• No results found

– Verantwoording beleid

2.1 Onderwijs en kwaliteit

Onze onderwijskwaliteit hebben we samengevat in een aantal kwaliteitsdoelen. Natuurlijk voldoen we aan de wettelijke eisen van onderwijskwaliteit. De domeinen van kwaliteit zijn:

 Onderwijs

 Leerlingen

 Medewerkers/directie

 Ouders/partners

We houden zicht op onze kwaliteit door het a. goed te beschrijven en b. duidelijke normen te stellen.

Dit beschrijven we in Schoolmonitor.

Ook onderwijsresultaten is een van de indicatoren voor kwaliteit. Onze onderwijsresultaten zijn de laatste jaren verbeterd of gelijk gebleven. Dit blijft een speerpunt in ons onderwijs.

De speerpunten van het in 2019 gevoerde beleid waren:

 Eigenaarschap vergroten bij leerlingen

 Kanjertraining implementeren door de school

 Aanpak van de interne zorgstructuur

 Professionalisering personeel (zie 2.2) Passend onderwijs

De vereniging is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Provincie Fryslân.

De dialoog met dit samenwerkingsverband wordt voornamelijk gevoerd door de directeur en de Interne begeleider. Het beleid is met name gericht op de zorgstructuur op onze school (opzet en daadwerkelijke uitvoering). In verband met de eilandsituatie is het de wens om zo weinig mogelijk door te verwijzen naar het speciaal onderwijs.

Dit betekent dat er meer expertise binnen de school moet zijn om dit te realiseren. Op het eiland maken we gebruiken van elkaars expertise en kunnen we met steun van het Samenwerkingsverband ook externe hulp naar het eiland halen.

Evenals in voorgaande jaren, heeft er in 2019 geen doorverwijzing plaatsgevonden naar het speciaal onderwijs.

Plusklas

Sinds april 2019 is er voor alle Amelander basisscholen een Plusklas voor leerlingen van groep 5 t/m 8 die hoog- of meerbegaafd zijn en waarbij sprake is van leer-, sociaal-emotionele en/of psycho-sociale problematiek in de ruimste zin. Er is een toelatingsprocedure vastgesteld.

De leerlingen komen een keer per week op woensdagmorgen samen. Deze leerlingen hebben op grond van hun talenten en prestaties een andere uitdaging nodig met betrekking tot het

leerstofaanbod en het onderwijs.

Toezicht door Inspectie

Sinds augustus 2017 is het toezicht van de inspectie veranderd. Uitgangspunt is dat het bestuur verantwoordelijk is voor de kwaliteitszorg op de school. Het onderzoek valt uiteen in 2 hoofdpunten, nl.

 Kwaliteitszorg en Ambitie

 Financieel beheer

In november 2017 heeft er een vierjaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden. De resultaten van het onderzoek waren op beide onderdelen voldoende. De inspectie heeft aangegeven dat er op bepaalde gebieden verbeterpunten zijn. Dit heeft het bestuur ter harte genomen. Het volledige rapport is te lezen op de site van de onderwijsinspectie. (www.onderwijsinspectie.nl)

2.2 Personeel en professionalisering

Strategisch personeelsbeleid heeft onze aandacht maar helaas hebben externe factoren invloed op de uitwerking van dit beleid.

Speerpunt in het beleid is dat alle personeelsleden groeien naar vakbekwaam om zo een rol te kunne spelen in de verbetering van de onderwijskwaliteit. Collegiale consultatie speelt hierbij een belangrijke rol. Het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken staat sinds enkele jaren vast in het jaarplan.

Onze zorg is de vergrijzing van het team en de komende periode zullen we een duidelijke koers moeten uitzetten voor werving en selectie van nieuw personeel.

Werkdrukmiddelen

Voor de besteding van de werkdrukmiddelen is het volgende stappenplan gevolgd:

 Er is een gesprek geweest met de directeur en het team over de verschillende opties die zouden kunnen leiden tot een vermindering van werkdruk. De meeste werkdruk werd gevoeld bij

1. grote groepen,

2. te weinig aandacht voor alle kinderen 3. te veel niveaus > 5 in je groep 4. te veel actieplannen

5. dis-balans werk en privé

 De werkdrukmiddelen zijn ingezet voor het verkleinen van de groepen. Hierdoor konden we blijven werken in 4 combinatiegroepen. Daarmee werden ook probleem 2 en 3 opgelost.

 Er zijn door de directeur maatregelen genomen die de druk van te veel plannen hebben verminderd. Zo zijn enkele zaken doorgeschoven naar een volgend jaar en hebben we besloten om beter 3 dingen goed te doen dan 6 dingen half. Hiervoor zijn geen financiële middelen ingezet. (punt 4)

 Tenslotte beperkt de directeur het aantal mailtjes wat wordt doorgestuurd naar het hele team tot een minimum en wordt er in het weekend niet gemaild of geappt over schoolse zaken. (punt 5).

Beleid t.a.v. beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag

Het beleid van de vereniging is erop gericht om ontslagprocedures zoveel mogelijk te voorkomen.

Dit doen we door intensief met medewerkers in gesprek te blijven en te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers.

Toch kan een situaties ontstaan waar beëindiging van de arbeidsovereenkomst onvermijdelijk is geworden. In dat geval zal een weloverwogen en gedegen afweging worden gemaakt over de hoogte van de ontslaguitkering.

Verzuim

Onderstaande grafiek toont hoe de verzuimkosten zich in verhouding tot de loonkosten per maand verhouden. Er is te zien hoe er voorafgaand aan de zomervakantie een daling is in het verzuim.

Vanaf augustus tot en met het einde van het jaar blijven de verzuimkosten ruim onder de 5%. De trend van het voorgaande jaar, waarin de verzuimkosten hoger waren, zet zich alleen door in de maanden januari en februari.

Zowel hoge percentages (bijv 30 %) als lage percentages (0 %) zijn hier relatief gemakkelijk te bereiken, omdat het om een klein personeelsbestand gaat. Wanneer er drie mensen ziek zijn, betreft dat al bijna 30% van de gehele bezetting en wanneer niemand ziek is, geldt er vanzelfsprekend een verzuimpercentage van 0 %. De reguliere premiepercentages van het vervangingsfonds komen per 1 januari 2019 neer op 6,10%. De kosten voor het verzuim vallen in 2019 dan ook lager uit. Ten opzichte van vorig jaar ligt het verzuimpercentage iets lager met 12,03%, vorig jaar lag dit op 16,18%.

2.3 Huisvesting en facilitaire zaken Huisvesting

Het bevoegd gezag is economisch eigenaar van het schoolgebouw en de bijgebouwen evenals speeltoestellen en andere terreininrichtingen op het adres De Hagen 15 te Hollum. De gemeente Ameland is juridisch eigenaar van de gebouwen.

Het jaarlijks, preventief onderhoud alsmede het meerjaarlijks onderhoud komt voor rekening van de vereniging. Verbouw, dan wel nieuwbouw vindt plaats in overleg met de gemeente. De kosten die hier mee gemoeid zijn komen voor rekening van de gemeente.

Vanuit de ambities van ‘Duurzaam Ameland’ bood Gemeente Ameland de school de mogelijkheid om de aanwezige ‘Blue-gen’ tegen het symbolische bedrag van € 1 over te nemen. Gelet op de verhouding tussen jaarlijkse onderhoudskosten en de mogelijkheden om energie te besparen, is besloten om hier niet op in te gaan.

In plaats hiervan is besloten om alle Tl-verlichting in de school te vervangen door LED-verlichting.

ICT en samenhangende zaken

Voor alle vaste computers heeft een upgrading plaatsgevonden van Windows 7 naar Windows 10.

Eind 2019 is besloten om de verouderde digiborden te vervangen door nieuwe schermen, met rechtstreekse aansturing via gekoppelde laptops.

0,00 5,00 10,00 15,00 20,00

Verzuimpercentage

2018 2019

2.4 Financieel beleid

De verantwoordelijkheden ten aanzien van de beheersing van zowel de personele en materiële kosten liggen volledig bij het schoolbestuur. Om deze verantwoordelijkheid nu en in de toekomst te kunnen nemen, is een gezonde financiële situatie evenals een goed werkende planning & control cyclus van groot belang.

Het bestuur streeft naar een sluitende meerjarenbegroting, waarbij in het algemeen vrij ‘voorzichtig’

wordt begroot. De ervaring leert, dat jaarrekeningen dan ook vaak een positief verschil laten zien ten opzichte van de begrotingscijfers voor dat jaar.

De gunstige financiële positie is hieraan te denken, maar vooral aan de in de loop der jaren licht gegroeide leerlingenaantallen, hetgeen uiteraard leidde tot hogere rijksvergoedingen. Deze financiële positie maakt het mogelijk om extra middelen in te zetten waar dat onderwijskundig van belang wordt geacht.

Besteding specifieke middelen

Wanneer vanuit de rijksoverheid middelen beschikbaar worden gesteld voor specifieke doeleinden, tracht het bestuur deze middelen ook daadwerkelijk op de beoogde wijze te besteden. De feitelijke situatie, een éénpitter van een relatief kleine omvang, brengt echter ook met zich mee dat niet elke specifieke rijksbijdrage vertaald kan worden in concrete projecten en activiteiten in de school.

Prestatiebox

De minister van Onderwijs verstrekt de gedurende een aantal schooljaren (2015/2016 tot en met 2019/2020) per schooljaar bijzondere bekostiging via de prestatiebox, voor het realiseren van afspraken uit het bestuursakkoord en in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. Deze subsidie is niet geoormerkt. Vanaf 1 augustus 2012 is ook de subsidie voor taal- en rekenonderwijs in de prestatiebox opgenomen. In 2019 heeft de vereniging € 13.484 aan subsidie prestatiebox ontvangen.

Onderwijsachterstandenmiddelen

Als bevoegd gezag hebben wij geen specifieke rijksmiddelen ontvangen ter bestrijding van onderwijsachterstanden.

Reserves

Voor een goede bedrijfsvoering acht het bestuur het aanhouden van een aantal geoormerkte reserves noodzakelijk. Dit zijn de zogenaamde bestemmingsreserves.

Het overgrote deel van de bestemmingsreserves betreft privaat vermogen. Het gaat hier om een bedrag van € 266.899 op 31 december 2019. De private bestemmingsreserve is opgebouwd uit de private baten en lasten zoals ouderbijdragen en huur schoolwoning. Het bestuur heeft beschikking over deze reserve en beslist over de besteding hiervan.

Het niet bestemde deel van het Eigen vermogen heeft betrekking op het publieke exploitatie-resultaat van de school en is ondergebracht in een algemene reserve. De totale omvang van deze algemene reserve bedraagt op 31 december 2019 € 638.259.

De bestemmingsreserve publiek ad € 22.850, bestemd voor uitgaven voor groot onderhoud, is per 1 januari 2019 opgeheven. Vanaf deze datum worden uitgaven voor groot onderhoud niet meer ten laste van de exploitatie verantwoord, maar komen deze rechtstreeks ten laste van de voorziening groot onderhoud. Jaarlijks wordt een gelijkblijvend bedrag van circa € 10.202 ten laste van de exploitatie gebracht en aan de voorziening toegevoegd, zodat de toekomstig geplande uitgaven volgens het onderhoudsplan uitgevoerd kunnen worden.

Om de beginstand van de voorziening op peil te brengen is het saldo ad € 22.850 toegevoegd aan de voorziening voor groot onderhoud en is op 1 januari 2019 € 84.825 onttrokken aan de algemene reserve en eveneens toegevoegd aan deze voorziening.

Treasury

Per 31 december 2019 is de stand van de liquide middelen € 906.127. In vergelijking met voorgaand jaar zien we een stijging van circa € 97.000. De liquiditeit van de vereniging geeft op dit moment geen aanleiding tot bijzondere acties op het gebied van treasury.

De vereniging heeft een zeer gezonde financiële positie, waarbij als opmerking geldt dat het bestuur niet de doelstelling heeft om tot een grotere vermogensvorming te komen.

Begin 2020 is door het Algemeen bestuur een nieuw Treasurystatuut opgesteld. De algehele doelstelling voor de treasuryfunctie bij de Vereniging is het waarborgen van de financiële continuïteit van de organisatie.

Het bestuur heeft een investeringsplan voor 2020 opgesteld (totaal ICT € 8.500 en leermiddelen € 3.000), maar beschikt niet over een meerjaren-investeringsplan. In de meerjaren-balans en de meerjaren-exploitatie staan daarom dalende bedragen voor afschrijvingen en boekwaarden van activa. Met betrekking tot investeringen wordt het aangaan van leningen niet overwogen. Het op korte termijn beschikbare saldo in liquide middelen is steeds ruimschoots voldoende om eventuele pieken op te vangen.

De opbrengsten van het belegd vermogen zijn de afgelopen jaren gedaald. In 2019 was het renteniveau zo laag, dat er nauwelijks rentebaten uit beschikbaar vermogen (liquide middelen) zijn gerealiseerd.

2.5 Risico’s en risicobeheersing Risico’s en risicobeheersing

Als éénpitter kennen wij niet een zwaar risicobeheersingssysteem, waarbij alle mogelijke risico’s in kaart worden gebracht, waar inschattingen worden gemaakt van mogelijke financiële effecten en waar allerlei maatregelen worden getroffen ter afdekking van de risico’s .

Het belangrijkste risico betreft de ontwikkeling van de leerlingaantallen. De verwachting is dat deze aantallen zullen dalen naar 65 leerlingen in 2022. Ook de kwetsbaarheid van een klein team, met een wat onevenwichtige leeftijdsopbouw, wordt als een risico gezien.

Zoals in paragraaf 1.3 is aangegeven, hebben mede om deze redenen verkennende gesprekken plaatsgevonden tussen de besturen van Openbaar Primair Onderwijs Ameland (OPO) en van de Koningin Wilhelminaschool over de toekomst van het primair onderwijs op West Ameland.

In hoeverre deze ontwikkelingen zullen leiden tot één nieuwe, levensvatbare school voor alle kinderen van West Ameland zal de toekomst leren.

Interne beheersing processen

De interne beheersing van de processen binnen de vereniging is primair een verantwoordelijkheid van het bestuur. Het totale stelsel van functiescheidingen, autorisaties en andere maatregelen en procedures ondersteunt het bestuur bij het beheersen van de processen. Naast de inbedding van interne beheersing vanuit de lijn, vindt monitoring van het niveau van interne beheersing en de naleving ervan vanuit de directie plaats en vanuit het administratiekantoor, onder meer door het uitvoeren van onderzoeken op de naleving van maatregelen en procedures. De directeur, ondersteund door adviseurs van het administratiekantoor (Preadyz), bewaakt tevens de opvolging

van de door de externe accountant, door medewerkers van Preadyz en door eventuele overige partijen gedane aanbevelingen op het gebied van interne beheersing.

In 2019 zijn op het gebied van budgetbeheer geen veranderingen doorgevoerd in de maatregelen van interne beheersing. Het bestuur is van mening dat het gehele stelsel van interne beheersing bijdraagt aan het rechtmatig en doelmatig realiseren van de doelstellingen van de vereniging.