• No results found

Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HAMONT-ACHEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HAMONT-ACHEL"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie

Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL

dlsec@onderwijsinspectie.be www.onderwijsinspectie.be

Verslag over de doorlichting van Vrije Kleuterschool te HAMONT-ACHEL

Hoofdstructuur basisonderwijs Instellingsnummer 14571

Instelling Vrije Kleuterschool Beleidsverantwoordelijke Heidi COX

Adres Wal 14 - 3930 HAMONT-ACHEL Telefoonnummer 011 44 58 10

E-mail directie@derobbertkleuter.be Website www.derobbertkleuter.be

Bestuur Adres

K.B.O. Hamont-Achel

Kloosterstraat 6 - 3930 HAMONT-ACHEL Scholengemeenschap

Adres

Katholiek Basisonderwijs Hamont-Achel Kloosterstraat 6 - 3930 HAMONT-ACHEL CLB

Adres

Vrij CLB Limburg afdeling Neerpelt Bermstraat 9 1 - 3910 PELT

Dagen van het doorlichtingsbezoek 13-01-2020, 14-01-2020, 16-01-2020, 17-01-2020 Samenstelling van het doorlichtingsteam Cris HENS

Hilde VANDERLOCHT

(2)

INHOUDSTAFEL

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag...3

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? ...3

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? ...3

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? ...3

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?...4

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? ...4

2 Administratieve situering ...5

3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? ...5

4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?...7

4.1 De leerlingenbegeleiding ...7

4.2 De onderwijsleerpraktijk...9

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? ..12

6 Respecteert de school de regelgeving?...14

7 Samenvatting...15

7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? ...15

7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? ...15

7.2.1 De leerlingenbegeleiding ...15

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk...16

7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?...17

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen...18

(3)

1 Toelichting bij het doorlichtingsverslag

1.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting?

Elke doorlichting biedt een antwoord op twee vragen:

1. In welke mate ontwikkelt de school haar kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk?

2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de

kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving?

De onderwijsinspectie beantwoordt deze twee vragen aan de hand van vier onderzoeken:

 een onderzoek van de kwaliteitsontwikkeling

 een onderzoek van de onderwijsleerpraktijk

 een onderzoek van één kwaliteitsgebied

 een onderzoek van het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

1.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit?

De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Om de onderzoeksgegevens te verzamelen, gebruikt de onderwijsinspectie verschillende onderzoeksmethoden en raadpleegt ze uiteenlopende bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken.

1.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Zo wil de onderwijsinspectie de school stimuleren om de kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus.

Beneden de verwachting

Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn.

Benadert de verwachting

Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting.

Volgens de verwachting

Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting.

Overstijgt de verwachting

Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk.

Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het OK. Dit niveau betekent dus voluit: ‘volgens de verwachting uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit’.

Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen als volgens de verwachting, maar voor dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk.

De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn:

(4)

 De praktijk overstijgt het gangbare.

 De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de kleuters/leerlingen.

 De praktijk is ingebed in de werking van de school of de werking van een deelteam.

 De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of specifieke noden van de school of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit.

 De praktijk kan andere scholen inspireren.

1.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie?

De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse Regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk.

1. Als de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 een gunstig advies zonder meer

 een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten.

2. Als de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert de onderwijsinspectie een ongunstig advies. Dit advies heeft twee varianten:

 Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur van de school zich bij het werken aan de tekorten extern laat begeleiden. Indien het bestuur van de school gebruikmaakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting. Die nieuwe doorlichting vindt plaats binnen een termijn die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het bestuur van de school kan een beroep indienen tegen die

onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur van de school aangeeft om te rechtvaardigen dat er wel een mogelijkheid moet zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten.

1.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting?

De school ontvangt het doorlichtingsverslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Feitelijke onjuistheden kunnen op dat moment nog worden rechtgezet. Het advies en de inschalingen worden echter niet meer gewijzigd.

Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van de school een bijkomende verduidelijking van het doorlichtingsverslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie plant de bespreking zo spoedig mogelijk en het beleid of het bestuur van de school bepaalt zijn vertegenwoordiging.

Voor meer informatie: raadpleeg www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be

(5)

2 Administratieve situering

De school organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaats(en):

 Vloedstraat 15 - 3930 HAMONT-ACHEL

 Wal 14 - 3930 HAMONT-ACHEL.

3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit?

Visie en strategisch beleid

De school wil bewuster stilstaan bij wat ze met haar onderwijs wil bereiken. Ze actualiseert daartoe haar visie en wil deze ook expliciet afstemmen op de gewijzigde input en de schooleigen context. Het team laat nog kansen liggen om hierbij de link te leggen met het nieuwe leerplan. Voor onder andere

taalvaardigheidsonderwijs en leerlingenbegeleiding expliciteert de school in groeiende mate hoe ze haar visie wil realiseren, hetgeen een gelijkgerichte en schoolbrede uitwerking ondersteunt. Voor andere onderwijskundige aspecten is het strategisch beleid op korte en langere termijn minder duidelijk en zijn de krijtlijnen waarbinnen leraren keuzes mogen maken soms vrij breed. Daardoor vinden deze aspecten op een gevarieerde manier ingang in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk. Er zijn nog groeikansen om

schoolontwikkelingsprocessen op een meer doelgerichte en geïntegreerde manier te plannen.

(6)

Organisatiebeleid De school beschikt over de nodige structuren die een vlotte organisatie van het onderwijsgebeuren mogelijk maken. Ze ontwikkelt en voert een beleid, waarbij participatie en dialoog belangrijk zijn. Het beleid kiest hierbij bewust voor gedeeld leiderschap en realiseert dit onder meer via het kernteam, de personeelsvergadering en de toegankelijke houding van de directeur en de zorgcoördinator. De school staat open voor externe vragen en verwachtingen en speelt daar geregeld op in. Ze stimuleert vernieuwing, reflectie en

expertisedeling tussen de teamleden. Teamteaching biedt hierbij heel wat kansen. De school kan evenwel het leren van elkaar nog versterken door ook voor de klasleraren het hospiteren in verschillende klassen te stimuleren. De school werkt samen met anderen om de onderwijsleerpraktijk en de

schoolwerking te versterken. Ze communiceert frequent, transparant en

doelgericht over haar werking met interne en externe belanghebbenden. Ouders ervaren een grote en laagdrempelige aanspreekbaarheid van zowel de leraren als het beleid.

Onderwijskundig beleid

Aangestuurd door de directeur en de zorgcoördinator ontwikkelt de school de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk. De school kenmerkt zich als een zorgzame school. Onderwijskundige keuzes worden steeds gemaakt vanuit het motto ‘de kleuter centraal’. De school geeft de onderwijsleerpraktijk en de professionalisering over het algemeen vorm aan de hand van doelgerichte maatregelen en afspraken. Bij prioriteiten worden duidelijke verwachtingen naar voor geschoven die ook ondersteund en opgevolgd worden door het

schoolbeleid. In functie van de verdere kwaliteitsontwikkeling kan de school de gelijkgerichtheid en de graduele opbouw tussen de verschillende klassen versterken.

Systematische evaluatie van de kwaliteit

De school kenmerkt zich door een zelfkritische houding. Ze evalueert zowel formeel als informeel verschillende aspecten van de schoolwerking. Ze heeft daarbij nadrukkelijk aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. De systematiek van de evaluaties kan nog versterkt worden.

Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit

De school evalueert haar kwaliteit doelgericht op basis van diverse kwalitatieve en kwantitatieve bronnen. Ze betrekt bij haar evaluaties relevante partners. Zo worden ouders bevraagd en leraren betrokken bij evaluaties. De school besteedt bij haar evaluaties nadrukkelijk aandacht aan de resultaten en effecten bij de kleuters. De school vraagt en krijgt feedback vanuit de naburige lagere school en gaat daarmee aan de slag, zeker wat de taalvaardigheid van kleuters betreft. De evaluaties zijn doorgaans betrouwbaar.

Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten.

Het vormt een aandachtspunt voor de school om binnen een strategisch beleid vernieuwings- of veranderingstrajecten af te ronden en structureel te verankeren binnen de schoolwerking.

(7)

4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?

4.1 De leerlingenbegeleiding

Brede basiszorg Het schoolteam stimuleert de optimale ontwikkeling van alle kleuters. Het schoolteam houdt rekening met de schoolcontext en de kenmerken van de kleuters om een krachtige leeromgeving te creëren. De klasleraren zijn de eerste verantwoordelijke voor de zorg en nemen deze rol ten volle ter harte. De keuze voor klasinterne ondersteuning met het systeem van teamteaching ondersteunt de leraren bij de brede basiszorg. Het schoolteam plant proactieve en

preventieve acties op het vlak van leren en studeren, onderwijsloopbaan en psychisch en sociaal functioneren. Bovendien is er veel aandacht voor de preventieve gezondheidszorg met initiatieven rond bewegen, gezond eten, voldoende water drinken, …. Het schoolteam implementeert die acties op school- en klasniveau. Het volgt de kleuters systematisch op. Jaarlijkse, goed onderbouwde overgangsgesprekken dragen bij tot een vlotte overgang tussen de verschillende klassen.

(8)

Passende begeleiding

Het schoolteam heeft zicht op de specifieke onderwijsbehoeften van de kleuters en baseert daarop een stapsgewijze begeleiding gericht op gelijke kansen. De gerichte inzet van bijkomende ouderoverlegmomenten en diagnostische tests voor kleuters met bijzondere noden, zorgen mee voor een betrouwbare beeldvorming. De begeleiding wordt individueler naarmate de nood aan zorg stijgt. Het schoolteam neemt voor kleuters met specifieke onderwijsbehoeften begeleidende maatregelen op maat, volgt de effecten ervan op en stuurt de maatregelen indien nodig bij. Een doeltreffende coördinatie van het zorgbeleid op schoolniveau is daarbij sterk ondersteunend. Het kort-op-de-bal-beleid en de verbindende samenwerking met de kleuter zelf, de ouders en relevante partners bij de begeleiding zijn troeven. Bij passende maatregelen worden alle

kindbetrokkenen geïnformeerd en gemotiveerd om deze toe te passen. De communicatie over de begeleiding is laagdrempelig en transparant. De manier waarop het schoolteam de begeleiding via een continuüm van zorg opneemt, is een voorbeeld van goede praktijk.

Samenwerking met het CLB

De school werkt systematisch, planmatig en transparant samen met het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) op basis van samenwerkingsafspraken op het vlak van begeleiding van kleuters en versterking van het schoolteam. Het schoolteam baseert zijn ondersteuningsvragen op concrete noden. Wanneer de brede basiszorg en de maatregelen uit de verhoogde zorg niet volstaan, betrekt de school het CLB. Vanuit de jaarlijkse evaluatie kunnen

samenwerkingsafspraken meer schoolspecifiek uitgewerkt worden. Zo kan de school in overleg bekijken in welke mate ze een beroep kan doen op de expertise van het CLB met betrekking tot thema’s zoals kansarmoede, anderstaligheid en de opvolging van afwezigheden. Tevens kan de school voor een doorverwijzing naar een schoolexterne begeleiding (o.a. logo) nog systematischer een beroep doen op de draaischijffunctie van het CLB.

Ondersteuning van de leraren

De school coördineert de begeleidingsinitiatieven. Een duidelijke zorgplanning, transparante zorgstructuren en een ondersteunend zorgbeleid bieden de nodige houvast. De school brengt onder andere via functioneringsgesprekken de ondersteuningsbehoeften van leraren in kaart en investeert in maatregelen, afspraken en professionaliseringsactiviteiten om het handelen van leraren in de brede basiszorg en in de verhoogde zorg vorm te geven en waar nodig te versterken. Concrete noden of ondersteuningsbehoeften van kleuters leiden dikwijls tot het volgen van specifieke nascholingen. De ondersteuning vanuit het zorgbeleid is leraar- en teamgericht met waarneembare effecten in de

onderwijsleerpraktijk. Voor bijkomende inhoudelijke expertise doet de school een beroep op het CLB, op de pedagogische begeleidingsdienst of een andere externe dienst of op het ondersteuningsnetwerk. Vanuit een responsieve houding benadert de school initiatieven van externen met de nodige kritische zin, in casu de logopedische screenings.

(9)

4.2 De onderwijsleerpraktijk

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

De leraren verkennen de generieke doelen en de ontwikkelstappen uit het nieuwe leerplan van de onderwijskoepel. De motorische en de talige

ontwikkeling van de kleuters krijgen doelbewust een extra accent in het aanbod.

Met sommige ontwikkelvelden of ontwikkelthema’s zijn de leraren minder vertrouwd waardoor deze ook minder systematisch aan bod komen. Het aanbod spoort hierdoor slechts gedeeltelijk met het gevalideerd doelenkader. De realisatie van een evenwichtig en volledig aanbod kent groeikansen. Het team kan daartoe het planningssysteem verder op punt stellen vanuit een

gezamenlijke visie op doelbewust en doelgericht werken gekoppeld aan functionele schoolafspraken.

Leer- en

ontwikkelingsgericht aanbod

De leraren benutten de beginsituatie van de groep kleuters om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces krachtig vorm te geven. Zowel tijdens de themaloze weken als binnen de thematische werking krijgen de kleuters veel kansen om te exploreren en te experimenteren en om hun zelfredzaamheid, zelfstandigheid en zelfsturing te ontwikkelen. De leraren verrijken hun hoeken, integreren levensecht materiaal en maken leeruitstappen.

Het aanbod is betekenisvol en activerend en ondersteunt het leren en de brede ontwikkeling. De onderwijsorganisatie en de doordachte en flexibele inzet van klasondersteunende teamleden via teamteaching bevorderen het nastreven van de doelen en de realisatie van schoolprioriteiten. Een werkpunt vormt de uitbouw van een doorgaande lijn voor een aantal onderwijskundige aspecten en de graduele opbouw van bepaalde leerinhouden.

(10)

Leer- en leefklimaat Vanuit de schoolvisie is de aandacht voor het welbevinden van de kleuters groot.

De teamleden hebben een goed zicht op de emotionele noden en de leer-, verzorgings- en ontwikkelingsbehoeften van alle kleuters. Ze spelen daar vlot op in en motiveren, ondersteunen en waarderen hen. De leraren geven de kleuters, op maat van hun mogelijkheden, een autonome rol in het onderwijsleerproces.

Ze staan stil bij een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare tijd en beschouwen zowel de binnen- als buitenklasactiviteiten als pedagogische momenten. De laagdrempelige en verbindende communicatie met kleuters en ouders bevorderen het gewenningsproces en het socio-emotionele welzijn van de kleuters. De manier waarop de teamleden de positieve en stimulerende speelleeromgeving vormgeven, is een voorbeeld van goede praktijk.

Materiële leeromgeving

In beide vestigingsplaatsen bevordert het ruime materialenaanbod in de klassen, op de speelplaats en in de turnzaal het nastreven van de doelen en de

ontwikkeling van de kleuters. De schooleigen bibliotheek met zowel didactische materialen voor leraren als boeken voor de kleuters is een troef. De leraren zetten de infrastructuur veelal efficiënt in onder meer door de extra klaslokalen, de buitenruimtes en de gang optimaal te benutten. In sommige klassen vormt de inrichting van een uitnodigende leeshoek of het creëren van meer rust en structuur nog een uitdaging. Een gebrek aan bergruimte en verouderde infrastructuur spelen de leraren hierbij soms parten. Door de herinrichting van de speelplaatsen speelt het team in op de bewegingsbehoeften van de kleuters.

Tevens biedt het kansen om kleuters in contact te brengen met de natuur.

Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback en koppelen deze direct aan de leerervaringen van de kleuters. Ook de meespeelmomenten grijpen zij hiervoor aan. De feedback is vooral op de persoon en de taak gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en draagt bij tot een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Aansluitend bij het belang dat de school hecht aan de zelfsturing en zelfstandigheid van de kleuters, kan het team de kracht van procesgerichte feedback en van samen terug- en vooruitblikken nog sterker benutten. De afstemming van de feedback op de focusdoelen en visualisaties, kunnen daarbij ondersteunen.

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie

De observaties en de evaluatie zijn grotendeels representatief voor het

gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De leraren

hanteren en actualiseren daartoe observatielijsten die gradueel zijn opgebouwd.

Deze richtinggevende kaders onderbouwen samen met de occasionele observaties, de klasscreenings en een taaltest de brede beeldvorming. De

evaluatie- en observatiegegevens sturen de differentiatie en de zorgwerking aan.

Het team is nog zoekende om de observaties beter af te stemmen op het nieuwe doelenkader en te integreren in het kindvolgsysteem zonder planlast te creëren.

(11)

Leereffecten Uit de onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het kleuterwelbevinden blijkt dat het team voldoende inspanningen levert, die daadwerkelijk bijdragen tot de ontwikkeling van de kleuters. Om het effect van het geboden onderwijs op schoolniveau scherp te stellen, benut ze in

toenemende mate objectieve outputgegevens, zeker wat de taalontwikkeling van de kleuters betreft.

(12)

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Het bestuur van de school is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. Aan de hand van volgende processen gaat de onderwijsinspectie enkel na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert:

 ongevallen en hulpverlening

 valgevaar en toegankelijkheid

 verwarming.

Planning en uitvoering

De school plant maatregelen en acties gericht op het voorkomen of inperken van risico’s en het voorkomen of beperken van schade. Vanuit een brede risicoanalyse neemt de preventieadviseur die acties op in het globaal preventieplan en het jaaractieplan. Het bestuur beslist welke acties prioriteit krijgen. Het bestuur laat evenwel kansen liggen om een proactief langetermijnbeleid met betrekking tot infrastructuur daadkrachtig gestalte te geven en renovatie- en bouwdossiers doeltreffend aan te sturen en op te volgen. Daardoor blijven een aantal

werkpunten jaar na jaar terugkeren onder andere in de hoofdvestigingsplaats de stookplaats brandveilig maken en het warmteprobleem aanpakken in sommige klassen. De planningen tonen de voortgang van sommige acties en de

compenserende maatregelen onvoldoende aan.

(13)

Ondersteuning De school ondersteunt de planning, de uitvoering en de evaluatie van een aantal maatregelen en acties. Ze voorziet voor deze acties in financiële, materiële en personele middelen. De school kan een beroep doen op de preventieadviseur en de coördinerend directeur van de scholengemeenschap en op vaste

klusjesmannen. Bovendien neemt de preventieadviseur van de gemeente een aantal zaken voor haar rekening zoals de controle van de speeltoestellen. De directeur behartigt mee het welzijnsbeleid en bespreekt aspecten van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne indien nodig met het schoolteam.

Systematische en betrouwbare evaluatie

De school evalueert systematisch alle processen en bijhorende acties. De school verzamelt gegevens om de kwaliteit van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te evalueren en baseert zich daarvoor op diverse bronnen. De preventieadviseur hanteert functionele checklists met het oog op een brede en gerichte evaluatie. De school betrekt relevante partners bij de evaluaties. Daardoor zijn de evaluaties doorgaans betrouwbaar. De school gebruikt lokalen van de gemeente en heeft daarbij minder zicht op een aantal aspecten van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Zo heeft ze geen zicht op de keuringsverslagen van de gemeentelijke sportzaal die in de hoofdschool voor de bewegingslessen gebruikt wordt (o.a.

onderhoud en nazicht van de sporttoestellen).

Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is, al kan ze daarbij de minimale verwachtingen naar het personeel toe sterker formaliseren. De school ontwikkelt verbeteracties voor een aantal werkpunten. Zo werden in beide vestigingsplaatsen de speelplaatsen vernieuwd en heringericht en kreeg de turnklas in de wijkschool een nieuwe vloer om valrisico’s te vermijden. Ook de toegankelijkheid van de gebouwen voor personen met een beperkte mobiliteit neemt de school ter harte. Het

toegangsplein aan de hoofdingang ‘Wal’ vertoont wel oneffenheden die het risico op valgevaar en de vorming van waterplassen verhogen.

(14)

6 Respecteert de school de regelgeving?

Er werden geen inbreuken vastgesteld.

(15)

7 Samenvatting

Legende

 = beneden de verwachting

 = benadert de verwachting

 = volgens de verwachting

 = overstijgt de verwachting.

7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit?

Visie en strategisch beleid 

Organisatiebeleid 

Onderwijskundig beleid 

Systematische evaluatie van de kwaliteit  Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit 

Borgen en bijsturen 

7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs?

7.2.1 De leerlingenbegeleiding

Brede basiszorg 

Passende begeleiding  Samenwerking met het CLB  Ondersteuning van de leraren 

(16)

7.2.2 De onderwijsleerpraktijk

De onderwijsleerpraktijk

Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader

Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod

Leer- en leefklimaat

Materiële leeromgeving

Feedback

Kleuter- en/of leerlingenevaluatie

Leereffecten

(17)

7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne?

Planning en uitvoering 

Ondersteuning 

Systematische en betrouwbare evaluatie 

Borgen en bijsturen 

(18)

8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen

De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES.

De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school:

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling.

 De kwaliteit borgen van de leerlingenbegeleiding.

 De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het voeren van een doeltreffend beleid op het vlak van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.

 De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

Daarna volgt een overzicht van de aspecten inzake het welzijnsbeleid van de instelling die onderzocht worden.. Het verslag eindigt met het advies en de regeling voor

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en

5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en