• No results found

CBS Kon. Wilhelmina. Jaarstukken juni 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CBS Kon. Wilhelmina. Jaarstukken juni 2020"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CBS Kon. Wilhelmina

Jaarstukken 2019

22 juni 2020

(2)

Pagina

Bestuursverslag 3

Financiële kengetallen 25

Jaarrekening

Grondslagen 26

Model A: Balans per 31 december 2019 29

Model B: Staat van baten en lasten over 2019 30

Model C: Kasstroomoverzicht 31

Model VA: Vaste Activa 32

Model VV: Voorraden en vorderingen 33

Model EL: Effecten en Liquide middelen 34

Model EV: Eigen vermogen 35

Model VL: Voorzieningen en langlopende schulden 36

Model KS: Kortlopende schulden 37

Model G: Verantwoording subsidies 38

Model OB: Opgave overheidsbijdragen 39

Model AB: Opgave andere baten 40

Model LA: Opgave van de lasten 41

Model FB: Financiële baten en lasten 43

Model E: Overzicht verbonden partijen 44

WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector 45

Niet uit de balans blijkende verplichtingen 47

Gebeurtenissen na balansdatum 48

Bestemming van het resultaat 49

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 50

Overige gegevens

Controle verklaring van de onafhankelijke accountant 51

Gegevens rechtspersoon 52

(3)

Bestuursverslag 2019

Vereniging ter bevordering van Christelijk Nationaal Onderwijs te

Hollum

De Hagen 15 9161 BX Ameland

info@cbskoninginwilhelmina.nl www.cbskoninginwilhelmina.nl

(4)

Voorwoord

Het doel van publiek verantwoorden door een onderwijsinstelling is te laten zien dat zij haar middelen zo effectief mogelijk inzet. De verantwoording van het financiële beleid van een instelling is vastgelegd in de jaarstukken. Jaarstukken zijn de documenten met financiële en niet-financiële verantwoordingsgegevens, die op grond van wettelijke bepalingen door het bevoegd gezag van de bekostigde school moeten worden opgesteld en ingediend bij het departement. De jaarstukken gaan vergezeld van een accountantsverklaring.

Met dit bestuursverslag wil het bevoegd gezag van de Vereniging ter bevordering van Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum verticaal verantwoording afleggen aan het ministerie van OCW en horizontaal aan de ouders, werknemers en de MR.

Wij wensen u veel plezier bij het lezen van het bestuursverslag.

Namens het bevoegd gezag,

S.R. Winia (voorzitter)

I. Brouwer - Wijnberg (secretaris)

(5)

Inhoud

Hoofdstuk 1 – Algemene informatie ... 6

1.1 Organisatie ... 6

1.2 Omschrijving van de doelstelling ... 6

1.3 Samenwerken en dialoog ... 7

Hoofdstuk 2 – Verantwoording beleid ... 9

2.1 Onderwijs en kwaliteit ... 9

2.2 Personeel en professionalisering ... 10

2.3 Huisvesting en facilitaire zaken ... 11

2.4 Financieel beleid ... 12

2.5 Risico’s en risicobeheersing ... 13

Hoofdstuk 3 – Verantwoording financiën ... 15

3.1 Ontwikkelingen in meerjarenperspectief ... 15

3.1.1 Leerlingaantallen ... 15

3.1.2 Personeelssterkte ... 15

3.2 Cijfers jaarrekening 2019 ... 16

3.3 Analyse financieel resultaat ... 17

3.3.1 Baten ... 17

3.3.2 Lasten ... 17

3.4 Financiële positie ... 18

3.4.1 Kengetallen ... 18

3.4.2 Meerjarenraming balans ... 19

3.4.3 Meerjarenraming exploitatie ... 20

3.4.4 Conclusie financiële positie ... 20

Hoofdstuk 4 – Overige informatievereisten ... 21

Bijlage Verslag toezichthoudend bestuur

(6)

Hoofdstuk 1 – Algemene informatie

1.1 Organisatie

Naam bevoegd gezag: Vereniging ter bevordering van Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum

Bestuursnummer: 27340

Juridische structuur: Vereniging

Kernactiviteiten: Bestuur en beheer één basisschool, de Koningin Wilhelminaschool in Hollum op Ameland.

Werkgebied: Ameland

Adres: De Hagen 15, 9161 BX Hollum

Telefoon: (0519) 554 500

Mailadres: info@cbskoninginwilhelmina.nl

Website: https://www.cbskoninginwilhelmina.nl/

Organisatiestructuur:

De vereniging heeft een algemeen bestuur dat uit zes personen bestaat. Dit betreffen de voorzitter, penningmeester, secretaris (dagelijks bestuur) en drie algemene leden (toezichthoudend deel van het bestuur).

Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken, vooral gericht op uitvoering.

Het toezichthoudend deel van het bestuur is belast met intern toezicht en goedkeurende taken en bevoegdheden. Voor een verslag van het toezichthoudend bestuur wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit bestuursverslag.

Veel bestuurlijke zaken zijn gemandateerd aan de algemeen directeur. Dit is vastgelegd in een managementstatuut. Tussen dagelijks bestuur en directeur vindt frequent overleg plaats.

Het bestuur voelt zich betrokken bij het wel en wee van de school, maar bestuurt op hoofdlijnen. In de algemene ledenvergadering legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde onderwijskundig en financieel beleid.

De school heeft haar eigen medezeggenschapsraad (MR). De MR heeft tweemaal per jaar regulier overleg met het bestuur van de vereniging. Daarnaast vindt regelmatig gedurende het jaar overleg plaats met de directeur.

1.2 Omschrijving van de doelstelling

De vereniging is een organisatie die primair onderwijs verzorgt. Zij levert met inzet van al haar personeelsleden een essentiële bijdrage aan de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen in een veilige omgeving. De vereniging is een professionele organisatie die vanuit gezamenlijk vastgestelde kaders werkt. Er wordt gewerkt vanuit een christelijk perspectief, waarbij waarden zoals respect, zorg en aandacht voor elkaar en voor de ons omringende wereld van groot belang zijn.

De school is toegankelijk voor alle kinderen van ouders die de grondslagen van de vereniging onderschrijven.

Enige jaren geleden is een document opgesteld waarin de missie en visie van de Koningin Wilhelminaschool zijn vastgelegd:

(7)

Visie en missie

Samen zijn we onderweg. Iedereen is welkom en iedereen hoort erbij. Je mag er zijn en we doen ons best voor jou. Samen hebben we hetzelfde doel voor ogen.

Visie

De Koningin Wilhelminaschool is een christelijke basisschool die kinderen de kans geeft zich optimaal te ontwikkelen tot kinderen met voldoende kennis en sociale vaardigheden, open en vrolijk in de wereld. Kinderen die zelfstandig zijn en zich bewust zijn van hun eigen nieuwsgierige, unieke persoonlijkheid en kwaliteiten. Kinderen die zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf en hun omgeving.

Missie

De Koningin Wilhelminaschool is een christelijke basisschool. Dat betekent dat wat we doen geïnspireerd wordt door het geloof, met de bijbel als leidraad. Vanuit die visie proberen we recht te doen aan elk individu, door de sfeer op school zo te laten zijn dat kinderen zich veilig en vertrouwd kunnen voelen. Het omgaan met elkaar, normen en waarden, respect voor een ander, regels en afspraken vinden wij heel belangrijk.

Wij willen hiermee bereiken dat de kinderen zelfvertrouwen en positief gedrag ontwikkelen. Dat een kind zich emotioneel en verstandelijk kan ontwikkelen via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, waarbij het kennis kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in onze maatschappij. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, moet ons onderwijs zijn afgestemd op de behoefte van de leerlingen. De specifieke doelen voor vak- en vormingsgebieden worden verwoord in het Schoolplan.

Uw steun als ouder, begrip en openheid, kan dit alleen maar stimuleren.

De school is niet alleen een leerfabriek, er zijn ook andere waarden, die wij d.m.v. onze identiteit inhoud proberen te geven.

1.3 Samenwerken en dialoog

De vereniging is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Provincie Fryslân.

In verband met de eilandsituatie is het de wens om zo weinig mogelijk door te verwijzen naar het speciaal onderwijs.

De Koningin Wilhelminaschool maakt tevens deel uit van het Samenwerkende Waddenscholen voor Primair Onderwijs (SWAP). Het SWAP heeft als doel om gezamenlijk de juiste zorg te kunnen bieden aan leerlingen op de Waddeneilanden en bevordert daarvoor onder meer de professionalisering van personeel op het gebied van zorg. Van het ministerie ontvangen de samenwerkende scholen ook extra middelen voor deze taken.

Op de Koningin Wilhelminaschool is een ouderraad. Via onder meer dit overlegorgaan wordt nauw contact gehouden met de ouders van de leerlingen.

Directeur en voorzitter van bestuur participeren in het Lokaal Onderwijsoverleg op Ameland. Het doel van dit overleg, waaraan alle scholen op Ameland en gemeente Ameland meedoen, is vooral afstemming van onderwijskundige zaken.

Na diverse verkennende gesprekken tussen de besturen van Openbaar Primair Onderwijs Ameland (OPO) en van de Koningin Wilhelminaschool, hebben in 2019 enkele bijeenkomsten plaatsgevonden over de toekomst van het primair onderwijs op West Ameland. Onder leiding van een externe voorzitter (directeur Cedin), hebben directies en besturen kennisgemaakt, informatie uitgewisseld, en beelden en verwachtingen gedeeld. Het gevoel dat voortzetting van dit gesprek

(8)

gewenst is, werd breed gedeeld en van de zijde van gemeente Ameland werd aangegeven dat men daarbij graag een faciliterende rol wil spelen.

Het thema in deze gesprekken was vooral de onzekere toekomstverwachting, met een krimp van de bevolking, dalende leerlingaantallen, kwetsbaarheid kleine teams en dergelijke als mogelijke risico’s.

Dit heeft voor de betrokken partijen geleid tot de conclusie dat één nieuwe school voor alle kinderen van West Ameland, waar door een sterk team goed onderwijs wordt geboden, waar aandacht is voor levensovertuigingen en de veelkleurigheid van de samenleving, waar ouders actief zijn betrokken bij de school en waar oma’s en opa’s van zeggen: “Wat is dit mooi voor onze kleinkinderen” een na te streven ideaal is.

Nadat teams en medezeggenschapsraden zijn geïnformeerd over de gevoerde besprekingen en de conclusies hiervan, zijn eind oktober ouders, verzorgers en leerlingen van CBS Koningin Wilhelmina, OBS de Schakel en OBS ’t Ienster geïnformeerd over de plannen om op termijn te komen tot één basisschool voor West Ameland.

Hoe snel een dergelijke nieuwe school haar deuren kan openen is volstrekt onbekend. Duidelijk is dat hiervoor draagvlak nodig is, hetgeen een zorgvuldig proces vraagt. De start van het vervolgtraject zal dan ook bestaan uit het doen van een draagvlakonderzoek.

(9)

Hoofdstuk 2 – Verantwoording beleid

2.1 Onderwijs en kwaliteit

Onze onderwijskwaliteit hebben we samengevat in een aantal kwaliteitsdoelen. Natuurlijk voldoen we aan de wettelijke eisen van onderwijskwaliteit. De domeinen van kwaliteit zijn:

 Onderwijs

 Leerlingen

 Medewerkers/directie

 Ouders/partners

We houden zicht op onze kwaliteit door het a. goed te beschrijven en b. duidelijke normen te stellen.

Dit beschrijven we in Schoolmonitor.

Ook onderwijsresultaten is een van de indicatoren voor kwaliteit. Onze onderwijsresultaten zijn de laatste jaren verbeterd of gelijk gebleven. Dit blijft een speerpunt in ons onderwijs.

De speerpunten van het in 2019 gevoerde beleid waren:

 Eigenaarschap vergroten bij leerlingen

 Kanjertraining implementeren door de school

 Aanpak van de interne zorgstructuur

 Professionalisering personeel (zie 2.2) Passend onderwijs

De vereniging is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Provincie Fryslân.

De dialoog met dit samenwerkingsverband wordt voornamelijk gevoerd door de directeur en de Interne begeleider. Het beleid is met name gericht op de zorgstructuur op onze school (opzet en daadwerkelijke uitvoering). In verband met de eilandsituatie is het de wens om zo weinig mogelijk door te verwijzen naar het speciaal onderwijs.

Dit betekent dat er meer expertise binnen de school moet zijn om dit te realiseren. Op het eiland maken we gebruiken van elkaars expertise en kunnen we met steun van het Samenwerkingsverband ook externe hulp naar het eiland halen.

Evenals in voorgaande jaren, heeft er in 2019 geen doorverwijzing plaatsgevonden naar het speciaal onderwijs.

Plusklas

Sinds april 2019 is er voor alle Amelander basisscholen een Plusklas voor leerlingen van groep 5 t/m 8 die hoog- of meerbegaafd zijn en waarbij sprake is van leer-, sociaal-emotionele en/of psycho-sociale problematiek in de ruimste zin. Er is een toelatingsprocedure vastgesteld.

De leerlingen komen een keer per week op woensdagmorgen samen. Deze leerlingen hebben op grond van hun talenten en prestaties een andere uitdaging nodig met betrekking tot het

leerstofaanbod en het onderwijs.

Toezicht door Inspectie

Sinds augustus 2017 is het toezicht van de inspectie veranderd. Uitgangspunt is dat het bestuur verantwoordelijk is voor de kwaliteitszorg op de school. Het onderzoek valt uiteen in 2 hoofdpunten, nl.

 Kwaliteitszorg en Ambitie

 Financieel beheer

In november 2017 heeft er een vierjaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden. De resultaten van het onderzoek waren op beide onderdelen voldoende. De inspectie heeft aangegeven dat er op bepaalde gebieden verbeterpunten zijn. Dit heeft het bestuur ter harte genomen. Het volledige rapport is te lezen op de site van de onderwijsinspectie. (www.onderwijsinspectie.nl)

(10)

2.2 Personeel en professionalisering

Strategisch personeelsbeleid heeft onze aandacht maar helaas hebben externe factoren invloed op de uitwerking van dit beleid.

Speerpunt in het beleid is dat alle personeelsleden groeien naar vakbekwaam om zo een rol te kunne spelen in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Collegiale consultatie speelt hierbij een belangrijke rol. Het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken staat sinds enkele jaren vast in het jaarplan.

Onze zorg is de vergrijzing van het team en de komende periode zullen we een duidelijke koers moeten uitzetten voor werving en selectie van nieuw personeel.

Werkdrukmiddelen

Voor de besteding van de werkdrukmiddelen is het volgende stappenplan gevolgd:

 Er is een gesprek geweest met de directeur en het team over de verschillende opties die zouden kunnen leiden tot een vermindering van werkdruk. De meeste werkdruk werd gevoeld bij

1. grote groepen,

2. te weinig aandacht voor alle kinderen 3. te veel niveaus > 5 in je groep 4. te veel actieplannen

5. dis-balans werk en privé

 De werkdrukmiddelen zijn ingezet voor het verkleinen van de groepen. Hierdoor konden we blijven werken in 4 combinatiegroepen. Daarmee werden ook probleem 2 en 3 opgelost.

 Er zijn door de directeur maatregelen genomen die de druk van te veel plannen hebben verminderd. Zo zijn enkele zaken doorgeschoven naar een volgend jaar en hebben we besloten om beter 3 dingen goed te doen dan 6 dingen half. Hiervoor zijn geen financiële middelen ingezet. (punt 4)

 Tenslotte beperkt de directeur het aantal mailtjes wat wordt doorgestuurd naar het hele team tot een minimum en wordt er in het weekend niet gemaild of geappt over schoolse zaken. (punt 5).

Beleid t.a.v. beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag

Het beleid van de vereniging is erop gericht om ontslagprocedures zoveel mogelijk te voorkomen.

Dit doen we door intensief met medewerkers in gesprek te blijven en te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers.

Toch kan een situaties ontstaan waar beëindiging van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk is geworden. In dat geval zal een weloverwogen en gedegen afweging worden gemaakt over de hoogte van de ontslaguitkering.

Verzuim

Onderstaande grafiek toont hoe de verzuimkosten zich in verhouding tot de loonkosten per maand verhouden. Er is te zien hoe er voorafgaand aan de zomervakantie een daling is in het verzuim.

Vanaf augustus tot en met het einde van het jaar blijven de verzuimkosten ruim onder de 5%. De trend van het voorgaande jaar, waarin de verzuimkosten hoger waren, zet zich alleen door in de maanden januari en februari.

(11)

Zowel hoge percentages (bijv 30 %) als lage percentages (0 %) zijn hier relatief gemakkelijk te bereiken, omdat het om een klein personeelsbestand gaat. Wanneer er drie mensen ziek zijn, betreft dat al bijna 30% van de gehele bezetting en wanneer niemand ziek is, geldt er vanzelfsprekend een verzuimpercentage van 0 %. De reguliere premiepercentages van het vervangingsfonds komen per 1 januari 2019 neer op 6,10%. De kosten voor het verzuim vallen in 2019 dan ook lager uit. Ten opzichte van vorig jaar ligt het verzuimpercentage iets lager met 12,03%, vorig jaar lag dit op 16,18%.

2.3 Huisvesting en facilitaire zaken Huisvesting

Het bevoegd gezag is economisch eigenaar van het schoolgebouw en de bijgebouwen evenals speeltoestellen en andere terreininrichtingen op het adres De Hagen 15 te Hollum. De gemeente Ameland is juridisch eigenaar van de gebouwen.

Het jaarlijks, preventief onderhoud alsmede het meerjaarlijks onderhoud komt voor rekening van de vereniging. Verbouw, dan wel nieuwbouw vindt plaats in overleg met de gemeente. De kosten die hier mee gemoeid zijn komen voor rekening van de gemeente.

Vanuit de ambities van ‘Duurzaam Ameland’ bood Gemeente Ameland de school de mogelijkheid om de aanwezige ‘Blue-gen’ tegen het symbolische bedrag van € 1 over te nemen. Gelet op de verhouding tussen jaarlijkse onderhoudskosten en de mogelijkheden om energie te besparen, is besloten om hier niet op in te gaan.

In plaats hiervan is besloten om alle Tl-verlichting in de school te vervangen door LED-verlichting.

ICT en samenhangende zaken

Voor alle vaste computers heeft een upgrading plaatsgevonden van Windows 7 naar Windows 10.

Eind 2019 is besloten om de verouderde digiborden te vervangen door nieuwe schermen, met rechtstreekse aansturing via gekoppelde laptops.

0,00 5,00 10,00 15,00 20,00

Verzuimpercentage

2018 2019

(12)

2.4 Financieel beleid

De verantwoordelijkheden ten aanzien van de beheersing van zowel de personele en materiële kosten liggen volledig bij het schoolbestuur. Om deze verantwoordelijkheid nu en in de toekomst te kunnen nemen, is een gezonde financiële situatie evenals een goed werkende planning & control cyclus van groot belang.

Het bestuur streeft naar een sluitende meerjarenbegroting, waarbij in het algemeen vrij ‘voorzichtig’

wordt begroot. De ervaring leert, dat jaarrekeningen dan ook vaak een positief verschil laten zien ten opzichte van de begrotingscijfers voor dat jaar.

De gunstige financiële positie is hieraan te denken, maar vooral aan de in de loop der jaren licht gegroeide leerlingenaantallen, hetgeen uiteraard leidde tot hogere rijksvergoedingen. Deze financiële positie maakt het mogelijk om extra middelen in te zetten waar dat onderwijskundig van belang wordt geacht.

Besteding specifieke middelen

Wanneer vanuit de rijksoverheid middelen beschikbaar worden gesteld voor specifieke doeleinden, tracht het bestuur deze middelen ook daadwerkelijk op de beoogde wijze te besteden. De feitelijke situatie, een éénpitter van een relatief kleine omvang, brengt echter ook met zich mee dat niet elke specifieke rijksbijdrage vertaald kan worden in concrete projecten en activiteiten in de school.

Prestatiebox

De minister van Onderwijs verstrekt de gedurende een aantal schooljaren (2015/2016 tot en met 2019/2020) per schooljaar bijzondere bekostiging via de prestatiebox, voor het realiseren van afspraken uit het bestuursakkoord en in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Deze subsidie is niet geoormerkt. Vanaf 1 augustus 2012 is ook de subsidie voor taal- en rekenonderwijs in de prestatiebox opgenomen. In 2019 heeft de vereniging € 13.484 aan subsidie prestatiebox ontvangen.

Onderwijsachterstandenmiddelen

Als bevoegd gezag hebben wij geen specifieke rijksmiddelen ontvangen ter bestrijding van onderwijsachterstanden.

Reserves

Voor een goede bedrijfsvoering acht het bestuur het aanhouden van een aantal geoormerkte reserves noodzakelijk. Dit zijn de zogenaamde bestemmingsreserves.

Het overgrote deel van de bestemmingsreserves betreft privaat vermogen. Het gaat hier om een bedrag van € 266.899 op 31 december 2019. De private bestemmingsreserve is opgebouwd uit de private baten en lasten zoals ouderbijdragen en huur schoolwoning. Het bestuur heeft beschikking over deze reserve en beslist over de besteding hiervan.

Het niet bestemde deel van het Eigen vermogen heeft betrekking op het publieke exploitatie- resultaat van de school en is ondergebracht in een algemene reserve. De totale omvang van deze algemene reserve bedraagt op 31 december 2019 € 638.259.

De bestemmingsreserve publiek ad € 22.850, bestemd voor uitgaven voor groot onderhoud, is per 1 januari 2019 opgeheven. Vanaf deze datum worden uitgaven voor groot onderhoud niet meer ten laste van de exploitatie verantwoord, maar komen deze rechtstreeks ten laste van de voorziening groot onderhoud. Jaarlijks wordt een gelijkblijvend bedrag van circa € 10.202 ten laste van de exploitatie gebracht en aan de voorziening toegevoegd, zodat de toekomstig geplande uitgaven volgens het onderhoudsplan uitgevoerd kunnen worden.

(13)

Om de beginstand van de voorziening op peil te brengen is het saldo ad € 22.850 toegevoegd aan de voorziening voor groot onderhoud en is op 1 januari 2019 € 84.825 onttrokken aan de algemene reserve en eveneens toegevoegd aan deze voorziening.

Treasury

Per 31 december 2019 is de stand van de liquide middelen € 906.127. In vergelijking met voorgaand jaar zien we een stijging van circa € 97.000. De liquiditeit van de vereniging geeft op dit moment geen aanleiding tot bijzondere acties op het gebied van treasury.

De vereniging heeft een zeer gezonde financiële positie, waarbij als opmerking geldt dat het bestuur niet de doelstelling heeft om tot een grotere vermogensvorming te komen.

Begin 2020 is door het Algemeen bestuur een nieuw Treasurystatuut opgesteld. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij de Vereniging is het waarborgen van de financiële continuïteit van de organisatie.

Het bestuur heeft een investeringsplan voor 2020 opgesteld (totaal ICT € 8.500 en leermiddelen € 3.000), maar beschikt niet over een meerjaren-investeringsplan. In de meerjaren-balans en de meerjaren-exploitatie staan daarom dalende bedragen voor afschrijvingen en boekwaarden van activa. Met betrekking tot investeringen wordt het aangaan van leningen niet overwogen. Het op korte termijn beschikbare saldo in liquide middelen is steeds ruimschoots voldoende om eventuele pieken op te vangen.

De opbrengsten van het belegd vermogen zijn de afgelopen jaren gedaald. In 2019 was het renteniveau zo laag, dat er nauwelijks rentebaten uit beschikbaar vermogen (liquide middelen) zijn gerealiseerd.

2.5 Risico’s en risicobeheersing Risico’s en risicobeheersing

Als éénpitter kennen wij niet een zwaar risicobeheersingssysteem, waarbij alle mogelijke risico’s in kaart worden gebracht, waar inschattingen worden gemaakt van mogelijke financiële effecten en waar allerlei maatregelen worden getroffen ter afdekking van de risico’s .

Het belangrijkste risico betreft de ontwikkeling van de leerlingaantallen. De verwachting is dat deze aantallen zullen dalen naar 65 leerlingen in 2022. Ook de kwetsbaarheid van een klein team, met een wat onevenwichtige leeftijdsopbouw, wordt als een risico gezien.

Zoals in paragraaf 1.3 is aangegeven, hebben mede om deze redenen verkennende gesprekken plaatsgevonden tussen de besturen van Openbaar Primair Onderwijs Ameland (OPO) en van de Koningin Wilhelminaschool over de toekomst van het primair onderwijs op West Ameland.

In hoeverre deze ontwikkelingen zullen leiden tot één nieuwe, levensvatbare school voor alle kinderen van West Ameland zal de toekomst leren.

Interne beheersing processen

De interne beheersing van de processen binnen de vereniging is primair een verantwoordelijkheid van het bestuur. Het totale stelsel van functiescheidingen, autorisaties en andere maatregelen en procedures ondersteunt het bestuur bij het beheersen van de processen. Naast de inbedding van interne beheersing vanuit de lijn, vindt monitoring van het niveau van interne beheersing en de naleving ervan vanuit de directie plaats en vanuit het administratiekantoor, onder meer door het uitvoeren van onderzoeken op de naleving van maatregelen en procedures. De directeur, ondersteund door adviseurs van het administratiekantoor (Preadyz), bewaakt tevens de opvolging

(14)

van de door de externe accountant, door medewerkers van Preadyz en door eventuele overige partijen gedane aanbevelingen op het gebied van interne beheersing.

In 2019 zijn op het gebied van budgetbeheer geen veranderingen doorgevoerd in de maatregelen van interne beheersing. Het bestuur is van mening dat het gehele stelsel van interne beheersing bijdraagt aan het rechtmatig en doelmatig realiseren van de doelstellingen van de vereniging.

(15)

Hoofdstuk 3 – Verantwoording financiën

3.1 Ontwikkelingen in meerjarenperspectief

3.1.1 Leerlingaantallen

In de onderstaande tabel zijn de leerlingenaantallen van de afgelopen jaren opgenomen en de prognose per 1 oktober 2020 tot en met 2022. Hieruit blijkt dat het aantal leerlingen iets daalt. De prognoses voor de komende jaren gaat dan ook uit van een dalend aantal leerlingen.

Werkelijk Prognose

1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt. 1 okt.

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

4-7 jaar 36 39 37 36 30 31 29 29 29 27

8 jaar en ouder 36 35 35 36 38 39 37 38 36 38

Totaal 72 74 72 72 68 70 66 67 65 65

Per juli 2019 zijn er 10 leerlingen doorgestroomd naar een vervolgopleiding. In onderstaand overzicht zijn de uitstroomgegevens opgenomen. De mogelijkheden van het voortgezet onderwijs op Ameland zijn VMBO en HAVO/VWO tot en met klas 3.

Uitstroom naar proc

PrO/VMBO 60,0 %

HAVO 40,0%

VWO 0,0%

Elders (VSO) 0,0%

3.1.2 Personeelssterkte

Bij de Koningin Wilhelminaschool werken in 2019 in totaal 10 mensen. Dit zijn alle aanstellingen exclusief vervanging. Hiervan werken er 2 personen op voltijdbasis en de overige 8 mensen werken deeltijd. De deeltijdaanstellingen variëren van 1 tot 3 dagen in de week. Het gehele personeelsbestand bestaat uit 10 vrouwen.

Onderstaande tabel laat de verdeling van het personeel naar deeltijdaanstellingen zien:

Deeltijd (WTF) cohort

Totaal 0 - 0.2 0.2 - 0.4 0.4 - 0.6 0.6 - 0.8

0.8 - 1.0

>= 1.0

Aantal Personen 10 1 4 2 2 1 2

Bezetting (wtf) 5,8794 0,2 1,4104 0,9766 1,2924 0,8000 2,0000

Wanneer we het personeel indelen naar leeftijdsklasse zien we dat 30% jonger is dan 35 jaar, maar dat ook een groot deel van het personeel in de groep valt van 60 jaar of ouder. Deze groep vertegenwoordigt met 2,7303 FTE bijna 50% van de totale bezetting.

Drie mensen maken gebruik van de verlofregeling vanuit de Duurzame Inzetbaarheid dan wel de overgangsregeling BAPO vanaf 1 augustus 2014.

(16)

Onderstaande tabel laat de indeling van het personeel naar leeftijdsklassen zien:

Totaal 20/24 25/29 30/34 35/39 40/44 50/54 55/59 60/64 >= 65 Aantal

Personen

10 0 1 2 0 0 1 2

Bezetting (wtf)

5,8794 0,675 0,5382 0,3933 1,5426 2,0514 0,6789

Gelet op de leeftijdsopbouw heeft het bestuur er in 2019 voor gekozen om een jonger personeelslid met een tijdelijke aanstelling vast in dienst te nemen (voor 0,8 FTE). Hoewel deze keuze op grond van de formatieplanning nog niet nodig was, wordt hiermee geanticipeerd op de toekomst.

Ten opzichte van het voorgaande jaar is er per saldo dan ook sprake van een hogere bezetting met een verschil van 0,6023 FTE. Dit verschil uit zich vooral in de lagere leeftijdsklassen van 25/29 en 30/34.

3.2 Cijfers jaarrekening 2019

Realisatie

2019 Begroting

2019 Realisatie

2018

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 625.887 599.891 596.171

3.5 Overige baten 11.433 13.050 17.710

Totaal baten 637.320 612.941 613.881

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 440.111 417.576 415.967 4.2 Afschrijvingen 15.939 16.791 13.868 4.3 Huisvestingslasten 28.571 52.600 33.445 4.4 Overige lasten 87.856 91.775 79.192

Totaal lasten 572.477 578.742 542.472

Saldo baten en lasten 64.843 34.200 71.409

6 Financiële baten en lasten -366 -500 -248

Resultaat 64.476 33.700 71.161

Het exploitatieresultaat 2019 is € 64.476 positief. In vergelijking met de begroting 2019 en het resultaat 2018 is dit een afwijking van respectievelijk € 30.777 positief en € 6.685 negatief.

(17)

3.3 Analyse financieel resultaat

3.3.1 Baten Rijksbijdragen

De rijksbijdragen vallen € 26.000 hoger uit dan begroot. Het positieve verschil ten opzichte van 2018 is ruim € 30.000.

De stijging ten opzichte van de begroting wordt met name veroorzaakt door een aanpassing van de definitieve regeling 2018/2019 en de bijstelling 2019/2020 in verband met de cao verhoging en de eenmalige uitkering in februari 2020. Daarnaast is een hogere vergoeding voor personeel- en arbeidsmarktbeleid ontvangen in verband met extra middelen voor de werkdrukverlaging. Ook is de bijzondere bekostiging 2019 PO ontvangen van € 6.948, bestemd voor de eenmalige uitkering in februari 2020.

Overige baten

De overige baten bestaan uit private baten. De baten betreffen met name huurinkomsten, giften en bijdragen, ledengelden en bijdragen voor schoolreisjes en kamp. De baten zijn nagenoeg in lijn met de begroting en € 6.300 lager dan 2018. In 2018 heeft o.a. een pepermunt-actie voor de zending extra geld opgeleverd en is een bonus van het Vervangingsfonds ontvangen (in 2019 is een malus in rekening gebracht).

3.3.2 Lasten Personeelslasten

De totale personeelslasten zijn € 22.500 hoger ten opzichte van de begroting. Het verschil is als volgt uit te splitsen:

- Hogere lonen en salarissen ad. € 10.600.

- Het niet vergoede deel van de salariskosten als gevolg van ziektevervanging, totaal

€ 6.300.

- Hogere overige personele lasten ad. € 5.600, met name veroorzaakt door een aanvullende dotatie aan de voorziening jubilea en de betaalde malus aan het Vervangingsfonds.

Afschrijvingen

De afschrijvingen zijn in lijn met de begroting en ruim € 2.100 hoger dan 2018. In augustus zijn 32 chromebooks aangeschaft. De afschrijvingslasten ICT zijn daarmee hoger dan 2018.

Huisvestingslasten

De huisvestingslasten vallen ruim € 24.000 lager uit dan begroot. In de begroting is € 25.000 opgenomen voor groot onderhoud. Vanaf 2019 lopen de kosten voor groot onderhoud echter niet meer via de exploitatie, maar worden deze ten laste van de voorziening voor groot onderhoud gebracht. Om toekomstige uitgaven voor groot onderhoud te kunnen doen, wordt jaarlijks € 10.202 gedoteerd aan de voorziening.

De kosten van schoonmaak zijn circa € 6.000 lager dan begroot, omdat vanaf augustus 2019 schoonmaakwerkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd.

Ten opzichte van 2018 zijn de onderhoudskosten € 4.900 lager.

Overige instellingslasten

De overige instellingslasten zijn 4.000 lager dan begroot. Enerzijds is in de begroting € 7.000 meegenomen voor juridische advieskosten, maar deze kosten zijn niet gemaakt in 2019. Daarnaast is ook de jaarlijkse bijdrage SWAP fors lager uitgevallen dan begroot.

Tegenover deze meevallers staan hogere kosten van de schoolwoning, totaal € 11.300 hoger dan begroot (schilderwerkzaamheden en het plaatsen van een nieuwe pui met voordeur).

(18)

Ten opzichte van 2018 zijn de overige lasten ca € 8.700 hoger, met name veroorzaakt door de kosten van de schoolwoning in 2019.

Rentebaten en -lasten

De rentebaten en -lasten zijn in lijn met de begroting en nagenoeg gelijk aan 2018.

3.4 Financiële positie

Aan de hand van een aantal kengetallen beoordelen we in deze paragraaf de financiële positie.

Deze kengetallen zijn gebaseerd op verwachte personeels- en leerlingenaantallen en meerjarenramingen voor balans en exploitatierekening.

3.4.1 Kengetallen

2019 2020 2021 2022

Realisatie Begroting Begroting Begroting

1. Vermogensbeheer

Solvabiliteit 92,9% 93,1% 93,2% 93,2%

Huisvestingsratio 5,7% 5,5% 5,5% 5,5%

2. Budgetbeheer

Rentabiliteit 10,1% 4,1% 2,5% 0,5%

Liquiditeit

11,92

12,44

12,94 12,92

3. Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen 142,0% 149,1% 154,0% 157,7%

4. Personeels- en leerlingkengetallen

FTE Directie 1,04 1,00 1,00 1,00

FTE OP 5,17 4,81 4,81 4,81

FTE OOP 0,13 0,30 0,30 0,30

FTE Totaal (excl. vervanging) 6,34 6,11 6,11 6,11

Aantal leerlingen 1-10-t 70 67 65 65

De bovenstaande kengetallen op het gebied van personeel en leerlingenaantallen geven de personele bezetting in FTE weer exclusief vervanging. De vereniging verwacht een kleine daling in het leerlingenaantal in de komende jaren. Dit leidt tot maatregelen voor het personeel. Hier wordt rekening gehouden met natuurlijke uitstroom.

De leerlingaantallen worden weergegeven op peildatum 1 oktober, deze aantallen zijn bepalend voor de bekostiging.

De financiële kengetallen blijven de komende jaren veelal ruim binnen of boven de daarvoor gestelde grenzen. Hier volgen enige toelichtingen op deze kengetallen.

Weerstandsvermogen

Verhouding tussen het totale eigen vermogen en de totale baten.

Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de vereniging als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de vereniging en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen.

Solvabiliteit

(19)

Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen.

De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is aan haar lange termijn verplichtingen te voldoen. 25% á 50% wordt als goed aangemerkt. Is de waarde hoger dan 25% dan is de vereniging in staat om aan haar lange termijn verplichtingen te voldoen.

Liquiditeit (Current ratio)

Verhouding vlottende activa en kortlopend vreemd vermogen.

Deze verhouding geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen. Een waarde tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan is de vereniging in staat aan haar korte termijn verplichtingen te voldoen.

Huisvestingsfactor

De huisvestingratio is de verhouding tussen de huisvestingslasten (inclusief de afschrijvingen gebouwen en terreinen) en de totale lasten. De huisvestingsratio geeft het aandeel van de totale huisvestingslasten in verhouding van de totale lasten weer. Er wordt hierbij een maximum van 10% als norm gehanteerd. De vereniging zit hier met 5,7% ruim onder.

Rentabiliteit

Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten.

Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de bedrijfsvoering.

3.4.2 Meerjarenraming balans

Toelichting

In de materiële vaste activa (MVA) zijn de geplande investeringen in 2020 verwerkt alsmede de afschrijvingen van de bestaande activa en van de verwachte investeringen in 2020. Een meerjaren- investeringsplanning 2021-2023 ontbreekt, waardoor de MVA de komende jaren dalen.

De resultaten van de meerjarenbegroting zijn in het eigen vermogen verwerkt.

De voorzieningen bestaan uit de voorziening voor jubilea en de voorziening voor groot onderhoud.

De dotaties aan de voorzieningen en de verwachte uitgaven ten laste van de voorzieningen zijn verwerkt in de balans.

Realisatie Begroting Begroting Begroting

2019 2020 2021 2022

1.1.2 Materiële vaste activa 164.947 160.524 145.275 132.968 Vaste Activa 164.947 160.524 145.275 132.968 1.2.2 Vorderingen 31.278 31.278 31.278 31.278 1.2.4 Liquide middelen 906.127 946.990 986.584 985.011 Vlottende Activa 937.405 978.268 1.017.862 1.016.289

Activa 1.102.352 1.138.792 1.163.137 1.149.257

2.1.1 Eigen Vermogen 905.158 930.496 945.630 948.457 2.2 Voorzieningen 118.564 129.666 138.877 122.170 Eigen Vermogen 1.023.722 1.060.162 1.084.507 1.070.627 2.4 Kortlopende schulden 78.630 78.630 78.630 78.630 Vreemd Vermogen 78.630 78.630 78.630 78.630

Passiva 1.102.352 1.138.792 1.163.137 1.149.257

(20)

3.4.3 Meerjarenraming exploitatie

Toelichting

Het werkelijke resultaat over 2019 bedraagt € 64.476 positief.

Naar de toekomst toe verwacht het schoolbestuur dat het leerlingenaantal licht zal gaan dalen. De resultaten zullen daarom dalen tot ruim € 2.800 positief in 2022.

3.4.4 Conclusie financiële positie

Een analyse van de huidige financiële situatie leert dat er sprake is van een, naar het oordeel van het bevoegd gezag, gezonde financiële basis voor de toekomst van de school. In het verleden opgebouwde reserves, die op basis van toenmalige wetgeving specifieke doelbestedingen kenden, zijn ondergebracht in de algemene reserve. Het saldo tussen de private baten en lasten is ondergebracht in een algemene bestemmingsreserve privaat.

Ten behoeve van het groot onderhoud zijn onderwijsinstellingen vanaf 1 januari 2019 verplicht gesteld te werken met een Voorziening voor Groot Onderhoud. Voor het groot onderhoud aan het schoolgebouw is daarom een voorziening op de balans opgenomen. Een door een extern bureau opgestelde onderhoudsrapportage is het uitgangspunt op basis waarvan de voorziening is gevormd. De bestemmingsreserve huisvesting is opgeheven en toegevoegd aan de beginstand van de voorziening groot onderhoud.

Per saldo resteert een zeer gunstige vermogenspositie, zoals ook naar voren komt uit de gepresenteerde kengetallen. De meerjarenbegroting laat jaarlijks positieve saldi zien, dus als bestuur zien we de financiële toekomst met vertrouwen tegemoet.

Realisatie Begroting Begroting Begroting

2019 2020 2021 2022

3. Baten

3.1 Rijksbijdragen 625.887 610.838 600.899 588.202

3.5 Overige baten 11.433 13.050 13.050 13.050

Totaal baten 637.320 623.888 613.949 601.252

4. Lasten

4.1 Personeelslasten 440.111 471.378 474.315 476.869

4.2 Afschrijvingen 15.939 15.923 15.249 12.307

4.3 Huisvestingslasten 28.571 28.900 28.900 28.900

4.4 Overige lasten 87.856 81.850 79.850 79.850

Totaal lasten 572.478 598.050 598.315 597.925 Saldo baten en lasten 64.842 25.838 15.634 3.327 Financiële baten en lasten -366 -500 -500 -500 Resultaat 64.476 25.338 15.134 2.827

Meerjaren exploitatie

(21)

Hoofdstuk 4 – Overige informatievereisten

Gebeurtenissen na balansdatum Coronavirus

De uitbraak van het Coronavirus heeft op de hele wereld een flinke impact, zo ook op het onderwijs.

Het onderwijs wordt sinds 16 maart 2020 op afstand gegeven, wat van zowel leerlingen als collega’s flinke aanpassingen vereist. De eindtoets van groep 8 gaat niet door.

Verwacht wordt dat de financiële gevolgen overzichtelijk zijn. De Rijksoverheid continueert de bekostiging waardoor de salarissen aan medewerkers en vaste lasten kunnen worden betaald.

De impact van het coronavirus op de totale financiële positie beïnvloedt de continuïteit van de organisatie naar verwachting niet. We verwachten geen liquiditeitsproblemen en geen significante impact op het exploitatieresultaat 2020.

Klachtenafhandeling

In de schoolgids is de klachtenregeling opgenomen. Er is een klachtencommissie aanwezig, waarbij de klacht ingediend kan worden. Er zijn in het verslagjaar 2019 geen klachten ingediend bij de commissie.

Internationalisering

Dit is niet van toepassing bij de vereniging.

(22)

Bijlage 1

Verslag Toezichthoudend deel van het Bestuur van de Vereniging ter Bevordering Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum

Voorwoord

De bestuursvorm van de koningin Wilhelminaschool is een vereniging, te weten de Vereniging ter Bevordering Christelijk Nationaal Onderwijs te Hollum. De vereniging heeft leden, en uit hun midden kiezen de leden een bestuur.

Het bestuur bestaat uit 2 delen:

1) Het Dagelijks Bestuur (DB)

2) Het Toezichthoudend Bestuur (TB)

Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de lopende bestuurstaken. Zij vergaderen

ongeveer 1 keer per maand met de directeur van de school. Er worden gesprekken gevoerd over de voortgang en de jaarevaluatie. Daarbij komen alle kwaliteitsaspecten aan de orde.

Het (TB) geeft invulling aan het interne toezicht van de school. Het TB is belast met vaststelling dan wel goedkeuring van de begroting, het jaarverslag (inclusief het bestuursverslag en de jaarrekening), het strategisch beleid en eventueel andere daartoe binnen het bevoegd gezag aangewezen besluiten. Daarnaast wordt de managementrapportage besproken.

Het TB controleert of de wettelijke voorschriften worden nageleefd. Het TB draagt zorg voor het aanwijzen van de accountant die belast is met de controle van de jaarrekening. Het TB staat het DB en de directeur met raad terzijde en fungeert als klankbord.

Bij het uitvoeren van het intern toezicht heeft het toezichthoudend bestuur gehandeld conform de code goed bestuur.

Activiteiten

Het dagelijks bestuur (DB) en het toezichthoudend deel van het bestuur (TB) vergaderden afgelopen jaar 4 keer samen.

Vergaderdata van 2019 waren:

21 maart 2019 (gast: Aldert Hoksbergen, ivm toekomst onderwijs West Ameland) 13 juni 2019

12 september 2019 12 december 2019

Tijdens de bovengenoemde vergaderingen zijn onder andere de volgende vraagstukken aan de orde geweest.

Jaarrekening 2018 en de meerjarenbegroting 2020-2023

De jaarrekening en het jaarverslag 2018 is door het TB goedgekeurd. De meerjarenbegroting 2020-2023 waarborgt de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs, ook deze is goedgekeurd door het TB.

Personeel

Marleen van der Meij is in 2019 aangenomen als vakleerkracht gymnastiek, zij verzorgt de gymlessen van de groepen 3 t/m 8.

Na langdurig invallen op flexibele basis heeft Hanneke Wansink na de zomervakantie een vaste aanstelling gekregen. Op deze manier wordt er ingespeeld op de toekomst, en is er wat meer ademruimte bij eventuele ziekten.

Helmut Fischer maakte via schoonmaakbedrijf Bekius onze school schoon. Na de beëindiging van dit bedrijf is besloten om Helmut rechtstreeks in dienst van de school te nemen, zodat hij zijn werkzaamheden kan voortzetten.

(23)

Enquete

Er is een tevredenheid enquête geweest deze is door veel ouders ingevuld. Over het algemeen waren de ouders positief, de resultaten zijn besproken tijdens de

bestuursvergadering.

MR reglement

Het standaard reglement is aangepast naar onze school en manier van werken, 1x in de 2 jaar moet dit worden vastgesteld.

Tussentijdse rapportage directeur

Door middel van tussentijdse rapportages en evaluaties informeert de directeur het gehele bestuur. Voorbeelden hiervan zijn: Schooljaarplan, schooljaarverslag, formatieplan. Het TB heeft gedurende het hele jaar geen bijzonderheden kunnen constateren.

Toekomst onderwijs West Ameland

In 2019 hebben er verdere verkennende gesprekken op directie en bestuursniveau

plaatsgevonden tussen de verschillende scholen op West Ameland. Dit heeft geresulteerd in een gedeelde intentie om te gaan onderzoeken of het haalbaar is om één basisschool neer te zetten op West Ameland. Deze school zou het resultaat zijn van een samenvoeging van de

Wilhelminaschool, de Schakel en ‘t Ienster. De volgende stap zou een uitvoering zijn van een haalbaarheidsonderzoek onder de verschillende belanghebbenden. Dit zal in 2020 plaats gaan vinden.

Het TB streeft er steeds naar om goed verbonden te zijn aan de partijen die met elkaar de Koningin Wilhelminaschool vormgeven. De leden van het TB zijn allemaal ouders van kinderen die naar de Koningin Wilhelminaschool gaan of die dit hebben gedaan. Het TB heeft een opbouwend contact met het DB, het team en de Schoolgemeenschapsraad (SGR) en Medezeggenschapsraad (MR). De leden van het TB spreken de MR/SGR tweemaal per jaar persoonlijk (in 2019 op 25 april en 24 oktober). Desgewenst heeft het TB contact met externe partijen zoals de gemeente.

Samenstelling

In 2019 bestond het bestuur uit 7 personen, te weten:

Naam: Functie binnen

bestuur:

Nevenfuncties:

Dagelijks bestuur:

Sjouke Winia Voorzitter Controller gemeente

Ameland

Iris Brouwer Secretaris Kapster

Pascal Boorsma Penningmeester Winkelmedewerker

Welkoop Toezichthoudend bestuur:

Catharina de Boer Bestuurslid Winkelmedewerker bakkerij

Conny Brouwer Bestuurslid Taxiondernemer

Jolanda Bakker- van der Laag Bestuurslid Supermarktondernemer

Patty de Jong-Boersma (aspirant)

Bestuurslid Juridisch medewerker gemeente Ameland

(24)

Het algemeen bestuur heeft de beloning vastgesteld. De leden van het TB ontvangen jaarlijks een onkostenvergoeding van €450,- per persoon voor hun werk.

Het TB heeft kennis genomen van de verslagen van de DB vergaderingen (24 jan, 28 feb, 25 mrt, 11 apr, 16 mei, 3 jun, 5 sept, 17 okt en 21 nov 2019) en van het bestuursverslag van het DB en kan zich hierin vinden.

Accountantscontrole

Voor het uitvoeren van de jaarlijkse controlewerkzaamheden door de accountant is Aksos accountants benoemd door het toezichthoudend bestuur.

Het TB bedankt het DB, de directeur Annet Bannink en de teamleden, de SGR en de MR voor hun inzet in 2019.

Patty de Jong-Boersma

Catharina de Boer

Jolanda Bakker-van der Laag

(25)

Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en waardoor het beeld uit de

jaarrekening kan worden verduidelijkt.

Kengetallen 2019 2018

Solvabiliteit 92,9% 94,9%

Eigen vermogen + voorzieningen in percentage van het totale vermogen.

De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is aan haar langetermijnverplichting te voldoen. 30% a 50% wordt als goed

aangemerkt. Is de waarde hoger dan 30% dan is de vereniging in staat om aan haar langetermijnverplichtingen te voldoen.

Liquiditeit (Current ratio) 11,92 17,66

Verhouding vlottende activa en kortlopend vreemd vermogen.

Deze verhouding geeft aan in hoeverre de vereniging in staat is aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen. Een waarde

tussen de 1,5 en 2 is goed. Ligt de waarde boven de 1,5 dan

is de vereniging in staat aan haar kortetermijnverplichtingen te voldoen.

Weerstandsvermogen 142,0% 142,7%

Verhouding tussen het totale eigen vermogen en de totale baten.

Een weerstandsvermogen tussen 10% en 40% wordt binnen de vereniging als aanvaardbaar geacht. Het weerstandsvermogen zegt iets over de reservepositie van de vereniging en over de mogelijkheden om financiële tegenvallers te kunnen opvangen.

Rentabiliteit 10,1% 11,8%

Verhouding exploitatieresultaat en de totale baten.

Dit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat. Daarbij wordt uitgegaan van de gewone bedrijfsvoering. Het wordt berekend door het resultaat (het "exploitatiesaldo") te delen door de totale baten van de

bedrijfsvoering.

Huisvestingsratio 5,7% 6,7%

Verhouding tussen de huisvestingslasten vermeerderd met afschrijvingen gebouwen en terreinen en de totale lasten.

De huisvestingsratio geeft het aandeel van de totale huisvestingslasten in verhouding van de totale lasten weer. Als signaleringswaarde wordt een maximum van 10% gehanteerd.

Aantal leerlingen per teldatum 1-10 (t-1) 70 68

Aantal FTE (inclusief vervanging) 6,34 6,23

Personeelskosten per FTE €72.718 €72.565

Percentage personeelskosten t.o.v. de totale lasten 77,1% 76,9%

(26)

1 Algemeen

Activiteiten van het bevoegd gezag

In deze jaarrekening zijn de activiteiten van de CBS Kon. Wilhelmina en van de onder deze rechtspersoon vallende scholen (zie gegevens rechtspersoon) verantwoord.

Grondslagen voor de jaarrekening

Bij de inrichting van de jaarrekening is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, RJ-richtlijn 660 en Titel 9 Boek 2 BW gehanteerd. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's.

In de balans is het resultaatbestemmingsvoorstel reeds verwerkt. De waardering van activa en passiva vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.

Financiële instrumenten

De CBS Kon. Wilhelmina heeft alleen primaire financiële instrumenten, voor de grondslagen wordt verwezen naar de behandeling per post.

Stelselwijziging

De grondslagen voor de waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, als gevolg van een stelselwijziging. Het betreft hier een

stelselwijziging voor het vormen van een voorziening groot onderhoud conform de componentenmethode zoals de RJ 660 aangeeft. De stelselwijzgiging is retroperspectief toegepast, waardoor de cijfers van 2018 zijn aangepast. De effecten van de stelselwijziging voor het resultaat en het eigen vermogen in de jaarrekening 2019 wordt hieronder schematisch weergegeven.

2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa

Investeringen in meubilair, ICT en leermiddelen worden op de balans gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De materiële vaste activa worden lineair afgeschreven vanaf de maand van aanschaf. Als ondergrens van de te activeren activa wordt

€ 1.000,- aangehouden. Investeringssubsidies die ontvangen zijn, worden in mindering gebracht op de investering. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur rekening houdend met een eventuele restwaarde.

Effecten stelselwijziging op het eigen vermogen

31-12-2018

Stelsel-

wijziging 1-1-2019

Algemene reserve 651.187 -84.825 566.362

Bestemmingsreserve publiek onderhoud 22.850 -22.850 -0 Voorziening onderhoud - 107.675 107.675

Effecten stelselwijziging op het resultaat 2018

Resultaat jaarrekening 2018 72.469

Bij: onttrekking kosten uit voorziening 8.893

Af: dotatie aan de voorziening -10.202

Resultaat 2018 na stelselwijziging 71.161

(27)

eigendom bij de gemeente, zijn niet in de balans opgenomen. Eventuele bruikleenscholen zijn eveneens niet verwerkt.

De kosten van groot onderhoud aan de binnenkant alsmede het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen worden ten laste gebracht van de voorziening voor groot onderhoud.

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen en overlopende activa worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar, tenzij dit bij de toelichting op de balans anders is aangegeven.

Liquide middelen

Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan, worden verwerkt onder de financiële vaste activa.

Algemene reserve publiek

Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi- )overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten. Aan de reserve worden via de

resultaatbestemming overschotten in een boekjaar toegevoegd en tekorten onttrokken.

De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de CBS Kon.

Wilhelmina.

Bestemmingsreserves (publiek en privaat)

Hieronder opgenomen publieke en private reserves zijn bedoeld voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden. Per

bestemmingsreserve is aangegeven of deze is opgebouwd uit privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke middelen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarvan de omvang onzeker maar wel betrouwbaar te schatten is.

Voorziening groot onderhoud

De voorziening voor de gelijkmatige verdeling van onderhoudslasten gebouwen wordt bepaald op basis van te verwachten kosten over een reeks van jaren op basis van een onderhoudsplan. De voorziening wordt lineair opgebouwd per component van het groot onderhoud. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht.

Voorziening ambtsjubileum

Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van ambtsjubilea is een voorziening gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde van de toekomstige

uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. Betaalde bedragen inzake jubileum worden ten laste van deze voorziening gebracht.

Kortlopende schulden

Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar.

Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde.

Overlopende passiva

De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.

(28)

Algemeen

Bij de bepaling van het exploitatiesaldo is uitgegaan van het baten en lastenstelsel. Dit betekent dat de opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.

Kosten hoeven nog geen uitgaven te zijn en opbrengsten nog geen inkomsten.

Rijksbijdragen

- de ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de de staat van baten en lasten.

- geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteed overschot (doelsubsidies waarbij het

overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waarvoor nog geen activiteiten zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

- geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de gesubsidieerde lasten komen.

Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Opbrengsten

Subsidies, niet zijnde investeringssubsidies, worden in het resultaat verantwoord zodra het waarschijnlijk is dat de desbetreffende subsidies zullen worden ontvangen en voor zover de hiermee samenhangende bestedingen zijn verricht.

Pensioenen

De CBS Kon. Wilhelmina heeft een pensioenregeling. Pensioenen voor het onderwijspersoneel zijn ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).

Per eind 2019 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 97,80%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies.

Rente

Renteopbrengsten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost.

4 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst en -verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten.

De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings, en - financieringsactiviteiten.

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.

Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financial leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.

(29)

1 Activa

Vaste Activa

1.1.2 Materiële vaste activa 164.947 161.479

Totaal vaste activa 164.947 161.479

Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen 31.278 33.838

1.2.4 Liquide middelen 906.127 808.800

Totaal vlottende activa 937.405 842.638

Totaal activa 1.102.352 1.004.117

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen 905.158 840.681

2.2 Voorzieningen 118.564 115.714

2.4 Kortlopende schulden 78.630 47.722

Totaal passiva 1.102.352 1.004.117

31 december 2019 31 december 2018

31 december 2019 31 december 2018

(30)

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 625.887 599.891 596.171

3.5 Overige baten 11.433 13.050 17.710

Totaal baten 637.320 612.941 613.881

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 440.111 417.576 415.967 4.2 Afschrijvingen 15.939 16.791 13.868 4.3 Huisvestingslasten 28.571 52.600 33.445 4.4 Overige lasten 87.856 91.775 79.192

Totaal lasten 572.477 578.742 542.472

Saldo baten en lasten 64.843 34.200 71.409

6 Financiële baten en lasten -366 -500 -248

Resultaat 64.476 33.700 71.161

Realisatie 2019

Begroting 2019

Realisatie 2018

(31)

2019 2018

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo Baten en Lasten 64.843 72.717

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 15.939 13.868

Mutaties voorzieningen 2.850 368

Veranderingen in vlottende middelen:

Vorderingen (-/-) 2.560 6.321

Schulden 30.908 -1.016

Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties: 117.100 92.258

Ontvangen interest 90 214

Betaalde interest (-/-) -457 -462

-366 -248

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: 116.734 92.010

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in MVA (-/-) -19.407 -13.745

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten: -19.407 -13.745

Mutatie liquide middelen 97.327 78.265

Beginstand liquide middelen 808.800 730.534

Mutatie liquide middelen 97.327 78.265

Eindstand liquide middelen 906.127 808.800

(32)

1 Activa

1.1.2 Materiele vaste activa

Cumulatieve aanschafwaard e per 1 januari

2019

Cumulatieve afschrijvingen

tot en met 1 januari 2019

Boekwaarde per 1 januari

2019

Investeringen Des- investeringen

Afschrijvinge n

Cumulatieve aanschafwaar

de per 31 december

2019

Cumulatieve afschrijvingen

tot en met 31 december

2019

Boekwaarde per 31 december

2019

1.1.2.1 Gebouwen en terreinen 146.497 43.567 102.931 3.934 146.497 47.502 98.995 1.1.2.3 Inventaris en apparatuur 118.496 75.093 43.403 19.407 7.758 137.903 82.851 55.052 1.1.2.4 Overige materiële vaste activa 49.841 34.695 15.146 4.247 49.841 38.942 10.899

Materiële vaste activa 314.834 153.355 161.480 19.407 - 15.939 334.241 169.294 164.947

Onder inventaris en apparatuur vallen de posten meubilair, inventaris en ICT middelen.

Duurzame goederen worden geactiveerd bij een aanschafwaarde boven de € 1.000,-.

Onder andere vaste bedrijfsmiddelen vallen o.a. de vervoersmiddelen en onderwijsleerpakket.

Gehanteerde afschrijvingspercentages inventaris en andere vaste bedrijfsmiddelen per categorie:

termijn in jaren percentage

1.1.2.1 - gebouwen (verbouw) 40 en 28 2,5% en 3,5%

1.1.2.3 - computerapparatuur 3 33%

- schoolmeubilair 20 en 15 5% en 6,67%

1.1.2.4 - leermiddelen 8 12,5%

Mutaties 2019

(33)

1.2.2 Vorderingen

31 december 2019 31 december 2018

1.2.2.2 Vorderingen op OCW 25.327 24.674

1.2.2.10 Overige vorderingen - 3.014

1.2.2.14 Te ontvangen interest 90 200

1.2.2.15 Overlopende activa overige 5.860 5.950

Vorderingen 31.278 33.838

15200 - Vordering Ministerie 25.327 24.674

15201 - Conversie vordering ministerie - -

1.2.2.2 Vorderingen op OCW 25.327 24.674

15750 - Te vorderen Vervangingsfonds - 3.014

15790 - Nog te ontvangen bedragen - -

1.2.2.10 Overige vorderingen - 3.014

15885 - Te ontvangen interest 90 200

1.2.2.14 Te ontvangen interest 90 200

15800 - Vooruitbetaalde lasten 2.428 2.742

15822 - Rekening courant (Youforce) - 400

15840 - Transitorische posten 3.432 2.808

1.2.2.15 Overlopende activa overige 5.860 5.950

(34)

1.2.4 Liquide middelen

31 december 2019 31 december 2018

1.2.4.1 Kasmiddelen 69 16

1.2.4.2 Tegoeden op bankrekeningen 906.057 808.784

Liquide middelen 906.127 808.800

(35)

2.1 Eigen vermogen

Stand per

1 januari 2019 Resultaat

Overige mutaties

Stand per 31 december

2019

2.1.1.1 Algemene reserve 566.362 71.897 638.259

2.1.1.3 Bestemmingsreserves privaat 274.319 -7.420 266.899

Eigen Vermogen 840.681 64.476 - 905.158

(36)

2.2 Voorzieningen

Stand per 1 januari

2019

Dotaties Onttrekkingen Vrijval Rente mutatie (bij

contante waarde)

Stand per 31 december

2019

Looptijd

< 1 jaar

Looptijd 1 t/m 5

jaar

Looptijd

> 5 jaar

2.2.1 Personele voorzieningen 8.039 4.275 3.279 9.035 3.856 5.179

2.2.3 Voorziening groot onderhoud 107.675 10.202 8.348 109.529 - 26.190 83.339

Voorzieningen 115.714 14.477 11.627 - - 118.564 - 30.046 88.519

(37)

2.4 Kortlopende schulden

31 december 2019 31 december 2018

2.4.8 Crediteuren 36.156 5.431

2.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen 18.369 19.413

2.4.10 Pensioenen 5.919 5.493

2.4.12 Overige kortlopende schulden 3.630 3.040

2.4.16 Vooruit ontvangen bedragen 176 -

2.4.17 Vakantiegeld en vakantiedagen 14.380 14.346

Kortlopende schulden 78.630 47.722

Uitsplitsing

24700 - Af te dragen aan Belastingdienst 18.238 19.308

24732 - Te betalen premie RF 131 105

2.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen 18.369 19.413

(38)

bedrag ontvangen t/m Prestatie

Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing verslagjaar afgerond

Ja/Nee

n.v.t

G2. VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES MET VERREKENINGSCLAUSULE (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub B en EL&I regelingen betrekking hebben op de EL&I subsidies)

G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar

bedrag ontvangen t/m totale te verrekenen

Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing verslagjaar kosten ultimo verslagjaar

n.v.t. € € € €

G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar

bedrag saldo ontvangen in lasten in totale kosten saldo nog te besteden Omschrijving Kenmerk Datum toewijzing 1 januari 2019 verslagjaar verslagjaar 31 december 2019 31 december 2019

n.v.t. € € € € € €

ONO Onderwijs Netwerk Ondernemen

Het bestuur heeft geen subsidie ontvangen met betrekking tot Onderwijs Netwerk Ondernemen.

Toewijzing Toewijzing

Toewijzing

(39)

3.1 Rijksbijdragen

Werkelijk 2019

Begroting 2019

Werkelijk 2018

3.1.1.1 Rijksbijdrage OCW 554.466 536.923 532.275

3.1.2.1 Overige subsidies OCW 23.708 15.283 16.423

3.1.3.1 Doorbetalingen Rijksbijdrage Samenwerkingsverbanden 47.713 47.685 47.473

Rijksbijdragen 625.887 599.891 596.171

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de uitvoering van het Tracébesluit verruim ing vaargeul W esterschelde van juli 2008 zijn onderstaande on tw erpen voor de te nem en besluiten, overeenkom stig de

Een analyse van de huidige financiële situatie leert dat er sprake is van een, naar het oordeel van het bevoegd gezag, gezonde financiële basis voor de toekomst van de school.. In

Door de toezichthouder zijn enkele posten in de begroting aangemerkt als niet reëel of niet incidenteel.. Hieronder lichten wij dat toe en leggen wij

De toekomstagenda met z’n 5 programma’s zou verder doorontwikkeld kunnen worden, zodat voor inwoners, raad, college en medewerkers nog meer dan nu inzichtelijk is dat de

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat het bestuur van Stichting SESAM academie zich over verschillende zaken

Voor wat betreft de klacht rond de zorgplicht van de school jegens de zoon van klaagster heeft de school verklaard dat er ondanks de ondersteuningsbehoefte van klaagster rondom

3 Dit loopt weliswaar op naarmate debiteuren dichter tegen einde looptijd zitten, maar ook van de huishoudens met een resterende looptijd van 5 jaar of korter heeft de helft

De bijdragen die Stichting Slot Zuylen ontvangt worden direct opgenomen in de staat van baten en lasten, tenzij de bijdragen voorwaardelijk worden verstrekt en pas na afronding van