• No results found

Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HOEGAARDEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HOEGAARDEN"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HOEGAARDEN

Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 13516

Instelling Vrije Kleuterschool Directeur Heidi CRETS

Adres Meerstraat 6_b - 3320 HOEGAARDEN Telefoon 016-76.74.72

E-mail kleuterschool.meldert@skynet.be Website www.boskabouters.be

Bestuur van de instelling

Adres VZW "Sint-Ermelindis"

Meerstraat 6_b - 3320 HOEGAARDEN Scholengemeenschap

Adres TUMULI

Waaibergstraat 41 - 3300 TIENEN CLB

Adres Vrij CLB Tienen

Veldbornstraat 18 - 3300 TIENEN Dagen van het doorlichtingsbezoek 2-02-2015

Einddatum van het doorlichtingsbezoek 02-02-2015 Datum bespreking verslag met de instelling 13-02-2015

Samenstelling inspectieteam

Inspecteur-verslaggever Stefan PASTURE Teamleden Mieke DEVLIEGER

(2)

INHOUDSTAFEL

INLEIDING...3

1 SAMENVATTING...5

2 DOORLICHTINGSFOCUS ...7

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus...7

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus...7

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?...8

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden? ...8

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? ...8

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: Nederlands ...8

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie...8

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: Nederlands en Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie ...8

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?...11

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?...12

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?...12

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ...13

4.1 Deskundigheidsbevordering...13

4.2 Leerbegeleiding ...14

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL ...16

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ...18

6.1 Wat doet de school goed?...18

6.2 Wat kan de school verbeteren? ...18

6.3 Wat moet de school verbeteren?...18

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ...19

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG ...19

(3)

INLEIDING

De decretale basis van het onderzoek

Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert,

2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken

(zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009).

Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering,

2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school.

Een onderzoek in drie fasen

Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag.

- Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPO- referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek.

- Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten.

- Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be.

Een gedifferentieerd onderzoek

1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering:

- het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen

Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal leergebieden.

Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPO- referentiekader:

 het onderwijsaanbod

 de uitrusting

 de evaluatiepraktijk

 de leerbegeleiding.

- een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

- een selectie van overige regelgeving.

2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor

- doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop?

- ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken?

- doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na?

- ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?

(4)

3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.

In dit luik rapporteert het inspectieteam ook over het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid van de school.

Het advies

De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen:

- een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen.

- een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies.

- een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten.

Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.

Tot slot

Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage.

Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig

bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.

De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.

Meer informatie?

www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

1 SAMENVATTING

Dit verslag rapporteert over de doorlichting van de vrije kleuterschool "De boskabouters" gelegen in het landelijke Meldert, een deelgemeente van Hoegaarden. Deze tweeklassige kleuterschool is de enige kleuterschool in Meldert en is een dorpsschooltje in de goede betekenis van het woord. Er heerst een familiale sfeer waar ouders en kinderen welkom zijn en waar het welbevinden van de kleuters het hoogste streefdoel is. In haar oordeel houdt de onderwijsinspectie rekening met specifieke kenmerken van de school, de omgeving, het personeel en de leerlingen.

Op basis van het vooronderzoek van 26 januari 2015 bepaalde de onderwijsinspectie de focus die ze tijdens deze doorlichting onderzocht. Ze gaat de inspanningen van het schoolteam na om voor het leergebied Nederlands en het leergebied wereldoriëntatie de ontwikkelingsdoelen na te streven. Daarnaast peilde de onderwijsinspectie naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de leerbegeleiding en de

deskundigheidsbevordering en naar aspecten van het algemeen beleid. Ten slotte onderzocht ze ook een selectie van regelgeving en de mate waarin de school aandacht heeft voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leeromgeving.

Het onderzoek naar de onderwijsdoelstellingen wijst uit dat de resultaten van de onderzochte leergebieden aan de verwachtingen van de overheid voldoen. Outputgegevens, documentanalyse, de werkjes van de kleuters, observatie in de klassen en de gesprekken met de kleuteronderwijzers tonen aan dat de ontwikkelingsdoelen voor Nederlands en wereldoriëntatie in voldoende mate worden nagestreefd.

De teamleden voorzien een gevarieerd thematisch onderwijsaanbod dat nauw aansluit bij de leef- en belevingswereld van de kleuters. Door hun thema- en activiteitenkeuzes weten de kleuteronderwijzers de kinderen te boeien en uit te dagen tot het actief verkennen en verruimen van hun leefwereld. Daarbij krijgen de kleuters kansen om op een geïntegreerde en natuurlijke manier hun talige vaardigheden te ontwikkelen.

Het durven "loslaten" van een sturende onderwijsstijl is soms een uitdaging om meer ervaringsgericht te kunnen werken. De doelgerichte planning van het onderwijsaanbod is van een hoge kwaliteit en zorgt ervoor dat de kleuters kunnen rekenen op een evenwichtig en volledig onderwijsaanbod, niet alleen voor wereldoriëntatie maar ook voor Nederlands. De kleuteronderwijzers brengen de vorderingen van de kleuters op een duidelijke en volledige manier in beeld. Ze proberen nieuwe én de weerkerende thema's telkens weer op een frisse manier uit te werken. Het is voor het team een uitdaging om de klasinrichting te optimaliseren en om een aantal inzichten te verwerven over hedendaags taalvaardigheidsonderwijs.

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de processen in de focus maakt duidelijk dat zowel de leerbegeleiding als de deskundigheidsbevordering doelgericht, doeltreffend, ondersteunend en ontwikkelingsgericht gebeurt. Ondanks hun kleine omvang tracht het team samen vanuit een duidelijke visie acties te ontwikkelen. Voor de deskundigheidsbevordering werkte het beleid vanuit een

behoeftepeiling en een prioriteitenplan een tijdspad uit om als team verder te ontwikkelen. Het team laat zich ondersteunen door de pedagogische begeleiding, de scholengemeenschap en externe hulpverleners.

De leerbegeleiding van de zorgkinderen gebeurt volgens handelingsplanmatige principes en zorgt ervoor dat kinderen met ontwikkelingsproblemen opgevolgd en ondersteund worden.

Het onderzoek van het algemeen beleid toont aan dat deze school kan bogen op een krachtig doch menselijk beleid. De gedrevenheid en de onderwijskundige en organisatorische deskundigheid van de directeur, samen met een coachend en stimulerend leiderschap, zorgen ervoor dat dit hecht team zich met de nodige werkkracht blijft inzetten. Het team maakt "samen" school. Visievorming en aandacht voor het bewaken van de interne onderwijskwaliteit maken dat deze school vanuit een gezamenlijke doelgerichtheid de eigen werkpunten zelf kan aanpakken.

(6)

Het onderzoek naar de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leer- en werkomgeving wijst uit dat er meerdere tekorten werden vastgesteld.

Het onderzoek naar de geselecteerde aspecten van de overige erkenningsvoorwaarden en de overige regelgeving toont aan dat het schoolteam de onderzochte reglementering respecteert.

De onderwijsinspectie formuleert een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarden en een gunstig advies beperkt in de tijd voor het onderzoek naar de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne . De

onderwijsinspectie zal deze tekorten binnen drie jaar opvolgen. Binnen het enthousiaste team van de kleuterafdeling is het draagvlak groot om het huidige ontwikkelingsproces verder te zetten op de

ingeslagen weg. De kleuteronderwijzers kunnen zelf verder de onderwijskwaliteit bijsturen en verbeteren of borgen. Ze kunnen zich hierbij laten inspireren door de aanbevelingen in dit verslag.

(7)

2 DOORLICHTINGSFOCUS

Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande leergebieden en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.

2.1 Leergebieden in de doorlichtingsfocus Kleuteronderwijs - Leergebieden

Nederlands wereldoriëntatie

2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus Personeel - Professionalisering

Deskundigheidsbevordering Onderwijs - Begeleiding

Leerbegeleiding

(8)

3 RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde leergebieden het volgende op.

3.1.1.1 Kleuteronderwijs: Nederlands Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied Nederlands in voldoende mate na.

De kleuteronderwijzers geven het onderwijsaanbod doelgericht vorm en verbinden het rechtstreeks met de observatiepraktijk. Binnen activiteiten die nauw aansluiten op hun leefwereld krijgen de kleuters kansen om op een geïntegreerde en natuurlijke manier hun talige vaardigheden te ontwikkelen. De leerbegeleiding is functioneel uitgebouwd.

3.1.1.2 Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Voldoet

De kleuterafdeling streeft de ontwikkelingsdoelen voor het leergebied wereldoriëntatie in voldoende mate na. De themagerichte aanpak en de gevarieerde activiteiten zorgen voor een breed aanbod in een

natuurlijke samenhang met de andere leergebieden. De kleuteronderwijzers zorgen voor een eenduidige relatie tussen planning, aanbod en evaluatie.

3.1.1.3 Kleuteronderwijs: Nederlands en Kleuteronderwijs: wereldoriëntatie Curriculum

Onderwijsaanbod Referentiekader Planning Evenwichtig en volledig Samenhang Brede harmonische vorming Actief leren

De kleuteronderwijzers hanteren een koepelgebonden doelenlijst als

richtinggevend referentiekader. Ze integreren het onderwijsaanbod in thema’s.

Voor de uitwerking ervan heeft het kleuterteam afspraken vastgelegd en gebruikt ze gestructureerd en doelgericht een digitaal planningsinstrument. Sinds enige tijd geldt de schoolafspraak om met dominante doelen te werken. Uit de planningsdocumenten blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen deze dominante doelen en de activiteiten. Daarnaast inspireren de

kleuteronderwijzers zich ook op de leerplannen om hun aanbod vorm te geven.

De gerichte selectie van een beperkt aantal leerplandoelen biedt goede garanties op het nastreven ervan in de activiteiten. Het team heeft de goede gewoonte om jaarlijks bepaalde leerplannen systematisch onder de loep te nemen. Het

leerplan Nederlands kwam de laatste jaren niet aan bod waardoor het team de uitgangspunten en inhouden ervan nog weinig kent.

De kleuteronderwijzers werken hun planning uit op het niveau van begeleide activiteiten en verrijkte hoeken waardoor ze binnen de thema’s over het algemeen een evenwichtig en samenhangend aanbod realiseren. Voor de gezamenlijke thema’s uit de jaarkring overlegt het kleuterteam hoe ze het aanbod op de verschillende leeftijdsgroepen kan afstemmen. Dit zorgt voor een goede verticale samenhang van het aanbod. De kleuteronderwijzers slagen er bovendien in om deze thema’s jaarlijks van een frisse insteek en nieuwe activiteiten te voorzien. Daarnaast werken ze per jaar meerdere thema’s uit die de kleuters zelf aanbrengen of aansluiten bij hun interesses en leefwereld.

(9)

Door de thema’s te enten op de behoeften en belangstelling van de kleuters verloopt hun taalverwerving en -ontwikkeling op een natuurlijke en functionele manier. Met specifieke activiteiten, taalspelletjes en hoekenverrijking met materialen die binnen het thema passen, slagen de kleuteronderwijzers er meestal in om een krachtige taalleeromgeving te creëren waarbinnen de kleuters voldoende uitdagingen en kansen krijgen tot actief en passief taalgebruik. Door de natuurlijke en wederkerige wijze waarop de kleuteronderwijzers met de kleuters in dialoog gaan, stimuleren ze de ontwikkeling van reële en adequate communicatie.

Het functioneel gebruik van de verschillende kalenders ondersteunt de ontwikkeling van een aantal schooltaalbegrippen bij de kleuters en biedt hen houvast bij de ontwikkeling van het tijdsbesef. Deze kalenders zijn nog weinig op elkaar afgestemd voor de verschillende leeftijdsgroepen.

Naargelang de beginsituatie van de kleuters geven de kleuteronderwijzers structureel aandacht aan ontluikende geletterdheid. Via prentenboeken en stappenplannen ervaren kleuters de communicatieve waarde van geschreven of gedrukt materiaal. Voor ontluikende schrijfvaardigheid houden de

kleuteronderwijzers een evenwicht tussen werken met klassieke werkblaadjes en werken vanuit de natuurlijke schrijfontwikkeling en vanuit experimenteren met materialen en bewegingen.

De kleuteronderwijzers laten nog kansen liggen op het vlak van de gerichte taalontwikkeling van de kleuters. Dit komt doordat ze voor het leergebied Nederlands eerder terugvallen op intuïtie en opgebouwde ervaring dan op hedendaagse inzichten in taalverwervingsprocessen en

taalvaardigheidsonderwijs. Zo maakte het team beperkt afspraken over de na te streven woordenschat voor een gradueel opgebouwde functionele thema-, school- en instructietaal. Het intentioneel werken aan luister- en

spreekvaardigheid wordt leerkrachtgebonden nog vaak beperkt ingevuld binnen vaste werkvormen als kringgesprekken en taalspelletjes of in instructiesituaties.

Een kwaliteitsvolle en gevarieerde hoekenverrijking, niet alleen met materialen, maar ook met opdrachten in functie van doelgerichte interactiekansen tussen kleuters onderling, staat nog in de kinderschoenen.

Het thematisch werken verhoogt een wereldoriënterende benadering van de werkelijkheid met een duidelijke horizontale samenhang met andere

leergebieden. Door hun thema- en activiteitenkeuzes weten de

kleuteronderwijzers de kleuters te boeien en uit te dagen tot het actief

verkennen en verruimen van hun leefwereld. Ook het inspelen op de actualiteit of op onverwachte gebeurtenissen behoort hiertoe. De aankleding van de klas en de verrijking van de hoeken zorgen ervoor dat het behandelde thema in de klas tot leven komt. Bij de introductie van een thema activeren de

kleuteronderwijzers de voorkennis van de kleuters en stimuleren ze hen doorheen verschillende activiteiten tot zintuiglijk waarnemen en exploreren.

Voor het deelgebied techniek confronteren ze kleuters met probleemstellingen en experimenten waarbij ze probleemoplossende denkstrategieën bij de kleuters activeren en hen al handelend leren denken en spreken. Het steeds meer

loslaten van een sturende onderwijsstijl om voluit vanuit de ervaringen van de kleuters te werken is nog een uitdaging die het team dit jaar met reden opneemt in haar professionaliseringsbeleid.

(10)

De school ontwikkelde een omgevingsboek waardoor ze de mogelijkheden van de directe schoolomgeving kent. De kleuteronderwijzers trekken er dan ook af en toe op uit om het aanbod levensecht in te vullen. Nu en dan maken ze ook gebruik van experten in de klas. Een positieve ouderbetrokkenheid zorgt voor ondersteuning bij dergelijke activiteiten. Via bevragingen van ICT-gebruik en voedingsgewoonten sluit de school zo dicht mogelijk aan bij de thuissituatie van de kleuters om te werken rond gezondheid en multimedia. Met de specifieke inrichting van de speelplaats, het voorzien van fietsjes en een aantal afspraken creëert de school een mini-verkeersomgeving waarin kleuters hun eerste stappen leren zetten als gebruikers in het verkeer. Het benutten van de schooltuin om kleuters een onderzoekende houding aan te leren in functie van het deelgebied natuur heeft nog groeipotentieel.

Curriculum Onderwijsorganisatie Klasmanagement

De kleuteronderwijzers ondersteunen de zelfredzaamheid en de zelfsturing van de kleuters. Het klasbeeld toont nog groeikansen voor een eenduidige

ontwikkelingslijn in het gebruik van pictogrammen, stappenplannen of het keuzebord om het klashouden te ondersteunen. Contractwerk en het peter- of meterschap over een jongere kleuter ondersteunen de oudste kleuters in hun groei naar zelfstandigheid. De aanwezigheid van jongere en oudere kleuters binnen de klasgroepen stimuleert het leren van en met elkaar.

Materieel beheer Uitrusting Ontwikkelingsmaterialen Leermiddelen

Naslagwerken en bronnenmateriaal om het taalonderwijs te stimuleren zijn aanwezig, maar de kleuteronderwijzers maken er wisselend gebruik van.

De beschikbare ontwikkelingsmaterialen en leermiddelen zijn ruim voldoende.

Met techniekdozen leren de kleuters verschillende soorten technische principes ontdekken. De kleuters gebruiken regelmatig tablets en de computer om educatieve spellen te spelen en themagebonden filmpjes te bekijken. Met bepaalde ontwikkelingsspelen oefenen de oudste kleuters op een speelse manier motorische vaardigheden die voorbereiden op het schrijven.

De kleuteronderwijzers voorzien in aansluiting bij het weekthema steeds

prentenboeken. De hoeveelheid en variatie aan boeken alsook de manier waarop ze aan de kleuters worden aangeboden, verschilt per klas. Afhankelijk van de klas mogen de kleuters al dan niet zelfstandig de boeken manipuleren.

Hoewel functioneel ingericht, ogen de klassen weinig uitnodigend. Sommige hoeken zetten weinig aan tot exploreren. Het team heeft geen afspraken voor de talige uitbouw van de verschillende hoeken. Een knusse boeken- en luisterhoek om kleuters te laten (her)genieten van verhalen of om kleuters met gerichte opdrachten hun luistervaardigheden te laten scherpen, ontbreekt. Het team neemt de klasinrichting dit schooljaar terecht op als nascholingsthema onder externe begeleiding.

Evaluatie Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Kindvolgsysteem Gericht op bijsturing

De evaluatiepraktijk is breed uitgebouwd en biedt een evenwichtig en representatief beeld van de totale ontwikkeling van de kleuters. De zorgcoördinator neemt bij de oudste kleuters op geregelde tijdstippen

gestandaardiseerde toetsen af om de ontwikkeling van de kleuters te vergelijken met objectieve criteria. Deze resultaten worden aangevuld met observaties van de kleuteronderwijzers. Ze maakten afspraken over de wijze waarop en de frequentie waarmee ze deze uitvoeren. Binnen elk thema observeren de kleuteronderwijzers de dominante doelen die ze in de verschillende activiteiten met de kleuters nastreven. Daarnaast observeren ze gedurende drie weken per schooljaar meer algemene ontwikkelingsaspecten van de kleuters die gekoppeld zijn aan het koepelgebonden referentiekader. Deze gegevens worden in het

(11)

evolutieboekjes voor kleuren en knippen en plakken. Daarentegen kan

systematische reflectie met kleuters over het geleerde nog aan belang winnen binnen de evaluatiepraktijk.

De observatie- en testgegevens vormen het uitgangspunt voor een doorgaans gerichte ondersteuning van kleuters binnen de dagelijkse klaswerking en voor de extra zorgondersteuning door de zorgcoördinator. Ze zijn ook het vertrekpunt voor de communicatie met de ouders. De gegevens zetten het team nog niet altijd aan om op klasniveau te reflecteren over leerwinst of over de bijsturing van het klassikale aanbod.

Begeleiding Leerbegeleiding Beeldvorming Zorg

Via een brede gegevensverzameling zorgt het kleuterteam voor een vrij volledige beeldvorming van de ontwikkeling van de kleuters. Deze vormt het uitgangspunt van een transparante zorgwerking. Binnen het kleine team met graadklassen zijn de kleuteronderwijzers het gewoon om klasintern te differentiëren tussen de jongste en de oudste kleuters en als klasleerkracht in te staan voor de

eerstelijnszorg. Ze beschouwen het als vanzelfsprekend om extra in te spelen op kleuters met zorgnoden of kleuters die nood hebben aan extra uitdagingen. Het welbevinden en de betrokkenheid van de kleuters staat daarbij voorop. Het sterke informeel contact met (groot)ouders bij het persoonlijk ochtendonthaal in de klas zorgt ervoor dat ouders en kleuteronderwijzers elkaar wederzijds snel bevragen en informeren in het geval van bezorgdheden.

De zorgcoördinator neemt één moment per week de klas over en werkt hetzij preventief hetzij remediërend. Dit gebeurt ad hoc voor momentane noden en volgens de principes van het handelingsgericht werken voor kleuters met meer fundamentele zorgnoden. Deze kleuters worden nauwgezet opgevolgd en formeel besproken op het multidisciplinair overleg. De zorgcoördinator zorgt daarnaast ook voor inhoudelijke ondersteuning en professionalisering op leerkrachtniveau. Het team beschouwt de inbreng van expertise van externe partners als een meerwaarde.

Observatiegegevens, ondersteuningsmaatregelen en hun opbrengst en de structurele samenwerking met externe partners worden allemaal in het digitaal kindvolgsysteem opgenomen. Het team gebruikt de mogelijkheden van dit registratieinstrument op een manier die de zorgwerking daadwerkelijk ondersteunt.

3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’?

Uit de controles en adviezen van externe controlediensten, de interne dienst (preventieadviseur) en de externe dienst, blijken er meerdere tekorten te zijn opgemerkt op het vlak van bewoonbaarheid en veiligheid en gezondheid en hygiëne. Deze tekorten zijn op het ogenblik van de doorlichting nog onvoldoende opgelost.

Het overlegorgaan met betrekking tot preventie en bescherming op het werk vergadert niet minimaal vier maal per jaar.

Niet alle lokalen voldoen aan de bewoonbaarheids-, veiligheids-,hygiëne- en comfort eisen. (bureau) De school beschikt niet over een comformiteitsattest voor de stookoliereservoir.

De school dient de opmerkingen uit het keuringsverslag van de elektrische installatie weg te werken.

(12)

Zowel op het niveau van de organisatie als wat de bewoonbaarheid en veiligheid betreft als voor de gezondheid en de hygiëne zijn tekorten vastgesteld. De school krijgt een gunstig advies beperkt in de tijd voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne en dit omwille van de gedeeltelijke systematiek waarmee de school tekorten opspoort en tekorten wegwerkt.

3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op.

Onderzochte erkenningsvoorwaarde

Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (decreet bao - art. 62,6°) ja Neemt de school de reglementering inzake vakantieperioden en de aanwending van de onderwijstijd, zoals

bedoeld in artikel 50 in acht? (decreet bao - art. 62,8°) ja

Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding waarin de

vereiste bepalingen zijn opgenomen? (decreet bao - art. 62,10°) ja

Wordt de officiële school begeleid door de begeleidingsdienst van het GO!, OVSG of POV? (decreet bao - art.

62,§2,4°) ja

3.2 Respecteert de school de overige reglementering?

Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op.

Onderzochte regelgeving

Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao -

art. 37) ja

• geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse gemeenschap en de

rechtspersonen die ervan afhangen ja

• de bijdrageregeling ja

• de engagementsverklaring tussen de school en de ouders waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen over het oudercontact, voldoende aanwezigheid, vormen van individuele leerlingenbegeleiding en het positieve engagement ten aanzien van de onderwijstaal

ja

• het recht op inzage door de ouders en hun recht op toelichting bij de gegevens die op de leerling betrekking

hebben, waaronder de evaluatiegegevens die worden verzameld door de school ja

• informatie over extra-murosactiviteiten ja

• de afspraken in verband met het rookverbod ja

• de afspraken in verband met onderwijs aan huis ja

• de wijze waarop de leerlingenraad, de schoolraad en de ouderraad in voorkomend geval wordt samengesteld ja Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (decreet bao - art. 37) ja Is er een schoolwerkplan waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (decreet bao - art.

47) ja

• de omschrijving van het pedagogisch project zijnde het geheel van fundamentele uitgangspunten dat het

schoolbestuur voor de school vastlegt ja

• de organisatie van de school en voornamelijk de indeling in leerlingengroepen ja

• de wijze waarop de school het leerproces van de leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert ja

• de voorzieningen in het gewoon onderwijs voor leerlingen met een handicap of die leerbedreigd zijn, inclusief

de werkvormen met andere scholen van gewoon/buitengewoon onderwijs ja

• de wijze waarop de school via haar zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid werkt aan de optimale leer- en

ontwikkelingskansen van al haar leerlingen ja

Bezorgt de school de verplichte informatie aan de ouders correct bij de eerste inschrijving? (decreet

bao - art. 28) ja

Voert de school een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid met het oog op de optimale leer- en

ontwikkelingskansen van alle leerlingen? (decreet bao - art. 153 septies) ja Respecteert de school het recht op 28 lestijden per week? (decreet bao - art. 48) ja

(13)

4 BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?

Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.

4.1 Deskundigheidsbevordering

Doelgerichtheid Ondanks het beperkt aantal teamleden beschikt de school over een nascholingsplan dat aansluit bij de gekozen schoolprioriteiten. Dit

nascholingsplan inventariseert de nascholingen van de voorbije schooljaren en geeft aan voor welke leergebieden of processen er gekozen werd, van waaruit de keuze kwam en stelt doelen en een evaluatie voorop.

Het nascholingsbeleid is gebaseerd op een gedragen visie, met concrete en resultaatsgerichte doelen op middellange en lange termijn en is een voorbeeld van goede praktijk

Het nascholingsaanbod van diverse instanties is bij de kleuteronderwijzers voldoende bekend. Voor individuele nascholing maken de teamleden naar eigen interesse en behoefte een vrije keuze uit het aanbod. De school stelt geen specifieke verwachtingen voorop over de frequentie of over de thema's waarbinnen deze nascholingen moeten kaderen. Aangenomen wordt dat een nascholing een mogelijke ondersteuning vormt voor de klaspraktijk en het onderwijsleerproces.

Ondersteuning De teamleden gingen de voorbije schooljaren in op het aanbod van nascholingen om hun individuele deskundigheid te bevorderen. Het schoolbeleid had hierin vooral een stimulerende functie. In enkele gevallen gaf een

functioneringsgesprek aanleiding tot verdere individuele professionalisering.

Tijdens personeelsvergaderingen brengen de teamleden verslag uit over de gevolgde nascholingen.

Voor teamgerichte nascholingen doet het intern beleid een beroep op externen en in voorname mate op de waardevolle initiatieven vanuit de

scholengemeenschap. Onder meer voor de optimalisatie van enkele

leergebieden en de optimalisering van de leerbegeleiding schakelde de directeur de pedagogische begeleidingsdienst van de eigen koepel in.

Op schoolniveau zijn er nog groeimogelijkheden om de interne expertise met elkaar te delen. Praktijkgerichte werkvormen zoals co-teaching, rolwisseling en hospiteren zijn met het opsplitsen van de twee kleuterklassen op de achtergrond geraakt. De openheid binnen het team en de kleinschaligheid creëert echter kansen voor collegiale consultatie.

Doeltreffendheid Het team heeft de gewoonte om structureel de kwaliteit van de teamgerichte nascholingen grondig te evalueren. De teamleden reflecteren hierover op informele en formele wijze. Positief zijn de doelgerichte klasbezoeken door de directeur om na te gaan in welke mate nascholingsinitiatieven een effect hebben op de concrete klaspraktijk en in welke mate gemaakte afspraken daadwerkelijk hun ingang hebben gevonden in de werking.

(14)

Ontwikkeling Bij de teamleden is een bereidheid tot professionalisering en actieve

betrokkenheid bij de schoolontwikkeling aanwezig. Deze ingesteldheid draagt ertoe bij dat opgestarte processen zich in een positief klimaat kunnen

ontwikkelen.

4.2 Leerbegeleiding

Doelgerichtheid De school heeft duidelijk bepaald wat ze wil bereiken met haar initiatieven voor de leerbegeleiding van de kinderen en op welke manier dit dient te gebeuren. De zorg richt zich op het efficiënter en effectiever ondersteunen van de kleuters. Er is aandacht voor de talenten en/ of ontwikkelingsmoeilijkheden van elk kind.

Bovendien worden alle actoren op de gepaste momenten nauw betrokken in het begeleidingsproces en sluit de zorgwerking in alle fasen aan bij de algemene schoolvisie waarbij de aandacht voor het positieve, de kracht van het kleine vooropstaat.

Alle teamleden kennen het proces en passen het consequent toe.

Leerbegeleidende acties sluiten aan bij de beginsituatie, de noden van de kleuters en de vooropgestelde doelen. De wijze waarop het team samen denkt over de richting, het doel en de aanpak is een voorbeeld van goede praktijk.

Ondersteuning De directeur/ zorgcoördinator vormt de motor van een stevig zorgbeleid en biedt structurele ondersteuning in het streven naar ondersteuning bij kinderen.

Vanuit de zorgvisie stelt de school de klasleerkracht als centrale figuur binnen de eerstelijnszorg. De teamleden realiseren binnen hun klasaanpak een gedegen interne klasdifferentiatie, zowel voor kleuters met leermoeilijkheden als voor kleuters die meer uitdaging vragen. De teamleden vertonen een degelijk

klasmanagement dat bijdraagt tot het ontwikkelen. De kleuters krijgen wisselend kansen tot actief en zelfsturend leren. Soms zoeken teamleden nog naar een evenwicht tussen een sturende onderwijsstijl en een meer ervaringsgerichte aanpak. Naast de eerstelijnszorg ondersteunt de zorgcoördinator op een doordachte en actieve manier de klaspraktijk.

Het digitaal zorgplatform is een ondersteunend hulpmiddel om meer handelingsgericht te leren werken. Ondanks de kleine klasgroepen zijn de teamleden doordrongen van de noodzaak om op een gestructureerde wijze de hulp aan kleuters in kaart te brengen en vorm te geven.

De zorgcoördinator en de teamleden ervaren de samenkomsten en de

informatie-uitwisselingen op niveau van de scholengroep als ondersteunend en verrijkend.

Ook de contacten met externe zorgverstrekkers ervaren de teamleden als positief en ondersteunend voor zowel de kleuter als voor hun eigen klaspraktijk.

Doeltreffendheid Het schoolteam beschikt over een ruime beeldvorming in functie van een doeltreffende leerbegeleiding. De teamleden realiseren zowel met eigen observaties in functie van hun gestelde onderwijsdoelen als met verschillende gestandaardiseerde testen een duidelijk beeld van de kleuters.

Het onderzoek naar de “leerwinst” gebeurt voornamelijk op kindniveau en in mindere mate op klasniveau.

(15)

Ontwikkeling De leerbegeleiding van de school blijft in volle evolutie. De school heeft reeds een duidelijke weg afgelegd in haar ontwikkelingstraject van de zorgwerking en wenst zich hier nog in te bekwamen met ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdienst en de scholengemeenschap.

Zowel in de eerste- als tweedelijnszorg is er groeiende aandacht voor preventieve zorg naast de meer remediërende aanpak.

De teamleden staan open voor nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs om tegemoet te komen aan de noden van het M- decreet. Niet alleen de externe maar ook de interne professionalisering dragen bij tot de degelijke zorgbrede aanpak.

(16)

5 ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL

Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op.

Leiderschap In de tweeklassige kleuterschool zorgen drie kleuteronderwijzers voor de dagelijkse werking. De directeur is één van deze drie en staat naast directie opdrachten ook in voor het welzijnsbeleid en de zorgwerking.

De directeur is de spilfiguur van het interne leiderschap. Ze zet de te volgen koers uit en werkt oplossingsgericht in overleg met de collega’s aan de verdere

uitbouw van de school. De collega’s waarderen de werkkracht, de professionaliteit en het gestructureerde beleid van de directeur. Verder

kenmerkt het interne beleid zich door een empathische houding, een menselijke aanpak en door luisterbereidheid. Om meer gezamenlijke doelgerichtheid te bereiken kiest de directeur voor de weg van de geleidelijkheid, geeft ze veel vertrouwen, maar bewaakt ze toch de uitgezette richting met voldoende gerichte druk.

De directeur tracht via formele klasbezoeken, functionerings- en

evaluatiegesprekken een aantal aspecten van het schoolleven formeel op te volgen naast de dagelijkse informele omgang.

Visieontwikkeling Positief denken en handelen, stimuleren en aanmoedigen typeren het algemeen beleid en lopen als een rode draad doorheen het pedagogisch project. Meer en meer krijgt formele visievorming gestalte in de schoolwerking en bevordert het de gezamenlijke doelgerichtheid. Het is opmerkelijk dat de directeur voldoende tijd neemt om samen met de collega’s vanuit een prioriteitenplan

visieontwikkeling een heel belangrijke plaats te geven.

Besluitvorming De school beschikt over goed ondersteunende structuren voor communicatie en overleg. De teamleden ervaren een goede participatie aan het

besluitvormingsproces. Er is voldoende beleid- en beslissingskracht aanwezig.

Een positieve schoolcultuur en een transparant beleid bevorderen het engagement en de gezamenlijke doelgerichtheid van het team.

Kwaliteitszorg Het intern beleid gaat ervan uit dat het welbevinden van alle schoolparticipanten en een hecht en stabiel team de onderwijskwaliteit in positieve zin beïnvloeden.

De analyse van zowel interne als externe kwaliteitsbevragingen leidt tot gerichte verbeteracties voor zowel de leergebieden als de processen. Outputgegevens verder kritisch analyseren op klasniveau met oog voor het rendement van onderwijsaanbod en didactische aanpak, mogelijke oorzaken voor tegenvallende resultaten in kaart brengen en doelgerichte acties opzetten, zijn nog uitdagingen voor de toekomst.

(17)

GOK- en zorgbeleid Het schoolteam baseert zijn zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid op de analyse van data die de noden van alle leerlingen op een

handelingsplanmatige manier in kaart brengt. Het schoolteam heeft een duidelijke visie over de wijze waarop het zijn zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid vorm wil geven. Het team organiseert de acties sterk vanuit operationele doelen die aansluiten bij de noden van de leerlingen.

Daar waar het kan stemt het team zijn beleid af op dat van de scholengemeenschap.

De schoolorganisatie zorgt ervoor dat het team de vooropgestelde doelen binnen het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid bereikt. De acties

(op kind-, leraren- en schoolniveau) die het schoolteam uitwerkt sluiten nauw aan op de vooropgestelde doelen. Hierbij is er expliciete aandacht voor

kleuterparticipatie en voor het afstemmen van de eigen acties op het beleid van de scholengemeenschap. Het hele schoolteam kent de effecten van de acties binnen het zorg- en gelijkeonderwijskansenbeleid. Het schoolteam heeft in zijn professionaliseringsbeleid aandacht voor de deskundigheidsbevordering van alle teamleden met het oog op het schooleigen zorg- en

gelijkeonderwijskansenbeleid en neemt expliciete initiatieven om de opgedane inzichten en vaardigheden te implementeren op de werkvloer.

(18)

6 STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL

6.1 Wat doet de school goed?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 Het schoolteam slaagt erin om een aangenaam leef- en leerklimaat te creëren met bijzondere aandacht voor de betrokkenheid en het welbevinden van de kleuters.

 De kleuteronderwijzers enten een gevarieerd aanbod aan activiteiten voor Nederlands en wereldoriëntatie op de leerplandoelen en evalueren deze ook.

 De kleuteronderwijzers trachten hun thema’s op een frisse manier te verlevendigen.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 Het team realiseert een doelgerichte deskundigheidsbevordering waarbij

professionaliseringsinitiatieven gekoppeld worden aan teamgebonden prioriteiten en individuele nascholingsnoden.

 Zowel de klasleerkrachten als de zorgleerkracht realiseren in grote mate een handelingsplanmatige werking om alle kinderen te ondersteunen.

Wat betreft het algemeen beleid

 Het schoolteam kenmerkt zich als gedreven voor onderwijs en kan rekenen op een warm, ondersteunend, participatief en sturend beleid.

 Op basis van grondige outputanalyses en verschillende zelfevaluatieprocessen stelde het beleidsteam een prioriteitenplan op en krijgen diverse vernieuwings- en verbeteringsacties vorm.

 De directeur is leergierig en implementeert op een exemplarische wijze opgedane expertise.

6.2 Wat kan de school verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De kleuteronderwijzers kunnen de hoekenverrijking en hierin het aanbod aan materialen en opdrachten optimaliseren in functie van verhoogde experimenteer- en interactiekansen.

 De teamleden kunnen het taalvaardigheidsonderwijs vanuit een gezamenlijk gedragen visie operationaliseren en versterken.

 De kleuteronderwijzers kunnen de verwerving van thema-, school- en instructietaal doelbewuster nastreven en observeren.

 De kleuteronderwijzers kunnen in een aantal gevallen de sturing van het leerproces trachten “los te laten” om ervaringsgericht ontdekken meer kans te geven.

Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen

 De kleuteronderwijzers kunnen door hospiteren en het uitwerken van gezamenlijke projecten hun klaspraktijk nog meer op mekaar afstemmen.

Wat betreft het algemeen beleid

 Het beleid kan de leerwinst bij kleuters ook op klasniveau opvolgen.

6.3 Wat moet de school verbeteren?

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden

 De school moet een aantal aspecten met betrekking tot "bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne"

wegwerken.

(19)

7 ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN

In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies:

BEPERKT GUNSTIG

voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'.

Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 02-02-2018 opnieuw een controle uit.

GUNSTIG

voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor het kleuteronderwijs.

voor de overige erkenningsvoorwaarden.

8 OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG

Op de gecontroleerde overige regelgeving werden door het inspectieteam geen inbreuken voor verder gevolg door de onderwijsinspectie vastgesteld.

Namens het inspectieteam Voor kennisname namens het bestuur

Stefan PASTURE

de inspecteur-verslaggever

Heidi CRETS de directeur Datum van verzending aan de directie en het

bestuur van de school

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 De volledigheid van het leerstofaanbod voor wereldoriëntatie in de lagere afdeling dat dekkend is om alle eindtermen te bereiken.  De leerplangerichtheid en de gradatie van

De school heeft vrij systematisch aandacht voor de leerresultaten, maar ook voor de tevredenheid van diverse actoren zoals ouders en leerlingen. Daarvoor maakt ze gebruik

 De school beschikt voor het lager onderwijs over te weinig representatieve gegevens om aan te tonen dat de leerlingen de eindtermen voor het leergebied wereldoriëntatie bereiken

Een jarenlange prioriteit rond wereldoriëntatie zorgde ervoor dat vrijwel alle teamleden een goed zicht hebben op de eindtermen en leerplandoelen voor dit leergebied...

Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor.. - doelgerichtheid: welke doelen stelt de

Net zoals in de lagere school zijn de acties, en voor kleuters is dat meer logisch, gericht op externe motivatie.. Positief gedrag krijgt daarbij vrij veel

In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk.. In welke mate verstrekt de

Voor het leergebied muzische vorming kan de school niet aantonen dat ze aan haar decretale opdracht voldoet.. De kleuteronderwijzers voorzien geen evenwichtig en