Rapport Hydraulisch en technisch advies Stad Antwerpen (Hoboken)
Sint-Bernardsesteenweg 618
Verkavelaar/bouwheer:
Aannemingen Janssen nv Van Doornelaan 2
2440 Geel
tel.: +32 (0) 14 59 09 99 info@janssen.be
Studiebureau/architect:
mertens-architecten geelvinckstraat 8 2940 stabroek 03/568.72.53 info@mertens- architecten.be
Behandeld door GL 6/12/2018 p.2/5
1. Situering project
In het kader van Water-Link formuleert Aquafin een hydraulisch advies aangaande de vraag tot aansluiting van het afval- en regenwater van een project gelegen in de Sint-Bernardsesteenweg 618- 620, 2660 Hoboken. De aanvraag betreft de aansluiting van een nieuw kantoor en meergezinswoning.
De bouwheer is Aannemingen Janssen nv.
Het project bevindt zich in fase vergunningsaanvraag.
De aanvraag voorziet erin om na het slopen van de leegstaande (school)bebouwing, ter hoogte van de Sint-Bernardsesteenweg 618-620, het bouwen van een kantoorruimte en 14 appartementen. In de ondergrondse bouwlagen van het project worden de auto- en fietsstaanplaatsen, technische ruimten en bijkomende functies voor de kantoorruimte (op het gelijkvloers) en de appartementen (op de verdiepingen) ondergebracht.
Er is in bestaande toestand voor dit project een huisaansluiting of wachtaansluiting aanwezig, er dient dus geen nieuwe aansluiting gemaakt te worden.
Ter hoogte van het project is in de Sint-Bernardsesteenweg een gescheiden rioleringsstelsel gelegen.
De DWA heeft een diameter 500 mm en is gelegen op een diepte van ca. 3.7 m ten opzichte van het maaiveld. De RWA heeft een diameter 500 mm en is gelegen op een diepte van ca. 2.1 m ten opzichte van het maaiveld.
2. Advies
Het project kan worden aangesloten onder volgende voorwaarden:
De infiltratievoorzieningen zullen uitgevoerd worden met kratten. Enige voorzichtigheid met het gebruik van kratten is geboden. Het is niet aangewezen deze aan te leggen onder toekomstige wegenis, wegens instortingsgevaar. Dit systeem is ook moeilijk reinigbaar en gevoelig voor aanslibbing. Er wordt steeds de voorkeur gegeven aan bovengrondse infiltratiemogelijkheden, zowel naar werking als naar onderhoudsmogelijkheden.
RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien.
Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv.
klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.
De aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.
Behandeld door GL 6/12/2018 p.4/5
3. Motivatie advies
3.1 Check intern gescheiden stelsel:
Regenwater en afvalwater worden volledig gescheiden ingezameld.
3.2 Aansluiting vuilwater (DWA)
Het project is gelegen in centraal gebied. Het afvalwater dient dus aan te sluiten via een septische put waarop enkel het zwart water op aangesloten wordt.
De septische put(ten) is (zijn) correct gedimensioneerd.
Er is een gescheiden riolering in de straat. De DWA dient aan te sluiten op de DWA-riool in de straat.
Indien er afvoerpunten van de woning (bijv. klokrooster, afvoerput) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de collector dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Het waterpeil in de riolering kan bij hevige neerslag tot dat peil stijgen. De terugslagklep dient geplaatst te worden in de aankomende leidingen.
De diameter van de DWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen.
3.3 Aansluiting hemelwater (RWA)
Het volledige project wordt voorzien van een groendak met uitzondering van de dakterrassen.
Verhardingen van de terrassen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of wateren af op eigen terrein. Het opgevangen water wordt opgevangen in een regenwatertank van 10.000 l en doet dienst voor de buitenkraan en toiletspoelingen voor de toiletten op het gelijkvloers (kantoorruimte). De regenwaterput loopt over in een infiltratievoorziening met een inhoud van 11.480 liter.
Totaal aangesloten verharde oppervlakte 420,35 m²
Voor de afvoer van hemelwater moet de voorkeur gegeven worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit:
opvang voor hergebruik (hemelwaterput);
infiltratie op eigen terrein;
buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een gracht;
en tot slot lozing in de hemelwaterafvoerleiding (RWA) of gemengde leiding in de straat.
Slechts de overloop van een regenwaterput en/of infiltratiesysteem of de leegloop van een bufferbekken mag het perceel verlaten naar een afvoerweg.
Het regenwater wordt opgevangen in een regenwatervolume van 10 000 l. Het regenwater zal gebruikt worden voor de buitenkranen en het sanitair van de kantoorruimte. Het volume van de regenwaterputten is correct gedimensioneerd.
Er wordt infiltratie voorzien. Er wordt een infiltratievoorziening met 11 480 l en een infiltratieoppervlakte van 15.84 m² geïnstalleerd. Er kan akkoord gegaan worden met het concept en de dimensionering van de infiltratievoorziening.
Er is geen buffervoorziening voorzien. Er is met de hemelwaterput en de infiltratievoorziening reeds voldaan aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Op basis van bovenstaande evaluatie kan gesteld worden dat er voldaan is aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Er is een gescheiden stelsel aanwezig in de straat. De RWA dient te worden aangesloten op de RWA- leiding in de straat.
De diameter van de RWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen
