• No results found

OVERZICHT VAN DE OEFENING ONDER LEIDING VAN DEN COMMANDANT VAN HET VELDLEGER IN SEPTEMBER 1936

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVERZICHT VAN DE OEFENING ONDER LEIDING VAN DEN COMMANDANT VAN HET VELDLEGER IN SEPTEMBER 1936"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVERZICHT VAN DE OEFENING ONDER LEIDING VAN DEN COMMANDANT VAN HET

VELDLEGER IN SEPTEMBER 1936

DOOR V. E. NIERSTRASZ.

Kapitein van den Generalen Staf.

V (Slot van blz. 148).

Gaan wij thans het verloop van den strijd na.

I—4 R.I. deed den voorgeschreven aanval met een Comp. op het (berucht geworden) kruispunt van wegen N.O. van Schijf en met twee Compn. op Schijf.

De Comp. wist dit kruispunt na lichte schermutselingen te bereiken, terwijl daarentegen het gros van het Bataljon, dat den aanval op Schijf deed, geen geluk had. De C. van het Bataljon Schijf (III—25 R.I.) had zijn Bat. zoo tijdig geheel gealarmeerd en gevechtsklaar in de opstellingen gebracht, dat de aan- val van I—4 R.I. hiertegen te pletter liep.

Een der voorwaarden voor het slagen van den aanval van Rood, het tijdige bezit van Schijf, werd dus niet vervuld.

Inmiddels speelde zich in den zeer vroegen morgen, toen het nog slechts schemerde, een drama af bij het kruispunt van kunstwegen, N.O. van Schijf, zooals elke manoeuvre en ook de oorlog die te zien geeft. Een der Bataljons van het 28 R.I. naderde het kruispunt, op weg naar de uitgangslijn voor den opmarsen in de richting Rijsbergen (zie Bevel C.—VI Div.). Dit Bat. raakte onmiddellijk slaags met de Comp. van 4 R.I., welke zich aldaar reeds bevond.

Terwijl dit gevecht gaande was, naderde II—25 R.I. eveneens dit kruis- punt, op weg naar de uitgangsopstelling voor den voorgenomen aanval (te zamen met III—25 R.I.) in de richting Moeren.

Bij II—25 R.I. meende men in front en op de re.flank door vijand te worden beschoten, zoodat het vuur geopend werd op het vorenbedoelde Bat. van 28 R.I.

Terzelfder tijd ontwaarde men bij een onderdeel van laatst bedoeld Bataljon een tiraüleurlinie ten W. van het kruispunt, waarop eveneens het vuur werd geopend, welke tiraüleurlinie echter weldra bleek te bestaan uit een rij op den akker liggende mesthoopen, zoodat ook hier de „note gaie" niet ontbrak.

Terwijl deze strijd bij het kruispunt in den opkomenden dag plaats had, naderde uit Z.O. richting R.W. (min I) dat opdracht had, te 6.30 in de richting Kucphen te stooten.

Hoe dit drama in de werkelijkheid zou zijn afgeloopen, is moeilijk met zekerheid te zeggen. R.W. zou vermoedelijk een schoone kans gehad hebben, tenzij C.—-28 R.I. of de Cn. der Bataljons, die nog meer achterwaarts stonden, de situatie zouden hebben overzien en zich op den weg van R.W. hadden kunnen plaatsen. Zeker is, dat de aanval van VI Div. op den rechter vleugel 175

(2)

176

<^t J. v -i*/^ J /

DE MILITAIRE SPECTATOR J<?TI J

l 71..

Schaal l : 150.000

niet tijdig had kunnen loskomen en de door C.Lt.B. beoogde vertraging effectief zou zijn geweest.

Het woord was thans aan den ter plaatse aanwezigen Hoofd-hulpleider, die opstellingen deed innemen ter voortzetting van de manoeuvre. Deze situatie ziet men op schets No. 8 en hierbij werd aangenomen, dat I—28 R.I.

in den strijd was betrokken en II—25 R.I. moest steunen in den aanval op Moeren, terwijl R.W. daartegenover den aanval niet kon doorzetten.

Voor C.—28 R.I. was het een vraagpunt, of de opgedragen opmarsen rich- ting Rijsbergen kon worden doorgezet, gezien de ernstige bedreiging van de flank der Div. door R.W. Beslist werd, dat de opmarsch op Rijsbergen zou worden voortgezet, doch het duurde eenigen tijd vóór dat dit kon plaats hebben.

Ten Z.W. van R.W. gelukte het aan Cav.Co., tengevolge van het open terrein, niet, de bezettingen van Schijf en Langeschouw te verdrijven.

Ten Z. van Sprundel was het volgende gebeurd:

Een der Btn. van I—7 R.A. was in het nachtelijk duister reeds gereed ge- maakt, om den opmarsch van 28 R.I. te volgen, terwijl de andere Bt. in stelling bleef.

De vertraging , welke 28 R.I. ondervond als gevolg van de eerder genoemde gebeurtenissen, had noodlottige gevolgen voor I—7 R.A., mede als gevolg van het volgende:

I—27 R.I. was in opmarsch, teneinde zijn taak als verbindingsdetachement tusschen 28 en 26 R.I. te volvoeren, doch was I—25 R.I. nog niet gepasseerd.

Dit laatste Bataljon (zie bevel C.—VI Div.) moest zich opstellen W. van Vorenseinde als Div.reserve.

(3)

OEFENING VAN HET VELDLEGER IN SEPTEMBER 1936 177 Door een misverstand werd door I—25 R.I. de beveiligende opstelling te vroeg verlaten, en wel vóórdat I—27 R.I. en 28 R.I. waren gepasseerd. Toen het licht werd, kwam dientengevolge de Bt. van I—7 R.A., welke gereed stond voor den opmarsch, evenals de Afd.St. onder vij. mitrailleurvuur van I R.H., zoodat zij buiten gevecht werden gesteld. Door den Hulpleider is toen bepaald, dat deze Afd. een te bedreigde positie innam en teneinde haar toch verder aan de manoeuvre te kunnen doen deelnemen, werd bepaald, dat zij in stelling moest komen in het bedekte terrein N.W. van Vorenseinde.

Bij 26 R.I. werd de opmarsch aangevangen, waarbij geen of zeer weinig weer- stand werd ondervonden.

Aangeteekend zij, dat te middernacht de weerstandbiedende voorposten van 30 R.I., ingevolge het Bevel van C.Lt.B. waren vervangen door waar- schuwende, hetgeen bij de voorposten van 26 R.I. echter niet was opgemerkt.

Schets No. 8 geeft den toestand, zooals die op 24 Sept. te ongeveer 7.00 bij benadering was. III—7 R.A. was op dat uur in opmarsch naar 26 R.I., waarbij deze Afd. was ingedeeld. De moeilijke omstandigheden, waaronder deze Afd. in den laten avond van 23 Sept. was ondergebracht en eenige andere factoren, die hier onbesproken blijven, maakten, dat zij nog zoover achter was. 11 Afd. A. had terreinmoeiïijkheden bij het in stelling komen gehad, zoodat ook hier tegenslag plaats had. Het is goed, deze wrijvingen, die bij oefeningen op de kaart, niet voldoende tot hun recht komen, te memoreeren.

Het verdient aanbeveling, zich hieraan spiegelende, dergelijke voorvallen bij oefeningen op de kaart in te schakelen.

Voor het verdere verloop zij verwezen naar schets No. 9.

Bij den opmarsch van 26 R.I. deed de aantrekkingskracht der harde wegen een gat ontstaan tusschen I en II, in welk gat de Reg. reserve (III—26 R.I.) werd ingezet.

I—27 R.I. was met veel élan ver opgerukt, met het gevolg dat de dunne schakel tusschen 30 R.I. en de rest van het Roode front (nl. I—R.W.) brak.

I—R.W. boog n.l. terug in Z. richting, dekte Rijsbergen, maar was de aan- sluiting met 30 R.I. kwijt.

Onder de bedreiging van I—27 R.I. en II—26 R.I. werd ook het front van 30 R.I. teruggebogen, een handeling, die onder vuur en druk des vijands overdag wel moeilijk uitvoerbaar zal zijn. Hier wreekte zich echter het ont- breken van een reserve in de hand van den R.C.

Met het terugwijken van I—R.W. in Z.richting en het ombuigen van

«jO R.I. in N.richting, was de bres in het Roode front geslagen. De eer hiervan komt in de eerste plaats toe aan 1—27 R.I.

"D " i

Kichten wij thans het oog naar het Z., dan blijkt uit de schets, dat R.W.

onder druk van I—28 R.I. en II—25 R.I. was teruggeweken, terwijl dien- tengevolge Zuid daarvan Cav.Co., na de vergeefsche pogingen om voorwaarts te komen, eveneens terug moest, mede als gevolg van den inzet van de Blauwe III Verk.A. (min 13 E.W.) over Langeschouw.

Op de schets zien wij 1—4 R.I. ten W. van Zundert op de auto's. Wat was gebeurd? Nadat de aanval van R.W. en Cav.Co. was mislukt, was het voor C.Lt.B. zaak, reserves beschikbaar te krijgen, teneinde deze N.W. van Rijs- bergen te gebruiken. Een blik op de kaart doet zien, dat de kunstwegen over Rijsbergen van vitaal belang waren voor het terugnemen van de Lt.B. achter de lijn: Etten—Rijsbergen, in welke lijn tot het invallen van de duisternis stand moest worden gehouden (zie het Bevel van C.—Brabantleger van 23 Sept. 17.00).

(4)

178 DE MILITAIRE SPECTATOR

Schaal l : 150.000.

Als reserve werd o.m. I—4 R.I. bestemd. Dit Bat. kon niet meer terug op Moeren en werd dientengevolge teruggenomen op Achtmaal, onder dek- king van Cav.Co., terwijl het aanvankelijk bij Moeren opgestelde l—I—

Aut.Bat. eveneens over Zundert naar Achtmaal werd gedirigeerd. Voorts werd een Brig.reserve gevormd uit twee eskadrons op rijwielen, die wij op de schets N.O. van Zundert zien.

Tot het bereiken van tijdwinst voert, zooals de schets aangeeft, I R.H.

(dat voor 28 R.I. was uitgeweken) achter de Turfvaart, een aanval uit tegen den N.flank van 1—28 R.I.

De Afd. l, 3—K.R.A. was, toen het bij Moeren te gevaarlijk werd, op Rijs- bergen teruggenomen.

Bij de Lt.B. heerschte dus groote bedrijvigheid, tengevolge van de opgave, waarvoor C.Lt.B. stond, om met de steeds sterker wordende bedreiging in de richting Rijsbergen, zijn Brigade uit den „Zak van Zundert" terug te nemen.

Wat was er inmiddels bij Blauw geschied?

C.—VI Div. had opdracht gezonden aan I—25 R.I. om op te rukken in O.richting. Deze opdracht bereikte dit aanvankelijk onvindbare Bat. eerst laat. De D.G.-reserve (27 R.I. min I), ter beschikking gesteld van C.—VI Div., werd eveneens ingezet in de geslagen bres.

De schets No. 9 geeft den toestand aan zooals die ten naastenbij bij het einde der oefening was. Wij zien 28 R.I. langzaam oprukkende in de richting Rijsbergen. Eenvoudig was deze opmarsch niet, waar zij moest plaats hebben

(5)

OEFENING VAN HET VELTJLEGER IN SEPTEMBER 1936 179 over open terrein en onder vuur van bij de Turfvaart opgestelde zw. mitrail- leurs van Rood. Noord van 28 R.I. rukken zooals de schets toont I—25 R . I . en 27 R.I. (min I) op in de eerder genoemde bres in het front der Lt.B.

Helaas moest de manoeuvre op dit oogenblik worden beëindigd; er zouden nog interessante acties moeten •worden uitgevoerd.

VII. Algemeenc beschouwing.

Een terugblik toont ons een zeer leerzame manoeuvre met veel belang- wekkende momenten. Voor den opmerkzamen lezer is er veel stof voor onder- stellingen bij oefeningen, zoowel op de kaart, als met troepen. Zooals reeds bij den aanvang werd gezegd, is kritiek achterwege gebleven; men zal begrijpen, dat die wel zou zijn te geven, doch ieder, die er belangstelling voor heeft, make die zelf en trekke voor zichzelf conclusies uit het verloop en de ontstane — hier en daar hachelijke — situaties en onthoude de vele wrijvingen.

In het voorgaande werd slechts het verloop van den strijd behandeld. Een enkel woord zij thans echter nog gewijd aan de diensten, die bij de oefening in werking zijn geweest en uit hoofde van de noodzakelijke beperking geen uit- voerige bespreking konden vinden.

Allereerst de vliegdienst.

Moderne oorlogvoering zonder vliegdienst is welhaast ondenkbaar. Dat hierover weinig of niet gesproken werd bij het overzicht van de troepen- handelingen, mag dus niet tot de conclusie leiden, dat deze dienst nog iets aparts is. Hij vormt een integreerend deel van elke operatie, past daarin, zooals het artillerievuur en de verbindingsdienst.

Wij volstaan echter met de mededeeling, dat bij Blauw was ingedeeld een vliegtuiggroep, bij Rood een Ver.V.A., terwijl een Gevechtsgroep beurtelings heeft gewerkt ten bate van Blauw en van Rood.

De verbindingsdienst, luchtafweer, pioniers (bij Rood) moeten buiten verdere bespreking blijven, evenals de werkzaamheden van gemotoriseerde levens- middelen- en goederentreinen bij de Infanterie, afkomstig van het V.L.S.Md.

(welk korps tevens de motorordonnansen leverde), van de Comp.Aut.T. en de Sectiën Aut. T. voor aan- en afvoer alsmede de Herstellingsploegen, uit K.Md. gevormd.

Wij willen echter een uitzondering maken voor den Aan- en afvoer en de Verpleging.

De Aan- en afvoer werkte, als die in oorlogstijd. Als aanvangsstation voor beide partijen diende station Scheveningen (Kurhaus) waar door de zorg van den aangewezen Etappen-Intendant de levensmiddelen werden verzonden.

Als etappen-bakkerij fungeerde de militaire bakkerij te 's-Gravenhage, als etappen-slachterij het abattoir te 's-Gravenhage, terwijl de runderen werden aangekocht door middel van een Commissionnair. Terloops zij gememoreerd, dat het verzendklaar maken (eenheidsverpakking) zeer veel nauwkeurigen arbeid vereischte. Als eindstations fungeerden voor Blauw: Station Woens- drecht, voor Rood: Station Tilburg.

De aanvoer naar de eindstations per trein en van de eindstations naar de aanvullingsplaatsen per Sectie Aut.T. zijn zonder stoornis verloopen. Het personeel op de aanvullingsplaatsen, voor zooveel een oorlogsbestemming bij de Compn. A.At. hebbende, heeft op de aanvullingsplaatsen een leerzame oefening gehad. De aanvoer door middel van de levensmiddelentreinen van de aanvullingsplaatsen naar de troepen is eveneens naar wensch verloopen. De

(6)

180 DE MILITAIRE SPECTATOR

troep heeft zijn eten ontvangen en naar ik meen, is er slechts één onderdeel geweest, waar het noodiantsoen gehakt is moeten worden gebruikt. Om dit te bereiken, zijn echter hier en daar moeilijkheden moeten worden overwonnen.

Onze goed ingerichte keukenwagens zijn zwaar en daardoor moeilijk door mulle of modderige landwegen aan te trekken. Dit wetende, zal ieder troepen- commandant als een voornaam onderdeel van hetgeen hij te regelen heeft, aanmerken het regelen van de bewegingen van zijn keukentreinen. Is het mogelijk, desnoods met een omweg, den keukentrein langs den harden weg te zenden, dan verdient dit de voorkeur. Moeten landwegen worden gevolgd, dan is het een eisch, dat z.m. de beste daarvan worden verkend, dat de com- mandant met de regeling belast (meestal de R.C.) zich voortdurend overtuigt, hoe het met zijn keukentrein staat en te voren overweegt, welke maatregelen getroffen kunnen worden om de moeilijkheden op te heffen. Deze zijn: extra paarden huren (in oorlogstijd vorderen) zoo die er nog zijn, doen bijspringen door bespanningen van de artillerie (meestal slechts incidenteel mogelijk), de wagens stuk voor stuk door het zand halen door achtereenvolgens twee span of drie span voor één wagen te zetten (extra touwen noodig), toevallig in de buurt zijnde tractoren gebruiken of ten slotte handelen zooals de Serviërs deden in 1914 met batterijen in zwaar bergterrein, nl. infanterie er voor zetten (touwen noodig).

Een tweede zaak, waar de troepencommandant in het belang van de voeding voor moet zorgen, is, maatregelen nemen opdat de C. van den levensmiddelen- trein (bij gemot.trein per Bat. drie auto's, dus niet meer per Comp. eeneigen voertuig) weet, waar hij na aanvulling heen moet, om het verband met zijn Bataljon weder te vinden.

Tenslotte besluiten wij dit overzicht met het volgende:

De manoeuvre werd, tot groote blijdschap van een ieder, bijgewoond door H.M. DE KONINGIN, H.K.H. PRINSES JULIANA en Z.K.H. PRINS BERNHARD.

Dientengevolge en mede om haars zelfs wil genoot de manoeuvre groote be- langstelling van de zijde van vele oud-officieren, van de pers en van de burgerij.

Bovendien waren aanwezig Militaire Attaché's van buitenlandsche mogend- heden .

Bij deze belangstelling is het niet gebleven. Behalve bespreking in dit tijd- schrift, werden daaraan ook in andere tijdschriften artikelen gewijd. In het

„ H a a g s c h M a a n d b l a d " van Januari wijdde een re?erve-officier (tijdens de manoeuvre B.C.) daaraan een min of meer filosophische beschouwing.

In de „M o t o r p o s t" van October '36 en Januari '37 vond ik bespre- kingen, en in „D e R e s e r v e-O f f i c i e r" van Januari ving een artikel aan; wellicht zullen er nog meer zijn.

Ieder, die de manoeuvre bijwoonde, deed ervaring op van het troepen- leven te velde; de deelgenomen hebbende hoogere commandanten woonden de door den C.V. gehouden bespreking der oefening bij. Bovendien zijn de voornaamste lessen neergelegd in een rondschrijven, dat de C.V. aan de Autori- teiten en Commandanten van het Veldleger heeft toegezonden en dat ook de Reserve-hoofd-officieren bereikt.

Mocht iemand nog meenen, dat bij den korten duur der herhalingsoefenin- gen, manoeuvres niet toelaatbaar zijn, dan zal het vorenstaande en het over- zicht van het verloop dezer manoeuvre hem hebben kunnen toonen, dat groote oefeningen niet te missen zijn. Nog afgezien van de ervaringen op organisato- risch gebied, is wederom gebleken, dat daarbij een schat van niet te missen

(7)

OEFENING VAN HET VELDLEGER IN SEPTEMBER 1936 181 ervaringen wordt opgedaan op allerlei gebied, en dat zeer veel, theoretisch eenvoudige en op de kaart onfeilbaar verloopende zaken, in de uitvoering zeer moeilijk zijn en afhankelijk van tal van factoren, die slechts in de praktijk met troepen blijken.

Op een prent kan men zien, hoe een auto in elkaar zit en werkt; om te leeren, met de auto te rijden, moet men achter het stuur zitten. Evenzoo kan men op de kaart onfeilbaar goochelen met groote eenheden, maar alleen de praktijk toont de haperingen en leert hoe men die elimineert.

Manoeuvres leveren de onmisbare praktijk in het werken met groote een- heden en het leven te velde en het is slechts te betreuren, dat de korte duur der herhalingsoefeningen en andere factoren ertoe noodzaken, de machine stop te zetten, wanneer zij goed zal gaan draaien.

NIEUWE UITGAVEN

L'arméc francaise. Uitgegeven in 1936 door J. de Gigord, editeur, 15 rue Cassette Paris Vle, 171 blz., waaronder 105 afbeeldingen tusschen den tekst; prijs in den boekhandel / 1.45.

r~\it boek bedoelt te zijn een populaire publicatie, doch is geschreven door een bij uit-

•*—* stek deskundig persoon. Het bevat waardevolle gedachten o.a. over de algemeene doelstelling van het Fransche leger, over de effectieven, de bewapening, motorisatie en permanente versterkingen. In de conclusie worden enkele algemeene beschouwingen gewijd aan datgene, wat bezig is zich thans in Duitschland te voltrekken n.l. de aanleg van permanente versterkingen in het Rijngebied. De gedemilitairiseerde zone zal daardoor bij een toekomstig conflict in slagveld herschapen worden. Duitschlan d stelt daardoor een tegenwicht tegen de Fransche versterkingen en schept de mogelijkheid van een economisch gebruik van effectieven, die op een ander front alsdan wellicht beter te stade zullen komen. De schrijver zinspeelt erop, dat Frankrijk, teneinde te voldoen aan zijn diplomatieke verplichtingen, wel eens gedwongen zou kunnen worden om, ook dan wanneer het zelf niet wordt aangevallen, den strijd met den nabuur aan te binden. Indien de strategische werking der Duitsche versterkingen alsdan groot is, zou de FYansche leger- leiding haar weg wellicht over Belgisch- en Nederlandsch grondgebied kunnen zoeken.

De eerste politieke reactie op deze mogelijkheid heeft in België reeds plaats gehad.

De plaatselijke ligging der kazematten, kortelings in Nederland aangelegd, duidt erop, dat te onzent het legerbestuur ook deze eventualiteit onder het oog heeft gezien,

Het tweede hoofdstuk is gewijd aan de organisatie van de opperste legerleiding De Minister van Oorlog heeft sedert de wet van 5 Juni 1936 tot bijzondere taak om de werkzaamheden van de departementen van oorlog, van marine en van luchtbescherming, te coördineeren (zijn titel is sedertdien: „Ministre de la défense nationale et de la guerre").

De minister van Oorlog is de alléén verantwoordelijke persoon tegenover de Kamers Naast hem en hem ondergeschikt is de chef van den algemeenen staf, welke in vredestijd aangewezen is om ingeval van oorlog automatisch opperbevelhebber te worden. Hij is tevens vice-voorzitter van den oppersten oorlogsraad, een consultatief college. Voorts is hem ondergeschikt de chef van den generalen staf van het leger. De andere stabilisee- rende factor in de steeds wisselende leiding in het hoofd van het departement van oorlog, is de secretaris generaal, aan wien het geheele administratieve apparaat van het leger ondergeschikt is

Ook hier te lande ware er o.i. alles voor te zeggen om — gezien het feit, dat tot het uit- preken van een modernen oorlog een voorafgaande oorlogsverklaring geenszins noodig

1 — in vredestijd bij de wet aan te wijzen de autoriteit, die in geval van oorlog automatisch opperbevelhebber wordt. Daartoe schijnt de aangewezen autoriteit dié, aan welke in vredestijd de oorlogsvoorbereiding opgedragen is. Bij diezelfde gelegenheid regele men dan tevens de juiste verhouding van den opperbevelhebber tot den Minister van Defensie, h t Ik ^et ontstaan van toestanden, als waarvan oud-minister N. Bosboom verhaalt, in

l ! i: belang van het land, in de toekomst voorkomen worde.

Dr. M. H. H. FRANSSEN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gebleken is dat bij de verdeling van het deelbudget voor ‘Te goeder trouw’ (in de definitieve vaststel- ling 2017) de Aanwijzingen besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017 van

Uw oogarts bespreekt met u of de inname van voedings- supplementen voor u nuttig kan zijn.. Preventie

Wanneer in dit laatste geval de buizen op een vlakke ondergrond gelegd worden, zijn de inwendige omtrekken t.o.v.. Linkerhelft: Het verband tussen de maximum toegelaten verschuiving

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

Overall, based on reviews summarizing studies on differentiation up to 1995, previous studies did not report clear effects of between-class homogeneous ability grouping in

Tabel 12: Productie en kwaliteit gemiddeld over alle behandelingen in de tweede traditionele teelt bij de boven- en tussenbelichting tot en met respectievelijk week 11 (na circa

Als de waarde voor vandaag over de drempel gaat en er is de vorige dag niet gespoten dan in overleg wel of niet alsnog direct spuiten (vermoedelijk gaat het om infectie door

We have really tried when working with other nations that have been colonized by the Dutch, for example we have very good relations with Indonesia, and that works really well