• No results found

Rapport Hydraulisch en technisch advies. Stad Antwerpen Deurne

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Rapport Hydraulisch en technisch advies. Stad Antwerpen Deurne"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport Hydraulisch en technisch advies Stad Antwerpen – Deurne

Frans van Heymbeecklaan 7-11

Verkavelaar/bouwheer:

AMATE

Dhr Wim Haentjens Koningin-Astridlaan 2/57, Lier (2500)

wim.haentjens@amate.be Studiebureau/architect:

Dhr Dieter Frank Wuyts Lodewijk Mortelmansstraat 9, Antwerpen (2610) 03 828 09 08

dwu@assar.com

(2)

Behandeld door KVDB/GL 23/03/2020 p.2/5

1. Situering project

In het kader van Water-Link formuleert Aquafin een hydraulisch advies aangaande de vraag tot aansluiting van het afval- en regenwater van een project gelegen in Frans van Heymbeecklaan 7-11 te Antwerpen. De aanvraag betreft de aansluiting van een te verbouwen kinderopvang “De

Kinderdroom”. De bouwheer is Dhr Wim Haentjens. Het ontwerp werd opgemaakt door Dhr Dieter Frank Wuyts. Het perceel staat kadastraal gekend onder 11344A0483/00P002.

Het project bevindt zich in fase vergunningsaanvraag.

Het perceel ligt in mogelijks overstromingsgevoelig gebied, niet in gebieden voor waterwinning. De bodem is infiltratiegevoelig. Het perceel ligt in centraal gebied.

In de Frans Van Heymbeecklaan, ter hoogte van het perceel ligt een eivormige gemengde leiding met afmeting 1200 x 800mm, en ligt op een diepte van ongeveer 1,08m, bovenkant buis, onder het maaiveld.

Er is in bestaande toestand voor dit project geen huisaansluiting of wachtaansluiting aanwezig op de riolering.

(3)

2. Advies

Het project kan gunstig geadviseerd worden, indien met volgende rekening wordt gehouden:

 Volgens de bouwcode Antwerpen dient er gerekend te worden met 2GE’s per toilet voor gemeenschapsfuncties. Er zijn 13 toiletten in het gebouw. Vervolgens dient er gerekend te worden met een minimum van 2.000l voor 5 GE’s, vanaf de 6de bijkomend 300l per GE, en vanaf de 11de met 225 per GE. Er wordt een septische put voorzien van 5.525l. De septische put is niet correct gedimensioneerd.

 Het regenwater wordt opgevangen in een regenwatervolume van 20.000 l. Het regenwater zal gebruikt worden voor de toiletten. Er wordt een te frequente leegstand van de regenwaterputten verwacht. Het volume water dat van het toevoerende dakoppervlakte komt is onvoldoende om de hemelwaterput regelmatig te vullen. Een kleinere hemelwaterput is aan te bevelen en - in functie daarvan – een groter infiltratievolume..

 Volgens de GSV dient er minimaal een infiltratie van 2.82m³ en een infiltratieoppervlakte van 4.52m² voorzien te worden. Er wordt infiltratie voorzien dmv een infiltratieput. Er wordt een infiltratievoorziening met 3 m³ en een infiltratieoppervlakte van 5 m² geïnstalleerd. Er kan akkoord gegaan worden met het concept en de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Het is aan te raden om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief. Zoals eerder vermeld, wordt er een kleinere hemelwaterput aanbevolen. In dat geval dient de infiltratievoorziening vergroot te worden.

Volgende punten dienen ook in acht genomen te worden:

 RWA en DWA moeten volledig gescheiden tot op de rooilijn worden gebracht. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien.

 Gravitaire kelderaansluitingen zijn niet toegelaten. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv.

klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder.

 De aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80 cm onder het straatniveau. Afwijkingen hiervan kunnen eventueel toegelaten worden mits een gemotiveerde aanvraag.

(4)

Behandeld door KVDB/GL 23/03/2020 p.4/5

3. Motivatie advies

3.1 Check intern gescheiden stelsel:

Regenwater en afvalwater worden volledig gescheiden ingezameld.

3.2 Aansluiting vuilwater (DWA)

Het project is gelegen in centraal gebied. Het afvalwater dient dus aan te sluiten via een septische put waarop enkel het zwart water op aangesloten wordt.

Volgens de bouwcode Antwerpen dient er gerekend te worden met 2GE’s per toilet voor gemeenschapsfuncties. Er zijn 13 toiletten in het gebouw. Vervolgens dient er gerekend te worden met een minimum van 2.000l voor 5 GE’s, vanaf de 6de bijkomend 300l per GE, en vanaf de 11de met 225 per GE. Er wordt een septische put voorzien van 5.525l. De septische put is niet correct gedimensioneerd.

Er is een gemengde riolering in de straat. De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat.

Indien er afvoerpunten van de woning (bijv. klokrooster, afvoerput) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de collector dient de aansluiting beveiligd te worden tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp. Het waterpeil in de riolering kan bij hevige neerslag tot dat peil stijgen. De terugslagklep dient geplaatst te worden in de aankomende leidingen.

De diameter van de DWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen.

3.3 Aansluiting hemelwater (RWA)

Totaal aangesloten verharde oppervlakte oppervlakte m²

Dak 330

Terras dat afloopt naar de infiltratie 113

Voor de afvoer van hemelwater moet de voorkeur gegeven worden aan de volgende afvoerwijzen in afnemende graad van prioriteit:

 opvang voor hergebruik (hemelwaterput);

 infiltratie op eigen terrein;

 buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een gracht;

 en tot slot lozing in de hemelwaterafvoerleiding (RWA) of gemengde leiding in de straat.

Slechts de overloop van een regenwaterput en/of infiltratiesysteem of de leegloop van een bufferbekken mag het perceel verlaten naar een afvoerweg.

De architect voegt een berekening bij de aangeleverde documenten met volgende gegevens

 56 kinderen x 30l/d = 1680l/d

 15 personeel x 30l/d = 450l/d

 8 bezoekers x 8l/d = 65l/d

Het regenwater wordt opgevangen in een regenwatervolume van 20.000 l. Het regenwater zal gebruikt worden voor de toiletten. Er wordt een te frequente leegstand van de regenwaterputten verwacht. Het volume water dat van het toevoerende dakoppervlakte komt is onvoldoende om de hemelwaterput regelmatig te vullen. Een kleinere hemelwaterput is aan te bevelen en - in functie daarvan – een groter infiltratievolume.

Volgens de GSV dient er minimaal een infiltratie van 2.82m³ en een infiltratieoppervlakte van 4.52m² voorzien te worden. Er wordt infiltratie voorzien dmv een infiltratieput. Er wordt een infiltratievoorziening met 3 m³ en een infiltratieoppervlakte van 5 m² geïnstalleerd. Er kan akkoord gegaan worden met het concept en de dimensionering van de infiltratievoorziening. Het is aan te raden om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud toe en infiltreert bovendien het meest effectief.

(5)

Zoals eerder vermeld, wordt er een kleinere hemelwaterput aanbevolen. In dat geval dient de infiltratievoorziening vergroot te worden.

Er is geen buffervoorziening voorzien. Er is met de hemelwaterput en de infiltratievoorziening reeds voldaan aan de stedenbouwkundige verordening hemelwater.

Er werden voldoende maatregelen genomen om het debiet te beperken.

Op basis van bovenstaande evaluatie kan gesteld worden dat er in principe voldaan is aan de stedenbouwkundige verordening. Er dient echter rekening gehouden worden met de bovenstaande opmerkingen.

Er is een gemengde riolering aanwezig in de straat. De RWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen worden met de DWA en zo samen via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde riolering

De hemelwaterafvoer (of regenwaterafvoer) wordt aangesloten op een leiding waarlangs ook afvalwater getransporteerd wordt. Bij hevige neerslag houdt dit het risico in dat er afvalwater terechtkomt in de hemelwaterput. Daarom raden wij aan om de overloop van de hemelwaterput uit te rusten met een terugslagklep.

De diameter van de RWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125mm tot maximaal 200mm te bedragen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er is in bestaande toestand voor dit project een huisaansluiting of wachtaansluiting aanwezig, er dient dus geen nieuwe aansluiting gemaakt te worden.. Ter hoogte van het project is

De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat.. Indien er afvoerpunten

Er is in bestaande toestand voor dit project een huisaansluiting of wachtaansluiting aanwezig, er dient dus geen nieuwe aansluiting gemaakt te

De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat.. Indien er afvoerpunten

De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat.. Indien er afvoerpunten

In de Waalsekaai en Vlaamsekaai zal in het project Zuiderdokken een volledig nieuw gescheiden stelsel worden aangelegd.. De DWA en RWA van deze aanvraag dienen te worden aangesloten

De DWA dient ter hoogte van de rooilijn samen genomen te worden met de RWA en zo via één huisaansluiting aan te sluiten op de gemengde leiding in de straat.. Indien er afvoerpunten

Een terugslagklep dient te worden geplaatst in de aankomende leidingen en niet in de infrastructuur van de rioolbeheerder..  De aansluiting dient te gebeuren op een diepte van 80