• No results found

OVO S GNATUUR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVO S GNATUUR"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is b eschikbaar gesteld door het KITL V, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen wor d en gereproduceerd zonder toestemmin g va n het KITLV. Dit behoudt zich het rech t voor een vergoeding te berekenen voor rep rodu ctie.

In dien op het originele mater ia al a u teursrecht rust, dient men voor repr oductied oeleinden eveneens toestemming te vragen aan de hou ders van dit auteursrecht.

Toestemmin g voor reproductie dient men schriftelij k a an te vragen.

This .fiiJn is su pplied by the KlTL V only on con(litiol1 that neither it nor part of il is furlher reproducetl without first obtaining the pennissioll of the KITLV which reserves the right to 11lake a charge for sllch reproduction. If Ihe Inaterial fibne(l is itself ;11

copyri ght, the permission of the owners of th at copyright will a/so be requiredfor sllch reproduction.

Application fo r perlllission 10 reprodllce sholiltl be I1lade in writing, g;vin a d etails of tlle proposed reprodllction.

S GNATUUR

C OVO M :

SHELF NUMBER MIe OFORM:

MMETA 1084

(2)

-~---

(3)

I 11

I Bfrrrl1 I Tfl l

11 1II

00713659

DE WILDERNIS IN

EEN ZENDINGSVER HAAL

VOOR JONGENS E. MEISJE

DO R

J. HASKOS VADER

...

-

... --:--.-~

(4)

De Wildernis in

door]. HASKOS VADER

(5)
(6)

I"JcrURJ:INCOLOJ(

HOOFDSTUK 1.

De laatste dag.

In de voorgalerij van de zendingswoning op Nieuw~Guinea zit een uitgebreid gezelschap aan een lange tafel. De vuile borden, messen, vorken en lepels en de lege schalen wijzen er op, dat men juist klaar is met eten.

Aan een apart tafeltje zitten zes jongens en meisjes van ongeduld te popelen om op te staan. De maaltijd heeft al zo lang geduurd. 't Is wel leuk geweest, want steeds is één van de groten, aan de andere tafel. opgestaan en heeft een aardig gedichtje voorgedragen. Maar nu vinden ze 't welletjes. Ze willen nu spelen.

Maar al kijken ze nog zo verlangend naar buiten en al trekt Jimmy nog zo'n ongelukkig gezicht tegen zijn moeder en maakt hij een beweging van: "Mogen we nu opstaan?", het lukt niet.

Want weer gaat een van de ooms staan en die steekt nota bene een hele redevoering af tegen vader en moeder. Hij zegt, dat ze zo'n prettige tijd met elkaar gehad hebben en dat dit vooral te danken is aan de goede zorgen van de gastvrouwen gastheer, mevrouwen zendeling Vorzit; dat zij in de afgelopen weken weer voldoende krachten hebben verzameld om met nieuwe moed terug te gaan naar hun eenzame posten om daar het verdere deel van 't jaar weer alleen te zitten, zonder andere blanke gezichten te zien dan eens in de maand de bemanning van de boot, die post komt brengen.

3

(7)

HOOFDSTUK 1.

De laat~tc dag.

In de voorgalerij van de zendingswoning op Nieuw~Guinea zit en uitgebreid gezelschap aan een lange tafel. De vuile borden, mes en, vorken en lepels en de lege schalen wijzen er op, dat men juist klaar I met eten.

Aan een apart tafeltje :itten zes jongen en mei jes van ongeduld te popelen om op te staan. De maaltijd heeft al zo lang geduurd. 't Is el leuk geweest. ""ant steeds is één van de groten. aan de andere tafel. opgestaan en heeft een aardig gedichtje voorgedragen. Maar nu vinden ze 't welletjes. Ze willen nu spelen.

Maar al kijken ze nog :0 verlangend naar buiten en al trekt Jimmy nog zo'n ong lukkig gezicht tegen zijn moeder en maakt hij ecn beweging van: .. Mogen we nu opstaan?", het lukt niet.

Want weer gaat een van de ooms staan en die steekt nota bene een hele redevoering af tegen vader en moeder. Hij zegt. dat ze zo'n prettige tijd met elkaar gehad hebben en dat dit vooral te danken is aan de goede zorgen van de gastvrouwen gastheer.

mevrouwen zendeling Vorzit; dat zij in de afgelopen weken weer voldoende krachten hebben verzameld om met nieuwe moed terug te gaan naar hun eenzame posten om daar het verdere deel van 't

jaar weer alleen te zitten. zonder andere blanke gezichten te zien dan eens in de maand de bemanning van de boot. die post komt brengen,

(8)

,.

Verder zei hij, dat het ze allen speet. dat volgend jaar de familie Vorzit er niet meer bij zou zijn, dat alle collega's zendeling Vorzit veel succes toewensten op zijn laatste inspectiereis het binnenland in, daarna een goede reis naar het vaderland en een prettig verlof bij de familie in Holland.

"En jij, Jimmy, ik heb je allang boo zien kijken, omdat je vond dat oom W im weer veel te lang stond te praten. Toch houd ik 110g niet op, want ik heb ook nog iets tegen jou te Zoeggen.

Als je over en paar maanden met vader en moeder in Holland bent aangekomen. dan begint voor jou een prachttijd Je mag naar :chool. zodat je het hele jaar door vrienden ::ult hebben van je eigen kleur en niet. ::oals nu, maar een paar weken in 't Jaar. Ik durf te wedden. jong. dat je het in Holland zó prettig zult vinden.

dat je hier nooit weer op je geboorte-eiland \dlt terugkeren."

"Vast niet oom, ik kom ::0 gauw mogelijk weer terug, het is hier nel te fijn!", roept Jim ertus en door.

"Daar weet je niets van. Jij kent Holland niet. Jij hebt nog nooit met een stel vrienden door de duinen gezworven. jij hebt nog nOOIt een Hollandse winter meegemaakt, met sneeuwen ijs, sleetje njden en schaatsen. Wc zijn allemaal erg bang, dat je ons en heel ieuw-Guinea vergeten zult. voor je een half jaar in Holland bent.

En om dat te voorkomen. krijg je van alle ooms en tantes samen een voetbal. Neem die maar mee naar Holland en al je op een vrije Zaterdagmiddag moe bent van het \'oetballen met je vriendjes.

dan ga je maar eens fijn aan de kant van het veld zitten en vertel je je kamerad n van het land, waar die bal \'andaan komt. Dan àenk je toch ook nog eens aan ons, Pak aan Jim, en veel plezier ermee!"

Meteen vist oom van onder de tafel een prachtige spiksplinter- nieuwe voetbal op en gooit die naar Jim. Jimmy is zo be uu ·d.

dat hij vergeet de bal te vangen. Deze komt precies op zijn borst terecht. Dat schijnt hem wakker te maken, want voor de bal kan terugspringen, laat hij er ::ijn beide armen omheen. zodat hij hem stevig te pakken heeft. Dan gooit hij hem in de lucht, vangt hem nu beter op en brult:

"Hoera, een voet- bal. een echte voetbal, nu mogen we toch wel naar buit n. moeder!"

"Eerst danken, Jim."

Even is het stil als allen hun dankgebed doen. Dan eindelijk geeft vader een teken, ze mogen opstaan van tafel en buiten gaan spelen.

Eerst wordt de bal

-

door de andere jon- Hoera. e<n voe,bal!

gens en meisjes be-

keken en om 't hardst geprezen. Vooral Kees Enters. na Jim de oudste jongen, houdt hem met aandacht in beide handen vast en

~taart er vol verrukking naar.

,.Had ik hem maar, jó."

.. Ja. had je hem maar." zegt Jim. en ge ft meteen een slag onder tegen de bal. zodat hij Kees uit de handen vliegt. ,.maar je bent hem kwijt."

"Kom mee, jongens, naar het strand," roept hij en trapt de bal vast in die richting. De hele troep rent achter hem aan naar het strand. waar het een hevige strijd wordt om elkaar de bal af te pakken.

Maar Indië is :varm en als je maar eventje hard loopt. ben je in minder dan geen tijd bezweet en moe. Na een kwartiertje liggen ze dan ook allemaal languit in 't :and. Te moe om te praten.

liggen ::e maar te kijken naar de golven, die vanuit zee heel flauwtjes komen aanrollen en over het zand heen poelen. Er staat haast geen wind. Het water is prachtig helder blauwen volkomen doorzichtig. Als je met een prauw. een smalle kano. met aan weer ~

kanten uitleggers. zodat ze niet zo gauw kantelen, over zee vaart, kan je tot op de bodem toe alles zien.

5

(9)

Vissen. met allerlei kleuren. zigzaggen haastig tussen de rots- hlokken en het koraal door. Als er een roofvis aankomt. zijn ze opeens allemaal verdwenen, weggeschoten in allerlei kleine hol- letjes, waar hun achtervolger niet bij kan.

Haaien zijn er gelukkig niet dikwijls in de baai, want dan zou 't voor de mensen niet veilig zijn om hier te baden. En dat doen ze jui t zo vaak en zo graag.

Als ons clubje heeft liggen uitblazen. krijgen ze alweer gauw Ç1enoeg van het rusten. Voor hun ogen ligt de zee te lonken. alsof zij hen uitnodigde: "Kom maar bij mij, jongens, kom bij mij fijn spelen. Bij mij is 't goed, bij mij is 't heerlijk, kom dan toch'"

Kees is de eer te, die de uitnodiging van de zee begrijpt. Lang- zaam staat hij op. rekt zich eens lui uit en spoort de anderen aan:

"Vooruit, lui. we gaan de zee in."

Daar heeft niemand iets tegen. Integendeel, wat is voor een Hollandse jongen heerlijker, dan in het water rond te spartelen?

Vooral als zo'n HolI,mdse jongen in Indië is. waar het weer altijd meewerkt, kan hij zijn liefde voor het water botvieren.

Vlug de kleren uit, en daar gaan ze, het wilter in voor nieuwe pretjes.

HOOFDSTUK 2.

De zeeslag.

Er klinkt opeens een luid geroep buiten. De Inlandse school is uitl Het strand wordt overstroomd met Papoese jongens en meisjes, die vrij gekomen zijn. Ze doen in liefde voor het water I:iet onder voor de Hollandse jongens en in een ogenblik zijn ze ook allemaal in het water aan het rondspartelen, of varen in hun kleine kano'tjes - prauwen heten die in Indië - het water op.

..Zullen we een zeeslag leveren?" vraagt Jim opeens . .. Ja. jongens, een zeeslag." roepen ze meteen allemaal.

Alle grote jongens mogen er aan meedoen, wordt besloten, dan hebben ze een fijn clubje bij elkaar. De Papoese jongens hebben cr wel oren naar, dat zal wel mooi worden.

Zo staat er al gauw een groepje van zes en twintig blanke en bruine jongens bij elkaar .

. Eerst partijen verdelen." zegt Kees ... Jim. jij gaat hier gauw

\veg. dus jij mag het eerst kiezen. wat je wilt, aanvallen of ver~

dedigen."

"Ik val aan. dus ik ga met mijn groepje in prauwen op zee, jullie moeten dan hier een vlag aan een stok in het zand zetten. Wij komen vanuit zee en zullen proberen te landen. om jullie vlag weg te halen. Als dat lukt. hebben wij het gewonnen, lukt het niet, dan is de aanval afgeslagen.

(10)

Jullie mogen ook proberen onze prauwen in zee te laten kantelen, maar natuurlijk niet te ver van het strand af, anders gebeuren er misschien ongelukken. Wie op meer dan ongeveer twee meter van het strand in 't water valt, mag niet meer meedoen, die is ver~

dronken. Wie met worstelen op het strand valt, is ook af en mag niet meer meevechten.

"Alles afgesproken? Waar zet je de vlag neer, Kees?"

"Dat zeg ik je niet, maar wc blijven in ieder geval binnen deze baai. Dan gaan we nu poten en de partijen kiezen."

Jim en Ke s gaan een eindje uit elkaar, lopen weer naar elkaar toe, \\ "arbij ze ieder om de beurt hun ene voet voor de andere zetten, tot ;:e vlak bij elkaar staan. Kees is de laatste, die nog een hele voet afst::md weet te brengen. Hij mag dus het eerst kiezen, wie van de jongens tot ;:ijn partij zal behoren. Daarna Jim en zo om de beurt, tot éllle jongens ingedeeld zijn. Kees bindt zijn zakdoek aan een lange bamboe, zodat de tegenpartij weet hoe de vlag eruit ziet en het spel I?egint.

Oaa. stop~n ••• n houdtn K"lgsuad.

8

Jim gaat met zijn groepje naar de prauwen, die even verder op het strand liggen.

Ze trekken er een paar in zee en roeien ermee weg tot :e achter de landtong verdwenen zijn. Daar stoppen ze en houden krijgsraad.

Er waren in totaal vier prau ven. één met vijf man - de ,dmiraalsboot was dat - , één met vier man en twee met twee.

Twee van de flinkste Papoea's, Andl'aeas en Theo, werden nu in een twee persoon -prauw gezet, met de opdracht eerst wat achteraf te blijven.

Jims aanvalsplan is namelijk zo: Onder aanvoering van de commandeursprauw zullen de ddt> kano's samen optrekken naar de kust in een langzaam tempo, om goed bij elkaar te kunnen blijven. J im zal voorgaan, daarna de vlerpersoon . achteraan de tweepersoons. Wanneer ze de vlag ontdekt hebben, zullen ze zich op enige afstand van de ku t terugtrekken. om hun aanvalsplan nader te bespreken. De achterblijvende tweepersoonsprauw zal zorgen niet gezien te worden, maar er wel goed acht op geven wanneer de hoofdvloot tot de aanval overgaat. Pas dan mogen z

;:elf te voorschijn komen om zo til en ongemerkt als maar mogelijk

IS naar het strijdtoneel te varen, op enige afstand te land..:n. en de vijand in de rug aan te vallen. Op die manier zal Kees met zijn manschappen volkomen verrast worden en het stellig moeten ver- liezen. Intussen heeft Kees ook niet stil gezeten. Ook hij hedt een krijgsplan opgem,wkt. dat zó in elb r zit. Hij heeft het diepste punt van de baai als verdedigingspiek gekozen en heeft daar indet- haast een fortje gebouwd door een ring van zware rotsblokken te maken. Het is werkelijk een prachtig plekje! Ervoor kunnen ze de hele zee afspeuren, links zijn ze gedekt door een riviertje dat daar In zee uitmondt. terwijl er achter meteen het oerwoud begint. zodat alleen het strand rechts gelegenheid biedt voor een aanvdl. Midden In het fort staat de \ lag op de bamboe.

Het moeilijkste moment voor de aanvallers zal zjjn, wanneer ::e de boten verlaten om het strand op te gaan. Dat is dus het beste 0genblik voor een tegenaanval. Daarvoor zullen zich vijf man op 9

(11)

het strand posteren om op de plaats te kunnen zijn. waar de landingspoging zal worden gedaan. Twee man zullen in een prauw voor het strand op en neer varen. om de aanvallers al vóór de landing zoveel mogelijk te hinderen. als het mogelijk is zelfs een paar buiten gevecht te stellen. Drie jongens zullen in het fort blijven ter bescherming, terwijl Kees zelf als commandant daar zal :.ijn, waar hulp het meest nodig IS. Er wordt afgesproken. dat allen ::Ich meteen op het fort terug zullen trekken, als de landing geslaagd i , om dan alleen maar de vlag te verdedigen. Nu zijn er nog twee jongcns over, Juist dc vlugste en handigste. Die denken dat ze

overge~lagcn worden en vragen daarom of zij zich maar bij de strand patrouille moeten aansluiten.

,.Nee. ik heb voor jullie heel wat belangrijkers. Jullie gaan in een kleine prauwen blijven daarmee eerst op de rivier. Zorg dat

)~ niet wordt opgemerkt. Als ik fluit, varen jullie zo vlug mogelijk Uit; kom dan achter de aanvallers weer op het land en val ze maar flink aan in de rug!"

Allen betrekken nu hun posten, om de aanval af te wachten. Ze hoeycn niet lang te 'wachten, al gauw komen drie kano's de hoek van de landtong om en varen langzaam aan op enige afstand lang.

het strand. Al ze dichterbij komen. schijnen ze de vlag te ont- dekken. Ze keren en trekken weer verder de zee in.

Jim blijkt d toestand goed te hebben opgenomen.

"De bedoeling van die prauw i' natuurlijk om ons voor het landen te hinderen cn dat groepje op het strand moet de landing zelf opvangen. De rest zal wel in dat fortje zitten. De kleine prauw moet het daarom tegen de verdedigingsprauw opnemen, dan ~l.!lIen

de twee grot zo vlug mogelijk landen We zijn in ieder geval in de meerderheid. dus dat ;:31 \,vcl lukken. We landen niet te dicht bij het fort, clan kan de be::ctttng ::e niet te hulp komen. Vooruit jongens. daar gaan wc. nu jullie met je tweeën voorop."

Met een flinke snelheid naderen ze het strand. Vlug schieten de peddels. door h t water. Daar zijn de twee kleine prauwen al met elkaa~ 1D contact. Ze zijn met de vlerken in elkaar gevaren en kunnen met zo gauw los komen. Opeens loopt één van de jongens

uit de aanvalskano. Johannes. over de beide vastzittende uitlegger heen, trekt ze met een handige beweging uit elkaar, maar blijf meteen op de uitlegger van zijn tegenstanders staan, zodat die prauw flink scheef gaat hangen en bijna kantelt. Als een haas kruipen de beide andere jongens op de tegenoverliggende vlerk en hrengen de boot daardoor weer recht. Maar dat \ ordt juist hun ondergang, )Jant Johannes springt vlug '\ eer over op zijn eigen prauw. zodat de twee jongens. die samen op de andere kant van hun boot zitten. door hun gewicht hun eigen prauw laten kantden.

Ze kunnen haar wel weer goed krijgen, maar voor hen is het spel

"fgelopen. dat i nu eenmaal afgesproken. Ze troosten zich maar door hun partijgenoten vurig aan te sporen. Die hebben het in- tussen zwa r genoeg te verduren. De aanval van Jim en de zijnen is zo snel en hevig, dat ze er niet veel tegen kunnen uitrichten. Slechts èèn man hebben ze onschadelijk gemaakt. Nu de twee partijen op het strand taan, zijn de verdedigers erg in de minder- heid. Te laat ziet Kees in, dat hij zijn kracht n te veel versnipperd heeft. Hij blaast gauw op zijn fluit, om de reserve en geeft meteen het bevel om zich op de vlag terug te trekken .

.. Meteen er achter aan, lui." roept Jlm. Kees heeft echter een voorsprong, die ze niet ongedaan kunnen maken. Hij komt nog meer in het )Joordeel. doordat in het fort nog fris e krachten zijn terv.ljl de aanvallers allemaal moe zijn.

Daar loopt Jim in de val' Hij kijkt achterom. of zijn achterhoede al nadert. Inderdaad ziet hij e n kleine prauw dichtbij. Nu gauw rrop af. om de aandacht van de verdedigers af te leiden.

.. Vooruit jongens, de vlag, de vlag!" Hij stormt vooruit en een zware worsteling begint. "Hindert niet," d nkt Jim. "straks krijgen we hulp, dan zal het wel lukken." Maar de hulp valt averechts

\'erkeerd uit. Terwijl hij alle krachten in pant. om een Papoese tegenstander, die hem beletten wil over de barricade heen te komen. er onder te krijgen. voelt hij Zich van achteren aangrijpen.

Hij snauwt wel naar de man achter zich: "Kijk uit wie je te pakken hebt," maar dat helpt hem niet veel. Hij kan zich nog maar nauwe- lijks op de been houden en zou het stellig hebben moeten opgeven,

(12)

al er niet toch nog vriendenhulp gekomen wa . Dan pas. op het laatste nippertje, heeft hij in de gaten. dat ze overrompeld zijn. Met- een neemt hij maatregelen. Eerst deze tv,'ee buiten gevecht stellen.

de vlag komt straks wel. beveelt 11Ij. Maar hoewel dat gauw genoeg lukt, de aangerichte . chade is niet meer te herstellen. Drie man heeft het hem gekost. terwijl daartegenover alleen maar de twee reservemannen van Kees zijn uItgeschakeld.

Zo staan de twee partijen. in aantal gelijk. elkaar doodmoe aan

t staren. Het zIet er naar uit. dat Kees het winnen zal en die IS daar an dan ook wel overtuigd. Maar noch Kees. noch één van :IJn jongens heeft in de hitte van de strijd gemerkt. dat een prauw

~til langs hen heen gevaren i n achter hen geland is. WIe het wel merkte? Jim. Die ziet opeens aan de overzijde het hoofd van Theo boven de borstwering uitgluren. Hij moest lachen om het rare gezicht. dat Theo tegen hem trekt en gaat meteen weer tot de aanval over. opdat niemand ::al merken waarom hij lacht.

Ernstig is zijn aanval wel niet. want ze zijn allemaal te moe.

Maar de bedoeling ervan i ook alleen maar de aandacht af te lelden en dat lukt wonderwel. Het einde van de 'trijd komt voor K es volkomen onverw<1cht. d ord.:1t hij een luid gejuich a hter :i h hoort. Daar stann Andraeas en Theo met glunder lachende.

donkerbruine snuiten. druk te zwaaien met de vlag die ze veroverd hebb n.

Het spel is afgelopen. Jims laatste spel in :ijn geboorteland met e 11 overwinning geëindigd.

12

HOOFDSTUK 3.

Vreemde bc:oeker_'.

Het is weer rustig op de hoofd::endingspost van Nkuw-Guinea.

De conferentie i voorbij. De boot is gekomen en heeft alle gasten naar hun eigen woonplaatsen teruggebracht. Jim is weer alleen

< chtergebleven met zijn bruine vrienden. Iedere dag krijgt hij weer

chool. dat betekent niet. dat hij met de andere jongens naar het schoolgebouw gaat. om daar lessen te krijgen. 0 t kan niet. dan zou hij lelijk achter zijn. wanneer hij in Holland naar school moet.

Jimmy krijgt thuis les van zijn moeder. dIe daarvoor dezelfde boekjes gebruikt. die 'de kinderen in Holland hebben. Het is natuurlijk wel erg prettig van je eigen moeder Ie' te krijgen. maar Jimmy heeft liever een flink stel <;choolvrienJen. waarmee hij :0

af en toe eens 'wat kattekwaad kan uithalen. Daar krijgt hij nu geen kans toe.

Maar lang zal de rust niet duren. Vader verwacht bezoek van de re ident. de grote baas van Nieuw-Guinea. en samen moeten 13

(13)

7e heel wat zaken bespreken. De resident zal bij hen logeren, zodat moeder het ook heel erg druk heeft met eten klaar maken en alles voor de ontvangst te regelen. Daarom heeft Jimmy een portie

~ommen en een taalles opgekregen, waar hij voorlopig wel niet mee klaar zal komen, zodat moeder rustig door kan gaan met haar eigen werk.

Maar nee hoor, van dat rustig werken van moeder :al niet veel komen, want nauwelijk heeft zij Jim zijn werk opgegeven, en is naar de keuken gegaan, of daar klinkt de roep: "Kapal masoek.

kapal masoek". 1)

En jawel. veel vroeger dan hij verwacht werd, komt daar de boot. een mooie witte. in de zon glinsterende boot, om de hoek van de kaap aanvaren.

Toen was er geen houden meer aan. Alles trekt naar de steiger, om de boot te zien aankomen om de resident te verwelkomen. Ook Jimmy schuift gauw zijn sommenschrift opzij en holt naar buiten.

I heel vlug daarna ligt het schip voor anker en komt de hoge ga. t van boord, om met vader en moeder mee te gaan naar huis.

, Terwijl de familie Vor:it met de hoge gast op de galerij smakelijk ZIt t eten, v. ordt het dorp opeen" in beroering gebracht Overal klinken luide en verbaasde kreten . Wat is er nu weer aan de hand," vraagt zendeling Vorzit zichzelf af.

Het antwoord komt al gauw. Daar nadert. door meer dan het hele dorp omgeven. een vreemd gezantschap. Het zijn Papoea's lIit het binnenland. behangen met .. ele kralen arm- en hal banden.

die als versiering dienst doen. (Ze vinden zichzelf er ongetwIjfeld cg knap mee uitzien, maar voor de Hollanders. die daar op de v?orgaleri~ zitten. i het een ruwen onfris uitziend telletje, dat ZIch vast m geen maanden gewassen heeft),

Pa voor de zendingswoning blijven ze staan en maken daarmee duidelijk, dat ze voor de zendeling komen. Als ze zien, dat de blan- ken ~og. aan het eten zijn. leggen ze hun lange pijlen en boog, die ze hl) ZIch hebben. op de grond en gaan er zelf gehurkt naast ') de boot komt.

zitten, Om hen heen hurken de andere Papoea's neer, die men het wel kan aanzien. dat ze kustbewoners zijn en al langer onder invloed van de Europeanen staan. want die zien er veel zindelijker uit. Zo wacht de hele groep vol nieuwsgierigheid wat er gaat gebeuren.

Na het 'danken staat zendeling Vorzit op, gaat de galerij af en vraagt aan de vreemdelingen. wat ze wensen. De resident, met Jim naast zich, luistert belangstellend toe. leunend op de balustrade van de galerij.

Hh 15 het mooist uit/{tdosr en doet alJccn °c woord.

Maar hoe ze ook luisteren, 't helpt weinig, want van dat taaltje, dat een van die Papoea's spreekt. - kennelijk de leider van het 15

(14)

gezantschap. want hij is het mooist uitgedost en doet alleen het

\ oord -- kunnen :e absoluut niets begrijpen.

Daarom kijkt zendeling Vorzit eens rond en vraagt aan de dorpsbewoners of één van hen misschien verstaat. wat hij zegt.

Inderdaad komt er iemand naar voren. die wel eens het binnenland in geweest is en wat afweet van de taal. Jle daar gesproken wordt.

Hij richt zich op ver::oek van de zendeling tot de vreemdeling. om hem te vragen de ::aak nogmaals uit te leggen.

De boods hap is als volgt:

.. WIJ :Ijn door de be\\oners van een dorp ver in het binnenland llltgestuurd om aan de T ean te vragen of er bij hen in het dorp ook een zendeling zich \\'il komen vestigen. om de t zij Christenen willen worden."

Dat is natuurlijk een heel prettig verzoek. mam zendeling Vorzit

\vil cr toch wel meer van weten en laat daarom vragen. hoe zij er :0 toe gekomen zijn om Christenen te willen worden.

Die Hilag is moeilijker te beantwoorden. zc geven tenminste

Cl:ll ronduit antwoord. Na lang praten wordt toch wcl duidelijk.

dot :e in oorlog zijn met een andere. vecl me chtiger stam. waar ze erg bang voor ::ijn. Is er nu een ::endeling bij hen woont. denken ze ,\'cl veilig t~ zijn. want dan zullen hun vijanden wel geen aanval durven wagen.

Zo blijkt dus. dat het helemaal geen verlangen om Christen te worden is. waarom ::e een zendeling will >n hebb n Ze willen alleen maar een blanke heb en als bescherming voor hun eigen hachje. Zendeling Vor:it lacht daarom maar ::0' n beetje in :ich- zelf. maar belooft ::e toch zelf eens een kijkje te komen nemen in hun dorp. Dan zal hij daarna wel zien wat hij voor h n Jo.>n kan.

D.Jarmce is de zaak afgedaan. de Binnenlnndcr vertrekken naar hun eigen dorp. de nieuwsgierigen druipen druk pr.1tend af. en zendeling Vor::lt gaat terug naar ::ijn ga t, die met Jimmy weer op de voorgalerij is gaan zitten.

"Dat is een pracht kans om het Evangelie verder te brengen.

al IS de nanleiding niet bijzonder mooi. is het niet?" vraagt de resident.

16

.. Ja, dit lijkt mij een mooie gelegenheid om het werk uit te breiden. Maar dat kost weer extra geld, en we krijgen toch al regelmatig de waarschuwing uit Holland, om heel zuinig te zijn.

Wat zou het toch jammer zijn. al we deze kans voorbij moeten lilten gaan, omdat er geen geld voor is. De zending heeft helaas altijd met geldgebrek te kampen.

In ieder geval komt het goed uit, dat ik de volgende week op reis moet. het binnenland in. Dan kom ik toch bij dat dorp in de buurt. dus dan ga ik er meteen maar even heen om eens pools- hoogte te nemen."

.Zo, gaat u een tocht maken naar het binnenland? Dat kan eelt mooie reis worden. En ga jij mee, Jim?"

"Was het maar waar. Hè ja. vader. mag ik eens e n keertje mee?

Ik heb nog nooit een echte tocht meegemaakt en ik ben nu toelt uI groot? Toe, mag ik?" smeekt Jim.

Juist op dat ogenblik komt moeder de voorgalerij op met thee.

.. Wat wil je :0 graag, Jim?"

. Oom zei. dat ik best met vader mee kon op de tocht naar het binnenland. maar vader kijkt net of hij het niet goed vindt. Van

ti Illag ik toch wel?"

"En wou je mij dan alleen achter laten? Ik heb er bovendien niets over te vertellen wie mee mogen of niet daar beslist alleen vader over."

"Ik \ iJ u helemaal niet alleen achter laten. maar ik ga nu binnen- kort weg en ze zeggen allemaal dat ik wel nooit meer hier zal terugkomen en dan ::al ik dus nooit een echte grote tocht gemaakt hebben en als u zegt. dat het mag. dan vindt vader het ook wel god. Mag ik?"

Vader begint opeens hardop te lachen.

.. Wut ben jij kn<1p. Jim, om zomaar zo'n lange zin achter elkaar cr uit te gooien! Maar hoe zit dat, je hebt nog maar kort geleden heweerd. diJt je va:t n ze cr hier terug zou komen en nu zeg je.

d.Jt je wel nooit weer terug zult komen. Wat moeten we daar nu Viln denken?"

2. De WIldernis In. 17

(15)

"Ik zeg het toch ook niet zelf, alle anderen zeggen het. Maar

ik mag toch wel mee?" . ..

Vader en moeder kijken elkaar eens lachend aan. Eindelijk zegt vader:

,.Kijk eens, Jim, het zal een zware tocht worden, dat is gee.n grapje, maar volkom n ernst. Vraag het maar. eens aan. oom, die maakt ook wel eens tochten het binnenland m, dus ,die kan er over mee praten."

Nou en of het kan oms geducht tegenvallen. Ik heb heel w~~ keren onde'fweg gedacht: . .Ik wou dat ik maar weer thuis wa.s."

"Je hoort het dus. het is absoluut geen spelletje voor kleme kinderen ... "

.. Maar Ik ben toch ook geen klein kind meer. vader?" valt Jim in de rede.

"Je moet mij eerst laten uitpraten, voor je iets zegt. Het is dus geen kinderspel. zei ik. Wanneer jij nu in de week. voor:lat we weg gaan, bewijzen kunt, dat je geen kind meer b nt. mag Je mee, anders niet.

.. Maar hoe kan ik dat bewijzen?"

"Door als grote mannen hard te werken, zonder je door tel~u~­

stellingen teveel van de wijs te laten brengen. Al~ j.e dus biJ !e choolwerk eens bijvoorbeeld een som tegenkomt, die Je een beetje lastig lijkt, dan mag je hem niet opzij leggen en meteen zeggen:

Die ken ik toch niel. maar dan moet je er net zolang mee vechten.

tot je hem onder de knie hebt. Verder moet je buiten scho~ltij.d zoveel mogelijk je moeder helpen en ook andere mensen, die Je iets vragen te doen. Alles zonder tegenpruttelen of een lelijk Qezicht. Als moeder en ik dan tevreden over je zijn, mag je mee."

• "Nou, dan zal ik wel mijn be t doen, dat ik mee mag."

.. Dat doe je maar. hoor," zegt moeder, "en wil je nu eer teven een emmertje water voor mij halen bij de waterval?"

.. Hè, mag ik hier nog even blijven zitten, oom was net zo fijn aan het vertellen."

.. Wat is dàt nu? Ik dacht, dat je je best zou doen om met vader mee te mogen en nu zeg je al de eerste de beste keer. dat ik je

wat vraag, nee! Je hoeft natuurlijk geen water te halen, maar dan kan je ook niet met vader mee op reis, want dan bewijs je alleen, délt je nog een kleine jongen bent, die liever speelt dan dat hij aanpakt en meeh Ipt. En spelen'de jongens kan vader op reis niet gebruiken, wel werkende kerels."

Moeder hoeft al niets meer te zeggen. Jimmy is gauw opge- staan, ~aalt een emmer en gaat naar de waterval. Een ogenblikje I, ter zien ze hem éll terugkomen met een druipnat hoofd, zwaar torsend aan zijn emmer.

"Wat i er Jim?" vroeg vader, .. ben je met je hoofd in de emmer gevallen? En is hij erg zwaar?"

. 0 nee. hij is helenJaLlI niet zwaar," zegt Jim hijgend, "en ik ben met mijn hoofd even onder de waterval gaan staan. Lekker is dat, zo' n dikke straLIl over je heen."

.. Fijn, zet d~ e~m.er diln mailf even bij de keuken, dan mag je nog een kWé.lftlertJe 111 de voorgalerij komen zitten en daarna weer gauw aan je schoolwerk. Zie maar. dat je het vlug af hebt."

Als het kwartiertje om is, hoeft niemand JiOl te waarschuwen, d~t hij weer aan zijn werk moet. Uit zichzelf staat hij op en gaat bmnen aan de tafel zitten om zijn schoolwerk te maken. Hij is vast besloten flink zijn best te doen om mee te kunnen en er niet weer zo in te lopen als zoëven met het water halen. Gelukkig maar, dat vader en moeder dat voor de eerste keer nog niet zo erg vonden, maar het zal niet weer gebeuren.

(16)

HOOFDSTUK 4.

Wana rmoa wana wiosa na Ilsloa karisio kok-orea mandero.

Kokore manderoa mandawa kokore mandero.

Vreemde klanken zijn dat voor Hollandse oren. Maar Jimmy weet precies wat het is. Het is een Papoes roeihed. De roeiers, die voorin de prauw zitten. zingen de eerste reJel C.l op de maat van hun ::ang halen ze de roeispanen door het water, zodat de boot vooruit schiet. Ook de roeiers achterin roeien mee op de maat, maar zingen deze regel niet. Ze zingen de tweede regel; dan zwijgen de eerste zangers. Het is dus een beurtzang. Om de beurt zingen ze hun regel en Jimmy, die helemaal voorin de prauw zit. zingt ijverig mee met de voorste roeiers. al roeit hij niet mee.

De ranke prauw schiet als een haai door het water, met een mooie. regelmatige gang. Aan weerszijd n glijdt het mflc:htige oer- woud, d'lt de rh'ier omzoomt, voorbij. Prachtig gekleurde vogels vliegen tussen het eeuwige groen van de hoge bomen. Bonte linders fladderen over het water. gaan dan naar de wal en onder- zoeken daar de bloemen, of die hun lekkere honing kunnen verschaff n.

Alleen die bloemen zijn al een genot om te zien. Is de bloemen- winkels in Hoiland in hun étalages hadden staan wat hier zomaar in het wild groeit langs de zoom van het bo . dan zouden ze cr

20

flwk wat geld mee kunnen verdienen. De eene is al schitterender dan de andere, zowel wat de vorm als de kleur betreft.

Jimmy geniet. Dàt IS nog een een tocht. Zover is hij de rivier nog nooit opgeweest. Alleen begint hij zo langzamerhand last te krijgen van een lege mnag. Ze zijn vanochtend ook al zo vroeg ver- trokken. en omdat Jim toen vol spanning was over de tocht, die nu eindelijk na een week van hard werken zou beginnen, heeft hij beslist niet veel kunnen eten. Dat wreekt zich nu. Hij heeft zo'n trek. dat zijn maag begint te koeren als de kroonduiven, die op de takken langs de oever zitten. Zelfs vader. die in het midden van de prauw onder een afdakje van grote bladeren -- een soort zonne- tent __ enkele aantekeningen doorneemt, kan het horen.

"Wat hoor Ik?" zegt hij. "het lijkt wel of er een duif ergen aan boord is. Heb jij er misschien ~én gevangen Jim, het geluid

kwam uit JOuw richting."

"Nee vader. het is geen duif, ik ben het zelf," zegt Jim. en wrijft daarbij veelbetekenend op zijn buik.

"Ja jong, dat hoort er zo bij. Wanneer je verre reizen doet, dan kan je veel verhalen. maar dan kom je ook wel eens dingen tegen.

die minder prettig z;jn. Daar ben je nu een grote kerel voor, om dat te kunnen verdragen. Het duurt nog wel even, voor we bij het eerste dorp zijn. waar we wezen moeten."

,,0, maar ik kan het best nog uithouden."

Jimmy houdt zich erg groot en doet alsof hij eigenlijk helemaal geen trek heeft. Maar gelukkig voor hem ziet zijn vader, dat ook àe Papoea's een kleine versterking nodig hebben. Hijzelf heeft trouwens niet minder zin in een stukje eten. Daarom waarschuwt hij de stuurman om naar een geschikt punt te sturen, om even te kunnen rusten.

Voor Jim is dat bevel erg welkom. maar als hij helpt kijken naar een geschikte landingsplaats, kan hij er nergens een ontdekken.

Ook al is hij nog nooit zo ver de rivier op geweest, hij kan toch wel zien. dat ze hier nergens aan land kunnen gaan. De oever zijn veel te moerassig. Het is maar goed. dat de stuurman meer ervaring heeft in het varen op de rivier. Op een gegeven ogenblik 21

(17)

~tuurt hij de prauw schuin op de oever af. hoewel er nergens een spoortje is van een stukje strand of harde grond. Het gaat recht in de richting van een grote boom. waarvan de takken breed over het water hangen. Dan krijgen de roeiers het commando om de roeispanen te laten rusten. zodat de snelheid geleidelijk minder wordt door de tegenstroom en juist 'mder de boom komt zij tot tilstand. De twee voorste roeiers zijn intussen opgestaan en r.ebben een touw om een van de takken geslagen en voor aan de boot vastgemaakt. zodat zij nu goed vast ligt. Eindelijk kan de bemanning de hongerige magen een beetje bijvullen en daar wordt een gretig gebruik van gemaakt.

De Papoe e roeier halen hun sago koeken te voorschijn en :endeling Vorzit maakt het koffertje open. waar het eten voor hemzelf en Jimmy in verpakt is.

"Wil je een stukje?" vraagt een van de roeiers en biedt Jim een brok sagokoek aan.

"Nee. dank je. vader heeft wel wat voor mij."

Er is geen haar op zijn hoofd dat er aan -denkt van die Papoese cagokoeken te eten. Eens heeft hij er een proefje van genomen. uit nieuwsgierigheid. om te wetcn hoe dat smaakte. an dat eene proefje had hij voor zijn hele leven genoeg. Hij dacht. dat hij een hap zand in zijn mond had. vermengd met lijm of hardgebakken

k~ei. om het als een koek aan elkaar te laten plakken. De sagopap.

die moeder wel eens klaar maakt. smaakt hem best. maar van deze 1:0 k n hoeft hij nooit meer een snippertje tc hebben.

.Met graagte neemt hij van vader een paar dikke sneden heerlijk v,,'lttebrood aan. door moeder zelf de vorige dag ge:btlkken. dus nog lekker vers. Er is nu eenmaal op heel Nieu\\ -Guinea nog niet één bakker. dus moeder Vorzit en de andere zendelingsvrouwen moeten zelf hun brood bakken. En dat kunl1l>n ze best. lIeen doen :e het natuurlijk niet iedere dag. maar driemaal in de week.

<tDders is het veel te veel werk. Als het brood dan aan het eind van de week niet helemaal vers meer is. ach. d ar trekt niemand zich iets van aan. 't Is maar net. hoe je het gewend bent.

Na het eten mogen de Papoea's nog een half uurtje zitten of 22

liggen praten en hun strootje roken. daarna zal de reis weer ver~

volgd worden. Een ervan strekt zich languit over de uitleggers van de prauw. van plan een lekker dutje te doen. zonder zich er om te bekommeren of er nog wel ruimte overblijft voor zijn makkers.

om rustig te kunnen zitten. Maar nog voor hij goed en wel zich heeft neergelegd. springt hij met een schreeuw overeind. Hij lijkt zijn verstand wel te hebben verloren. want hij zegt geen fatsoenlijk woord. Hij staat alleen maar te schreeuwen: Ah. ah. ah. wijst daarbij in de lucht en pringt van het eene been op het andere.

zodat de prauw hevig begint te schommelen en zijn gezellen. die nog op de uitleggers zitten. haast in het water valIen. Enkelen beginnen te rt)epen: "Kijk uit. jö. en sta toch stil. we hebben geen zin om hier door jouw schuld in het water te vallen. Anderen. die een veiliger plekje hebben. moeten hartelijk lachen om zijn dwaze manieren en met deze doet Jimmy mee. Maar onwillekeurig kijken ze toch ook in de richting. waarin die angstig trillende hand wijst.

Dan is het opeens uit met het schelden en lachen. sommigen blijven ook angstig naar boven kijken. een paar springen hals over kop het water In. waar ze zoëven nog zo weillIg zin in hadden.

Vlak boven 'CIc prauw. ongeveer een meter boven hun hoofd.

zien ze langzaam de kop heen en weer bewegen van een reus~

achtige. meterslange slang. die als uiterst gevaarlijk bekend staat en makkelijk een mens kan doden. Het ergste is. dat uit de houding van de slang is op te maken. dat ze op het punt taat de aanval te beginnen en haar krachtige lijf om een van d mannen te slnan.

met het doel hem te vermorzelen en daarna voor middagmaaltijd te gebruiken

.. V der. vader!" roept Jim ... een slang." Zendeling Vorzit heeft het gevaar al gezien. Hij is de enige. die kalm gebleven is. Vlug staat hij op. met het mes. waarmee hij zijn brood gesneden heeft.

in de hand. In twee stappen is hij vooraan in de prauw. bij het touw waarmee de boot vast ligt. Een paar snelle halen. rsst. rsst.

en het is kapot gesneden. Een duw tegen de boomstam. waar hij onder ligt en vlot schiet het vaartuig met de stroom mee onder de boom weg. eveneens onder het gevaar weg.

23

(18)

Jacobus, een van de koenst en onder de Papoea's, iemand die veel in het oerwoud gejaagd heeft, is intussen weer bijgekomen van de schrik en heeft zijn geweer gepakt. Het is een wapen, dat hij

~ens gekregen heeft van een Chinees, die op Nieuw~Guinea was gekomen, om handel te drijven en die door Jakobus uit een groot gevaar was gered. Hij is er zo trots op, dat hij het nooit aan anderen uitleent en altijd bij zich houdt. Op marstochten hangt het over zijn schouder, bij bootreizen heeft hij het altijd voor zich liggen, zelfs als hij gaat slapen houdt hij het nog vlak bij zich en legt het zo neer, dat de kolf tegen zjjn benen aankom i, zodat hij het meteen zou merken. wanneer het ;:ou worden weggenomen.

Dit geweer legt hij nu aan, richt op de slang. die zich nog bijna op dezelfde plaats bevindt, alleen iets hoger in de boom, geeft vuur ...

"Goed geraakt. Jacobus. in schieten heb je je meester nog niet sevonden." zegt de zendeling.

De slang is door het schot in de kop getroffen. De spieren,

\ aarmee :ij zich aan de takken vastklemde, ver lappen. met een plons valt zij in het water. Dat gevaar is weer voorbij .

.. Daar zijn we goed afgekomen. jongen, we mogen God wel dankbaar zijn, dat Hij ons dat beest tijdig heeft laten ontdekken, anders WilS een Viln ons er stellig slechter aan toe geweest. En nu eerst de drenkelingen oppikken en dan roeien we maar meteen door tot we ons doel voor vandaag bereIkt hebben."

De zwemmers zijn gauw weer binnen boord. Met grauwe ge- zichten en druipende haren pakken ze hun roeispaan op n beginnen te roeien. Ook Jimmy ziet nog bleek. Het was ook wel een hele schrik. juist op een moment. dat ze h lemaal aan geen gevaar dachten.

De opgewektheid van de ochtend is de eerste tijd volkomen zoek. maar Caspar. de grappenmaker onder de Papoea' . weet haar gauw weer te voorschijn te toveren .

.. Hé, Andraeassie. ik 'dacht zoeven, dat je zo bang was voor het water, hoe komen je haren toch zo nat? Was jij het dan toch, die met een mooie duik de rivier in plonste? Waarom deed je dat dan?"

Allen lachen het mikpunt van de spot van Caspar hartelijk Uit.

Andraeas zelf is zo verstandig. om maar niets terug te zeggen en zit verlegen voor zich uit te staren.

Zendeling Vorzit krijgt een beetje medelijden met hem. Om de aandac t af te leiden, zegt hij maar gauw:

"Vooruit, jongens. nu maar weer een roetliedje, des te vlugger schieten we op. Caspar. jij bent zo vlug met je mond, zet jij het

maar in."

Weer klinkt een hartelijk gelach en nu met dubbel plezier. omdat Caspar zelf ook eens geplaagd wordt. Dan nemen allen al gauw het lied over, dat Caspar heeft ingezet en onder de tonen van hun meest geliefde roeilied. schiet de prauw vooruit.

25

(19)

HOOFDSTUK 5.

In het uitgestrekte oerwoud is een kleine plek, waarover het bos zijn macht verloren heeft. In plaats van bomen vinden we daar nette tuintjes, die geregeld en goed onderhouden worden. Midden in die open plek ligt de kampong. het Papoese dorp. Het is zelfs en vrij welvarend dorp, want het heeft een aparte kerk en school.

Er zijn nog genoeg dorpen, waar de kerkdit:nst Zondags in de school wordt gehouden. omdat er geen apart gebouw voor is. Naast de

!'chool staat het huis van de goeroe, een klein maar geriefelijk huis.

van planken gebouwd. Lang niet alle woningen zÏcn er :0 uit; er zijn ook nog enkele oude familiehuizen, op palen gebouwd.

Als we zo'n huis binnen gaan. houden we ons hart vast, want al, we over de vloer lopen. deint het hele h~is De vloer is gemaakt van bamboestammen. die naa t elkaar liggen en met rotan. een soort touw. zijn vastgebonden. Maar ... , de reten tussen de bamboes zijn hier en daar wel heel erg wijd. Dat is juist gemak- kelijk. zegt de Papoea. want dan hoef je nooit het huisvuil naar buiten te brct~gen. je laat het gewoon door de kieren vallen. De

\'arken . dte in ieder Papoea-dorp rondwroeten, zorgen dan wel.

dat het verder volkomen verdwijnt. De:e manier van wonen heeft àus twee voordelen. Je hebt nooit etensresten en dergelijke rommel in huis, en je hoeft je varkens niet extra te voeren, die vinden hun eten vanzelf.

26

Het is rustig in het dorp. De school is wel uit, maar het is op dit ogenblik veel te warm om je erg in te spannen als het niet moet.

De meeste dorpelingen slapen, alleen enkele jongens zitten in de schaduw van een eeuwenoude boom aan de oever van de rivier.

die langs het dorp stroomt, een rustig spet te doen, waar ze niet warm van worden. Ze hebben daar een mooi plekje en kunnen een heel eind de rivier stroomopwaarts en stroomafwaarts zien. Een bocht onttrekt de verdere loop aan hun oog.

Het is gedaan met de rust, als ze plotseling om die bocht een grote prauw zien verschijnen. Hoewel hij maal' langzaam opschiet.

- de stroom is hier al vrij krachtig en de roeiers lijken erg ver- moeid - kunnen hun scherpe ogen toch al gauw ontdekken. wie er in zit. Hun heldere stemmen schallen naar het dorp: "De zen- deling komt, de zendeling komt!"

Niemand heeft meer behoefte zijn middagslaapje langer te rekken. Mannen en vrouwen snellen, met een blijde roep. naar de rivier, om hun zendeling bij zijn aankomst te verwelkomen en hun vreugde over het bezoek te tonen. Ze vinden het helemaal mooi al ze zien, dat zendeling Vorzit niet alleen gekomen is, zoals anders altijd het geval i . maal' dat hij zijn zoon heeft meegenomen. Dat IS nog eens een cet voor het dorp.

Maar er i. nog v el te doen. Dit dorp IS niet het einddoel voor vandaag. ze moeten nog verder. Zendeling Vorzit gaat met de HO roe n de ouderlingen naar de goeroewoning. om te kijken of alles in het dorp in orde tS en na te gann of er :ich geen moeilijk- heden h bbctl voorgedaan. sinds hij hier voor het laatst op inspectie was. De roeiers leggen zich languit op de grond met een strootje tussen de lippen. Ze zullen van dit b zoek gebrUik maken om eens flink uit te rusten, zonder door slangen gestoord te worden.

Jimmy denkt cr niet over. om stil te gaan zitten of liggen. Dat heeft hij in de boot al lang genoeg kunnen doen. Hij is veel te blij, dat hij zijn benen eens kan uitstrekken en gaat op onderzoek uit in het dorp. Maar als hij ontdekt, dat er niet veel te zien is. wat voor hem nieuw is, gaat hij al gauw bij een groepje jongen van zijn eigen leeftijd staan opscheppen over de slang, c.lie hen

27

(20)

onderweg bedreigde en door Jacobus zo koelbloedig werd neer~

geschoten. Hij vertelt er maar liever niet bij. hoe erg ::e allemaal wel geschrokken zijn. want dàt klinkt helemaal niet heldhaftig.

Na een poosje komt "ader buiten met de kerker3ad en blijft op de trap voor het goeroehuis staan. De mensen komen er omheen

·taan. en degen n. die talmen. worden door de ouderlingen aan~

gespoord om ook te komen luisteren. Als ;:e allemaal verzameld zijn.

houdt zendeling Vorzit een korte toespraak. waarin hIJ hen op het hart drukt. als goede christenen te leven en geeft daarna aan Iedereen de gelegenheid om vragen of klachten naar voren te brengen. Niemand heeft klachten. maar na een ogenblikje aarzelen.

komt een grote Papoea. een boom van een vent. met zjjn zoontje naar voren en zegt. dat hij nog wat te vragen heeft .

.. Zo. en wat voor moeilijkheid heb je dan wel?"

"Ja. ziet u. mijn zoon en ik ::ijn het niet met elkaar eens. Ik zeg.

dat u vast al wel negen jaar b nt. maar mijn ;:oon zegt dat u veel ouder bent Wie van ons belden heeft nu gelijk?"

ZendelIng Vorzit moet er wel een beetje om lachen. maar laat dat niet merken. Al hij deze man zou uitlachen. zou nooit meer iemand uit dit dorp met zijn moeilijkheden bij hem komen. uit angst ook te ,"vorden uitgelachen. Gecn van de andere Papoea's schijnt dit een gekke vraag te inden. want allemaal luisteren ze aan~

dachtig. wat het antwoord zal zijn. De enige dIe lacht. is Jim. maar die staat gelukkig helemaal achteraan. zodat niemand het ziet .

.. Het spijt mij voor je. dat ik het zeggen moet." i het antwoord van zendeling Vorzit. "maar in dit geval heeft je zoon het toeh bij het rechte eind. Ik ben veel meer dan negen jaar oud. maar jij ook.

Als je het precies van me weten wilt. ik ben op het ogenblik net liegen en negen en negen en nog eens negen jaar. dat is dus zes en dertig jaar oud. Zelfs mijn zoon. die daar achteraan staat. is al meer dan negen jaar oud. al is het niet véél meer."

Als er geen andere vragen meer komen. volgt een hartelijk af cheid en onder geleide van de bevolking wandelt het reis~

gezelschap naar de prauw. De roeiers zijn uitgerust en op kracht gekomen door de lafenis. die zij hebben gekregen. De hitte is niet

28

meer zo erg als midden op de dag. Met frisse moed steken zij van wal. Noft een uurtje stevig roeien en dan zit hun dagtaak er op.

Zonder bijzondere gebeurtenissen bereiken ze het volgende dorp.

waar zendeling Vorzit weer eerst een vergadering heeft met de kerkeraad. gevolgd door een gemeentebijeenkomst. net zoals de eerste keer. Daarna zoekt ieder zijn slaappl ats op. Jim met zijn vader bij de goeroe. de roeiers bij deze of gene in het dorp. Morgen is het weer vroeg dag.

29

(21)

HOOFDSTUK 6.

Tc !'oet het oerwoud in.

Door de sterke stroom en d vele stroomversnellingen in de ri ier. is het onmogelijk nog verder met de prauw te gaan. Van hieraf zullen ze het binnenland in moeten lopen, dwars door het woud heen. Dat spijt Jim wel een beetje. Het ging voor hem net zo gemakkelijk, maar nu zal hij zich ook moeten inspannen om vooruit te komen. Er staat nu eenmaal geen draagkoets \'oor hem klaar.

De roeiers alleen boffen erbij. Zij worden nu wel dragers. dat wil zeggen. dat zij de bagage zullen moeten dragen, maar zoveel is dat niet. Het is lichter met een klein pak op de schouders te lopen, dan de grote prauw tegen de zware stroom in te moeten roeien. Bovendirn lopen ze in het bos steeds in de chaduw, terwijl de rivier niet veel schaduwplekjes heeft. zodat ze steeds in de volle zon moesten werken. en dat valt niet mee.

's Ochtends vroeg wordt de bagage verdeeld. Ieder neemt l.ijï pak op de schouders. Een van de inwoners van het dorp. waar ze die nacht geslapen hebben, zal als gids meegaan. Alle is klaar voor de afmars.

Jimmy kijkt eens rond. Aan drie kanten van het dorp staan de bomen van het woud. Ze staan zo dicht op elkaar, met ertussen een wirwar van allerlei plantengroei als lianen en varens, dat het lijkt op een stevige, diJ<ke muur, waar geen opening In te ontdekken

is. Aan de vierde zijde is de rivier, dus daar is ook geen uitweg mogelijk.

Dan geeft zendeling Vorzit het commando om te vertrekken en onder leiding van de gids gaan ze op weg. Eerst door de tuintjes.

recht op de groene muur aan. Pas als ze er vlak voor staan, ziet Jim dat er toch een heel kleine opening is in die muur, zo smal.

dat er niet meer dan één man tegelijk doorheen kan. Dat is het begin van het pad, dat ook verderop zo smal blijft. Op een lange rij achter elkaar verdwijnen zc zo in het oerwoud, de gids voorop.

dan Jim. daarna zijn vader, gevolgd door de dragers. Jacobus luit de rij.

Het pad slingert zich grillig door het bos. Dat is nog niet :0 erg. Erger is. dat het terrein nogal bergachtig is. zodat ze nu eens zwaar moeten klimmen, 'dan weer bij de afdaling op moeten passrn. oat ze niet te hard naar beneden glijden.

Het valt Jim niets mee. Hij had niet gedacht. dat de to ht werkelijk zulke moeilijkheden zou opleveren. Bovendien kan hIj wel merken. dat de zon hoger aan de hemel komt, al dringen er geen stralen door tot op het pad. Het wordt benauwend warm. Steeds vaker haalt hij zijn zakdoek te voorschijn. om zijn gezicht af te drogen. dat nat is van het ::weet. Hij moet denken aan wat de resident ge::egd heeft. toen hij bij hen op bezoek was: "Vaak denk ik op mijn tochten: .. ik wou. dat ik maar weer thuis was." "Neen."

:egt Jim bij zichzelf, "het kan mij niets schelen. dat het zo ver- /!loeiend is en ik zal het ook niet aan vader laten merken. Ik ben hlij, dat ik deze tocht meemaak. Het zal in Holland wel mooi zijn.

maar zoiets zal geen van de jongens daar ooit beleefd hebben.

Doorzetten maar. aan alles komt een eind. ook aan het moeilijke gedeelte van de reis."

Intussen lopen ze maar steeds door. met nu en ,dan een heel korte rustpoos voor de dragers. om de lasten eens op de andere schouder over te gooien. Soms komen ze ondiepe beekjes tegen op hun tocht.

waar ze doorheen moeten waden. Dat geeft dan weer even ver- frissing aan de voeten. Het is prettig, even je hoofd in het koele water te dompelen.

(22)

Op een gegeven ogenblik komen ze echter voor een rivier, die te breed en te diep is om zo door te waden. De oevers zijn steil, een brug is er niet. Wat nu?

De gids weet gelukkig mad. Voor hem is het helemaal geen moeilijkheid. Daar moet je op rekenen al je het oerwoud in trekt.

Voor een dergelijk geval zullen ze op hun reis wel eens meer komen te staan. Hij maakt zijn bijl los, die hij speciaal voor dergelijke moeilijkheden bij zich draagt, en is al begonnen een flinke boom.

die vlak aan de oever staat, van de takken aan de rivierkant te ontdoen. Intussen is een van de dragers bezig aan de voet van de boom te hakken.

"Willen ze 'die boom nu over de rivier laten vall n als brug, vader?" vraagt Jim.

"Ja."

"Maar dan IS deze toch veel te kort? HIj haalt nooit de overkant van de rivier."

"Ik zou het maar aan hen overlaten, Jim. zij hebben al eens meer :0 iets bij de hand gehad en weten wel. welke lengte ze zo ongeveer moeten hebben."

}im is maar half overtuigd. Bovendien vindt hij, dat je dan toch maar beter een extra lange boom kunt nemen, dan zo op het kantje af.

Hij vergeet, dat een extra lange boom ook extra dik is, dus extra werk vraagt om hem om te krijgen.

Om de beurt hakken de mannen. Samen uit, samen hakken, i het parotll. Zo schieten :e flink op en al gauw valt hij met groot gedaver dwars over de rivier. Een geweldig geplas. een stortbad.

doordat de takken. die nog ::ijn blijven zitten, in het water kletsen, een daverende klap, en de brug is klaar. Met zijn kruin ligt hij niet verder dan nkele meter op de overliggende oever. Het is wel geen mooie brug. :0 af en toe moet j over een tak heen stappen.

die te zwaar \vas om even wcg te kappen, maar je kunt nu de rivier to h oversteken ::onder :clfs natte voeten te krijgen.

De gids is de eer te die er op stapt. Het i nu eenmaal zijn taak.

cm de weg te prob('ren, al brengt dat wel e~ns gevaar mee. Hier 32

en daar kapt hij nog wat kleingoed weg. Als hij op de overkant staat, stapt vader er op en zegt, dat Jim hem pas volgen mag als hij aan de andere oever is aangeland. Voorzichtig loopt zendeling Vorzit erover heen. Jimmy kijkt het eens aan. Wat gaat vader langzaam en aarzelend, de gids deed het veel beter en die moest onderweg nog kappen. Dan zal ik eens laten zien hoe een Hol~

Jandse jongen dat doet, denkt hij bij zichzelf.

"Kom maar!" roept vader al.

Handig springt Jim op de stam, en begint meteen te lopen.

"Kahn aan, kalm aan," roept vader. "als je zo wild doet. val je straks in het water en daar komen ongelukken van."

"Ja vader, maar het is makkelijk genoeg." Zonder zich aan de waarschuwing te storen, loopt hij door. Zie je wel. het is dood- eenvoudig, er kan je toch niets gebeuren. Hij is al een stuk over de helft, nog een paar stappen en dan is dat ook alweer achter de rug.

Alleen begint de boom op dit laatste stuk een beetje door te zwiepen: Ecn beetje? Heel erg zelfs. Tjonge, wat zwiept dat dlllg.

Even stIlstaan, denkt Jim. tot ik weer een beetje steviger ta, want zo kom ik er niet.

Maar al gaat Jim staan, de boom blijft in beweging. Hij zwaait met zijn handen om zijn evenwicht te herkrijgen. Het Jukt hem niet, ~I zijn pogingen laten de brug steeds meer bewegen. Zijn moed IS verdwenen en als hij een ogenblikje het water onder zich

!lnel weg ziet schieten, slaat de schrik hem om het hart. Daar kan je niet in zwemmen. dat sleurt je onherroepelijk mee.

"Vader, vader, help, ik va!!"

Zijn voeten verhezen houvast. Daar valt hij. Zijn schouders komen op de stam terecht. Met zijn handen grijpt hij om zich heen.

HIj krijgt een tak te pakken en houdt die stevig vast. Maar de tak i~ k.lein en ::wiept door, zodat Jim heen en weer geslingerd wordt en leder ogenblik in het water terecht kan komen.

Met ontzetting ziet iedereen het gebeuren. Jacobus is de eerste die tot bezinning komt. Vlug springt hij op de brug en loopt naar

3. O. Wildernis in. 33

(23)

Jim toe. Maar het is nog een heel stuk en hij moet zelf ook op- pa sen niet te vallen. Hij zal toch te laat komen.

Maar dan chieten van de overkant zendeling Vorzit en de gids tegelijk toe. Zij zijn cr zoveel dichter bij. misschien lukt het hun. al is het aan dit dunne eind van de boom veel moeilijker.

Zendeling Vorzit is even eerder bij de boûm. maar de gids trekt hem terug en springt cr zelf op. Hij is op zijn blote voeten en kan het daarom b ter doen dan de zendeling. die schoenen aan heeft.

Een. twee "Iugge sprongen. dan laat hij zich pi, t op zijn buik vall~n. klemt zijn benen om de stam hecn. grijpt Jirn bij zijn kraag.

Hij is net op tijd. De tilk. \VaJr Jim zich aan vast hield. begon te scheuren. Maar gered is hij nog niet. Hij hangt nu aan zijn kleren en zolang zal de çrids h m niet kunnen vilsthouden. Maar nu is Jacobus dichterbij. Verder mag hij niet komen. anders zou de stam wel kunnen breken. Maar Jacobus heeft het middel. dat de uitkomst brençrt. Hij gooit Jim een lang touw toe en zegt hem. dat hij het eind daarvan om zijn middel moet binden. Het andere eind houdt Jacobus zelf vast. Langzaam kruipt de gids nu achteruit naar de oever. terwijl hij firn nog steeds bij zijn kraag houdt. Terwijl ze vorderen. viert Jacobus geleidelijk het touw.

Op de oever ligt vader al op zijn buik. om Jim van -de gids over te nemen. Dan kruipt de gids weer op de wal. Jacobus loopt verder tot hij ook de oever bereikt heeft en met zijn drieën tillen ze Jim op de begane grond.

Dat is gelukkig goed afgelopen!

Terwijl de anderen de brug oversteken. zit Jim stil voor zich uit te kijken. Hij is al zijn branie kwijt. Het ergste vindt hij. dat vader niets tegen hem zegt. Kreeg hij mailr eens een flinke uitbrauder voor zijn eigcnwijsheid. Maar vader is veel te blij. uat zijn jongen gespaard is gebleven en bovendien heeft hij geen strnf meer nodig.

Hij zal voortaan wel oppassen en minder wild zijn.

Als allen zijn overgekomen. wordt de tocht meteen voortgezet.

Het is niet ver meer naar hun eerste doel en zendeling Vorzit houdt van opschiet n. Maar zo vlot als hij gehoopt had. zal het toch niet gaan. Het laatste stuk van het pad is veel meer plat-

getreden. en daardoor makkelijker begaanbaar. Daardoor komt het dat de gids een og~nblik zijn aandacht laat ver lappen en niet mee;

op de \~eg .~:t. JUist op die plek groeit een liaan dwars ov r het pad. HIJ bltJft er met zijn voet achter haken en valt H" dt h t pr e IJ . h I"k .. ultge ac en. maar als ze . 1" I h -ien dnt hiJ' bl"ft I' - , IJ 19gen en zIJ. IJ wor .. n gezlc t pIJn Ijk ~el'trokken is. wordt het lachen spoedig gestaakt en sc~ren a!len Zich .met verschrikte gezichten om de gewonde gids.

endeltng Vorzlt onderzoekt hem en ziet al gauw dat h" ~ ­ enkel zwaar verzwikt heeft. voorlopig zal hij niet

moge~

lopen:J

V~~

twee lange bamboe .. en twee jasjes wordt een draagbaar gemaakt ebndvoort ~~~t het weer. terwijl de gids vanaf zijn geïmproviseerd

e aamvlJZlDgen geeft.

Zo bereiken ::e na ongeveer tien minuten hun doel.

(24)

HOOFDSTUK 7.

Verdwaald.

Jimmy is ,diep terneergeslagen. Het bevalt hem zo goed op de tocht en hij heeft zich zo vast voorgenomen om geen moeilijkheden meer te veroor:aken. en nu komt vader hem vertellen. dat de tocht waarschijnlijk niet verder kan gaan. De gids kan \Jnwege zijn :icke been niet mee op pJd en het is hier in dit dorp onmogelijk gebleken, een ni uwe gids te krijgen. die hen dieper het binnenland in kan brengen.

Er zijn mannen genoeg om hen terug te brengen, alle mannen van het dorp zijn n.1. van pian àe volgende dag een reis naar de kust te ondernemen. om hun waren, die zij in het bos verzameld hebben, bij de kustpapoea's te ruilen tege. vis en andere zee~

producten. AI zendeling Vorzit dus weer naar huis gaat, willen.

zij hem graag de weg wijzen, dat is toch in dezelfde richting. Maar er is niemand 0 er om de weg te wijzen verder het binnenland ln.

Zendeling Vorzit gaat naar de dragers toe. om met Jacobus.

:ijn vertrouwde helper. over deze nieuwe moeilijkheid te praten.

Jacobu weet er ook geen raad op. maar dan springt opeens eeJl van de andere dragers. Alcx. op en :egt. "Ik kan het doen. Ik zat gid ::ijn. Ik ben wel vaker in deze buurt geweest,"

Zendeling Vorzit twijfelt of hij dat aanbod wel kan aannemen.

De Papoea's houden nog al van opscheppen. Ze beloven vaak meer 36

dan ze doen kunnen, Maar als AIex vlug een paar plaatsen uit de omgeving opnoemt en de richting aanwijst - zelfs goed aanwijst.

zoals de zemleling op zijn kompas ziet -- waarin ze liggen. dan is de twijfel verdwenen en wordt Alex als gid aangesteld, Zijn bagage wordt over de andere dragers verdeeld. want een gids hoeft nooit meer dan alleen zijn eigen benodigdheden te dragen, Dan komt het afscheid van de dorpelingen en de oude gids, De rei gaat weer verder.

Het begin gaat heel goed. maar het is vandaag dan ook een ge- makkelijke dag. Drie dorpen worden bezocht. die alle drie vlak bij elkaar liggen. Deze drie dorpen hebben samen maar één school en één kerk, die allebei in het middelste dorp liggen. omdat dat het grootste is en vanuit de andere twee gemakkelijk te bereiken is.

Maar toch heeft ieder dorp recht op een apart bezoek van de zendeling en dat houdt de reis nogal op. In ieder dorp maakt Jim weer nieuwe vriendjes. al is het dan ook een vriendschap. die niet meer dan een paar uur duurt. want daarna wordt het vertrek ein gegeven en moet hij weer afscheid nemen.

Zo trekken ze een paar dagen door. Zendeling Vorzit in elke kampong werkend; Jimmy genietend. Nog één dorp moeten ze bezoeken voor gemeente-contröIe en dan naar het dorp. dat zijn afgevaardigden stuurde met het verzoek om een eigen zendeling.

Het moet tamelijk dichtbij de laatste te bezoeken gemeente liggen.

Het einde van de reis komt dus in zicht. De terugtocht zal heel wat ,Iugger kunnen worden afgelegd dan de heenreis.

Vanaf de vroege morgen zijn ze weer onderweg, De bedoeling van zendeling Vorzit is. om zo vroeg mogelijk in de gemeente aan te komen. want hij wil daar uitgebreide inlichtingen inwinnen over de dorpen verderop. Allicht weten ze daar iets af van de strijd, die er heerst tussen de nog heidense dorpen verder het binnenland in, Als je daar niet genoeg van afweet. kan het wel eens heel gevaarlijk worden om je er tussen te mengen.

"Als ze naar hun berekening halverwege zijn. komen ze plot e1ing bI) een grote ronde open plek. midden in het bos.

Jimmy is verbaasd over het prachtige vogelleven. dat hij hier ziet.

37

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als geen duidelijke verklaring voor de hevige menstruaties wordt gevonden, zijn verschillende behandelingen mogelijk. Doorgaans wordt geadviseerd met de minst ingrijpende behandeling

Veel bloedverlies als u ongesteld bent wil zeggen dat u langer of meer bloed verliest dan u gewend bent:.. U moet uw maandverband of tampon vaak verschonen, ook

• Elke keer wanneer u een verband of tampon verwijdert vergelijkt u het zichtbare bloedverlies met de afbeeldingen op de menstruatiekalender en zet u een streepje (‘turven’) in

De familie zat na het diner gezellig aan de thee en genoot van het bordes der fraaie hui zin ge van de ondergaande zon, die het Westen in vlammend rood zette. toen

&#34;Eerst bekoelen, dan mag je straks deze lekkere djeroek (sinaasappel) op- peuzelen. Daar klonk 't schrille sein van een claxon. Met moeite hief vader zich uit

Ze sloften met zijn beiden naar achteren waar moeder Hinse uit een kast in haar kamer een avondtoilet je te voorschijn haalde... Voet tappen gingen over den

Meer- malen werd Nja Ganti belast met vertrouwensposten, zoowel door Perkasa Alam als door Sultan Sri Aloë- dino Te paard toog hij het land in of een prauw bracht den

Ze borg haar gezicht in haar handen en hete tranen drupten door haar vingers!. Fientje slaarde hulp€loos naar het droevige