproken, doch i.v.m. part-time aanwezigheid vindt ook onderlinge vervanging plaats.

Het sekretariaat blijft gevestigd:

Javastraat 6, Den Haag, tel. 070-467188 en 453271 en het is geopend van 08.30-17.30 uur. Op de avonden van de radio-uitzendingen blijft het open tot 20.00 uur.

Een dringend verzoek blijft gelden:

Alle korrespondentie voor het Hoofdbestuur richten aan dit adres.

-Lidmaatschapskaarten-

De financiële en organisatorische ledenadministratie is momenteel nagenoeg bijgewerkt. De snelle toename van het ledenbestand heeft ertoe geleid, dat de toe- zending van lidmaatschapskaarten heeft gestagneerd.

Wij zullen zorgen, dat al de leden, die vóór 1 augustus hun contributie betaalden uiterlijk in september hun lidmaatschapskaarten ontvangen.

- Adreswijzigingen -

Nog steeds ontvangen wij Democraten of andere leden- post onbestelbaar terug. Wij verzoeken daarom adres- wijzigingen of foutieve adresseringen zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden aan het sekretariaat.

- Ledenwerving -

De vakanties hebben tot gevolg gehad dat de nieuwe ledenstroom sterk is afgeremd, maar wij stijgen nog steeds. Op 29 augustus telden wij 7640 leden.

Laten wij de stroom weer harder op gang brengen.

In de volgende Democraat komen wij met plannen om de ledenwerving een nieuwe stimulans te geven.

Te we1n1g mensen weten wat er van D'66 te ver- wachten is. Loop er mee te koop! Ook vandaag kunt U leden werven.

D'66, Javastraat 6, Den Haag, tl .070-453271.

(5)

G A S T E N R U B R I E K

WIM KAN ZEI HET ONGEVEER ZO:

"P.P.R.-mensen treden pas op als zij afgetreden zijn."

Ik constateer - wellicht wat wrang - dat deze uitspraak ook op mijvan toepassing is. Dat ik desondanks gebruik maak van uw vriendelijk aanbod de gastpagina van het blad van de Redelijke Alternaïvelingen te vullen, spruit voort uit mijn opvatting dat de PPR heel wat te zeggen heeft. Als u begrijpt wat ik bedoel, om maar eens een tweede bekende Nederlander in te voeren.

Ons program bevat een aantal kernpunten, waarvan één de volstrekte gelijkwaardigheid van alle mensen is.

Niet verrassend en door iedereen beleden. Op de uit- werking komt het echter aan. Nog steeds bevolken in Nederland de kinderen uit de betere milieus (wat is dat eigenlijk?) de middelbare scholen en universitei- ten in overwegende mate. Daarentegen is de jeugdwerk- loosheid schrijnend. In maart 1977 nog 74.000 werk- lozen onder de 24 jaar. Van de WAO-"genietenden"

bezit 70% slechts L.O. en/of L.T.S., 30 tot 40%

heeft psychische klachten.

Ons huidige economische systeem, hoezeer ook door al- lerlei maatregelen de scherpe kanten wat weggenomen zijn, blijft naar twee kanten onrechtvaardig werken.

De kansen op werk zijn niet gelijk, maar bovendien worden de mensen met de lagere opleidingen eerder uitgestoten. Deze aangeduide samenhangende problemen, slechts een tipje van de sluier overigens, zijn door proLLievegoed in zijn boek "De levensloop van de mens", voortreffelijk samengevat: "Wie zoals de moderne westerse mensheid met vlijt en volharding de materie dient, aan hem zullen de materiële dingen toevallen in overmaat, ja in zo'n overmaat, dat hij er aan te gronde gaat." Met dit laatste zijn we al hard bezig. Alle sociale strukturen hebben een dimen- sievergroting in het sociale veld doorgemaakt en deze dimensievergroting voert tot psychische vereenzaming en vervreemding. Blauner heeft dit probleem voor- treffel ijk beschreven in de symptomen vervreer,ding- vereenzaming- zinloosheid-machteloosheid. Hij heeft daarbij vastgesteld dat deze nog het geringste zijn in ambachtelijke werkverhoudingen, die ook op kantoor kunnen plaatsvinden. Zij zijn het sterkst in ·de me- chanische arbeid van grote groepen mensen. Zij worden weer minder waar - zoals in de procesindustrie - kleine groepjes een duidelijk eigen verantwoordelijk- heid en een marge van vrijheid van handelen hebben."

Aldus prof. Lievegoed. Twee konklusies zijn te trek- ken. De kleinschaligheid bevestigt de betrokkenheid èn het verantwoordelijkheidsbesef van de individuele mens. Een eerste stap naar een samenleving op mense- lijke maat, waar de betrokkenheid van de mens in situaties, die hem in eerste instantie aangaan, niet alleen bevorderd, maar bovenal serieus genomen wordt.

Een politieke partij moet bereid zijn o.a. voor deze zaken in het centrum van de macht te vechten. Gezien de huidige politieke situatie in Nederland is het sluiten van kompromissen echter niet te voorkomen. De kiezers begrijpen dat. Toch vraag ik mij nu - aarzelend - af, waar D'66 staat. Ik denk hier met name aan de onder- handelingen over de kabinetsformatie, Memo II, punt 14.

Een zo sterke beklemtoning van de bevordering van technologische vernieuwingen in direkte relatie met een aktief export-bevorderend beleid, roept toch wel vele vragen op. Worden die technologische vernieu- wingen op deze wijze niet exclusief gereserveerd voor het stinkend rijke Nederland? Ten nadele van de Derde Wereld? Ik begrijp dat vanuit een oogpunt van zorg voor de werkgelegenheid deze zin is toegevoegd, maar hoe zit het dan met het eerlijk delen van werk, in relatie tot die Derde Wereld? En hoe staat het met de extra afhankelijkheid van de ekonomische situatie in de wereld door de uitvoering van een dergelijk be- leid?

Naar onze mening kan een demokratische economische

(wereld)orde, uitgaande van het recht op arbeid en in relatie daarmee het recht op inkomen en zeggenschap voor iedere burger in deze tijd van werkloosheid en economische onzekerheid slechts perspectief bieden.

In dit kader dient dan tevens een verantwoord milieu- beheer èn de Derde Wereldproblematiek betrokken te worden. M.a.w. onze verantwoordelijkheid eindigt niet bij onze grenzen.

"Trouw" van 22 augustus meldt dat naar het oordeel van Jan Terlouw het CDA ten opzichte van de VAD te snel door de knieën is gegaan voor de PvdA. De rol van 0'66 in deze fase van onderhandelingen blijft echter buiten de diskussie. Naar mijn mening loopt de club van de Jannen gevaar bedolven te worden onder het opgewonden verzet van betonwerker Dries en de hard- nekkigheid van lange afstandsloper Joop. Waar ligt de grens tussen het redelijke en het tot-ieder-kompromis- bereid-zijn? Dat is m.i. het dilemma van D'77.

Wijnand van. Hoogevest.

KIJK EN LUISTER

Radio- en T.V. -uitzendingen van DEMOCRATEN '66

Schema van door de demissionaire regering ter be- schikking van 0'66 gevorderde zendtijd.

Met ingang van 8 september a.s. zullen de radio- uitzendingen van 0'66 plaats vinden op DONDERDAG i.p.v. woensdag.

T E L E V I S I E

woensdag 21 september 1977 woensdag 30 november 1977 van 19.50 - 20 uur op Nederland 1 R A D I 0

donderdag 8 september 1977 donderdag 22 september 1977 donderdag 6 oktober 1977 donderdag 20 oktober 1977 donderdag 3 november 1977 donderdag 17 november 1977 donderdag 1 december 1977 donderdag 15 december 1977 donderdag 29 december 1977 van 18.19- 18.29 uur op Hilversum 2

Uw suggesties die bijdragen tot een verbetering van deze uitzendingen zien wij dolgraag tegemoet.

Sturen naar: Javastraat 6, Den Haag, t.a.v. Jan Veld-

huizen. 5

(6)

POLITIEK SCHOLINGS- EN VORmNGSINSTITUUT D '66 De ad hoc-werkgroep voor de oprichting van een Instituut voor Politieke Scholing en Vorming heeft de afgelopen weken niet stil gezeten. De vergevor- derde plannen zijn op 25 augustus jl. in het Hoofd- bestuur besproken en hebben tot de beslissing geleid op zeer korte termijn de Stichting Politiek Scholings- en Vormingsinstituut D'66 op te richten. Momenteel wordt een voorlopig bestuur geformeerd, zodat medio september a.s. de stichtingsakte kan worden vastge- steld en het PSVI nog dit najaar de eerste (gesubsi- dieerde} aktiviteiten kan ontplooien.

In de concept-statuten van het PSVI zijn gedetail- leerde bepalingen opgenomen over de taak, doelstel- ling, bestuur, besluitvorming etc. die in grote mate overeenstemmen met de bepalingen van de Stichting Wetenschappelijk Bureau D'66. De binding met de Politieke Partij D'66 wordt gewaarborgd via de be- stuurssamenstelling. Dit zal bestaan uit negen leden, waarvan vijf rechtstreeks gekozen door de Algemene Ledenvergadering en vier door respectievelijk hoofd- bestuur, bestuur SWB en kamerfrakties benoemd uit hun midden. Enkele leden van de werkgroep, Hans Glaubitz en Herman Schaper, hebben een discussienota samengesteld, waaruit de volgende alinea's zijn over- genomen, die een duidelijk inzicht geven in de taak van het PSVI.

"De ~1inister van Binnenlandse Zaken heeft op 29 mei 1975 een subsidieregeling voor politiekevormings-en scho- lingsaktiviteiten afgekondigd. Deze regeling kan als uitgangspunt voor de op te richten stichting dienen.

Wat vorming en scholing inhouden wordt in het Ministe- riële Besluit niet omschreven. Slechts een aantal sub- sidiabele aktiviteiten wordt genoemd:

- het organiseren van vormingscursussen voor partij- leden en adspirantleden, voor het partijkader en voor (kandidaat)leden van vertegenwoordigende lichamen;

-het geven van voorlichting aan groepsgewijs werkende instellingen, zoals scholen en verenigingen;

- het opleiden van personen, die deze cursussen en voorlichtingsaktiviteiten kunnen voorbereiden en uitvoeren;

- het samenstellen en verspreiden van materiaal en documentatie dat voor deze cursussen en voorlich- ting nodig is.

Voor D'66 zou de alnemene doelstellin0 van de PSVI als volgt kunnen luiden:

" Het PolitiekScholings-en Vormingsinstituut van D'66 stelt zich primair tot taak het begeleiden van leden van D'66, die actief zijn, of dat willen wor- den, in de partijorganisatie of in een vertegen- woordigend orgaan, opdat zij in staat zijn in hun

politi~e situatie te funktioneren. Bij deze bege- leiding dient datgene, wat de Politieke Partij Democraten '66 in deze maatschappij nastreeft, leidraad te zijn."

Het is nog niet geheel duidelijk, hoe deze nieuwe stichting binnen D'66 zal gaan funktioneren. Ook wanneer die positie duidelijker zal zijn, moet het mogelijk zijn de activiteiten van het PSVI aan te passen aan en t~ richten op de behoeften van het moment.

In deze eerste periode zijn de prioriteiten evident:

het PSVI dient al zijn activiteiten te richten op de politieke vorming van de leden en het scholen van kader, hetgeen zich in eerste instantie zal richten op het trainen en begeleiden van (kandidaat}leden van D'66 in Gemeenteraden en Provinciale Staten.

Begeleiding van kandidaten voor de Tweede Kamer is momenteel niet actueel, maar dient t.z.t. door het PSVI verzorgd te worden.

Daarnaast zullen cursussen en bijeenkomsten georga- niseerd moeten worden over bepaalde politieke thema's die voor alle leden zullen moeten openstaan, om het gevaar van eenzijdige elitevorming tegen te gaan.

Te allen tijde moet het het PSVI voor ogen staan, dat met de geringe middelen die D'66 voor politieke vorming en scholing ten dienste staan, beperking nood- 6

+

zakelijk is. Beperking, zowel van het personeelsbe-

stand, als van de doelgroepen, waarop het

PSVI zijn activiteiten richt, als van de onderwerpen die be- handeld kunnen worden.

Vooral nu, in het begin, is het van het allergrootste belang, dat de nieuw te vormen stichting zijn terrein duidelijk afbakent, teneinde oneigenlijk gebruik van de subsidiegelden te voorkomen.

Het is van belang dat men zich bewust blijft van (en dat de leden duidelijk gemaakt wordt} het verschil tussen het Instituut en het Wetenschappelijk Bureau D'66. Het PSVI zal soms cursussen en bijeenkomsten organiseren over onderwerpen die tevens in de werk- groepen en de rapporten van de Wetenschappelijke Stichting besproken worden. Er is echter een wezen- lijk verschil in de aard van het werk. De Wetenschap- pelijke Stichting brengt personen samen, die op basis van hun kennis en inzicht in bepaalde onderwerpen over die onderwerpen rapporten schrijven, programma- voorstellen aandragen en de fracties en het HB advi- seren. De werkgroepen van de Wetenschappelijke Stich- ting zijn echter niet bedoeld om leden van D'66 die in bepaalde onderwerpen slechts geïnteresseerd zijn of wat meer willen weten van het standpunt Van de partij, over die onderwerpen de kans bieden voorge- licht te worden, of in min of meer vrijblijvende vorm, daarover te discussiëren. Voor deze leden zullen juist door het PSVI themacursussen en discussiedagen worden georganiseerd. Hierbij zullen de werkgroepen behulp- zaam kunnen zijn d.m.v. het overdragen van kennis en het opstellen van documentatiemateriaal. Nu de partij in zo korte tijd zoveel nieuwe leden heeft gekregen, zullen deze politieke vormingsactiviteiten van groot belang zijn." ·

De werkgroep en het voorlopig bestuur zullen zich de komende weken beraden over de bemanning en het activi- teitenplan van het PSVI en hierover overleg plegen met het Hoofdbestuur. Het ligt in de bedoeling in de vol- gende Democraat hierover nadere mededelingen te doen.

Frans K.L. Roqier Secretaris-Organisatie.

Van aktiebeginselen naar Beginselprogramma

D'66 is de enige politieke partij zonder Beginsel- programma. \'Jij moeten het doen met "aktiebeginselen", die deel 1 vormen van ons beleidsprogramma 1977-1981.

Het is van belang om dit te konstateren, omdat de afwezigheid van een beginselprogramma wordt bedis- kussieerd door de leden in allerlei partijorganen.

Hier en daar vraaqt men zich af of D'66 niet tot een beginselprogramma-moet komen.

Een en ander is aanleiding voor mij om drie vragen te stellen en min of meer te beantwoorden.

1. l~aarom heeft D '66 geen beg i nse 1 programma?

2. Is er behoefte aan een beginselprogramma voor D'66?

3. Hoe te komen tot een D'66-beginselprQÇramma?

Dat D'66 geen beginselprogramma heeft is eenvoudig te verklaren. Onze partij is opgericht als aktie- partij met duidelijk omschreven doeleinden op m.n.

het gebied van de staatsrechtelijke hervormingen.

Een aktiepartij, die het doel heeft geen "gewone"

politieke partij te worden, heeft geen beginselpro- gramma nodig. Zij verenigt mensen op haar doeleinden, niet op haar beginselen en als zij haar doeleinden haalt of daarbij faalt, houdt zij op te bestaan of formuleert nieuwe doeleinden. Misschien is dit wel een definitie van het aan D'66 toegeschreven 2rag- _matisme. "Zuivere pragmatiek" (als die bestaat) kent

noch erkent hogere beginselen, maar slechts doel- einden. Als de staatsrechtelijke hervormingen

(7)

(doel I) niet worden gehaald, moet je op straffe van

opheffing een nieuw doel formuleren en als er dan

ook geen progressieve volkspartij komt (doel II), begint het proces weer opnieuw. Tenminste, dat is uiteindelijk gebeurd, want doel III hleef lange tijd afwezig en daarmee leek de aktiepartij zijn eigen doodvonnis te tekenen.

Maar doel III is uiteindelijk wel gevonden en er blijkt een markt voor te zijn. Tegelijk is er in de aktiepartij iets vreemds geslopen. Na tien jaar par- lementair "aktie voeren" is er toch een politieke oartij ontstaan, die meer is dan een aktiepartij.

Een politieke partij met een maatschappijvisie (niet met een -beeld). D'66 behandelt haar maatschappij- visie voorzichtig en een beetje schrikachtig; zij wenst pragmatisch reëel, soepel en ondogmatisch te blijven, zij wil oplossingen zoeken en niet - zoals PvdA, CDA, VVD etc. - zelf een probleem zijn.

Daarom is het programma niet arrogant of zelfinge- nomen, maar scherp analytisch en kreatief. Daarom heeft D'66 zijn beginselen "aktiebeginselen" genoemd en zich daarmee wat tekort geda2n. 14ant doel III gaat niet over facetten van ons leven (zoals de doelen I en II), maar over een kompleet scala van maatschap- pelijke problemen.

Nu D'66 dan een echte politieke partij is geworden, zij het in haar doen en laten geen "ge1~one", is de behoefte aan een beginselprogramma toegenomen. Als men vraagt wat D'66 is, is het onvoldoende om te wijzen naar facetachtige doeleinden, want we pakken elk probleem aan dat zich vertoont op hinderlijke wijze. Die aanpak ademt een geest, die in tien jaar is ontwikkeld en is afgerond in het beleidsprogram- ma, een geest, die door Jan Terlouw tijdens de ver- kiezingstijd misschien nog juister "een manier van doen" werd genoemd.

Die manier van doen is ons handelsmerk waaraan we herkenbaar zijn. Die manier van doen is sterk en moet dus ook voor outsiders grijpbaar worden. Dit verklaart de vraag naar een beginselprogramma, dat leesbaar maakt wat D'66-ers bijeen brengt en wat mensen D'66-er maakt.

Als we zouden volstaan met verwijzen naar ons doen (kijk goed naar ons en je weet wie we zijn), maken we het onszelf en anderen erg moeilijk en daar moet je mee oppassen. Als je zelf niet zegt wie je ben~,

lijk je al vlug alleen maar een doener. Men kan z1ch dan afvragen wat je zult doen als je klaar bent met wat je nu-doet. Die vraag hoort men een aktiepartij te stellen en niet aan D'66, dat veel meer is.

Men mag van ons verwachten, dat wij zelf duidelijk maken wat ons leidt. In een beginselprogramma wordt dat helder en wordt van een partij getoond, wat stabiel in haar is als het dagelijkse werk zich wijzigt (hetgeen dynamisch gebeurt).

Ik hoop nu te hebben geantwoord op de eerste twee vragen. Wel op een ingewikkelde manier, maar ik denk,

! dat D'66 in dit opzicht ingewikkeld is. Mijn konklu- sie is, dat er een beginselprogramma moet komen, maar daarover moet nog wel wat worden opgemerkt.

Het feit dat andere grote partijen een probleem zijn (zie boven) ligt m.i. in de omstandigheid, dat hun beginselprogramma's dikwijls in de weg staan aan het vinden van goede oplossingen voor problemen. Zij zitten in een keurslijf, dat te weinig bewegings- ruimte geeft. Dat moet D'66 bij zichzelf coûte que

·coûte voorkomen en dat kan. Hiervoor vormen nl. de aktiebeginselen de basis en als wij hieruit onze ,beginselen halen (hetgeen relatief gemakkelijk zal

gaan) hebben wij een beginselenpakket, dat de prak- tijk zelf samen met gezond verstand ons heeft ge- leerd. Wat wij daarmee scheppen wordt afgezet tegen onze hogere beginselen, die berusten op humaniteit en verantwoordelijkheidsbesef. Wat daaruit volgt zal juister en stabieler zijn dan elk ander beginsel- programma en bovendien nimmer een goede oplossing verhinderen.

Hein van Oorschot

DE GEMEENTELIJKE EN PROVINCIALE PROGRAMMA'S In verband met de verkiezingen voor de provinciale sta- ten, op 29 maart 1978, en voor de gemeenteraden, op 31 mei 1978, dienen, voor zover D'66 hieraan meedoet, weer provinciale en gemeentelijke programma's geschreven te worden.

Er zullen zeker afdelingen en regio's zijn, voor wie dit een klein kunstje is. Anderen zijn in staat uren- lang met de handen in het haar te zitten zonder enig resultaat. Ondanks dat iedere afdeling en regio auto- noom is in het vaststellen van haar eigen programma, is het op zijn minst wenselijk dat in deze programma's geen tegenstrijdigheden staan met het landelijk be- leidsprogramma. Bovendien zijn grote overeenkomsten in zowel opzet als inhoud van de verschillende gemeen- telijke en provinciale programma's toe te juichen.

Het i~ derhalve gewenst dat op tijd een raamwerk voor gemeentelijke en provinciale programma's tot stand komt. Hiertoe heeft een ad hoc groep uit de "Werkgroep 7 september", onder auspiciën van de Stichting Weten- schappelijk Bureau D'66, het initiatief genomen om dit raamwerk te gaan maken.

Een eerste konsept voor de gemeentelijke programma's is reeds klaar en aan de leden van de Voorlopige Advies Raad verstrekt, zoals hun was beloofd.

De ad hoc groep hoopt binnen enkele weken de nodige reakties binnen te hebben, waaronder met name die van de werkgroepen van de Stichting Wetenschappelijk Bureau, voor zover hun vakgebied hier aan de orde komt.

Een eerste konsept voor de provinciale programma's staat op stapel en zal eveneens binnen enkele weken klaar zijn. Hier wordt dezelfde procedure gevolgd.

Zodra alle werkgroepen, het Hoofdbestuur en andere belanghebbenden hun mening hebben gegeven, worden de definitieve konsept raamwerk programma's vastgesteld, die aan de Algemene Ledenvergadering op 12 november a.s. ter goedkeuring worden voorgelegd.

Vermoedelijk eind september zijn de definitieve ver- sies van de beide raamwerk programma's klaar. Zij zullen vervolgens zo spoedig mogelijk verspreid wor- den, vooruitlopende op een goedkeuring door de ALV.

De afdelingen en regio's kunnen dan vast aan de slag, waarbij ze wel dienen te bedenken dat besluiten van de ALV veranderingen kunnen brengen in hun eigen programma. Het is dan ook aan te raden de definitieve vaststelling van de gemeentelijke en provinciale programma's, door de ledenvergadering van de afdeling c.q. regio, niet voor 12 november a.s. te laten plaats- vinden, maar zo kort als mogelijk hierna,

Een raamwerk dient beslist niet om klakkeloos door een afdeling of regio te worden overgenomen. In iedere gemeente en provincie speelt een aan die plaats gebonden eigen problematiek, die ruime aandacht in het programma verdient. Een raamwerk kan niet meer zijn dan een hulp voor de afdelingen en regio's bij de samenstelling van hun eigen programma. Een verstandige afdeling of regio is dan ook al lang begonnen met een inventarisatie van die punten, die belangrijk zijn voor het eigen programma.

Hiermee hoeft niet gewacht te worden tot het raam- werk is uitgekomen.

Korresryondentie over de inhoud van deze raamwerk- progra~ma's kunt u richten aan:

• •

Loebas H.M.C. Dosterbeek Madurastraat 19 hs, Amsterdam Tl f. 020-935609

Napoleon: "Een politicus is een koopman in verwachtingen."

Terlouw: "Het is niet te koop ... je kunt er wèl voor kiezen."

7

(8)

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN

Geldermalsen en Tiel bijten de spits af.

Op 31 mei 1978 gaan de Nederlandse kiezers weer uit- maken hoe het met hun voorkeuren voor D'66 en andere politieke partijen gesteld is.

Kunnen vrijwel alle afdelingen van D'66 hun voorbe- reidingen voor deze gemeenteraadsverkiezingen tref- fen in de wetenschap dat nog bijna 9 maandèn te gaan zijn, voor de jonge afdelingen Geldermalsen en Tiel ligt dit anders.

De nieuwe afdelingen -met vrijwel allemaal nieuwe leden - zijn net op poten gezet en men moet direct al in de versnelling vanwege een gemeentelijke her- indeling in de West-Betuwe. Vervroegde gemeenteraads- verkiezingen vinden plaats op 21 september a.s.

In Tiel en Geldermalsen neemt D'66 deel.

Wij citeren uit de verkiezingstoespraken van beide 1 ijsttrekkers:

KLAAS JANSEN (Geldermalsen):

" Niet alleen op landelijk niveau, maar vooral aan de basis moet het politieke bestel uit de verstar- ring gehaald worden; hier is voor D'66 een belang- rijke taak weggelegd bij de gemeenten. Met en door D'66 moeten wij uit de politieke impasse geraken.

Beweringen als "het is toch lood om oud ijzer welke partij men kiest" worden door ons gelogenstraft.

Alleen door werkelijke deelname van de inwoners aan het gemeentebeleid wordt de democratie weer levend.

D'66 strijdt voor het functioneren van de democratie en zoekt dîé oplossingen die in de gegeven situaties optimaal zijn.

De raadsfractie van D'66 zal op alle mogelijke wij- zen haar ideeën uitdragen, oplossingen voorstellen en initiatief tonen bij het zoeken van nieuwe moge- lijkheden ter bevordering van het persoonlijk en maatschappelijk welzijn."

8

HENK DRIJFHOUT (Tiel):

" Ik ben lid van D'66 omdat dat de enige partij in Nederland is die niet het systeem of dogma centraal stelt, maar de mens. Bovendien een partij van "Prac-

~ische_idealisten" die niet bij voorbaat zegt dat 1ets n1et kan omdat "het niet hoort" of omdat "het niet past" of omdat "het nog nooit zo gedaan is".

Ik ben lijstaanvoerder in Tiel omdat ik vind dat in Tiel jarenlang een té klein groepje mensen té

ve~l heef~ beslist zonder de burgers de mogelijk- held te b1eden mee te denken en mee te beslissen.

Met een enthousiaste achterban kan D'66 een "waak- hond funktie" binnen de Tielse raad vervullen. Het betekent dat de momenteel in de raad vertegenwoor- digde partijen het niet meer zo gemakkelijk krijgen

a~s afgelopen jaren. Dat ze hun eigen beleid kri- tlsch onder de loupe moeten nemen. En in dat op- zicht kan D'66 in de Tielse raad, ook als kleine partij een bijzondere rol spelen."

Zelfvertrouwen en enthousiasme genoeg!

Omdat het een gemeentelijke herindeling betreft wer- den de lijstnummers door loting toebedeeld:

D'66 Geldermalsen gaat met lijst 5 de barricaden op, Tiel doet dit met lijst 1 !!

Mede omdat deze verkiezingen als eerste landelijke graadmeter- van de politieke verhoudingen nà 25 mei - kunnen gaan fungeren is de uitslag zeer be- langrijk.

Uw medewerking wordt dan ook zeer op prijs gesteld.

Er zijn een groot aantal aktiviteiten vastgesteld, er moeten folders worden rondgebracht, kortom er is nog een heleboel te doen.

Bel met Al ie Hogendijk in Tiel, tel. 03440-8189 en met Barend Jonkers in Geldermalsen, tel .03455-

SUCCES TIEL Jan Veldhuizen

Publiciteitscoördinator

4266 SUCCES GELDERMALSEN

HansvanMie

(9)

HENK DRIJFHOUT, lijsttrekker in Tiel.

Hij is jeugdwerk-adviseur, 27 jaar, gehuwd en spe- ciaal geïnteresseerd in planologie, milieu, wel- zijnszorg en werkgelegenheid.

KLAAS JANSEN, lijsttrekker in Geldermalsen.

Uitgever van studie- en handboeken op medisch ge- bied, 31 jaar, gehuwd en heeft drie kinderen. In- teresse voor: planologie, huisvesting, verkeer en cultuur.

Democraten

gezocht.

·'

VERKIEZINGEN IN ROTTERDAM

Binnenkort - op 16 november a.s. - gaat een deel van de Rotterdamse bevolking opnieuw ter stembus. Ditmaal voor de verkiezing van één deelgemeenteraad (Prins Alexander) en twee wijkraden (Centrum-Noord en IJsselmonde).

Met het deelgemeentebestel heeft Rotterdam een stap ge- zet op het pad van participatie van de burgers bij het overheidsbeleid.

~~!_i~-~~!-~~~!g~~~~Q!~~~~!~!~

Om hierop een antwoord te geven citeer ik de nota "Uit- breiding bevoegdheden deelgemeenteraden" van het College van B&W aan de gemeenteraad, gedateerd 18 januari 1977.

"De eerste wijkraden zijn ontstaan uit een sinds 1945 gegroeid besef bij de stedelijke bestuurders- in gro- te mate geïnspireerd door de toenmalige burgemeester Oud - dat het bestuur van een grote gemeente, als onze stad, niet uit het gezicht moest geraken van de burger. M.a.w. de burger mag door de steeds groeiende afstand tussen hem en zijn bestuur niet geschaad wor- den in zijn belangen, de belangen van zijn woon- en leefomgeving, de wijk. Oe eerste wijkraden zijn daarom het eerst ingesteld voor die wijken welke voorheen nog zelfstandige gemeenten waren, met een geheel eigen karakter, dat in veel opzichten sterk afweek van dat van de stad Rotterdam. Dat eigen karakter (het behoud ervan) zou door die wijkraden kunnen worden gewaar- borgd. Deze wijkraden zouden daarom bevoegdheden moe- ten hebbenam de belangen van hun wijk dan ook zove~ ffi

zo ~Jed mogelijk te behartigen.

De toen vigerende wettelijke bepalingen lieten even- wel niet toe aan de wijkraden andere dan adviserende bevoegdheden te geven. Deze beperkte bevoegdheid heeft menige wijkraad belemmerd de hem toegewezen belangenbehartiging van de wijk naar behoren en naar de wensen van de bevolking uit te oefenen.

Deze beperking kon ook allerminst de participatie stimuleren van de wijkbevolking, haar betrokkenheid bij het over haar gevoerde bestuur. En deze partici- patie en betrokkenheid waren ook al naar de beleids- inzichten van toen noodzakelijk voor een verbetering van de relatie tussen bestuur en bestuurden, voor een bestuurlijke besluitvorming, welke steunt op democratische basis.

zie verder blz.lO.

Henk Drijfhout

9

(10)

Aan deze onbevredigende situatie kwam een einde in 1964 toen het, door een wijziging van de gemeentewet, mogelijk werd commissies in te stellen 'met het oog op de behartiging

van

belangen

van

een deel der ge- meente, hetwelk daarvoor hetzij door zijn ligging, hetzij door zijn karakter in aanmerking komt'.

Aan deze, territoriale, commissies konden niet alleen adviserede, maar ook bestuurlijke bevoegdheden worden toegekend.

Deze wetswijziging bood perspectieven voor de wijk- raden in onze stad om hun functioneren voor de be- volking zinvol en aantrekkelijk te maken.

Het toenmalige gemeentebestuur heeft de opening, welke de gemeentewetswijziging van 1964 gaf, gretig aange- grepen voor een uitbouwen van het wijkbestel dat uit- eindelijk, in 1972, leidde tot de invoering van het deelgemeentebestel, zoals wij .dit thans kennen. D.w:z.

de instellingen vandeelgemeenteraaen, waaraan die be- voegdheden worden toegekend, welke mogelijk en wense- lijk zijn om deze raden hun taak als belangenbeharti- gers van de hun toevertrouwde burgers naar behoren te doen verrichten.

Een en ander heeft bekrachtiging gevonden in de vast- stelling van de Verordening op de deelgemeenten, in uw vergadering van 28 juni 1972."

Tot zover raadstuk W.nr.200/48 dj., volgnr.41.

De wijkraden alsook de deelgemeenteraden zijn recht- streeks door de bevolking gekozen organen. Het dage- lijks bestuur- inclusief de voorzitter- wordt door en uit de raadsleden gekozen.

De bevoegdheden van een deelgemeenteraad zijn groter dan die van een wijkraad. Zoals uit bovenstaande blijkt vindt momenteel een discussie plaats om die bevoegdheden uit te breiden.

In vier wijken in Rotterdam functioneert momenteel een deelgemeenteraad, t.w. Charlois, Hoogvliet, Hoek van Holland en Prins-Alexander.

~~~!g~~~~Q!~-~riQ~:~!~~~Q9~r

Voor de tweede keer gaan de burgers uit de wijken 's-Graveland, Kralingseveer, Prinsenland, Het Lage Land en Ommoord, tesamen de deelgemeente Prins- Alexander vormend- het meest oostelijke deel van de stad - naar de stembus om hun deelgemeenteraad te kiezen.

In Prins-Alexander wonen momenteel ca 48.000 burgers.

De deelgemeenteraad telt 25 zetels, die nu als volgt zijn bezet: PvdA 8 zetels, CDA 7 zetels, VVD 6 zetels, SGP-GPV 2 zetels, PPR 1 zetel en IBD (Inspraak Bevol- king Deelgemeente) 1 zetel.

Het dagelijks bestuur wordt gevormd door vergenwaar- digers van het CDA (3) en de VVD (2, incl. de voor- zitter). De plaatselijke afdeling van D'66 heeft be- sloten dit keer aan de verkiezing deel te nemen.

Bij de Kamerverkiezing van 25 mei van dit jaar behaal- den wij in deze deelgemeente 2178 stemmen, ofwel 7,2%

van de uitgebrachte stemmen. Een goed resultaat, zeker in verhouding tot het behaalde binnen de gehele ge- meente Rotterdam. Ter plaatse wordt verwacht 2 zetels in de nieuwe deelgemeenteraad te behalen. Wanneer de uitslag van de kamerverkiezing van 25 mei jl. voor de deelgemeenteraad had gegolden, dan zou deze er als volgt gaan uitzien: PvdA 10 zetels, CDA 6 zetels, VVD 6 zetels, D'66 2 zetels en SGP-GPV 1 zetel.

~r~~g~~!~r

Na Tiel en Geldermalsen ZlJn nu ook in Rotterdam ver- kiezingen in aantocht. Deze worden - zoals gezegd - gehouden in Rotterdam voor de deelgemeente Prins- Alexander en voor de wijken Centrum-Noord en IJssel- monde. Onze leden ter plaatse rekenen op meer dan gewone belangstelling en medewerking van elders.

Zijn deze verkie~ngen niet een graadmeter voor de gevoelens van de bevolking t.o.v. D'66? Deze verkie- zingen zullen moeten bewijzen dat D'66 echt is her- rezen.

H.J.Groenbos.

10

SAMENWERKING BIJ DE STATEN- EN RAADSVERKIEZINGEN

IN 1978

(een advies

van

het HB)

Van vele kanten is het HB gevraagd: "Hoe denken jullie over het aangaan door D'66 van een samen- werkingsverband met andere partijen bij de ver- kiezingen die volgend voorjaar gehouden worden voor de Gemeenteraden en de Provinciale Staten, geef ons (leden, afdelingen, regio's) daar eens raad over." Een zeer begrijpelijke vraag, want de algehele .Politieke· situatie verschilt sterk vergeleken met vier jaar geleden. Dat verschil is al duidelijk gebleken uit de opstelling van D'66 bij de jongste Kamerverkiezingen. Onze partij heeft toen gekozen voor onafhankelijkheid, d.w.z. geen afspraken met andere partijen maken vóór de verkiezingen (maar tegelijk wel een voorkeur uitspreken voor samenwerking ná de ver- kiezingen). Het punt is nu of deze lijn moet worden doorgetrokken naar de gemeentelijke en provinciale politiek.

Het HB heeft gemeend aan de vele vragen tege- moet te moeten komen door een advies uit te brengen. Men dient dan echter het woord advies wel letterlijk op te vatten: het HB kan en wil de regio's en afdelingen ook op dit punt

niets dwingend voorschrijven.

Voorts ziet het HB een dui de 1 ijk verschil tussen de Staten en de Raadsverkiezingen.

~!~!~Q~~r~i~~iQ9~Q

Het HB beveelt de regio's met klem aan onafhan- kelijk deel te nemen aan de komende Statenverkie- zingen en dus geen samenwerkingsafspraken vooraf te maken. De overwegingen hiervoor zijn:

- sinds de kamerverkiezingen in mei van dit jaar hebben geen partij-politieke ontwikkelingen plaats gevonden die het wenselijk maken dat D'66 zijn huidige zelfstandige koers verlaat;

- door de rol van de Provinciale Staten bij het samenstellen van de Eerste Kamer krijgen de verkiezingen voor deze lichamen een extra gewicht, gezien vanuit de landelijke politiek; het is daar- om ook gewenst bij deze verkiezingen de landelijke politieke lijnen van D'66 te volgen.

~~~9~~~r~i~~iQ9~Q

~Pt HB vindt, dat de afdelingen in verregaande mate zelfstandig besluiten moeten nemen over de wijze van deelnemen aan de gemeenteraadsverkie- zingen, met name ook ten aanzien van (voortzetting van) samen~1erk i ng met andere oa rt ij en, ofwe 1 het samengaan in zelfstandige gemeentelijke groepe- ringen.

DaarbiJ geeft het HB het volgende in overweging:

a. Ook bij de besluitvorming voor de gemeente- raadsverkiezingen dient de landelijk-politieke lijn in het oog te worden gehouden - hetgeen betekent: voorkeur voor een zelfstandige op- stelling.

b. Indien D'66 op gemeentelijk niveau geen reële kans heeft op een eigen werkzame vertegenwoor- diging is samenwerking met andere partijen of binnen een zelfstandige gemeentelijke groe- pering die het D'66-programma geen geweld aandoet, te verkiezen.

c. Indien D'66 in een bepaalde gemeente wèl kans heeft op een eigen fraktie in de gemeenteraad, zou alles in het werk moeten worden gesteld om deze kans waar te maken.

Het HB heeft dit advies getoetst aan de mening van de Voorlopige Advies Raad (VAR) in de vergadering van 20 augustus jl. De VAR bleek met dit advies vrijwel unaniem te kunnen instemmen.

Jan ten Brink.

(11)

+ 0'66 EN DE EUROPESE VERKIEZINGEN

door

Laurens Jan Brinkhorst

Als alles goed gaat zullen in de loop van volgend jaar voor het eerst rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement worden gehouden. Daarmee zal dan eindelijk een, zeker in Nederland, lang gekoes- terde wens worden vervuld. Eindelijk, want men kan niet zeggen dat het houden van verkiezingen in 1978 van qrote besluitvaardigheid getuigt, als men be- denkt dat het EEG-verdrag van 1958 dit al in het vooruitzicht stelde. In acht van de negen lidstaten van de Gemeenschap zijn de goedkeuringsprocedures voor de nationale parlementen óf afgerond óf is afronding binnen afzienbare tijd te verwachten.

Alleen in het Verenigd Koninkrijk zijn nog veel barrières te overwinnen. Daar is een interne poli- tieke strijd aan de gang, met voorshands onzekere uitkomst. De huidige Britse regering mikt erop eind oktober een debat over deze kwestie in het Lager- huis te houden. Uiterlijk eind november moet duide- lijk zijn of de European Elections Bill het daar zal halen. Slechts collectieve druk van de overige lidstaten en verschillende politieke partijen zal ook in Engeland tot een positief besluit kunnen leiden.

Deze rechtstreekse verkiezingen zijn om verschil- lende redenen van groot belang.

In de eerste plaats bevestigen zij dat de Europese samenwerking essentieel is voor het interne en ex- terne beleid van alle Europese landen. Of het nu gaat om energie-, milieu-, ontwikkelings-, indus- trie- of algemeen economisch beleid, de Europese dimensie vormt een wezenlijk onderdeel van het nationale regeringsbeleid in al deze sectoren.

Voorts is een rechtstreeks gekozen Europees Parle- ment een eerste stap op de moeilijke weg van de democratisering van de Europese Gemeenschap. Te lang is door de Negen te veel in verborgenheid onderhandeld. Terecht is door velen constante kri- tiek uitgeoefend op het technocratische en bureau- cratische karakter van de Gemeenschap, waar Euro- pese ministers in lange nachtzittingen moeizaam compromissen tot stand brengen. Van een werkelijke parlementaire controle op de Europese besluitvor- ming is nog steeds geen sprake. Formeel veranderen de rec~tstreekse verkiezingen niets aan de bevoegd- heden van het Europees Parlement, maar het is dui- delijk dat direct verkozenen niet zullen aanvaarden dat zij alleen als ledepoppen zullen kunnen functio- neren.

Dit brengt mij op het derde argument voor de recht- streekse verkiezingen: voor het eerst krijgen parlementariërs een werkelijke legitimatie van hun gezag op Europese basis. Het Europees Parlement heeft tê lang in vrijblijvendheid geopereerd. Toe- nemend gezag moet gepaard gaan met grotere verant- woordelijkheid en af te leggen verantwoording. Zij zullen door de kiezers kunnen worden afgestraft wanneer hun houding als Europees parlementariër in- consequent is.

t1aar hiermee is het belang van de rechtstreekse ver- kiezingen nog niet volledig aangeduid. r-echtstreekse verkiezingen zullen noodzakelijkerwijs de Europese partijvorming bevorderen. Deze partijvorming op Euro- pese basis is ook voor de nationale politiek van groot belang. Voor D'66 doet zich daarbij een aantal belangrijke vragen voor.

De eerste vraag is of wij aan deze verkiezingen moe- ten meedoen of niet. Persoonlijk zou ik het ondenk- baar vinden als wij het om welke reden dan ook op dit punt zouden laten afweten. Daar is allereerst ons sterk geprofileerd Europees programma, dat met zoveel woorden zegt: "Een progressief binnenlands

beleid zoals 0'66 zich dat voorstelt is niet moge- lijk zonder de totstandkoming van een democratisch Europa". In ons programma hebben wij talloze voor- stellen verwerkt voor versterkin~ van de Europese integratie. Het zou buitengewoon inconsequent zijn indien wij aan de kant zouden blijven staan, wanneer het erom gaat op Europees niveau aan de uitwerking daarvan mede gestalte te geven. Verder heb ik de afgelopen jaren ervaren dat er een duidelijke ver- wantschap is met verschillende politieke partijen in het buitenland. Het zou jammer zijn als wij de kans zouden laten schieten om met hen in contact te treden, daar dit contact ideologisch en prac- tisch wederzijds bevruchtend zou kunnen werken.

Tenslotte zal een zelfstandig m~edoen van D'66 aan de Europese verkiezingen onze positie in het Neder- landse partijbestel sterker verankeren dan nu het qeval is. t1et deze laatste opmerking sluit ik tevens uit dat wij met êên of meer andere Nederlandse par- tijen een gezamenlijke lijst voor de Europese ver- kiezingen zouden vormen. De verwerping enige jaren terug door de PvdA en PPR van de Progressieve Volks- partij heeft zijn uitwerking op het Nederlandse krachtenveld niet gemist. Ik vind het theorie op dit moment ter gelegenheid van de Europese verkiezingen de wederopstanding van dit idee te bepleiten en zal het daarom ook niet doen!

Als men het ermee eens is dat D'66 zich niet kan permitteren bij deze verkiezingen thuis te blijven, maar dat het ook hier zijn eigen gezicht moet laten zien, dan doet zich een volgende vraag voor: hoe moeten D'66-leden zich in het Europees Parlement politiek profileren?

In beginsel zijn er drie mogelijkheden:

a. geheel zelfstandig optreden als "niet- ingeschrevenen";

b. vorming van een nieuwe fractie met êên of meer bij de thans bestaande fracties aangesloten partij en;

c. aansluiting bij êên van de bestaande fracties.

Ad a. Vanwege onze huidige nationale oolitieke ---positie zou dit wellicht de voorkeur verdienen,

maar ik vrees dat het vanuit Europees gezichts- punt niet erg effectief zou zijn. Om een "eigen fractie" te vormen zijn in het huidige EP ten minste 12 leden nodig. Dat getal zullen wij bii lange na niet halen. In een rechtstreeks ver- kozen EP met 410 leden zullen wij van de 25 Nederlandse afgevaardigden niet meer dan 2 kun- nen leveren. Zelfstandig opererend lopen zij gauw het gevaar als roependen in de woestijn verloren te gaan. In de practijk worden boven- dien fracties bij het EP sterk bevoordeeld bij de toekenning van lidmaatschappen van commis- sies, rapporteurschappen, spreektijden e.d.

Onze netto inbreng zou daarbij nauwelijks merk- baar zijn. Voorts zijn de enige "niet-inge- schrevenen" in het bestaande parlement de

"Rassemblement Wallon" (Belgische taalpartij), de "~1ovimento Sociale Italiana" (Italiaanse fascisten) en de "Scottish National Party" (die naar een zelfstandig Schotland streeft). Het lijkt mij dat wij in dit gezelschap niet zo goed thuishoren!

Ad b. Op termijn moet deze gedachte niet worden uit··

gesloten, maar voor de eerste keer dat er Eurr- pese verkiezingen worden gehouden zie ik hier weinig brood in. Partijen die bij een bestaand~

fractie zijn aangesloten zullen zeker eerst de kat uit de boom willen kijken voordat zij met nieuwkomers, die wij tenslotte zullen zijn, in zee willen gaan. Ook hier geldt weer dat wij,o~

basis van de bestaande regeling dat pas mini- maal 12 leden een fractie kunnen vormen (waar- schijnlijk zal dat in het van 198 nu tot 410 uitgebreide parlement nog groter zijn), weinig kans maken dit getal te halen. Alleen de Ierse Fianna Fail (huidige regeringspartij) voelt zich niet erg gelukkig met de bestaande aan- sluiting bij de Europese Gaullisten. Ook deze

11

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ALV wordt geleid door een oneven aantal voorzitters. die door het hoofdbestuur zijn aangewezen u1t de leden die geen zitt1ng bebben in het hoofdbestuur en de

&#34;dubbele toets&#34; wordt ons in- ziens gerechtvaardigd door het feit dat op zijn gunstigst alleen de ter ALV aanwezige leden de inhoud van een actuele politieke motie

Aan de andere kant wordt vooral D'66 onophou- delijk door de mangel gehaald om het electoraat bij ons weg te trekken: De VVD hield niet op te benadrukken dat wij

\\eldourdaehtc hesluitvorming en een pragrnatisehc benadering van de proble- men. Samenwerking met anderen om een par- lementaire m~crdcrheid voor onze stand- punten

Er moet een goede kompeten- tie-regeling komen, waarbij wordt vastgesteld welk partij-orgaan be- voegd is tot.het nemen van een be- slissing omtrent deelna'lle van

gebied van de bewustwordingsproces- sen met betrekking tot de milieu- en grondstoffenproblematiek, dient in haar publicatiemiddelen gebruik te maken van recycled

ven. Een maatregel zou kunnen zijn dat de onvrijwillig werkloze de vrijheid krijgt vrijwilligerswerk t.e verrichten ook gedurende de zogenaamde werk- tijd. Daar zijn

·partij. haar recht van bestaan meent te kunnen ontlenen. Dat recht heeft ze wat mij betreft toch wel veroverd, ook zonder dit sóort ideologische kunstgrepen. Het