%aterdag 1 November 1952 - No. 23 I
VRIJHEID EN
DEMOCIATIE
De Vicieuze Cirkel<Zie pag. 3)
WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJH:EID EN DEMOCRATIE -
Behartigenswaardige · uit· ons
woorden van bedrijfsleven
· De dagbladen hebben reeds op -zeer uit~
voerige wijze melding gemaakt van het~
geen gesproken is op het, ten dele ook door Prins Bernhard bijgewoopde, twee~daagsl!
congres van het Verbond van Nederlandse Werkgevers, dat vorige week te 's~Graven-
hage is gehouden. Maar wij nienen, dat er ook voor ons weekblad nog aanleiding is om daarop terug te komen. Voormannen van onze industrie immers hebben daar woorden gesprok~n. die, naa!" wij hopen, door het Ne-- derlandse volk goed zijn verstaan en die ook voor het nieuwe kabinet van veel waarde zijn.
Wat daar in het bijzonder dooi de voor-- zitter van het verbond, de heer Twijnstra, en door de andere sprekers is gezegd, getuigt in de eerste plaats van een verheugende rea-- listische instelling ten aanzien van de grote problemen van de dag, tevens van een gees~
tesgesteldheid, die zich niet afkeert van nieu~
we ontwikkelingen. Wanneer wij ons herin-- neren wat de heer Twijnstra sprak ove_r het vraagstuk der publiekrechtelijke bedrijfsorga- nisatie bijvoorbeeld, dan kunnen wij slechts zeggen dat zijn standpunt van bezonken wijs~
heid getuigt. En moge ook de kreet van hem en ir Otten om de ondernemers de kans te .geven worden verstaan ! .
. Betekenis had het congres ni~t alleen door wat er van de zijde der ondernemers is ge- sproken. Een bijzonder cachet gaf ook de rede van de nieuwe minister van economische zaken, prof. Zijlstra, aan het geheel. Daar-- naast getuigde de aanwezigheid van zeer vele autoriteiten van de belangstelling in officiële kringen. Toen de heer Twijnstra het congres opende kon hij ook enkele ministers en ver•
scheidene Kamerleden welkom heten. Van onze partij zagen wij de heren prof. mr A. N.
Molenaar, drs H. A. Korthals en R. Zege·
ring Hadders.
Overheidsinvloed.
Het is onmogelijk in kort bestek saam te_ vat- ten wat er gesproken is. Wij willen daarom een greep doen. Mogen wij dan eerst een enkel woord zeggen over het onderwerp:
overheidsinvloed. In zijn grote rede wees de heer Twijnstra al op de toenemende óver- . heidsinvloed, die wij in de loop der jaren heb- ben moeten waarnemen. "Op zichzelf". aldus
· de heer Twijnstra, "is evenwel die invloed geenszins nieuw". En hij ging dan voort met een passage, die in een liberaal weekblad aan~
haling verdient. Hij zeide namelijk:
.,Afwijzing van staatsinvloed wordt ge- meenlijk als een speciaalliberale geestes~;.
gesteldheid gezien. Dit moge in zeke.re . zin niet onjuist zijn, maar dat neemt met_
weg, dat de grote liberale voorgánger Thorbecke, al meer dan honderd jaar ge-- leden het gezag, dat de Overheid zich toekende om in te grijpen in de indivi-- duele sfeer, aanvaardde en·als grondslag aannam van zijn staatsidee en van het staatsburgerschap dat hij voorstond.
Merkwaardig is in dit verband ook een uitlating van dezelfde staatsm'án in de 2e Kamer, in een debat met een afge--
vaardigde, die in een bepaald geval overheidsinmenging afwees en die vati Thorbecke op zijn typische t7Janier te ho-- ren kreeg: .. Mijnheçr de Voorzitter, ik zie aan de ene zijde het algemeen belang, den staat, de maatschappij; aan de an~
dere zijde den geachten spreker. Indien ik nu kiezen moet ~ hoe waard .mij het gezelschap van den spreker ook zij ,.. ik voeg mij aan deze zijde bij de staat, bij de maatschappij, bij het algemeen be~
lang".
Voorwaar, de heer Twijnstra, gaf hier een nuttige les aan hen, die het 19e eeuwse libe~
ralisme zo gaarne als het stelsel · van het
"laissez faire" afschilderen.
Zag de hee1: Twijnstra dus wel degelijk een taak voor de overheid, anderzijds vroeg hij zo ruim mogelijk baan voor het particu- liere initiatief.
Daarover kwam .óP de tweede dag v.an het congres ook ir P. F. S. Otten, de vóorzitter van hét Presidium van. de Raad van Bestuur der N.V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven te spreken. Deze wees op de ge- weldige exporttaak, die ons volk thans en in de toekomst heeft en hij wees daarbij op het gezamenlijke doel van overheid en onderne-- mers, nl.: "de opbouw van een exportindus~
trie, die gericht is op continuïteit". En nu had de heer Otten veel waardering voor de vele pogingen, die na de oorlog van overheids- wege zijn gedaan om het economisch herstel te bevorderen, maar hij maakte er bezwaar tegen, dat allerlei maatregelen, die aanvanke- lijk noodzakelijk waren, worden voortgezet nu die noodzaak is verdwenen. Daardoor kan nauwelijks meer worden gesproken van de
"zo nodige ruimte voor ontplooiing der in-- dustrie" en de "stimulering van de pioniers·
geest".
Ir Otten w.ees er in dit verband op, dat de exporttaak niet alleen moet worden verricht door de grote ondernemingen, maar de kleine en middelgrote bedrijven moeten daar ook aan mee doen. En deze bedrijven ondervin~
den. onder de huidige omstandigheden juist.
grote moeilijkheden._ De heer Otten wees op de ·vele formaliteiten en bepaling-en waar-- aan een ondernemer-exporteur moet voldoen.
Hij wees ook op alle risico's, die aan export zijn verbonden. Maar hij bracht ook onze Regering een paar andere belangrijke zaken onder het oog.
Het finaneiële beleid der overheid
D e heer Otten wees dan op de noodzaak van het investeren van kapitaal ter be--
·vordering van een voornamelijk op de export gerichte industrialisatie. "Wij weten", aldus zei hij letterlijk, "dat het aanbod van· risico-- dragend kapitáal als gevolg van diverse om- standigheden beperkt is, niet het minst door het gevoerde belastingbeleid, de inkomens- nivellering en de dividend-stop" ..
En dan bracht de spreker nog ter sprake de onvoldoende mogelijkheid tot interne fi,..
nanciering als gevolg van het gevoerde be-- lastingbeleid.
voormannen
.. Hoe kan men, aldus ir Otten, uit de ge~
maakte winsten zijn bedrijf tJerstevigen en uitbreiden, wanneer de fiscus een zó groot part. van de winst opeist als thans het geval is? Het wordt nu toch werke-- lijk tijd. dat de fiscus zich eindelijk gaat baseren op gezonde bedrijfs~economische beginsel~n voor de waardering van de activa . en niet langer via het afromen van schijnwinsten de bedrijven uitholt.
Immers, door deze handelwijze van de fiscus dreigt een belangrijke bron tot fi ..
.nanciering van de uitbreiding van be·
staande bedrijven op te drogen, waar·
mede een resultaat wordt bereikt, dat ge•
·heel tegengesteld is aan het nationale be·
lang, dat juist gebaat is bij een gezondt groei van de industrie".
Een andere inleider op het congres, dr J.
C. Hooykaas, directeur van de N.V. Fijn Mechanische Industrie Beek er' s Sons te Brumnien, heeft ten aanzien van de belasting-- politiek ook een waarschuwend woord doen horen. Deze spreker had tot taak in het bij~
zonder de positie van de middelgrote en de kleine industrie uiteen te zetten. Hij wees et op, dat Nederland voornamelijk groot is ge- worden omdat ons volk een spaarzaam volk is. "Bijna alle ondernemingen in Nederland zijn klein begonnen. Door interne besparin- gen zijn zij gegroeid, door interne besparin•
gen hebben zij reserves gekweekt. Aan moei·
lijke tijden heeft men het hoofd kunnen bie-- den, dank zij financiering met eigen midde·
len". Als wij dan zien, hoe ondanks die be·
sparingen er harde klappen gevallen zijn in crisisjaren, hoe op hechte fundamenten ge- grondveste ondernemingen in die crisisjaren hebben staan schudden en hoe vele op hun kapitaal hebben moeten afschrijven. dan moel thans met klem op de consequenties van onze belastingpolitiek worden gewezen. En zeer terecht waarschuwde dr Hooykaas alçlus:
"Als er een terugslag komt - en wij moeten voldoende realisten zijn om deze mogelijk- heid onder. ogen te zien - waarop kan onze industrie dan terugvallen als er geen of on- voldoende -besparingen hebben plaats gevon ..
den?" En· hij gaf zelf het antwoord: .. Dan zouden bij het schudden van de fundamenten vele gebouwen wel eens in elkaar kunnen vallen. Dat is niet het belang van de onder- nemer, noch is dat het belang van de arbei- der. Want al hebben wij een nog zo mooie werkloosheidsverzekering, Nederland is er meer bij gebaat dat er gewerkt wordt" .
Belastingverlaging eis van sociale politiek~
Met deze laatste opmerking heeft dr Hooy•
kaas de spijker op de kop geraakt. In de propaganda wordt het gaarne zo voorge-- steld alsof zij die belasting~verlaging voor-- staan dat doen uit motieven van grof eigen-- belpng, De kern der zaak is echter dat be- lastingverlaging nodig is om de bedrijven sterker te maken en om ze gelegenheid te geven zich te ontplooien en .daardoor werk ..
(vervolg op pag. 6).
VBUBEJD EN DEMOCRATIE 1 NOVEMBER 1952 - PAG. Z
* it•e'n *
PROF. MOLENAAR HIELD STAND EN KREEG GELIJK
Over•icht V(JR de samenstelling der vaste commissies
· · in de Tweede en Eerste Kamer
Oaze Jer.ers zunen zlela wellicht -aOI-he~ren, dat het Jaà.tste contact, - lillidster ~ .-et \le ~ Kamer -t-4, .,e...._ plelzierir VOOl'
bean eladlpe c1QCU' een ~~vepcllll met ~Qe geesb'envant prof. ~
lenaar, waarbU de bewiftd!linan. dèla !a. een l'Aler vlmalg debat .weer . uitent hardnekklg toonde, maar waarbij de Kamermeerderheld zich aan de kant van de heer Molenaar schaarde. '
Lieftinck gezegd, dat
h..
JlaUWelijks Q.ent'Paar wa,s, c;lat ill de k~gen vau,~ D)olest~~J3lij9Jl ~ezwaren
kgen het wet~ntwti'p -zougen b4J,.
staan. Intussen, .zo kon onze woord- voerder thans vaststellen, is dat
"nauwelijks denkbare" toch geschied, want 4e o&dervlt~Bl'ftttP "Qr14eflit?&e
Molestve~kering" heeft, nadat het wetson_ twerp aange-houden was, aan èe leden Yf!n de ~mer twee adressen doen toekomen, n·.I. op 4 J'uli en op 16 September .
Dit conflict onts~ 111 .het ..,. M or4e •~ v.-weC,ontwerp nr . . . tot W\fzlglng van de Wet op de Materifle Oorlogssc~. Prof. Mole~r
bad als bijlage van het voorlopig venlag over dit we~erp een _...
zonderlQke nota ingetllend met betrekldng tot de kwestie van de al dan
. a•ef; IJevrijde• werkinr; v~ rij~s~en voor de mole_sf;qnderlinJen. lP- ~ze ~tukken wordt zeer dicw in·
~egaan op de materie, in het wetiOnt•
werp behand~l.<l. Voorts bet:eikte _de Kamer een uitvoerige nota vaiJ. de A,dvies- en Bemiddelingscentrale VO()r Oorlogsslachtoffers, gedateerd 1"1 J'uU.
En tenslotte ontvingen de ~merle•
den, ongedat..:lerd, een zeer gedOc\l•
meQteerde. nota van de Federatie van Stichtingen_ voQr Oorlogsgetroffenen.
Uit die Jle)ta ~k, . . t o~ JOO&t'V~Iànt tegen de inhoud van dit wets- ontwerp en met ~e teJeD W! ~tiè van artikel &S, grote bezwareJt _ had en, dat bU hd feit, ~t de b~en ex artikel '7%, lid 5, niet bevrijdend
weJ:ken, o~nva,erdb~r ~~t~htte.
PROF. MOLENAAR .... voet bij stuk . ...
Zoals wij destijds reeds schreven (Flitsen 1951/52, blz. 77/78), betrof het een uitermate ingewikkel·
de materie, welke niet alleen tot een zeer uitvoerig debat naar aanleiding van de nota van prof. Molenaar aan- leiding zou hebben gegeven, maar waarover, zoals deze onder bijval van verschillende. zijden in de Kamer be·
toogde, ook de belanghebbenden zich, gezien allerlei nieuwe gezichtspunten en ontwikkelingen, nog niet voldoen- de badden kunnen uiten.
Dit laatste bleek ook wel uit ver- lichi.Uende brieven en aqJ,'essen, '!Welke zelfs diezelfde dag nog waren _binnen·
gekomen. O.a. had prof. Molenaar de avond tevoren nog een bJ,'ief ontvan- gen van de Stichting voor de Land·
bouw, waarin belangrijke opmerkin- gen met betrekking tot dit ontwerp werden gemaakt.
En zo kwam dan prof. Molenaar, onder heftig verzet van minister Lief- tinck, die het ontwerp er wilde door- jagen, met een motie van orde, waar- in de Kamer als haar oordeel uit- sprak, dat de leden onvoldoende tijd hadden gehad om dit wetsontwerp en P.en daarmede samenhangend ontwerp
<Financiering Wederopbouw Publiek- rechtelijke Lichamen) te bestuderen en dat deskund~gen en belanghebben- den nauwelijks gelegenheid hadden gehad om zich daarover te uiten, op grond waarvan de Kamer besloot ge- noemde wetsont~rpen (voorlopig) van dé agenda af te voeren.
Dit ordevoorstel werd toen aange- nomen met 20 tegen 15 stemmen, zo-
dat bet inderd~d werd afgevoerd.
Minister Lieftinck, die tijdens de stemming hierover reeds dEmonstra- tief :rijn papieren bij~pqte, verUet, kenpelijk ontstemd, voor de laat8te maal als minister de zaal; , ••
$ • •
8 oe overdreven en onjui.st ~
houding van de minister was, kan men thans bevestigd vinden in het eerste vervolg, dat deze zaak in
de vergadering van de vorige week Dinsdag in bedoelde Kamer heeft ge·
vonden.
. In die vergadering kwam aan de orde · een voorstel van prof. Molenaar en ir Kraaijvanger <K.V.P.) - die in deze kwestie zich voortdurend achter de heer Molenaar heeft geschaard -- om het· antwoord van de toenmalige minister van Financiën ad interim (dr _ Drees) op de na het vermelde conflict in de Eerste Kamer over deze materie gestelde schriftelijke vragen van beide afgevaardigden, zomede de toegezonden adressen, betrekldng heb- bende op het ontwerp tot wijziging van de Wet op de Materiële Oorlogs- schaden, te stellen in handen van de desbetreffende commissie van rappor- teurs, met v~ek daarover - desge- wei)St na raadpleging van de- afdelil):.;
gen - aan de Kamer te rapporteren.
Bij de mondelinge toelichting op dit voorstel, waartoe prof. Molenaar in de vergadering van Dinsdag de gele- genheid. kreeg, herinnerde hij de Ka- mer aan het feit, dat,:tij op 24 Juni op zijn voorstel had besloten, het wets- ontwerp tot wijziging van de Wet op de Materiële Oor}ogsschaden van de agenda af te voeren.
Bij die gelegenheid heeft minister
In beide laatste stukken worden tal van nova behandeld omtr~nt 011der·
werpen, die teng~volge van d_e_ in J\lni betrachte spoed niet in de afqelinge11 ter sprake waren gekomen,
. .
..V oorts memo.reerde pro!. Mole- naar, dat minister Lieftinck on- middellijk na de aanhouding vîm het ontwerp in- deze Kamer uitvoering had gegeven aan het bepaalde in ar- tikel 72, lid 11, volgens hetwelk de minister regelen kan stellen, waarin wordt bepaald, dat ' de aanvullende l;rljdrage, bedoeld ·in lid 5, niet wordt verleerilt 'áan: btîlàûsti~bbenden, die de herbouw, de heraanschaffing Qf het herstel van bedrijfspanden en be- drij:fsuitrusting, als bedoeld zijn in lid 5, gezien de winstuitkeringen of re•
serveringen redelijkerwijze zelf heb·
ben kunnen financieren, en waal'van destijds het ontwerp aan de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp was toegevoegd. Nu had, zo merkte de heer Molenaar op, dat ontwerp in de- ze Kamer nogal wat verzet gevonden,
DEZE BURGER
zi~ nu CfChter een hoog raam, dat uitzicht biedt· op een ruim en sttl pletn met een hoog en roerloos standbeeld en allemaal netjes geparkeerde auto's erom heen.
Er staan oude bomen rondom het plein. De natte straat ligt vol .dode bladeren en een felle herfstwind waait de laatste rood.
brutne bladeren van de bomen. De takken zijn bijna helemaal naakt en kaal. De winter is er bijna.
:/Cn telkern; komen nieuwe autootjes aangereden, waar he1·en met !J-Cte-tasse!" uitstappen, die de portieren hard dichtklappen en z~ch haasttg ergens naar toe begeven, waar, blijkens hun
h~udmg, hun aanwezigheid een kwestie van leven of dood zal
Z\1n.
En telkens komen heren met acte-tassen ergens vandaan. Zij gaan naar· de wachtende autootjes. Zij praten druk en nadruk- kelijk. Het is aan hun gezichten te zien, dat zij een werkje hebben opgeknapt dat er mocht wezen: een kwestie van leven of dood. Zij klappen de portieren hard achter zich dicht. Dan 1'ij4en zij weg.
En de bladeren worden van de bomen gewaaid.
En de bomen zijn a' bijna helemaal naakt.
Maar deze burger is een blijmoedig makkertje: hij denkt aan de dag dat hij het eerste prille groen aan de bomen van het plein zal zien komen en dat dan de lente weer komt en dat het altijd zo door gaat en dat dit een banale gedachte is, die alle burgers altijd weer denken alle late seizoenen, met de natte bl-aderen tegen de randen van de trottoirs.
Dat er altijd maar auto's zullen komen."
En altijd maar auto's zullen wegrijden.
Allemaal heren met acte-ta$sen die komen ~n g~n. komen en gaan, voor allemaal belangrijke besprekingen: kwesties van leven of dood.
Dat al die mannetjes van de takken van de boom des l4veng lullen worden geblazen en d4t er al-maar nieuwe mannetjes aan de takken van de boom des levens zullen komen, héél pn1le, lente-achtige mannet;es, met zulke prille, kleine acte-tasjes onder hun a1'm.
Over honderd jaar zijn àlle heren·met-aciefauen van vandaag wèg en lopen er toch allemaal heren met actetasaen van het
plein Mar de aangelegenheden van leven of dood.
.rn wat dit nu met d i t weekblad te maken heeft?
~iet U: dit plein ligt vlàk bij het Binnenhof . ...
De herfsttoind blaast de dode bleiren tegen het vengter van DEZE BURGER
zoals ook gebleken is uit enige vra-
,:en. door qe heer KrqijvaPger en
~msesteld.
'~' mede in v~bMJ.d Jnet het .telt, dat beide genoemde afgevaai'digden de beantwoording v_an deze vragen, zacht gezegd, niet zeer bevredigend P&!idçl\ gevOil(len, stelden zij thans voor, zowel de öp de vragen van de heer Kraaijvanger en hem verstrekte antwoorden als de eerstgenoemde stukken te stellen in handen van de commi$sie van rapporteurs, teneinde daarover aan de Kamer te rapporte·
a-en.
Prot. Mqlemtal' voqd ~ertoe mede aanleiding in het teit, dat de voor<·
ter, mr Jonkman, hem op 23 Septem- ber had medegedeeld, dat cie nieuwe mini»tQr :van Financ:iën, de heer Van de Kiç:tt, oP spoedige voortzetting Vlln de beha~deling van dit wetsontwerp geen prijs stelde (men vergelijke dit met het standpunt van zijn voorgan·
ger!), Onze woordvoerder was vlln mening, dat de tu,ssentijd n\1 goed kon worden gebruikt om zich, van de zij- de der Kamer, opnieuw op de materie te bezinnen.
Die materie is nu eenmaal zeer in- gewikkeld en de voorstellers waren - terecht - van mening, dat de zaak,
PROF. LIEFTINCK
•.•. kennelijk ontstemd. , , • waarover het gaat, beter sediend wordt met een schriftelijke behande·
ling dan dat te zijner tijd, gedeeltelijk onvoorbereid, een mondelinge ge- dachtenwisseling plaats vindt.
Het voorstel-Molenaar~Kraaijvanger
werd daarna zonder hoofdelijke stem·
ming aanvaard.
• • *
Het kan waarschijnlijk velen v(ln nut zijn te weten, welk lid Vlln onze V.V.D.-fracties in Tweede en Eet:ste KaJlier in een bepaalde va~te
commissie zitting heeft.
Artikel 55 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer onder- scheidt de "vaste commissies", welke de Kamer l!:an instellen, in twee groe- pen: a. voor het onderzoek van tot zekere groep van onderwerpen beho·
rende wetsontwerpen; b, voor overleg
·met de Regering omtrent vraagstuk·
ken en maatregelen, betrekking heb·
bende op zekere groep van onderwer- pen.
In de vorige zittingen WilS besloU~n,
alle Vlij!te cotnmiB$ies te ra~pchikken
onder b, omdat zulke commissies, in·
dien zijzelf, hetzij de ministers daar·
aan behoefte mochten gevoelen, in de gelegenheid zijn, in overleg met de Regering te treden.
Voor de zitting 1952/53 is in een van de eerste vergaderingen van de Tweede Kamer een gelijk besluit ge- nomen en zijn de volgende vaste commissies ingesteld, waarin voor de V.V.D. als lid (of plaatsvervangend lid) zitting hebben:
1. voor de kandelaPOUtiek - drs Korthals <plv. mr Van I-eeuwen;
Z. voor privaat- en strafrecht- prof.
Oud (plv. mr Van Leeuwen);
3. voor de 'belas1ln••n - de heer Ritmeester (plv. mr Van Leeu- wen);
4. voor wederopbeuw en volklhuia- veetm« - mr Van Leeuwen (plv.
de beer Cornelissen);
{Vervolg op pag. 3).
•
.um
WEEK tot WEEK
Wat zal de K. V.P. doen?
(1)
() nder de opschriften: ,,Haarlemse bondsvoor- zitter klaagt", "Middenstand in zorgen door financieel regeringsbeleid" en "Hoop gèvestigd op KVP-fràctie", gaf de Volkskrant kort .geleden 'n verslag van een rede gehouden door de heer F. C.
de Hosson, voorzitter van de Hàarle:lnse diocesane Katholieke Middenstandsbohd, gehouden voor aé
afgevaardigden van de centrale raadsvergadering in het Groothandelsgebouw te Rotterdam,
De heer de Hosson zeide o.ni.: "Het financiële beleid der regering· heeft voor de middenstand een onmogelijke en uiterst zorgelijke toestand gèscha-
l>~n. De ;credieten, best~~d v.~or de miM~.ru,;tat:td
ilJn wellSWàar gel:llakkellJ"ker. bereikbaar gewor, dén, maar de uitwerking daarvan is lnm.iddeiS:
weer gestuit door dè versnelde invol-d.erftig der be- lastingen, de invoering van de werltloosheidspre- 'tnie, het belasten van. schijnwinsten en de daarbij .koménde daling der koopkracht".
Tevens ondèrWierp spr. de Mill~oenennota aan
erh~igè critiek. Het gedeeltelijk ·dekken van het tekort op de Buitengewone Dienst der Rijksbegro- ling inet een overschot van de Gewone Dienst, legt, aldus spr., weer een last te meer op het bedrijfs- . leven.
Rechtvaardiger achtte de heer de Hosson het, de gebruikelijke manier van dekken door middel van leningen te volgen.
Vorig jaar, zo zeide spr., heeft de Tweede- Kamerfractie van de K.V.P. dit beleid aangevoch·
ten en tenslotte schoorvoetend goedgekeurd. Spr.
hoopte, dat diezelfde fractie nu het hare er toe zal bijdragen om aan deze "moderne" methoden, zoals hij het rloemde, een einde te maken.
Ziehier, een kleine bloemlezing van hetgeen
er in de Katholieke middenstandskringen leeft, een bloemlezing, die voor de politiek van de K.V.P.
nu niet bepaald vleiend kan worden genoemd.
Inderdaad, .wij kunnen het met deze spr. vra-
gen~ Wat zal de K.V.P. in de toekomst doen? Zal zij wederom in het socialistische schuitje plaats nemen om opnieuw de door de socialisten aan te geven koers "schoorvoetend" goed te keuren?
Het kan van belang zijn, deze dingen eens te onthouden, teneinde na te gaan wat de K.V.P. zal doen als het niet op woorden, maar op daden aan- komt.
Wat atJL•de K.V.P. doen?
(11)
In nauw verband met het bovenstaande is het van belang te citeren wat het lid van de Tweede-Kamerfractie der K.V.P., dr. Lucas, in het
;fongste nummer van "De Opmars" schreef met betrekking tot de dekkingspolitiek van de over·
beid.
Na te hebben ontkend, dat het voornemen der regering onaanvaardbaar is om met het overschot ván 131 milHoen gulden op de gewone dienst der Rijksbegroting 1953 gedeeltelijk het tekort op de kapitaaldienst te dekken, schrijft de heer Lucas, dat er Zich omstandigheden kunnen voordoen, waaronder ieder weldenkend mens een dergelijke methode goedkeurt.
Maar, zo sèhrijft hij verder, de omstandigheden ttjn thans zo, dat de belastlilgen tot een bijna on- draaglijke hoogte zijn gestegen.
De vorige regering was reeds tot de conclusie Jekomen, dat het algemeen welzijn van het Neder- landse volk eist, dat bepaalde lasten worden ver- tleht.
Het lijkt nu een eis van wijs beleid, aldus de heer. Lucas, om zo snel mogelijk en in een rede·
lijke omvang tot belastingverlaging over te gaan.
Minister Van de Kieft wil met deze dekking,. aldus dr. Lucas, de kapitaalmarkt vrijhouden -voor heil bedrijfsleven en de lagere publiekrechtelijke licha·
men, zoals de gemeenten.
"Dit klinkt goed", aldus-schr., ,,maar in feite betekent het, dat wm de belastingbetalers niet het nodige door de Staat wordt geleend, maar via het belastingbiljet wordt genomen! De belastingplichti- gen zijn via d~e manier van· financieren slechter af, de Staat is er echter beter aan toe.
Ook de derde reden, welke de. minister van Fi.
nanciën aanvoert • de wenselijkheid tot relatiilve verbetering van 's Rijks schuldenpositie - acht de K.V.P .• afgevaardigde zwak.
Slechts voor .veel zwaardere argumenten dan. de
·'illifil:ttel' telt· héden naar vorètl lieett gebt'äeht,. klfD.
de· e1i tot belastingverlaging worden ingettökken, aldus de beer Lucas,. die besluit met een mededè- • ling, dat' de K.V.P.-p<actiè dé regering een en ander . nog officieel duidelijk zal maken.
Waarvan acte; Wij zijn oprecht benieuwd.
lammer
Eén van de populaire dagelijkse hoekjes-.
. schrijvers van eE'n d .. r vaderlandse dagbla- den, heeft een lekker stukje gepleegd over de ver•
hoging van pensioen, die de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zichzelve hebben
toegedacht. ·
Nu, dat was een kluifje naar zo'n kluifjes- grage mond. ...
Daar moest iets grappigs, iets bijtends, iets .,populairs" over worden gezegd. En dat heeft de geachte scribent dan ook gedáán. De kleu- rige flarden vlógen er af!
Het indrukwekkendste argument van de hoog- geachte schrijver wal!, dat niet één Kamerlid in de steun of bij de D.U.W. loopt en dat zij niet- temin... en toch... En zich zelf maar pen~
sioenverhoging geven, jongens! Toe maar jon·
gens! Het kln niet öp!
Zulke stukjes zijn onwaar, onwaarachtig en gevaat'lijk. ·
Ze zijn niet leuk, omdat ze onrecht doen en omdat ze spelen op de domheid van de applau- disserende lezers.
Wij zullen niet de moeite - zelfs niet deze . geringe moeite - nemen, om zulk een stukje
te ontzenuwen,
· Alleen zeggen, dat wij het jammer vinden, dat zulke dingen alléén voor het effect van niet•
nadenkende mensen, worden geschreven en af•
gedrukt.
Vliegende Hollanders E en vorige maal leverden wij reeds een cri~
tische commentaar op de .,dienstreis" van staatssecretaris Krranenburg naar Korea. Ten vervolge hierop zouden wij gaarne nog een paa.r opmerkingen willen maken. ·
Dat minister Luns, tijdens de Kabinetsfortnatie hals over kop uit Ame'l'ika ontboden, terugvloog om op zijn persoonlijke aangelegenheden orde van zaken te stellen, vinden wij niet onlogisch. Wel verbaast het ons, dat nu blijkbaar zowel minister Beijen als minister Luns constant op weg zijn naar of terugkomen van een conferentie in het
buitenland.
Het heeft èr alle schijn van, dat het argument van de wenselijkheid van één .,zittende'' en één ,.J.'t.i!ende" bewindsman voor Buitenlandse Zaken
1 NOVEMBER 195~ ..., PAG, S
gevoegelijk kan worden afgeschreven. Terzijde zij nóg opgemerkt, dat wlj benieuwd zijn naar wat de heren Eden, Acheson en Schuman bij zich zelf ge- dacht hebben toen zij vernamen, dat in Nederland 6én man het niet meer afkan.
Minister Peters opperde destijds het plan naar N. Guinea te vliegen. Aangezien dit zeer kort voor de verkiezingen zou moeten geschieden en waM-
schijnlijk minister Petera zelf de kans op Zijn terugkeer in e\'ln nieuw Kabinet niet groot acht- te; is van· dit plan niets gekomen. '
Thans kondigt echter minister Ma.t1sholt aan, van Zins te zijn· zich naar Suriname te begeven.
(·Dit heeft ons ·toch wel b(!weemd,
· Wat de Nederlandse bewindsman voor Land·
bouw, Visserij en Voedselvoorziening ten behoeve van. zijn departement in Suriname te zoeken heeft, is öns n.l. niet geheel duidelijk. We nemen aan, dat de Nederlandse belastingbetaler vporshands
· · jn' ·dit· verb'a:nd· ook· nog in het· orizekere· verkèert,
Departementale·
· slVrdiifheidjës ., · " '. , .. ~ . !·' , . .
OP b~.lll. 20~8 der"Handelingen v~ èle .Tw~e Kamer" lezen WIJ, dat in de vergadering v~
H October de · voo~tter bij de behandeling van
~en naturalisatie-wetsontwerp opmerkte, ,.dat in het tW"Cede lid van het formulier van afkondiging . na het woord .,lezen" een komma moet worden
•· ge"staatst: . IS. d.e. heer minister bereid, . deze nliS~
stèlling te verbeteren?" ·
Wàarop de heer Donker met een hoofse hoofd- knik antwoordde: .. G~arne, mijnheer de voorZit- ter!"
Zo'n intermezzo speelt zich wel meer af. Maar dat de Kamer in de tijd van zeven mitiutett op acht dergelijke terechtwijzingen, bij monde van . haar voorzitter aan de minister van Justitie toe•
gediend, wordt vergast is gelukkig een zeldzaam- held.
Het ,.Ontwerp van Wet Hoofdstuk III (Buiten~
landse Zaken) der Rijksbegroting voor het dienst.
jaar 1953" liet aanvankelijk ruimte voor de hand•
tekeningen van "ministers van Buitenlandse Za·
ken", terwijl op de Memorie van Toelichting on•
der dezelfde qua!ificatie de namen der Bxcèllèn- ties Beijen en Luns broederlijk naast elkander prijkten. Dit werd bij afzonderlijke Nota van Wij·
Zigingen <Kamerstuk no. 8) gerectl.ftcêerd tott De minister van BuitenlandSe Zaken, J·. W. Beijen.
De minister Zonder Portefeuille, J. Luns.
Dezelfde proèedurè werd gevolgd bij de begroting van Unte-~gelegenheden. Voorts tekent dé heer Luns bij voorkomende gelegenheden als .,De mi•
nister van 'Bult'éril&nd.lle Zalten a. L", zie b.v. de briet VIU'i de lÏ'ltfti~tèr van~ October i91s2 {lramer•
sfllk I 28oo m 9L
'l'ot zover. tl'eft deze departementen, geloven wij, geen verwijt. Immers het gestoei om de por~
tefeuilles en het gegoochel met de titulatuur wa-o ren ten tijde van de definitieve Kabinetsformatie blijkbaàr nog geenszins ten einde. Wie schetst echter onze verbazing, toen wij onder de zojuist verschenen Memorie van Toelichting op het Wetsontwerp "Goedkeuring van twee op 25 April 1952 tè Stockholm ... gesloten verdragen enz."
{Kamerstuk no. I 2825, no. 3) als tweede onde~
tekenaar aantroffen: De minister van Buiten~
landse Zaken, J. Luns!
Na de op deze plaats !l'eeds gecommentarieerd&
bedenkelijke slordigheid van "Verkeer en Water- staat" treffen de hierboven gesignaleerde nieuwe departementale slordigheidjes des te meer.
In elk geval zien we met telangstelling uit .nállll' een Nota van Wijzigingen op Kamerstuk l
2825, no. 3; geen wonder, dat het moeite kost, alle puntjes op alle i's te aetten, als men de ge- hele (a.) i. over het hoofd ziet!
Parlementaire Flitsen
(Vervolg van pag. 2) 5. voor verkeer en waterstaat - de
heer Zegering Hadders (plv. de heer Ritmeester);
.0. voor het onderwijs - mevr. For- tanier-De Wit (plv. de heer Ze- gering Hadders);
'1. voor ·de sociale verzekering - mr Van Leeuwen (plv. de heer An- kersmit);
8. voor de landbouw - de heer Den Hartog <plv. de heer Zegering Hadders);
Blnnenlandile Veiligheidsdienst, welke uit 5 leden bestaat.
Een bijzondere plaats neemt de commissie voor de verzoekschriften in, bestaande uit 5 leden, welke com- missie is belast met het uitbrengen van verslag over al de verzoekschrif- ten, die bij de Kamer inkomen, met uitzondering van die, welke betrek- king hebben op aanhangige wetsont- werpen, waarvoor reeds een commis- sie van rapporteurs is benoemd of die reeds verzonden zijn naar een bijzon- dere.- -commissie, een commissie van voorbereiding, een vaste commissie of een begrotingscommissie.
buitenlands beleid tussen de Regering en de Kamer; de Commissie voor Uniezaken en de West-Îndisclte Cottt- missie, strekkende tot het bevorderen van een geregelde gedacht.mwisseling tussen de Regering en de Kamer over aangelegenheden resp. betreftende de Nederlands-Indonesische. Unie en Nieuw-Guinea en betreffende Surina- me en de Ned. Antillen; en tenslotte een Commissie voor de Rijksuitgaven
<7 leden), welke commissie strekt tot voorlie'htir..g van de Kamer omtrent de besteding van de op de begrotin- gen der Rijksuitgaven toegestane gel·
4en.
N og niet zo lang kent nu ook de Eerste Kamer vaste commissies, welke, overeenkomstig het Reglement van Orde, dienen voor ,,bet verkrijgen van inlicht~gen, welke de Regering eigener beweging !lan wel op verzoek t'an die commissies verstrekt ten aan- sien van bepaalde onderdelen van het règeringsbeleid".
Zij zijn tot nu toe tot een drietal beperkt gebleven, elH; bestaande uit 5 leden. Het zijn:
1. de vacte commissie voor de buiten- landSe politiek - mr Wendelaar;
2. de vaste commissie voor internatlo·
nale economjsehe samenwerking- prof. Molenaar;
9. voor de middenstand - de heer Cornelissen (plv. drs Korthals);
10, voor de binnenlandse veiligheida ..
dienst - prof; Oud (plv. drs Kort•
/ hals);
U. voor de bescherming van de bUr·
rerbevolklng _._ de heer Ritmees·
ter (plv. prof. OUd);
It. voor de industrie - drs Korthals (plv. de heer Zegering Hadders).
Al deze commissles bestàan ·uit 7 leden, met uitzondering van de com·
missie voor de indtl!rtrie, welke 9 Je ..
dell telt en de commissie voor de
In die commissie voor de verzoek- schriften (Wèlke na afloop van elk reces opnièüw wordt samengesteld, mits sinds de vorige benoeming vier maanden zijn· verlopen), heêft voor de V.V.D. zitting . de heer Den Hartog (plv. mr Van Leeuwen).
Ten~totte heeft de Tweede Kamer nog vier vaste commissies, die een enigszins bijzondere ~laats innemefl.
Het Zijn: de vaste Commissie vö"Or BuitenlandSè Zaken, bestaande uit I leden, waaronder de voorzitter van de Kamer, en. welke commissie strekt
•tot het bevorderen van een geregelde
pclàclitènWis~ltnl over zalten van
Voor de V.V.D~ hebben zitting in:.
1. de vaste Co~e w~· Bui~Ïl
landse Zaken - drs Kortlláls (pl\?.
prof. Oud); ·
2. de . CoDUÎÜà8ie voor ~èiaken . - mevr. Fortimier-De cWit <plv. drs Korthals);
3 •. de West-lncUsche ColDDllssle - mevr. Fortanier-o-De Wit (plv. ln dit. geval geen V.V :n.-er, dooh . prof. Lënlaire, van· 4e :K.N.P.>:
4. de ColllDlfsaie VOOI' de li.Uiulaiip- ven - de heer Ritmeester <plv.
rhr Van IMUwen>.
3. de vaste commissie voor Unieza- ken --: prof. Molenaar.
Bovendien kent de Eerste Kamer eveneens een Commissie voor de Ver- lloekschriften, bestaande uit .. 5 leden, benoemd voor de duur van de gehele zitting,
Deze commissie is . belast met het uitbrengen van verslag over alle ver- zoekschriften, welkè de vergadering in haar handen stelt. Lid (tevens -loorzitter) voor de "\':V.D.: mr W'en- delaar~
A.
