• No results found

Katern 45 Rubriek Sociaal Recht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Katern 45 Rubriek Sociaal Recht"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

onder uw aandacht brengen. Het ging in deze zaak om de huisarts die zich tevens profileert als een arts die zich bezighoudt met begeleiding van topsporters die doping gebruiken of in het verle-den hebben gebruikt. In een televisieprogramma liet de arts doorschemeren - zonder overigens man en paard te noemen ~-dat ook een lid van de kern-schaatsploeg hem heeft geconsulteerd. Leden van de kern ploeg hebben het kort geding aangespannen omdat zij zich in hun goede naam aangetast voelen; zij waren nu immers allen ver-dacht van het gebruik van doping. In de proce-dure beriep de arts zich op zijn zwijgplicht en verschoningsrecht. Hoewel aIle eisers een verkla-ring had den getekend, waarin zij het beroepsge-heim van de arts ophieven, accepteert de rechter dit verweer van de arts. Desondanks heeft de arts onrechtmatig gehandeld jegens eisers door hen op ondoordachte wijze in discrediet te brengen. De arts werd veroordeeld tot publikatie van een rectificatie in aIle landelijke en regionale bladen.

Een mooi overzicht van de jurisprudentie in het kader van de Wet Tarieven Gezondheidszorg 1991 vindt u in TvG 92/6, p. 343 e.v. Deze, niet altijd lichte, kost wordt overzichtelijk opgediend door mr. G. Hamilton-Van Hest.

Tot slot een feestje! De vakgroep gezond-heidsrecht van de Rijksuniversiteit Limburg houdt een symposium naar aanleiding van het tweede lustrum. De titel is De betekenis van de

gezondheidsjuristanno2007. In dat jaar hoopt de vakgroep haar 5e lustrum te vieren. Het is dui-delijk dat de vakgroep springlevend is en veel van zich heeft laten horen, onder meer door het publiceren van vele rapporten. Een wens voor een zonnige toekomst zonder bezuinigingszorgen is op zijn plaats, alsmede een van harte proficiat.

Mr. G.J.J. Heerma van Voss

1 Arbeidsrechtelijke wetgeving

Met de arbeidsrechtelijke wetgeving zit het niet mee. De eerste twee kabinetten Lubbers wilden nauwelijks nieuwe arbeidsrechtelijke wetgeving op gang brengen. Het huidige kabinet staat daar positiever tegenover, maar heeft op dit gebied nog geen grote resultaten weten te boeken. Wei

Sociaal recht

is een indrukwekkend aantal wetsvoorstellen in voorbereiding, maar nader beschouwd zijn de wijzigingen niet ingrijpend. Het lijkt niet de tijd voor meeslepende nieuwe voorstellen en in deze malaise delen de beide Kamers volop mee.

2 Individueel klachtrecht werknemers

Met vijf stemmen verschil verwierp de Tweede Kamer het in Katern 43 besproken wetsvoorstel individueel klachtrecht werknemers (21 514). Het wetsvoorstel was ten opzichte van een eer-der voorontwerp reeds aanmerkelijk versoberd, maar kon niettemin de goedkeuring van de ka-mermeerderheid nog steeds niet wegdragen. Bij deze gelegenheid ontspon zich een uitvoerige en interessante discussie over de verhouding tussen de wetgever en de sociale partners (werkgevers-en werknemersorganisaties). Bij dit oude thema in het arbeidsrecht kunnen de emoties nog steeds oplopen. Zo merkte staatssecretaris Kosto op een gegeven moment op dat de CDA-fractie 'de bijl aan de wortel' van het Nederlandse arbeids-recht dreigde te leggen.

Aan de ene kant stond in de discussie de op-vatting van de regering (gesteund door de frac-ties van PvdA, D66, Groen Links, GPV en SGP) dat het klachtrecht een fundamenteel recht is dat een wettelijke basis behoeft, ook al wordt het verder uitgewerkt op het niveau van bedrijfstak en onderneming. Daartegenover stelden CDA en VVD dat het hier meer ging om een arbeids-voorwaarde die thuis hoort in het collectief over-leg. Deze partijen misten ook een duidelijke meerwaarde naast het akkoord over dit onder-werp in de Stichting van de Arbeid en de eis van goed werkgeverschap in het Burgerlijk Wetboek (art. 7A: 1638z BW). Ook zij spraken nadrukke-lijk uit dat dat laatste artikel meebrengt dat een werkgever op een behoorlijke manier op een klacht moet reageren. Het bevorderen van een klachtenregeling achten zij verder een uitdrukke-lijke taak van de ondernemingsraad. (Zie voor de discussie Hand. TK 100 (3 september 1992; pp. 6265-6284 en 6303-6332).

3 Herziening ontslagrecht

Ook over dit wetsvoorstel werd bericht in Katern 43. Het stuitte aan de overkant van het Binnen-hof op onverwachte tegenstand. Ook in de Eer-ste Kamer Eer-steunt de regeringspartij het CDA de

(2)

Sociaal recht

oppositie (waarbij in dit geval ook D66 hoort). Aan1eiding voor de problemen is het algeme-ne geringe enthousiasme voor het voorstel. Het ontslagrecht blijft ook met dit voorstel ingewik-keld. De ontslagprocedure van het BBA 1945 (vergunning Regionaa1 Directeur voor de Ar-beidsvoorziening) blijft bestaan naast de BW-re-geling en zou eerst eens moeten worden geevalu-eerd (een nota zal binnenkort aan de Tweede Kamer worden gestuurd). Daarbij wordt verwe-zen naar kritiek in de literatuur van onder meer advokaten en kantonrechters. Het nader voorlo-pig vers1ag van de vaste Commissie voor Justitie van 29 september doet ook voor dit voorstel het ergste vrezen (EK 21 479, nr. 20).

4 Minimumloon deeltijdwerkers

Een klein succesje heeft het kabinet weI geboekt. In de Wet minimumloon en minimumvakantie-bijslag stond een uitzondering voor het recht op minimumloon voor werknemers die minder dan een derde van de normale arbeidsduur arbeid verrichten (art. 12). Dit artikel is a11ang omstre-den. Ook de SER pleitte voor afschaffing. Maar geen enkel kabinet stelde dit daadwerkelijk voor, uit angst voor vermindering van de werkgele-genheid omdat deze arbeid duurder zou worden. Daarnaast was de overheid ze1f be1anghebbende door de categorie van 'alpha-hulpen' in de ge-zondheidszorg die worden aangesteld op basis van deze regeling. In het kader van het beleid om deeltijdarbeid te bevorderen is het er nu toch van gekomen. Door een hiermee samenhangende wij-ziging in de Wet loonkostenreductie op mini-mumloonniveau (Stb. 1990, 330) wordt thans ge-schat dat niet meer circa 11.000 personen, maar 'slechts' 6 it7000 personen hun baan zullen ver-liezen. In de kamerdiscussie werd de vraag ge-steld of het kabinet met dit voorstel niet in strijd handelde met zijn uitgangspunt 'werk boven in-komen'. Emancipatieoverwegingen gaven uitein-de1ijk de doorslag, waarbij ook strijd met de EG-richtlijn inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het arbeidsproces werd opgehe-yen. Overigens zal de prijs in de vorm van min-dere werkgelegenheid door deze wet ook voor-namelijk door vrouwen worden betaald. Zo wei-gerde de regering onder meer een ontheffing voor peuterspee1zalen, waar vee1 medewerksters thans onder het minimumloonniveau werkzaam ZIJn.

Aan de orde kwam ook nog de wens van veel

2070 AA 41 (1992) 12

werknemers om een voltijdbaan om te zetten in een deeltijdbaan, bijvoorbeeld om kinderen te kunnen verzorgen. De regering merkte in de no-ta naar aanleiding van het eindverslag van de Tweede Kamer hierover op (stuk nr. 8) dat een en ander een kwestie is van belangenafweging tussen partijen en dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap in redelijkheid een verzoek van de werknemer om meer of minder uren te gaan werken moet behandelen. Artikel 7A: 1638z diende dus ook hier als argument om meer concrete wetgeving af te houden. De oppositie maakt school!

Uiteindelijk werd het wetsvoorstel (22 191) in beide Kamers aanvaard zodat het waarschijnlijk binnenkort in werking zal treden.

5 Gewetensbezwaren in dienstbetrekking

Bij de Tweede Kamer is nog in behandeling het voorstel van wet tot wijziging van het BW in ver-band met de positie van gewetensbezwaarde werknemers (22 392). Op advies van de SER zal in artikel 1639s BW worden bepaald dat een ont-slag kennelijk onredelijk kan zijn indien dit ge-schiedt wegens het enkele feit dat de arbeider met een beroep op een ernstig gewetensbezwaar wei-gert de bedongen arbeid te verrichten (zie J. Bij-ker, SR 1992, p. 41). Erg indrukwekkend kan dit voorstel niet worden genoemd. Er is geen spra-ke van een fundamentele vastlegging van het grondrecht van de gewetensvrijheid. De rechter kan in geval van schending van de gewetensvrij-heid tot kennelijk onredelijk ontslag conclude-ren, maar hoeft dit niet. De opsomming van ar-tikel l639s wordt hierdoor niet bepaald even-wichtiger.

6 Toekomstige wetsvoorstellen

Wat heeft de wetgever aan wetgeving op het ge-bied van het arbeidsrecht nog in voorbereiding? Voor zover niet anders vermeld ontleen ik de in-formatie aan het begrotingshoofdstuk van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid voor 1993(TK 22 800, hoofdstuk XV, nr. 2).

a Deeltijdarbeid

(3)

Daar-naast zullen mogelijk andere vormen van onder-scheid tussen deeltijd- en voltijdwerkers worden verboden. Hierover is aan de SER en Emanci-patieraad advies gevraagd(Stcrt. 1992, 28 en 43). Overigens kunnen deeltijdwerkers dikwij1s a1 een claim baseren op het verbod van indirecte dis-criminatie naar geslacht (art. 1637ij BW). b Gesubsidieerde sector

Ter aanpassing aan de internationale norm van vrijheid van onderhandelen is door de regering ad vies gevraagd aan de SER over de wijziging van de Wet inzake de arbeidsvoorwaardenont-wikke1ing in de gepremieerde en gesubsidieerde sector (WAGGS). De SER adviseerde op 21 fe-bruari 1992 de mogelijkheden tot ingrijpen in de cao's van deze sector niet een beetje maar hele-maal af te schaffen en ziet in de toekomst geen plaats meer voor deze wet (Stcrt. 1992, 32). De regering za1 'langs deze lijnen' op korte termijn een kabinetsstandpunt naar buiten brengen. c Allochtonen

Een voorstel voor een Tijde1ijke Wet bevorde-ring arbeidsdeelname allochtonen is (gebaseerd op het SER-advies Werkgelegenheid minderhe-den van 20 maart 1992) zal in het najaar van 1992 worden ingediend en nog op 1 januari 1993 in werking moeten treden. Eerder werd een ini-tiatiefwetsvoorste1 ingediend door enkele oppo-sitiepartijen waarin een openbare rapportage-plicht voor bedrijven vanaf 35 werknemers werd voorgesteld en de plicht om een taakstellend werkp1an op te stellen tegen discriminatie (Stcrt.

1992, 55).

d Buitenlandse werknemers

De bedoeling is op korte termijn een voorstel in te dienen waarin de voorwaarden waarop vreem-de1ingen van buiten de EG in Nederland kunnen worden tewerkgesteld worden aangescherpt. Ge-dacht wordt aan zogenaamde tijdelijke werkver-gunningen in het kader van de Wet Arbeid Bui-tenlandse Werknemers.

e Afedezeggenschap

Op het gebied van de medezeggenschap heeft de SER op 15 mei 1992 geadviseerd over de oplos-sing van praktische kne1punten. Gestreefd wordt naar een taakverde1ing tussen de basisregeling van de wet en nadere uitwerking door afspraken tussen ondernemingsraad en ondernemer (zie voor een samenvatting van het advies W. Zeijl-stra in SR 1992, p. 214).

Sociaal recht

Omdat nog niet over alle onderwerpen is ge-adviseerd wit de regering eerst nadere adviezen en onderzoeken afwachten. WeI za1 worden voorgeste1d de Wet op de ondernemingsraden van toepassing te laten zijn op de overheidssec-toren.

Daarnaast is aanhangig een wijziging en aan-vulling van de regeling van het enqueterecht. Dit behelst onder meer een uitbreiding tot de non-profitsector (stichtingen en verenigingen), de in-voering van de mogelijkheid van voorlopige voorzieningen en uitbreiding van de kring van personen die in1ichtingen moet verschaffen. Con-form het standpunt van de meerderheid van de SER is voorgesteld aan de ondernemingsraad geen enqueterecht te verlenen (TK22400, zie L.

Sprengers in SR 1992, p. 149).

Tenslotte is een nieuwe Wet Medezeggenschap onderwijs voorgesteld (TK 22 461). Het perso-nee1sdeel van de medezeggenschapsraden za1 uit-gebreidere bevoegdheden krijgen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheden van de schoolbesturen op het gebied van de arbeids-voorwaarden. Ook zal het beroepsrecht enigszins worden versterkt. Zie voor een (kritische) sa-menvatting A.F.M. Dorresteijn in SR 1992, p. 116.

Recentelijk werd gepubliceerd: P.F. van der Heijden (red.), Schets van het medezeggenschaps-recht, Deventer 1992.

f

Arbeidsomstandigheden

Op korte termijn wordt de indiening verwacht van een wetsvoorstel tot aanpassing van de Ar-beidsomstandighedenwet aan de EG-Kaderricht-lijn voor de vei1igheid en gezondheid. Onder meer zullen werkgevers een actief beleid moeten gaan voeren tegen ziekteverzuim, verzuim moe-ten registreren en regelmatig medisch onderzoek mogelijk maken. Ook zal een EG-richtlijn over veilig en gezond beeldschermwerk moeten wor-den uitgevoerd, ditmaal door invoering van een AMvB, geheten Arbeidsomstandighedenbesluit Beeldschermwerk (Stcrt. 1992, 131-144). Beide Richtlijnen dienen voor 1 januari 1993 te worden geimplementeerd. Voorts zal het gebruik van as-best op die datum geheel worden verboden (Stcrt. 1992, 122). Zie voor een recent over-zichtswerk AJ.C.M. Geers (red.), Schets van het arbeidsomstandighedenrecht, Deventer 1991.

Ten slotte bracht de SER advies uit over de herziening van de Arbeidswet 1919. Een en an-der moet - merkwaardig genoeg buiten de Ar-beidsomstandighedenwet - in een aparte wet

(4)

Informatierecht

worden geregeld, die Arbeidstijdenwet gaat he-ten. Het SER-advies levert niet bepaald een gro-te bijdrage aan het streven naar vereenvoudiging van de regelgeving. Het nieuwe element zit voor-al in de scheiding tussen een standaardregeling, waaraan alle ondernemingen moeten voldoen en een overlegregeling, die in overleg met de cao-partijen of het medezeggenschapsorgaan tot stand kan komen en binnen zekere grenzen mag afwijken van de standaardregeling.

g Gelijke behandeling

Op dit gebied verwacht de regering dat de AIge-mene Wet gelijke behandeling(TK22014) en de Gelijke behandeling ten aanzien van pensioenen EK20890, nr. 121) binnen afzienbare termijn tot stand komen. Recentelijk verscheen een over-zichtswerk: AT.J.M. Jacobs (red.), Arbeid en discriminatie, Deventer 1992.

h Flexibele arbeidsrelaties

Aan de Raad van State is een wetsvoorstel voor-gelegd ter uitvoering van de EG-Richtlijn inzake informatie betreffende de arbeidsverhouding (zie daarover Katern 43). De inhoud valt op te ma-ken uit het in juni gepubliceerde kabinetsstand-punt over het sterk verdeelde SER-advies inzake flexibele arbeidsrelaties (zieTK22 659 en de kri-tische beschouwing van J.J. Trap in SR 1992, p. 195).

Ten slotte zal een wet worden voorbereid waardoor de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing wordt op thuiswerk.

i Werktijdverkorting

Het kabinet heeft naar aanleiding van een SER-ad vies over de regeling van artikel 8 BBA 1945 (vergunningen in geval van werktijdverkorting) besloten dat dit artikel kan worden geschrapt.

2072 AA41(1992) J2

E.J. Dommering, N.A.N.M. van Eijk, C. Groe-neveld, G.A.I. Schuijt

Media- en

telecommunicatierecht

EJ. Dommering, N.A.N.M. van Eijk, C. Groe-neveld, G .A.I. Schuijt

Mediarecht

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft het afgelopen jaar de gelegenheid gekregen een aantal uitspraken te doen over de vrijheid van de media, zoals neergelegd in artikel 10 van het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamen-tele Vrijheden. Enkele daarvan zijn inmiddels in de NJ gepubliceerd, andere in Mediaforum. Het Hof zet in die zaken de lijn van 'Handyside' (7 december 1976, NJ 1978, 236), 'Sunday Times' (26 april 1979, NJ 1980, 146) en 'Lingens' (juli

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit zal zich in elk geval niet voordoen, zolang het slechts gaat om schade voor individuele bedrijven, die slechts over een korte periode wordt geleden en voor de getroffen

In een nieuw artikel 7A:1638cb BW wordt de regeling opgenomen voor doorbetaling van loon bij verhindering door de werknemer onder bijzondere omstan- digheden, thans nog te vinden

Diverse aparte regelingen (zoals de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers) zijn vervallen en voor zo- ver nodig in de wet geïntegreerd. De wet heeft een modernere

Dit heeft mogelijk gevolgen voor de geduren- de de afgelopen jaren gegroeide praktijk om ont- slagafspraken te maken tussen werkgever en werknemer waarbij een door de werkgever te

Contracten voor bepaalde tijd zullen tot drie maal (binnen maximaal drie jaar) kunnen worden verlengd zonder dat opzegging nodig is. De uitzendrelatie zal in het BW worden geregeld

Om dit te bereiken geldt voortaan het ont- slagverbod bij ziekte niet meer indien de ziek- te ontstaat na het aanvragen van een ont- slagvergunning, wordt de opzegtermijn met een

De Hoge Raad maakte in de door werknemer Huijermans gevoerde procedu- re duidelijk uit, dat de werkgever er in een der- gelijke situatie niet zonder meer van mag uit- gaan, dat

Nieuw in het wetsvoorstel is, dat dit ook ziet op een door een werknemer gewenste toename van de arbeidsduur, hetgeen voor op dit moment - bij- yoorbeeld in verband met de opvoeding