• No results found

De invloed van onregelmatigheden bij de stootvoegen op het maximum waterstransport van drainbuizen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van onregelmatigheden bij de stootvoegen op het maximum waterstransport van drainbuizen"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE INVLOED VAN ONREGELMATIGHEDEN

BIJ DE STOOTVOEGEN OP HET MAXIMUM

WATER-TRANSPORT VAN DRAINBUIZEN

DOOR DR. IR. C. T. DE WIT EN IR. L. WARTENA

Bij de uitvoering van drainageplannen dient de grootst mogelijke nauwkeurigheid in acht te worden genomen en uiteraard verdient gebruik van prima buizen de

voor-keur. Zelfs bij toepassing van de grootst mogelijke zorgvuldigheid zal het voorkomen dat de buizen ten opzichte van elkaar iets verschuiven.

Bovendien zullen, in de best denkbare partij buizen, exemplaren voorkomen waar-van de opening afwijkt waar-van de theoretisch voorgeschreven diameter.

In onderstaand artikel hebben de schrijvers getracht te berekenen in welke mate de stroomsnelheid, met andere woorden de maximaal af te voeren hoeveelheid water, verminderd wordt door deze verschuivingen en afwijkingen in diameters.

Hierdoor was het ook mogelijk aan te geven welke verschuivingen of afwijkingen in diameters toelaatbaar zijn als men genoegen neemt met een verkleining van de afvoer met bijvoorbeeld 5 % . Buiten beschouwing is echter gelaten welke eisen bijvoor-beeld de machinale uitvoering stelt aan de uniformiteit van de buizen.

Voor het samenstellen v a n de bekende tabellen ter berekening v a n de minimum drain dia meter, welke een noodzakelijk geacht m a x i m u m t r a n s p o r t v a n w a t e r mogelijk m a a k t , wordt gebruik gemaakt van de volgende of een soortgelijke formule :

L v

2

Deze symbolen stellen het volgende voor : L = lengte v a n de buis in em

D = diameter v a n de buis in cm

h = drukhoogte verschil in cm water over een buis v a n L e r n v = stroomsnelheid v a n water in cm/sec

g = versnelling v a n de zwaartekracht in cm/sec 2

X = een eenheidsloze k o n s t a n t e die o.a. afhangt v a n het materiaal van de buis, de wijze van afwerken en de diameter.

De formule geldt voor volledig met water gevulde buizen : dus in het geval waar van „ t r a n s p o r t " van water sprake is.

Voor aarden buizen zijn door Ir. A. F r a n k e de volgende waarden voor X voorge-steld:

inwendige diameter buis X (geen eenheid)

5 cm 0.036 6 cm 0.033 8 cm 0.030

Deze waarden gelden voor een reeks volkomen nauwkeurig gelegde buizen van precies dezelfde diameter. Inwendig is v a n de stootvoeg dus niets anders te zien d a n een n a a d , m a a r er treedt geen drempeltje op.

I n de praktijk is het onmogelijk de buizen precies aansluitend te leggen en zijn de diameters niet absoluut gelijk. Hierdoor treden onregelmatigheden bij de stootvoegen op, welke remmend werken op de stroomsnelheid van het water.

Men k a n de werkelijk optredende snelheid vw berekenen door de theoretische

snelheid t; uit formule (1) te vermenigvuldigen met een korrectiefactor en krijgt

vw = s v (2)

(2)

Figuur 1

De cirkels stellen de inwendige diameters van twee gelijke aaneenslui' tende buizen voor.

De afstand d in mm is de grootte van de verschuiving.

De korrektiefactor 5, die steeds kleiner is d a n 1, hangt af v a n de aard v a n de onregelmatigheden bij de stootvoegen.

We onderscheiden een korrektiefaktor sr, welke een

gevolg is v a n diameterverschillen in een partij drain-buizen en een korrektiefaktor sv welke een gevolg is v a n

onnauwkeurig leggen. Beide korrektiefaktoren kunnen berekend worden uit de diameterverschillen of de grootte v a n de verschuivingen.*

FIG. 1

De invloed van verschuivingen

Twee buizen m e t gelijke diameter kunnen zo gelegd worden d a t de openingen t.o.v. elkaar verschoven liggen. Uit figuur 1 blijkt wat we onder een verschuiving van d mm verstaan.

Verschuivingen zijn een gevolg van :

a. te vermijden en niet te vermijden onnauwkeurigheden bij het leggen ; b . h e t mogelijk krom zijn van de buizen ;

c. verschillen in wanddikte bij overigens gelijke inwendige diameter.

Wanneer in dit laatste geval de buizen op een vlakke ondergrond gelegd worden, zijn de inwendige omtrekken t.o.v. elkaar verschoven.

Bij de berekening v a n de korrektiefaktor voor verschuivingen — sv— gaan we

ervan uit d a t een maximale verschuiving —dm ax— toelaatbaar is en d a t de op het

werk voorkomende verschuivingen liggen tussen o en dmax»

I n de linkerhelft v a n figuur 2 is h e t verband tussen dmax en sv voor buizen van

verschillende diameters aangegeven.

Figuur 2.

Linkerhelft: Het verband tussen de maximum toegelaten verschuiving dmax en de korrectie fakwr sv voor

de aangegeven typen van buizen.

Rechterhelft: Het verband tussen het maximum verschil in diameier van buizen van een partij dmax

min en de korrektiefaktor sr#

* De wijze van berekenen wordt door één van ons (De Wit) uitvoerig uiteengezet in een artikel van het

Laboratorium voor Natuur- en Weerkunde in Wageningen.

D*tOon 30.5 cm L = 50.5 cm DslOcm ^ M A x O * " » ) 10 * 20 — - dH A X -<*M«N(n , m) 112

(3)

Figuur 3

De afstand dfc is een goede maat voor het krom en niet recht afgesneden zijn van de buizen. Deze afstand kan het best geinterpreteerd worden als

een verschuiving.

Stelt men dmax gelijk aan 6 mm dan

mag de kromming dfc deze waarde niet overschrijden. . W . V . V . V . W a a a a a a a a a a a a a a i • » • • • • • • • • • • • •"»" i » • • » • m m • • mmmm * • - - - - -•yiViVt'tVtVM^

FIG.3

bij een buis v a n : 5 cm

10 cm

Uit de figuur lezen we, d a t , wanneer de maximaal toegelaten verschuiving bij een buis v a n 5 cm diameter gelijk is aan 5 m m , de korrektiefaktor sr gebjk is

aan 0.93.

Uit figuur 2 blijkt duidelijk de invloed v a n de diameter v a n de buizen. Eenzelfde verschuiving heeft bij een buis v a n 10 cm diameter een kleinere invloed dan bij een buis v a n 5 cm diameter m e t gelijke lengte.

Dit ligt wel voor de h a n d . De invloed v a n de diameter is echter kleiner dan v a a k in de praktijk wordt gemeend.

Zo is bij dmax = 7.5 m m en een inwendige

diameter van : sv gelijk aan :

5 cm 0.86 10 cm 0.92 Wil men een sv v a n 0.95 tolereren dan is

dmax gelijk a a n : 4 m m

6 m m

Men kan dus bij het leggen van tien centimeter buizen niet veel onnauwkeuriger te werk gaan dan bij het leggen van vijf centimeter buizen.

De invloed v a n het a a n t a l stootvoegen blijkt uit een vergelijking v a n de curven voor buizen met een lengte v a n 30.5 m m en 50.5 m m .

H e t leggen met een nauwkeurigheid v a n 4-6 m m is voor buizen met gelijke diameter wel mogelijk. Op een goed uitgevoerd werk is de waarde van sv dus niet

kleiner dan 0.95, tenminste direkt na het leggen. Hoe het met het aansluiten gesteld is wanneer de buizen enige j a r e n in de grond liggen is niet bekend, omdat niemand de moeite genomen heeft oude drainreeksen met de zorgvuldigheid v a n een oudheidkundige op te graven.

Bij het controleren v a n een gelegde reeks k u n n e n de optredende verschuivingen alléén aan de buitenomtrek gemeten worden.

Soms komen er kromme buizen in een partij voor. Bij het leggen van deze buizen moet of aan het éne of aan het andere eind gesmokkeld worden. Verschui-vingen zijn dan niet te vermijden. De grootte v a n de kromming k a n goed gemeten worden als aangegeven in figuur 3 .

De afstand du moet als een verschuiving geinterpreteerd worden. Stelt men dmax dus vast op 5 m m , dan is het logisch voor dk geen grotere waarde dan 5 m m

toe te laten.

Verschillen in diameter.

De diameters v a n de buizen in één partij zijn niet precies gelijk. Dus zelfs wanneer de buizen zo precies mogelijk gelegd worden treden er afwijkingen bij de stootvoegen op.

Veelal wordt door de koper een m a x i m u m toe te laten diameterverschil vast-gesteld. De m a x i m u m toelaatbare diameter noemen we dmax-, de minimum toe-laatbare diameter dmin en het verschil tussen beide dmax—dmin.

(4)

H e t berekende verband tussen dmax—dmin en sr is weergegeven in de

rechter-zijde v a n de figuur. H e t valt op d a t de invloed v a n dia me ter vers chilien veel kleiner is d a n die v a n verschuivingen.

Zo is bij (dmax—dmin) = 7,5 m m en een

inwendige diameter van : sr gelijk aan :

5 cm 0.96 10 cm 0.98 Wil men een sr v a n 0.95 tolereren dan is

bij een buis v a n : dma%—dmin gelijk aan :

5 cm 8 m m 10 cm 12 m m

H e t niet rond zijn v a n de buizen is v a n weinig belang zolang de grootste dia-meter v a n een niet ronde buis m a a r kleiner is d a n dmax en de kleinste diameter

groter d a n dmin.

Verschuivingen en diameterverschillen

I n de praktijk komen verschuivingen en diameterverschillen beide voor. Voor het berekenen v a n de werkelijke stroomsnelheid in d i t geval is h e t niet geoor-loofd beide korrekties sr en sv m e t elkaar t e vermenigvuldigen, o m d a t d a n de

berekende korrektie veel t e groot zou zijn. Een berekening v a n de juiste korrektie is wel erg ingewikkeld. H e t is echter in t e zien d a t geen grote fout gemaakt wordt wanneer de n a het leggen gemeten verschuivingen bij de stootvoegen aan de buiten-o m t r e k geinterpreteerd wbuiten-orden als echte verschuivingen, buiten-obuiten-ok wanneer deze veroorzaakt zijn door diameterverschillen of verschülen in w a n d d i k t e .

Enige konklusies

De normalisatievoorschriften voor drainbuizen (N 440) laten enige afwijking in wanddikte en diameter toe.

Bijvoorbeeld, bij buizen v a n 10 em inwendige diameter is h e t toegestane dia-meter verschil (dmax—dmin) gelijk aan 4 m m .

Uit figuur 2 rechterhelft volgt dus d a t sv niet kleiner zou mogen zijn dan 0.99,

met andere woorden d a t de afvoer m e t hoogstens 1 % verminderd zou mogen worden.

Consekwent zijnde, moet men d a n voor sv ook geen kleinere waarde dan 0.99

en dus voor dmax geen grotere waarde d a n 2 m m toelaten.

De optredende verschuivingen a a n de b u i t e n o m t r e k zijn echter altijd groter. W e moeten dus of de normalisatievoorschriften niet opvolgen of inkonsekwent H e t is meer voor de h a n d liggend om uitgaande v a n een toelaatbare verkleining v a n de afvoer t o t bijvoorbeeld 95 % v a n de theoretische afvoer, dmax t e bepalen.

Voor een buis v a n 10 cm is dmax dan 6 m m en de grootst toelaatbare verschuiving, gemeten a a n de buitendiameter dus ook 6 m m . L a a t m e n een sv v a n 0.90 t o e ,

d a n is de grootst toelaatbare verschuiving gelijk aan 8 m m . H e t is echter mogelijk d a t de op deze wijze berekende toelaatbare verschuiving t e groot is m e t h e t oog op eisen welke bi voorbeeld de draineermachine stelt L » de uniformiteit v a n de buizen.

De verMeining v a n de m a x i m u m afvoer h a n g t dus voornamelijk af v a n de optredende verschuivingen, m e t andere woorden v a n de nauwkeurigheid waar-mede de buizen gelegd worden.

Bij de beoordeling v a n een partij buizen dient men zich d a n ook voornamelijk af t e vragen of het uitvoeringstechnisch gezien mogelijk is de buizen gemakkelijk en goed t e leggen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de vijftiende eeuw speelde hetzelfde met de wisselkoers tussen gouden en zilveren munten: aangezien de rentebetalingen in zilvergeld waren uitge- drukt maar in goudgeld

Naar de invloed van de cotylen op de verdere ontwikkeling van de plant werden verschillende onder- zoekingen gedaan (8,157,159). Deze toonden alle aan dat de ontwikkeling van de

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in

§ bezit kennis van alle voorkomende machines, gereedschappen en hulpmiddelen voor het leggen van parketvloeren zoals zaagtafels, tackers, schuurmachines, plaatsingsmaterialen

Asked why their demands turned political, many participants echoed Maluleke’s (2016) assertion that the shutting down of universities in the context of student protests

The aim of this research was to analyse the profile of nutrition interventions for combating micronutrient deficiency with particular focus on food fortification reported in

Lise Rijnierse, programmaleider van ZZ-GGZ benadrukte dat dit het moment was om argumenten voor deze signalen aan te scherpen of te komen met argumenten voor alternatieve

De reeks publicaties “SOBANE – STRATEGIE Beheer van beroepsgebonden risico’s” heeft als doel deze strategie kenbaar te maken en aan te tonen hoe de strategie kan worden toegepast