Vraag nr. 155 van 19 april 2001
van de heer CARL DECALUWE
Inning afvalstoffenheffing – Doelmatigheid
In 1999 werd door het Rekenhof een doelmatig-heidsonderzoek m.b. t . de invordering en inning van een aantal milieuheffingen uitgevoerd. In februari 2001 werd het rapport terzake neergelegd in het Vlaams Parlement.
In dit rapport werd onder meer de heffingscy c l u s, die bestaat uit het proces van vestiging, c o n t r o l e, betwisting en invordering, g e a n a l y s e e r d . De invor-dering en inning van de heffing vormen de laatste fase van het heffingsproces. In bepaalde gevallen is het mogelijk dat de betaling van het geheven be-drag wordt betwist of dat niet wordt betaald. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) beschikte in het verleden over een eigen heffingsafdeling voor afvalstoffen en bodemsanering. Naar aanleiding van een reor-ganisatie in 1998 werd de dienst Heffing geschrapt. Binnen de dienst Interne Beheerscontrole wordt nu onder meer de opvolging, r e g i s t r a t i e, inning en navordering van de heffingen uitgevoerd. O o k OVAM heeft een procedure uitgewerkt bij niet-b e-taling van de heffing, intresten of administratieve g e l d b o e t e. Er wordt een dwangbevel opgesteld door de juridische dienst, dat door de administra-t e u r-g e n e r a a l , volgens headministra-t afvalsadministra-toffendecreeadministra-t, u i administra- t-voerbaar wordt verklaard. Er wordt een lijst bijge-houden van wanbetalers.
1. In hoeveel gevallen werd deze procedure toege-past in de periode 1998-2 0 0 0 , met een onder-scheid per maatregel ?
2. In hoeveel dossiers en voor welk bedrag werd in diezelfde periode de afvalstoffenheffing (na uit-putting van de proceduremiddelen) door de heffingplichtige niet betaald ?
3. Hoeveel procent maken deze wanbetalingen uit van de totale opbrengst inzake afvalstoffen-heffing ?
4. Hoeveel personen/bedrijven staan er momen-teel op de lijst van wanbetalers ? Is er een evo-lutie waar te nemen in vergelijking met voor-gaande jaren ?
Antwoord
1. Voor de jaren 1998, 1999 en 2000 werd de pro-cedure "dwangbevel" 65 keer toegepast.
De oorzaak was in elk geval dezelfde, n a m e l i j k het niet betalen van de heffing en/of boete en/of intrest.
2. Voor de jaren 1998, 1999 en 2000 werd het ver-schuldigd bedrag, na uitputting van de procedu-re "dwangbevel", niet betaald in 21 dossiers, e n dit voor een totaalbedrag van 1.359.237.833 f r a n k . Het hoofdaandeel in deze som, met name een bedrag van 1.348.220.676 frank, is hoofdza-kelijk te wijten aan de niet-betaling van de mi-lieuheffing voor een baggerslibstortplaats van de Gentse zeehavendiensten.
Over dit dossier loopt momenteel nog een ge-rechtelijke procedure, zodat nog geen definitief uitsluitsel kan worden gegeven.
3. In totaal werd voor de jaren 1998, 1999 en 2000 een bedrag van 8.359.175.726 frank geïnd. Dit betekent dat de wanbetalingen over deze periode 16,26 % uitmaken van de totale op-brengst inzake milieuheffing. Indien het in punt 2 vermelde dossier niet in rekening wordt ge-bracht, betreft het 0,13 %.