• No results found

vox MINORUM Vrede en alle Goeds ^Und ^

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "vox MINORUM Vrede en alle Goeds ^Und ^"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

vox

MINORUM

V rede en alle G oeds

^U nd £^

INFORMATIEBLAD VAN DE VLAAMSE MINDERBROEDERS KAPUCIJNEN TWEEMAANDELIJKSTIJDSCHRIFT

Jaargang 74 Nr4 Oktober-december 2020

(2)
(3)

Inhoud

Brief van de franciscaanse generaleoversten - Leven en navolgen 5

Aan de broedersvan Europa 13

Brief ter gelegenheid van het feest van Franciscus 19

Klanken uit het bestuur 20

Harold Van de Perre over Franciscus 24

Homilie transitusvieringte Antwerpen 26

Hoe br. Angelus uit Vlaanderen op bezoek kwam bij br. Franciscus. 28

Brugge: Verhuizen op Allerheiligen 2020in Coronatijd 30

Installatie van de nieuwecustos en raadsleden 33

De generalecustodie van Nederland wordt delegatie van Duitsland 40 Een Congratulatio ter ere vande kapucijn Donulusvan Schriek 44

Seraphinus vanOostende (III), (1741-1822) 45

(4)

Voorwoord

Wanneer dit nummer in jouw brievenbus belandt, zijn wij de feestdagen waarschijnlijk voorbij, maar heel de maand januari worden er nog wensen aangeboden. Dus wij willen in de eerste plaats jullie onze beste wensen aanbieden: moge de Gever van alle goed jullie een mooi jaar 2021 aanbieden, dat onshelpt om innerlijktegroeien.

Ondanks de coronacrisis hebben wij wederom een goed gevuld nummer. Vanuit het generalaat kregen wij twee belangrijke brieven toegezonden. Het is fijn dat wij naast de berichten uit het provincialaat ook nu weer nieuws uit de provincie kunnen aanbieden.

Aandachtspunt is de keuze van de nieuwe custos in Pakistanen zijn raadsleden. Natuurlijkis er ook het nieuws uit Nederland. En in "Uit vervlogen tijden" maken wij kennis met enkele kapucijn die toch welonze aandacht verdienen.

Graag dus nogmaals onze beste wensen voor het nieuwe jaar.

De redactie.

(5)

Uit het generalaat

Brief van de franciscaanse generale oversten - Leven en navolgen Aan alle broeders van de eerste Orde, richten wij, generale ministers, deze brief naar aanleiding van de blijde gebeurtenis van de achthonderdste verjaardag van de Regel non bullata.

Om dankbaar te gedenken. Om als minderbroeders, met passie onze navolging van de Heer Jezus, volgens de levensvorm van broeder Franciscus, voor de Kerk en de wereld te vernieuwen. Tot lof van God, «die al het goede, het echte en het hoogste goed is» (1 Reg 23,9).

Om te beginnen

Nog een verjaardag... Laathet geen verplicht museumbezoek zijn!

In 1221 kwam er een einde aan een van de vele «verhalen» die in de christelijke traditie resulteerden in de totstandkoming van een tekst die bekend staat als de «regel».

Over welk «literair genre» gaat het hier? Voor ons roept het woord «regel»

hoogstwaarschijnlijk een innerlijke siddering vanzelfverdediging op, omdat we daarin min of meer bewust, een verwijzing zien naar iets vaststaand en schematisch, misschien zelfs steriel. Bij nader inzien is dit niet het geval. Als je de regel non bullata leest, heb je in feite het gevoel dat horizonten zichontsluiten, perspectieven de ziel wijd openen en frisse lucht in hethart laten stromen, zelfs na 800 jaar!

Ja, er zijn 800 jaar verstreken en een jubileumviering is onvermijdelijk. En ook hier voelen we meteen een andere huivering - deze keervan rebellie: «Weer een jubileum! Wat heeft dat voor zin». Laat ons een inspanning doen om deze vraag niet op voorhand te beantwoorden - «Wat is het nutvan een jubileum?» - maar om ze even naar de achtergrond te verschuiven. Misschien kunnen we in plaats daarvan proberen te vermijden dat we als

(6)

museumbezoekers ditjubileumvieren, met de vage nieuwsgierigheid van een toerist die zich niet laat raken of ten diepste toe laat aanspreken, omdat hij er misschien maarkomt omdat het «moet» of omdat «dit museum beroemd is». Laat ons liever «serieuze toeristen»zijn, die naar het museum gaan om naar de meesterwerken te kijken, wetend dat ze ons niet op dezelfde manier zullen laten vertrekken als dat we binnengekomen zijn. Zo staan we hier voor een kunstwerk dat de regel non bullata is; helaas, een werk, zonder datum en zonder

auteur!

Een voortdurend luisteren...

Scharniermomenten volgens hetEvangelie in de regel non bullata

Onverwijld, niet gedateerd, anoniem

Dat klopt! We spreken over een werk dat niet nauwkeurig gedateerd is; of beter gezegd, we kunnen vele tijdstippen aangeven, verschillende data voor verschillende stukken van de tekst. 1221 is het jaar waarin het schrijfproces stopte, het is als het ware «de laatste datum». En is de heilige Franciscus de auteur? Zeker, hij is het die het hart van de regel doet kloppen, die het levenssap van de Geest in zijn pluriform weefsel injecteert.

Maar het zou beter zijn het een regel «van een gemeenschap» te noemen, een werk dat is bedacht en geschreven in dialoog met de broeders en defeiten. Vooruitlopend op zijn tijd behoorde Franciscus van Assisi tot degenen díe een van demeest doeltreffende principes van paus Franciscus wist te vertolken:

«de werkelijkheid gaat boven deidee» (EvangeliiGaudium, nr. 231). In feite hebben we geen normatieve tekst in handen die aan een bureau geschreven is, maar iets dat in dialoog met het leven tot stand kwam. Het is in de eerste plaats, een «stukje leven» in plaats van een

«stukjepapier».

Het geschreven woord probeert inderdaad te antwoorden op vragen die oprijzen vanuit het voortdurend luisteren naar de concrete werkelijkheid. We erkennen in de regel non bullata het genie van iemand die echte vragen «onverwijld» kon onderscheppen en krachtige antwoorden kon geven. Ja, in vele gevallen bestaat genialiteit uit het vermogen om essentiële vragen niet abstract maar empathisch, in de eerste persoon, te vatten; en ze vervolgens overtuigend te beantwoorden. Hun antwoorden zijn overtuigend, niet omdat ze op dat moment «juist» zijn, maar ook omdat ze doorheen de eeuwen instaatwaren anderen te overtuigen om op dezelfde golflengte een antwoord te geven. Na achthonderd jaar proberen we nog steeds een antwoord te vinden in harmonie met deze intuïties omdat we

«overtuigd» zijn dathet de moeitewaard is!

(7)

Het meest opvallende van dit kunstwerk is vooral zijn passie. Wie het leest, begrijpt meteen dat het geen regels geeft om dingen te doen, maar dat het bakens probeert uit te zetten om relaties te beleven. Het is geen tekst voor schriftgeleerden, maar voorleerlingen (cf. Mt 13,52). En de focus ligt op de relatie die het meest levensenergie vrij maakt, onze relatie met de Heer Jezus, die we als een schat voor het eigen leven tot onskunnen nemen.

Echt waar! Voedsel voor lichaam en ziel! We weten het, het begin van de regel non bullata verwoordt in klare taal dat de regel en de levenswijze van de minderbroeders dit is: «de leer en devoetstappenvan onze Heer Jezus Christus volgen» (1 Reg1,1), het Evangelie beleven.

Hoofdstuk na hoofdstuk wordt een hele reeks aanwijzingen gegeven - soms samenvattend, dan weer gepassioneerd - om dit Evangeliete beleven. Om het na te leven nodigt Franciscus ons op vele manieren uit om alles weg te geven, om ons te bevrijden van wat ons belemmert. Leven «zonder eigendom» (1 Reg 1,1) heeft maarzin in de matedat we geraakt zijn door het onverwachte geschenk en de vertroosting van de Heer Jezusdie in ons leven aanwezig is, anders is het een triestig pauperisme. «Laten we daarom niets anders wensen, naar niets anders verlangen, moge niets anders ons vreugde en genot schenken dan onze schepper, verlosser en redder, deenigwareGod, die de volheid van het goede is, al het goede, heel het goede, het echte en hoogste goed, die alleen goed is» (1 Reg 23,9). De heilige Franciscus en zijn eerste broeders zouden ons kunnen vertellen hoe triestig het zou zijn, als we «alles zouden willen verkopen» zonder eerst gegrepen te zijn door de vreugde van zo'n schat, die al onze verwachtingen overtroffen heeft. De schat die Jezus is, de schat van deze oneindig liefdevolle blik die de Zoon van God altijd op iedervan onslaat rusten en dieverbondenheid opwekt.

Spiritualiteit, geen spiritualisme

DeGeestvan de Heerstreeftnaarnederigheid en geduld en, de zuivere, eenvoudige en echte vredevan de Geest

(1 Reg 17,14-15) Een van de meest fascinerende «kleuren» en «toonaarden» van deze tekst is ongetwijfeld zijn eenvoud. Let wel: het gaat hier niet over de banaliteit van een al te gemakkelijke vereenvoudiging, maar om het scherpzinnig inzicht van iemand die een rode draad, die de kracht in zich heeft om alles bijeen te houden, opgepikt heeft. En wat het geheel van de regel non bullata samenhoudt, lijkt dus de kern van het leven in de Geest te zijn. Wat betekent dit? Ook hier is de eerste prioriteit: dialoog met het leven! Franciscus van Assisi heeft geen voorafgaande kennis van de aard van de Heilige Geest en hoe Hij te werk gaat, maar het is veeleer de ruwe grond van het dagelijkse leven die hem de klankkleur van de stem van de Geest doet herkennen. De stem van de Geest, die de Heilige Franciscus met de grootste geloofsaandacht heeft kunnen horen, heeft zijn unieke en zeer delicate klankkleur! En dit maakte dat de regel in staatwas om goedewegenvan leven met de Geest van de Heer, te bewaren en aan iedereen aan te bieden. Zo geeft hij ons ook na acht eeuwen waardevolle richtlijnen. Ze zijn niet spiritualistisch, dat wil zeggen, niet van tevoren, los van levenservaringen, op een ideologische manier vastgelegd; maar spiritueel omdat ze de trillingen van de adem van de Geest die onder de mensen leeft "opgevangen" hebben. Wat

(8)

zijn de meest waardevolle spirituele richtlijnen? Ze kunnen misschien samengevat worden rond enkele kernpunten:

- Het concrete alledaagse: de regel non bullota steekt zijn vingers in het deeg van het bestaan waarvan de gisting soms veelbelovend en somsteleurstellend kan zijn. In ieder geval verdwaalt hij niet in een nauwkeurige beschrijving van ascetische normen. Zijn grootste bekommernis is de zorg voor het leven in al zijn vormen. Hij is meer begaan met het verloop van het leven dan met het hardnekkig behoud van structuren. Ook hier zouden we kunnen citeren: hij behartigt meer het «op gangbrengen van processen dan ruimtes te bezetten» (EG 223).

- Geen applaus verlangend: Franciscus spoort ons op duizenden manieren aan om een zinvol leven te leiden, maar om nietten prooi te vallen aan een exhibitionisme. Het lijkt wel alsofde heilige Franciscus hier op zijn knieën tot onsspreekt. Onze heilige wist maar al te goed hoe subtiel en verraderlijk de grens is. We kunnen onszelf voorspiegelen dat

«we het Evangelie beleven» omdat velen ons volgen en toejuichen, of omdat velenons 'liken' of volgen in onze sociale netwerken. Daarom is een nederige waakzaamheid nodig, «want de geest van het vlees verlangt en streeft erg naar woorden, maar weinig naar daden; en hij zoekt geen vroomheid en heiligheid in het innerlijk van de geest, maar hij wil en verlangt vroomheid en heiligheid die naar buiten zichtbaarzijn voor de mensen» (1 Reg 17,11-12). Soms lopen we het risico iets als «profetie» te benoemen wat alleen maar een oogverblindende vitrine is. Maar de heilige Franciscus wist het:

profetie is geen toneelvoorstelling en ze vereist veel nederigheid en huiver... al washet maar omdat het leven van profeten over het algemeen slecht afloopt.

- Een grote tijdverspilling: Met een overvloed van woorden vraagt de regel non bullata dat de broeders niet krenterig zijn op de tijd die ze in gebed doorbrengen: «Broeders, laten wij er daarom allemaal goed voor oppassen dat wij niet onder het voorwendsel van beloning, werkzaamheden of hulpverlening, ons verstand en hart te gronde richten ofvan de Heer afnemen. Maar in de heilige liefde die God is, vraag ik alle broeders, de ministers en de anderen, ieder beletsel te verwijderen en alle zorg en beslommering achter zich te laten en zo goed als zij maar kunnen de Heer God met een zuiver hart en een gelouterd verstand te dienen, beminnen, eren en aanbidden, wat Hij boven alles vraagt. En laten wij daar altijd een verblijfplaats en woning maken voor Hem die de Heer is»

(1 Reg 22,25-27). Dit is een echte spirituele uitnodiging:een uitnodigingtot dankbaarheid, tot een edelmoedig beleven van schijnbaar steriele gebedstijden die in feite het spirituele

(9)

leven voeden. Zonder de vastberadenheid van deze trouw aan het gebed, riskeren we volgens de Heilige Franciscus dat alles een farce wordt, of in het beste geval een vreugdeloze wilsinspanning.

In verzet tegen «de anti-Franciscus».Alleen alsbroeders!

Behoed daarom jullieziel en die vanje broeders.

Mogen broeders geen machtof heerschappijhebben, vooral nietonder elkaar.

(1 Reg 5,1.9) Zoals er een «antichrist» (cf. 1 Joh 2,18) is, zo is er ook een «anti-Franciscus». Is het de toewijding die we aan de kwaliteit van het broederlijk leven besteden, die het verschil maakt? Natuurlijk is het niet het broederlijk leven op zich dat het verschil maakt, maarde zorg die we aan de dag leggen om het te leven, of de onverschilligheid om het niet te doen.

De regel non bullata laat geen enkele aansporing liggen om Jezus als broeders te volgen. Het is bijna een soort «dogma», een beknopte mededeling die tussen de regels verschijnt met de gedurfde boodschap: niets is zo «anti-franciscaans» (en anti-christelijk) als een levensstijl die zich ontwikkelt los van onze passie voor een daadwerkelijke broederschap, waarvan de ziel moet bewaard blijven!

Franciscus lijkt er vastbesloten op uit te zijn om in ons een gezonde afkeer voorelke vorm van onverschilligheid jegens de ander op te wekken. Op vele manieren trekt hij onze aandacht met aansporingen ontleend aan het dagelijks leven, zodat ons hart innerlijk bewogen blijft: voor de overtuiging dat wij de ander altijd iets «schuldig» zijn, voor een stem die ons roept, voor iemand waar we niet aan voorbij mogen gaan. Op zoveel manieren!

Sommigevan hen behouden na al die eeuwen nog steeds hun charme:

- Ongeveinsde vriendelijkheid: een vijand om tegen te vechten is die «van de lange gezichten», van een koppig terugplooien op zichzelf, van valse nederigheid (een vervelend en beklemmend doen alsof)! «Ze moeten ervoor uitkijken zich naar buiten als droefgeestige en sombere huichelaarste laten zien. Maar ze moeten zich mensen tonen die zich verheugenin de Heer, opgewekten hoffelijk zoals dat bij hen hoort (1 Reg 7,16).

Dus nu moeten we de heletijd glimlachen? Dat is niet het punt! Het gaat er nietom een expert te worden in het glimlachen alhier en aldaar. Maar het is van fundamenteel belang om zich niet te laten tiranniseren door de zwaarte van zijn gevoel dat opzich zo veranderlijk en onrustig is. Er zal naar ons hart geluisterd worden, zelfs als het verdrietig is, maar zonder dat deander ons slecht humeur moetverdragen.

- Verdoving van de weerstand tegen de meest kwetsbaren: Vaak zijn er «melaatsen» te bezoeken in ruige, moeilijk toegankelijke buurten. Ook hier roept de regelnon bullata ons op om die stemmen die ons doen vluchten of doen afstand nemen te «verdoven».

De regel nodigt de broeders immers uitom zich «te verheugen, wanneer zij leven tussen waardeloze en verachte mensen, armen en gebrekkigen, zieken en melaatsen en bedelaars langs de weg» (1 Reg 9, 2). De opdracht wordt des te moeilijker wanneer de broeder, voor wie we niet mogen vluchten, dearme is. Zijn stem verstoort mijn plannen, zijn uitgestrekte hand dwingt mij tot nieuwe vormen vanverbondenheid. Zijnkwetsuren waar wij liever niet willen naar kijken, nodigen ons uit tot een nieuwe gevoeligheid (die

(10)

deze keer niet verdoofd moet worden), namelijk de gevoeligheid van het meelijdende hart van Jezus.

- Durf om weer op krachten te komen: leren uitzijn lijden. De regel is zich terdege bewust dat het broederlijk leven geen gemakkelijke en romantische tocht is. Wat opvalt, alswij het over het broederlijk leven hebben, is dat de moeilijkheden die zich soms tragisch aandienen, door Franciscus ook als kansen verwelkomd worden. Hij zou het zelfs verwoorden als «een genade»! De uitdaging (en deze keer is het werkelijk een uitdaging!) is om ons te laten aanraken door de mensen die we het meest vrezen ofdie ons het meest ergeren, zonder dat we altijd van hen hoeven wegte lopen. Het kan zijn dat we in staat zijn iets nieuws te leren, of dat we in ieder geval een snufje van die vrijheid proeven, wanneer we, misschien alleen maar eventjes, in staat zijn te «sterven om te verrijzen».

Minderdandie er hetminst toe doet... Spreken overminoritas

Niemand magpriorgenoemd worden, maar allen worden gewoon minderbroedersgenoemd.

(1 Reg 6,3) Minderbroeders. Dit is de doopnaam die de heilige Franciscus wil geven aan hen die die kiezen om deze regel te vertrouwen en na te leven. Minoritasï Een woord met vele betekenissen en talloze facetten. Is het mogelijk om een korte en bondige formulering te vinden die ze allemaal insluit? Er zijn al veel effectieve pogingen ondernomen. Zonder aanspraak te maken alles in te sluiten, zou men waarschijnlijk kunnen zeggen dat

«.minoritas» de keuze is om «minderte zijn dan die er het minst toe doet». Dit is een ware profetie! Deze kerngedachte is bijna onmogelijk te beleven, maar ze behoudt nog steeds haar vermogen om ons te waarschuwen voor elk gevaar van prestige en bezit. Ishet een deugd?

Misschien zou het correcter zijn om te zeggen dat minoritas meer is dan een ascetische houding, maar een geheel van gedragskeuzes - die het risico met zich meebrengen vernederend en beperkend te zijn - die reiken naar een «persoonlijke innerlijke volmaaktheid». In die zin is het eerder een manier van in relatie staan met de mensen, met de schepping en met God. Een minderbroeder is iemand die nooit moe wordt om ten volle te erkennen dat alles wat bestaat van God komt endaarom niet anders kandan in «een staatvan dankbaarheid» te leven.

Synodaliteit, gemeenschappelijke onderscheiding: Dit zijn misschien wel de meest terugkerende uitdrukkingen in de Kerk van vandaag. We weten dat als we veel over iets spreken, het waarschijnlijk is omdat wehet missen of omdat het een noodzaak is.

Of misschien is het omdatwe bang zijn om echt synodaal te zijn of omdat we vrezen dat we door samen te onderscheiden altijd iets van onszelf moeten inleveren. Het gaat om moderne uitdrukkingen. De heilige Franciscus kende ofgebruikte ze niet, en toch vinden we in de regel non bullata regelmatig verwijzingen naar verschillende vormen van gehoorzaamheid tegen de achtergrond van luisteren en wederzijdse dienstbaarheid: «Veeleer moeten zij elkaar door de liefde van de geest uit eigen beweging dienen en gehoorzamen» (1 Reg 5,14). Minoritas is ook dit: wij zijn niet degenen die de «waarheid» in ons eentje creëren, maar ze wordt ons altijd «van

(11)

buitenaf » gegeven door naar elkaar te luisteren «vanuit liefde die ons door de Geest geschonken wordt».

De vitale en effectieve synthese van minoritas zou misschien herontdekt kunnen worden in de logica van het afstand doen, die in de regel non bullatavanuit vele en complementaire perspectieven voorgesteld wordt. Weggeven, geven, teruggeven, prijzen, danken, zegenen (cf. 1 Reg 23), zijn kenmerkend voor de houding van een persoon die nietsvoor zichzelf achterhoudt.

Met een heilige aandacht die naar buiten gericht is. De wereld doorkruisen

Als zij ziendat dit deHeer behaagt, datzij hen het woordvan God verkondigen (1 Reg 16,7)

«Alle broeders mogen, waar zij ook zijn, nooit vergeten dat zij zichzelf aan de Heer Jezus Christus hebben gegeven en hun lichaam aan Hem hebben afgestaan» (1 Reg 16,10).

Zichzelf aan de Heer geven of zelfs zich volledig aan Hem overgeven is een wezenlijke dynamiek in het leven van de minderbroeders. Zij zijn geroepen zich te verheugen over het feit dat ze de Heer toebehoren, niet door alleen of slechts binnen de eigen gemeenschap geestverwanten te zoeken (wat altijd precair is) maar door in te gaan op de uitnodiging van de Heer om als missionarissen de wereld te doorkruisen en het woord van God te verkondigen. In de regel non bullata staat er niet veel uitleg over wat die prediking inhoudt.

Er staan geen gedetailleerde beschrijvingen in over «wat» men moet zeggen. We kunnen er echter zeker van zijn dat het in Franciscus' bedoeling lag om de prediking metterdaad te ondersteunen, in de eerste plaats door afstand te doen van elke vorm van aanspraak op degenen die we tegenkomen. De uitdrukkelijke verkondiging van het woord van God blijft belangrijk, maar we moeten ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid om de mondelinge verkondiging van het Evangelie niet door onze persoonlijke relatie stijl te verraden.

Nog radicaler: misschien zijn we dichter bij de waarheid als we een bevrijdend en verrassend feit uit de regel non bullata aanhalen. Vaak kunnen we het Evangelie verkondigen zonder iets te zeggen of te doen, alleen door onze menselijke conditie van armen, zonder bitterheid, te aanvaarden. In de eerste plaats zijn we allemaal geroepen om te ontvangen.

We verkondigen de heilsboodschap door te laten zien hoe radicaal beperkt we zijn en hoe dat we voortdurend barmhartigheid nodig hebben. «Omdat wij allen armzalige zondaarszijn en nietwaardig U aan te spreken, smeken wij U ootmoedig dat onze Heer Jezus Christus, uw geliefde Zoon, in wie Gij grote vreugde vindt, U samen met de Heilige Geest, de Helper uit naam van ons allen dank zegt»(1 Reg 23,5).

Tot besluit Niet afgestempeld

Non bullata: Deze uitdrukking maakt duidelijkdatwe te maken hebben met een tekst die om velerlei redenen nooit het stempel van de officiële goedkeuring, via een pauselijke bulle, gekregen heeft. Het is de moeite waard om het ontbreken van de bulle te gebruiken om niet alleen een formeel en juridisch feit onder ogen te brengen, maar ook om er het

(12)

existentiële belang van te benadrukken. Op deze manier willen we de Heerdankenvoor het geschenk van zijn getuigenis, die «grenzeloos», altijd open en «vruchtbaar» blijft. Op papier heeft de regel non bullata geen effect, maar dit is wel merkbaar in het vitale weefsel van degenen die door «goddelijke inspiratie» (1 Reg 2,1), de uitnodiging aanvaarden om hun geloof in harmonie met het genie van de heilige Franciscuste beleven.

Te midden van de vele moeilijkheden van onze tijd en van de angst van zoveel mannen en vrouwen overal ter wereld, willen wij toch de optimistische vlam van de christelijke hoop brandend houden door dankbaar en van harte het elan van de heilige Franciscus te verwelkomen. Te midden de ellende van de wereld, houdt hij nooit op om de Heer te prijzen «die alleen goed is, genadig, mild, lieflijk en zoet, die alleen heilig is, rechtvaardig, waarachtig, heilig en oprecht, die alleen weldoend is, schuldeloos en onbesmet, uit wie, door wie en in wie alle vergeving is, alle genade en alle roem» (1 Reg 23,9).

Wij nodigen alle leden van de franciscaanse familie uit om samen met ons de uitnodiging van de heilige Franciscus te herdenken, zoals deze in de regel non bullata duidelijk verwoord is: leef een leven, geleid door de Geestvan God, geworteld in menselijke ervaringen, openstaand voor de verbazingwekkende liefde en nabijheid die God aanbiedt aan hen die bereid zijn om Hem in hetmiddelpunt van hun leven teplaatsen.

«Almachtige, allerheiligste, allerhoogste en verheven God, heilige en rechtvaardige Vader,

Heer, koning van hemel en aarde,

wij brengen U dank omwille van Uzelf! »(1 Reg 23,1)

Rome, 4 oktober 2020,feestvan deheilige Franciscus van Assisi Fr. Michael A. Perry

Minister generaal OFM

Fr. Roberto Genuin

Minister generaal OFMCap

Fr. Carlos A. Trovarelli Minister generaalOFMConv

«Ik vraag alle broeders de strekkingen de betekeniste leren van wat tot redding van onze ziel in deze levenswijze geschreven is en datvaakin hun herinneringopte roepen» (1 Reg24,1).

(13)

Aan de broeders van Europa Brief van de generale minister (Ref. N. 00844/20)

Aande voorzitters van de conferenties Aan de hogere oversten Aan alle broeders in Europa Ikdroom vaneenEuropa dat een familie en eengemeenschap is

Ik droomvan een solidairen edelmoedig Europa1 Liefste broeders,

Ter gelegenheid van de50everjaardagvan de samenwerking van de Heilige Stoel met de Europese instellingen en de 40e verjaardag van de oprichting van de Commissie van de Bisschoppenconferenties van de Europese Unie (COMECE) stuurde paus Franciscus een brief naar kardinaal Parolin die voor deze gelegenheid van 28 tot 30 oktober 2020in Brussel was.

Deze briefinspireertme.

De heilige Vader spreekt van een goede droom die gekoesterd dient worden, een droom die gebaseerd is op de overtuiging dat de Heer trouw is doorheen onzegeschiedenis, een droom die rijke en diepe wortels heeft in het verleden en die van vitaal belangzijn voor nieuwe en vruchtbare verwezenlijkingen voor de mens: een droom die werkelijkheid wordt in het opbouwen van het gezin en de gemeenschapop een duurzame en edelmoedige wijze.

De grote lijnen van bezinning en oriëntatie die de pausonsaanreikt voor detoekomst van de hele Kerk in de twee recente encyclieken Laudato Si' en Fratelli tutti, komen me daarbij eveneens in gedachten.

Ik heb reeds degelegenheid gehadom alle broeders wereldwijd aan te sporen om de verschillende mogelijke vormen van animatie van de orde die ons ten dienste staan te activeren, zonder ons al te zeer te laten afremmen doorde beperkingen vanwege de huidige pandemie. Daarom wilde ik reeds hier in de generale curie overleggen, en de medewerking vragen van de verantwoordelijken van de verschillende diensten, om zo samen te proberen zicht te krijgen op de mogelijke wegen voor de animatie van de broeders kapucijnen in Europa. Uit hun competentie en hun verlangen om de orde van dienst te zijn, heb ik een aantal suggesties geput die ik u beknopt wil presenteren.

1 .Doelstelling

Als ik nadenk over de situatie waarin we in Europa leven, kan ik alleen maar de opmerking van een raadslid bijtreden: we moeten onszelf beginnen te zien als Europese broeders kapucijnen I Wanneer we nadenken over de toekomst van onze aanwezigheid in Europa, moeten wij allen ons eerst solidair opstellen voordat we denken aan een beroep doen op een internationale broederlijke samenwerking. Wijzelf zijn op de eerste plaats verantwoordelijk voor onze toekomst in Europa. Dit betekent dat we over de drempel heen stappen van ons klein huisje, onze kleine fraterniteit of onze "kleine" en soms "verstikkende"

(14)

provincie. We moeten de krachtige reflectie van de paus begrijpen over de illusie dat elke entiteit self-supporting kan zijnen goed op eigen benen kan staan.

We willen de betekenis hiervan voor ons concretiseren. Hiervoor kunnen we profiteren van onze charismatische identiteit die ons "toerust" en ons voortdurend stimuleert om fratellitutti, allen broeders, te zijn.

Sedert enigetijd heeft de orde belangrijke stappen gezet in deze richting, te beginnen met de bijeenkomst in Fatima in 2014, ongetwijfeld een mooi briesje van hoop. Van nu af aan willen we ons echter inzetten vooreen meer beslissende en continue openheid. Het lijkt ons immers nog meer noodzakelijk en dringend om samen te komen en samen proberen te begrijpen waar God ons roept om samen te werken volgens de mogelijkheden van ieder. Er zijn nog steeds veel vitale krachten onder de kapucijnen van Europa, en we willen wegen banen waar deze krachten kunnen gevaloriseerd worden. De toekomst is immers altijd in Gods handen, terwijl het aanons is om in Zijn naam samen op weg te durven gaan.

Alle diensten van onze curie zetten zich in om alle nuttige instrumenten klaar te maken ter ondersteuning van de "droom" die we willen lanceren.

2 .Methode

Om dit initiatief te doen slagen moet het gepaard gaan met een grondige reflectie.

Daarvoor is het onmisbaar dat we allen met onze kennis, onze ervaring, ons verdiept geloof en onze eigen gevoeligheid bijdragen aan een nauwkeurige reflectieop de situatie waarin we vandaag in Europa leven. Wij zouden graag zien dat dezelfde zorgvoor reflectie aanwezig is bij de keuzes die gemaakt zullen worden om zo hun doeltreffendheid en hun overeenstemmen met wat Godvan ons vraagtteevalueren.

Met altijd als essentiële referenties het Woord van God, de stem van de Kerk, onze regel, onze constituties, de Ratio Formationis, enz...,willen we proberen de tekenen te lezen die God ons vandaag de dag aanreikt, zowel in het slinken van het aantal broeders als in de belangrijke moeilijkheden die steeds duidelijker worden (sluitingen, provincialisme, roepingen- en vormingsproblemen, pessimisme...), alsook in de reeds bestaande initiatieven ( fraterniteiten St. Laurentius, interprovinciale en/of internationale samenwerkingsverbanden, interprovinciale fraterniteiten en vormingshuizen...).

Wij vinden het dan ook belangrijk alle sectoren die we al kunnen activeren in de verschillende domeinen (conferenties, secretariaten, ministers, groepen...) op te roepen tot een maximale betrokkenheid. We vragen alle ministers en secretariaten op alle niveaus om eenzelfde houding van grote aandacht en animatie voor dit initiatief, zich bewust zijnde van hun rol als animator van de broeders. De diensten van de generale curie zullen de termijn bepalen voor de bijdragen die ieder kan leveren. Dat zal ons toelaten om tot een synthese te komen van de suggesties van de broeders en zo onze visie te verrijken door de grote inbreng. Met de deelname van ieder, ieder met een verschillende verantwoordelijkheid, zullen we tot operationele keuzes moeten komen, rekening houdend met het feit dat de keuzes des te doeltreffender zullen zijn naarmate het besefvan het belang ervan bij alle hoofdrolspelers groeit.

(15)

3 .Middelen

Misschien hoeven we geen nieuwe instrumenten te zoeken want we hebben er al meerdere. Eerder lijkt het me aangewezen dat we gewoon de communicatiemiddelen die de technologie ons vandaagterbeschikking stelt activeren en deze gebruiken. Om dittekunnen doen, moeten volgende actoren erbij betrokken worden:

- De diensten van de generale curie kunnen het nodige materiaal voorbereiden en de verschillende organen op alle niveaus erbij te betrekken; zij kunnen de uitvoering coördineren en controleren, de bijdragen verzamelen en ordenen; instrumenten voor concrete uitwerking en bezinning aanreiken aan het generaal bestuur. De diensten van de generale curie zullen elk vanuit hun eigen opdracht van observeren en dienstverlening opereren, maar met één endezelfde gemeenschappelijke betrachting.

- De verschillende groepen of sectoren, geanimeerd door de generale diensten en hun respectieve ministers nodigen wij uit om op hun beurt proactief te zijn op hun actieterrein en hun interessegebieden.

- De commissie voor het Middellandse Zeegebied en voor de geplande Europese bijeenkomst.

- De commissie voorde fraterniteiten Sint Laurentius.

Het zou verstandig en nuttig zijn om ten vollete profiteren van de Ratio Formationis.

Dat is een echt rijk instrument dat het generaal kapittel ons geschonken heeft opdatwij het zouden in de praktijk omzetten in ons leven en onze werkzaamheden.

4.lnhoud

Zonder grenzen te willen stellen aande inhoud van wat we willen ondernemen, wil ik u er echter op wijzen dat er al vier domeinen zijn vastgesteld waarover moet worden nagedachten die niet mogen worden verwaarloosd.

4.1. De noodzaak om het "structureel" aspect van Europa opnieuwte bekijken Het is een thema waarover het generaal kapittel zich al heeft uitgesproken en datwij willen oppakken: Europa is vandaag dedag verdeeld in vier conferenties(CIC: drie provincies, waarvan het aantal broeders voortdurend daalt; CIMPCAP: zeventien provincies waarbij een verdere samenvoeging van provincies is voorzien; CENOC: zeven provincies en twee delegaties, waarvan het aantal broeders snel vermindert; CECOC: zes provincies, drie custodies, vier delegaties en een aanwezigheid op enkele plaatsen). We willen ook de ASMEN-conferentie erbij betrekken (drie custodies, twee delegaties en één aanwezigheid).

Wanneer we gewoon sereen en objectief deze gegevens onder ogen zien en ook de veranderingen die zich in de afgelopen decennia hebben voorgedaan en de veranderingen die redelijkerwijze te voorzien zijn in de nabije toekomst, zijn we gedwongen om na te denken over een aanpassing van structuren die voor andere situaties opgezet waren. We moeten conferenties vormen die daadwerkelijk in staat zijn de rol te vervullen die de constituties hun toebedelen. Samen met de conferenties moeten we ook nadenken over de beste manieren om die circumscripties te hervormen die niet meer aan de essentiële

(16)

vereisten kunnen voldoen om een circumscriptie te zijn of die datheel binnenkort niet meer zullen kunnen.

4.2. Vorming

Het iseen onderwerp van kapitaal belang. We moeten met name nadenken over de keuzes die gemaakt moeten worden op het gebied van de initiële vorming, om voor alle Europese kandidaten aan de criteria die de Ratio Formationis ons geeft, te voldoen.

Sommige trajecten zijn al in volle gang en het zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn om er zich aan te onttrekken. Ik heb het over de interprovinciale/internationale vormingsfraterniteiten, met name die van Italië. Maar als we Italië en Polen buiten beschouwing laten, zien we dat er elders in Europa een ernstig

gebrek is aan

vormingsfraterniteiten. Het is moeilijk om bekwame formatoren te vinden.

Kandidaten zijn vaak zonder echte begeleiding en hebben niet de mogelijkheid om in groep het noodzakelijk traject te doorlopen. Kunnen we nog steeds van mening zijn opdeze wijze te mogen verder doen, terwijl we verwijderd zijn van de criteria die de Ratio aangeeft en waarover de orde

zich unaniem heeft

uitgesproken? Kan de generale minister ons oprecht toestaan

af te wijken van een vorming zoals die vanuit onze identiteit moet opgevat worden? Het is noodzakelijk de krachten te bundelen die we nog tot onze beschikking hebben, om een manier te vinden om - voor het grotere goed dat we willen nastreven - de moeilijkheden te overwinnen die echte samenwerking op het gebied van de vorming inde weg staan. Daarbij is de "bekering" van de ministers tot broederschap absoluut doorslaggevend.

Als we nadenken over hoe we ons in detoekomst beterkunnen organiseren, kunnen we nu al gebruik maken van een aantal goede mogelijkheden. Laten we de Heer danken omdat er in Frankrijk een kleine vernieuwing van roepingen is geweest en er nu een mooi aantal postnovicen zijn. Dit wordt waarschijnlijk begunstigd door de aanwezigheid van de twee fraterniteiten Sint Laurentius in Clermont Ferrant en Lourdes. Waarom zouden we hier niet van profiteren om een internationale fraterniteit te vormen om deze groep en de

(17)

weinige andere kandidaten die verspreid zijn over de andere provincies te begeleiden? Er zullen problemen zijn van taal ofvan het doorbreken van andere "barrières" die we hebben opgetrokken, maar de ervaring leert ons dat dit moeilijkheden zijn die gemakkelijk kunnen worden overwonnen. In de nabije toekomst moet ook een gemeenschappelijk noviciaat wordenvoorbereid, dat al volgend jaar kan worden gelanceerd.

Zoals men zich kan voorstellen, is het dringend noodzakelijk dat we elkaar zonder angst en in grote openheidontmoeten, met de bereidheid om samen te zoeken naar wat het beste is voor de toekomst van de orde, waarbij we onze blik definitief richten naar een bredere horizon.

4.3. De fraterniteiten Sint Laurentius

Sommigecircumscripties hebben een verzoek gestuurd naarde generale minister om nog andere fraterniteiten Sint Laurentius op te richten. Dit moet worden gezien als een beloftevol vooruitzicht voor de orde in Europa. Daarom is de tijd gekomen om na de beginperiode deze fraterniteiten te evalueren en tezien hoe ver we zijn gekomen. Wewillen leren van de ervaringen om de positieve aspecten te verbeteren en de problemen die zich hebben voorgedaan op gepaste wijze aante pakken. Het zal nodigzijn om sommige zaken uit te klaren, bijvoorbeeld: de verantwoordelijkheid van de minister die broeders verwelkomt, de integratie in de broederschap van de circumscriptie waar men toekomt, de actieve betrokkenheid van de broeders van de ontvangende circumscriptie, de minimale duur van het verblijf, de modaliteiten om de continuïteit te garanderen, ook wanneer er een veranderingvan de minister is,enz.

Met het oog hierop werd door enkele diensten van de generale curie al een kennismakings-, uitwisselings- en bezinningsbezoek gepland aan alle fraterniteiten Sint Laurentius. Helaas heeft de pandemie alles weer geblokkeerd. Maar dit kan ons niet tegenhouden, want het zal nuttig en noodzakelijk zijn om de inbreng van iedereen te verzamelen.

Ten slotte hebben de fraterniteiten Sint Laurentius door hun internationale samenstelling ook een missionaire dimensie, die wordt gekenmerkt door het getuigenis van het broederlijke samenleven in een steeds meer verdeelde samenleving. Deze specifieke dimensie moet worden verdiept methet oog op de volgende ordesraad.

4.4.Internationale broederlijke samenwerking

Het generaal kapittel van 2012 had reeds ad experimentum richtlijnen voor de personele samenwerking goedgekeurd. Deze richtlijnen zouden in het volgende kapittel worden bekrachtigd maar dat is niet gebeurd. Nu, na vele ervaringen met het opnemen van broeders uit Azië en Afrika in de Amerikaanse en Europese wereld, hebben we veel elementen om de opgedane ervaringen met meer competentie te evalueren. We moeten de goede aspecten onderkennen en de fouten of moeilijkheden die zich hebben voorgedaan corrigeren. Het doel is om de samenwerking steviger en doeltreffender te maken, met een meer geordende verspreiding, met bijzondere aandacht voor de missionaire dimensie (van degene die uitzendt en van degene die ontvangt),van het getuigenisvan ons charisma en de vruchtbaarheid ervan in de wereld van de jeugd en de roepingen. In het kader van de

(18)

personele samenwerking kan de orde veel middelen inzetten; we willen dit meer en beter doen.

Wij zijn ervan overtuigd dat de nauwe band tussen de samenwerking en de missionaire dimensie ons in staat zal stellen deze laatsteteverdiepen, zowel methet oog op de volgende ordesraad, maar ook om de missionaire dimensie te bevorderen in alle circumscripties die vandaag ontstaan.

5.Besluit

Beste broeders, zoals u ziet is er geen gebrek aan stimulansen omvooruitte gaan en hoopvol naar de toekomst te kijken. Laten we hier allemaal van profiteren, laten we een beetje "dromen" met de energie en de capaciteiten die de Heer ons heeft gegeven! Ik put deze overtuiging uit een overweging die ons eind deze maand, tijdens de virtuele vergadering van de unie van hogere Oversten, zal worden voorgesteld: "l/l/e kunnen opstaan en sterker zijn als we de hand van de anderen vasthouden. Ditgeldtzowel voorindividuen alsvoorgemeenschappen"

Het is vooral het Evangelie - de droom van de Vader die in de persoon van Jezus werkelijkheid wordt - dat ons toteenheid aanmoedigt. Het herinnert ons eraandat ons leven pas een betekenisvolle reis met een horizon van hoop wordt wanneer we samen onderweg zijn, want "niemand wordt volwassen en bereikt zijn volheidin afzondering"2. Wanneer we samen zijn als broeders en geleid worden door Jezus, kan de angst ons leven en onze projecten niet langer domineren. Zijn woord is altijd waar: "Wie in mij blijft en ik in hem, draagt veel vrucht, want buiten mij kunt u niets doen" (Joh. 15:5). Laten we op zijn woord metvertrouwen hetnet uitwerpen! (zie Joh 21:6)

2 Fratelli tutti, nr 95

Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om u allen hartelijkte groeten. Ik wens u een zeer goedetocht, samen met de Heer die ons komtbezoeken!

Rome, 22 november2020 Feest van Christus Koning

Fr. Roberto Genuin

Generale minister OFMCap.

(19)

Uit het provincialaat

Brief ter gelegenheid van het feest van Franciscas

q^DERS^

Q

Z Z

Z VREDE EN ALLE GOEDS

Antwerpen, 29september 2020 PR/2020/AG/57

Beste medebroeders,

De september maand waarin naar aanleiding van de 5de verjaardag van de encycliek

"Laudato Si" bijzonder aandachtwerd gevraagd voor de boodschap van deze encycliek, loopt ten einde evenals de Vredesweek. Ik ben blij dat heel wat medebroeders met deze twee belangrijke thema'sbezig zijn.

En nu staat ook het feest van Franciscus staat voor de deur. Het valt dit jaar op een zondag. Een goede gelegenheid om ook in de weekendvieringen aandacht te besteden aan Franciscusen zijn inspirerende boodschap.

Gisteren werd ik getroffen dooreen interview met kunstenaar Harold Van de Perre op Kerknet. Naar aanleiding van Laudato Si heeft hij een glasraam gemaakt over Franciscusvan Assisi en paus Franciscus. Het heeft in 2018 in de Sint-Baafskathedraal in Gent een plaats gekregen. Als gelovige kunstenaar en kunstkenner kijkt hij op een eigen wijze naar Franciscus. Ik wil daarom dit interview voor een groot gedeelte overnemen en bijlage meesturen.

Misschien zulje zeggen dat ik het me daarmee gemakkelijkmaak...

Er is nog meer. Onze medebroeder Stan Teuns vond in de nalatenschap van onze medebroeder Franciscus De Bouck een mooie onafgewerkte tekst van zijn hand "Hoe broederAngelusuit Vlaanderenop bezoek kwam bijbroeder Franciscus." Stan heeft die tekst voor ons voltooid. Ik voeg hem terinspiratie in bijlage bij deze brief.

En er is nog meer. Volgend jaar is het de 800ste verjaardag van de 'Regula non bullata' (de eerste, niet goedgekeurde regel) van de orde. De drie generale overste schreven daarovereen brief. Ikheb u die voor het weekend nog te kunnen bezorgen.

Graag wens ik iedere medebroeder een inspirerend feest van Franciscus ! Broederlijkegroeten,

Br. Adri Geerts, min.prov.

(20)

Klanken uit het bestuur

VREDE EN ALLE GOEDS

10 oktober 2020

PR/2020/AG/60

Klankenuit het bestuur Beste medebroeders,

Op woensdag 7 oktober vergaderde het bestuur in ons klooster van Brugge. *Het eerste punt op de agenda washet heropstarten van onze website. En daarom hadden we br.

Igor De Bliquy uitgenodigd. Hij is immers bereid om zich in tezetten voor onze website. Igor had ons vooraf een 'werknota' bezorgd. We konden ons vinden in de voorstellendie hij deed en we zijn blij met het vooruitzicht dat we onder zijn kundige leiding weer een goede website zullen hebben.

*Ook een terugblik op de 2de denkdag met Tau stond op onze agenda. Wij hebben veel waardering voor de werking van Tau, we staan ten volle achter devoorgestelde nieuwe structuur en hopen dat iedereen zich daar achterstelt.

Na de uitwisseling over de website kwam ook even de redactie van onze Vox Minorum en van Handdruk ter sprake.

*Een belangrijk punt op de agenda was de benoeming van een nieuw bestuur in de custodie van Pakistan. Omwille van de coronacrisis heeft er geen keuzekapittel plaatsgehad.

De broeders werden wel uitgenodigd om per mail hun voorkeur voor een custos en vier raadsleden mee te delen. Deze consultatie werd georganiseerd door de generale secretaris in Rome. Hij had ons de dag voordien de resultaten meegedeeld. Het nieuwe bestuurvan de custodie Mariam Siddeeqa van Pakistan is:

br.Khalid Rahmat: custos br.AshfaqAnthony: 1° raadslid br.Francis Sabir: 2° raadslid br.Qaisar Feroz: 3° raadslid br.Henri Paul 4° raadslid

We wensen dit nieuwe bestuur goede vaart!

* We blikten ook tevreden terug op de provinciedag van 17 september in Meersel-Dreef. Er was veel waarderingvoor degoede organisatie van dedag,voorde mooie viering in het Mariapark met de eenvoudige professie van br. Igor. En eveneens voor de maaltijd in deZevenster.

(21)

*Dan kwamen onze fraterniteiten aan bod.

In Antwerpen heeft br.Luc al heel veel werk verzet om tegemoet te komen aan de eisen van de brandweer voor onze druk bezochte kerk. Nu br.Benoit Webana zich ook in de pastoraal in Antwerpen zal inschakelen, wordt er aan gedacht dat wij, kapucijnen, de St.Antoniuskerk op de Paardenmarkt en de erbij horende parochie zouden behartigen. De nieuwe internationale dominicanengemeenschap zal deSt.Pauluskerk bedienen.

Zoals iedereen weet is een groot gedeelte van ons kloostercomplex in Antwerpen in bruikleen gegeven aan de vredesbeweging Pax Christi. Ruimten die Pax Christi niet nodig heeft worden door Pax Christi aan andere initiatieven verhuurd. De bedoeling is nu dat er een nieuwe beheersstructuurvan de site op poten gezet wordt. Daarover later meer.

Brugge. De aanwezige bestuursleden konden met eigen ogen zien dat de reeks schilderijen in de refter al naar het franciscaans museum De Mindere in St.Truidenverhuisd zijn, samen met heelwat typisch kapucijnse voorwerpen en schilderijen. Wegevenze daar in bruikleen. Ze blijven dus onze eigendom. Veel kasten en andere meubels hebben een andere bestemming gevonden, evenals veel boeken van de bibliotheek. Het beeldvan pater Pio in de kerk verhuist binnen enkele dagen naar de kapel van de Blindekens in de Kreupelstraat waar degebedsgroep in het vervolgook zalsamenkomen. In tegenstelling met wat we een maand geleden voorzagen, zijn de onderhandelingen over de verkoop nog niet rond. Maar lang in het ongewisse leven is niet aangenaam. Onze medebroeders Klaas en Boni zullen daarom niet wachten op het beëindigen van de onderhandelingen en op 1 november naar Herentals verhuizen. Adri zal nog tussen Brugge en Antwerpen blijven pendelen en toezicht houden op het klooster met behulp van enkele bereidwillige mensen.

Op 1 novemberzullen we om 10 uur voor de laatste keer samen eucharistie vieren. Nadien wordt de kerk gesloten en zullen er geenvieringen meer doorgaan.

De fraterniteit vanMeersel-Dreef maakt met de komst van Przemek en Igor eensoort nieuwe start tot voldoening van ieder. Op 14 november zal br. Luk Wouters in de bloemetjes gezet worden en bedankt worden voor zijnjarenlange inzet voor de kapelanij. Hij geeft de fakkel door aan br. Kenny.

In Herentals vorderen de onderhandelingen met de VZW Den Brand. Deze VZW verzorgt o.m. begeleid wonen. Alles laat voorzien dat zij de kamers van de tweede verdieping zullen betrekken. Daarvoor moeten er wel enkele aanpassingen gebeuren en moeten er uiteraard goede afspraken gemaakt worden. Daarmee zal de leegstand van kamers verholpenzijn.

* Door het weer oprukkende coronavirus is het moeilijk ver vooruit te kijken en bijeenkomsten te plannen. Zo valt de CENOC-vergadering die in oktober in Parijs moest doorgaan, weer weg. Een tijdje geleden kregen we het bericht dat medebroeders van de vormingsraad van de orde en andere medebroedersmet een bestuurlijke functie in Romede verschillende 'fraterniteiten Sint Laurentius van Brindisi' zouden willen bezoeken. Omwille van het coronavirus zijn ook deze bezoekenverdaagd enz.

* Aansluiteind bij dit laatste punt wil ik deze 'Klanken uit...' graag besluiten met een dringende vraag aan alle medebroedersom de corona-maatregelen in achtte blijven nemen.

* Het bestuur vergadertopnieuw op 12 november inAntwerpen.

(22)

Br.Adri

PR/2020/AG/66

13 november 2020

Klanken uit het bestuur Beste medebroeders,

Gisteren hielden we een bestuursvergadering terwijl toch iedereen 'in zijn kot' bleef, dus een zoom-sessie.

*Na het goedkeuren van de verslagen van de economische raad en de vorige bestuursvergadering , keken we eerst vooruit naar het komende provinciaal kapittel dat gepland staat op 8-12 maart. We stelden vooral vast dat er nog heel wat onbekende factoren zijn. Zal de Coronacrisis ons dan nog verhinderen om samen te komen ofom buitenlandse medebroeders naar België te laten komen (bv custos van Pakistan, Poolse en Indische provinciaal enz.)? Krijgen we voor die tijd nog een belangrijke boodschap vanuit Rome? Die onbekende factoren moeten ons niet verhinderen om de gewone voorbereidingen aan te vatten. En daarom wordt nu een brief naar alle medebroeders gestuurd waarin gevraagd wordt dat de broeders die meneneen gegronde reden te hebben om nietdeel te nemen aan het kapittel dit tegen eind november zouden laten weten. We overliepen ook de thema's

waarover best een verslag zou komen op het kapittel.

*We wachten al geruime tijd op de komst van medebroeders uit Pakistan en Indië. De Coronaperikelen vertragen die komst sterk. Luc wees er op dat sommige vereiste attesten maar een beperkte geldigheid hebben en wanneer iemand dus maanden moet wachten om te kunnen reizen, zo'n attest weer opnieuwmoet aangevraagd worden.

* We overliepen vervolgens de fraterniteiten en huizen.

In Antwerpen zijn de aanpassingen die de brandweer eiste, gerealiseerd. En br. Benoit is naar Congo vertrokken voor zijnverlof.

In Brugge werdop 1 novemberom 10 uur een laatste eucharistieviering gehouden in de kerk, uiteraard met een beperkt aantal aanwezigen ( er mochten niet meer dan 40 personen aanwezig zijn). In de namiddag zijn Klaas en Boni naar defraterniteitvan Herentals verhuisd. Het klooster dat al grotendeels ontruimd is, lange tijd alleen laten, is niet aangewezen en daarom blijftAdri noghet merendeel van zijn tijd in Brugge. De stad Brugge is nu akkoord dat we de Franciscuszaal en keuken uitde verkoop houden. Ditvraagt nog wel een aantal aanpassingen (opsplitsing van nutsvoorzieningen enz.). Er dagen ook nog enkele andere interessante kandidaat-kopers op maar de onderhandelingen met stad Brugge zijn natuurlijk al wel ver gevorderd.

De fraterniteitvan Herentalsis aangegroeid. Naast onze medebroeders Klaas en Boni is sedert enkele weken broeder Leonard, lid van de Broeders van Scheppers een

(23)

medebewoner. Bovendien is er een principieel akkoord met "Den Brand" dat opde tweede verdieping vijf mensen komen wonen voor wie '"Den Brand" zorg draagt. Hun komst vraagt nog wel de nodige aanpassingen aan het gebouw. Maar eenmaal zo ver, zal er niet veel leegstand meer zijn in Herentals.

In Meersel-Dreef voelen de medebroeders de Coronacrisis in zekere zin sterker dan elders. Niet alleen de kerk maar ook het gastenkwartier en het belevingscentrum liggen er wat verlaten bij. Voorde nieuwemedebroeders Przemek en Igor is het duseven wachten op de 'normale 'drukte.

* We keken ook al even naar de adventstijd. Gewoonlijk houden we dan een bezinningsdag in Herentals waar iedereen welkom is. Dat zal nu niet mogelijk zijn. Een uitdaging voor de fraterniteiten om zelf deze tijd in te vullen en bewust te beleven. Er werd ook voorgesteld dat br. provinciaal via de sociale media een bezinning voor de medebroeders zou verzorgen.

* Onze Vox Minorum zal een extra nummer uitbrengen. Onze medebroeder Kamiel Teuns heeft tijdens zijn verblijf in het WZC Sint Camillus met de hulp van zijn broer Stan twee artikelen geschreven over de geschiedenis van de kapucijnen in Pakistan. Het zijn belangrijke teksten die we in een afzonderlijk nummer zullen uitgeven.

* We vroegen ons af of'de Vox' in de huidigevorm moet verderbestaan. Daar komen we nog op terug.

* ln de custodie van Pakistan werd het nieuwe bestuur geïnstalleerd. Daarover ontvingen we een verslag. Het zal in het volgende nummer van de Vox verschijnen. Wij betalen de kosten van de vorming van de jonge Pakistaanse kapucijnen in Sri Lanka. We willen daarover meer gedetailleerde informatie krijgen.

* De dag van onze bestuursvergadering, 12 november, was de dag waarop onze Nederlandse medebroeders officieel 'Delegatie' werden van de Duitse provincie. Als gevolg van de Coronacrisis kon er niet samengekomen worden en was de Duitse provinciaal niet aanwezig. De wijze waarop deze overgang naar 'Delegatie' door het generaal bestuur beslist is en begeleid werd, is door de Nederlandse medebroeders niet op groot enthousiasme onthaald, menen we. Hoeook, we wensen henvan harte 'goedevaart'!

Het bestuur komtopnieuw samen op 14 december.

Br. Adri

(24)

Uit de provincie

Harold Van de Perre over Franciscus

Franciscus(paus én heilige) inspireerde Harold Van de Perretot een glasraam in de Sint-Baafskathedraal. Openhartig interview overkunst en geloof.

Paus Franciscus en zijn illustere naamgever uit Assisi werden samen vereeuwigd in een glasraam. Nietver van hetwereldberoemde Lam Godsretabel kreegdit werk van Harold Van de Perre (83) in 2018 een plaats in de Sint-Baafskathedraal. De kunstenaar liet zich hiervoor inspireren door de encycliek Laudato Si', waarin paus Franciscus zijn band met de heilige omsmeedt tot een krachtige sociale en ecologische leer voor de Kerk en de wereld.(...)

Watfascineert uin Franciscus van Assisi?

Zijn inspirerend en bezielend voorbeeld is in de kerk nooit weggeweest. De invloed van de heilige Franciscus is onschatbaar. Sint-Franciscus was in elke tijd actueel en vandaag meer dan ooit.

Red mijn kerk, sprak het kruis in San Damiano tot hem. Vandaag wil paus Franciscus naar zijn voorbeeld hetzelfde doen. En hij moet vandaag niet alleen de kerk redden, maar ook de wereld die ten onder gaat door het ongebreidelde, niemand en niets ontziende, groot geldgewin vangewetenloze lieden.

De heilige is één grote paradox. Hij koos voor de grootste armoede maar geen enkele heilige heeft meer beeldende kunstenaars, en dichters en schrijvers, geïnspireerd en zoveel geld in beweging gebracht: onmiddellijk na zijn dood vloeide alle creatieve energie naar Assisi voor het geniale bouwproject dat zijn graf moest bekronen (de huidige Sint-Franciscusbasiliek en het kloosterconvent). In de beneden- en bovenkerk waren de grootste schilders van die tijd aan het werk: Cimabue, Giotto, Simone Martini, Lorenzetti schilderden er fresco's en ontwierpen er de oudste en mooiste Italiaanse glasramen.

Een onvoorstelbare schatkamervan kunstboven het graf van de armste der armen!

Zonder Franciscus geen Giotto. En zoals Giotto aan het begin staat van de Europese (en moderne) schilderkunst, staat voor mij Franciscus aan het begin van de moderne tijd.

Franciscusals begin van de moderne tijd, hoeziet udat dan?

Franciscus was geen geleerde, geen theoloog, geen priester, maar een dichterlijke zonderling die het hart van het gewone, ongeletterde volk bereikte. De streng kijkende Pantocrator of Albeheerser uit de Byzantijnse tijd bracht hij bij de mensen als de 'Mensenzoon', die onrecht en mishandelinghad ondergaan.

Door de vermenselijking van Christus verlegde hij ongewild het accent van het 'theocentrisme' naar het 'antropocentrisme' waaruit nadien de renaissance en hetmoderne humanisme ontstond ... en de secularisatie. Ongewild, want voor hem bleef God 'de

(25)

Allerhoogste, Almachtige en Algoede Heer'. Met die aanroeping begint hij zijn Zonnelied.

Christus bleef, hoe menselijk ook, de Zoon van God tegenover wie hij zich 'de minste van alle schepselen' voelde.

Wat is debijzonder kracht van Franciscas volgens u?

In de almacht van zijn onmacht: hij voelde zich tegenover zijn medemens in alles'de mindere', kortom degeringste.

Hij wilde hun 'minderbroeder' zijn die alleen onder de zondaars zich 'degrootste' voelde.

In deze paradox zit precies zijn onvergelijkbare sterkte, zijn kracht. Die kracht wordt ook door Maria bezongen in haar Magnificat toen zij als zwangere haar nicht Elisabeth bezocht. Door die kracht werd Franciscos, na Maria, de puurste heilige. Maar zichzelf voelde hijzich het tegengestelde: de meestonzuivere, de meestonwaardige.(...)

Uw Laudato Si'-glasraam is figuratief. Hebt u bewust niet voor een abstracte voorstellinggekozen?

Absoluut. Ik creëer voor de gewone sterveling en streef naar een tijdloze moderniteit die blijvende kracht uitstraalt. In 'het nieuwe om het nieuwe' geloof ik niet. Alles is reeds duizendmaal gezegd, geschreven, geschilderd, gedaan. Het enige wat nieuw is, is de persoonlijkheid en de persoonlijke stijl van de kunstenaar.

Dit glasraam getuigt ten volle van mijn persoonlijke stijldie ik bewust veranker in de grote glasraamtraditie.

Het is ook een glasraam dat aan de geschiedenis van het geloof vandaag verder wil schrijven: het is vanuit Franciscusvan Assisi een hedendaags 'Paus Franciscusglasraam'.

Het Zonnelied van Franciscus werd mijn leidmotief. De toeschouwer kan 7figuratieve motieven. Centraal paus Franciscus die de heilige van Assisi ontmoet, met als pendant de heilige Damiaan die een melaatse omhelst. De figuren zijn allen een onderdeel van een moderne, abstracte glasraamconstructie in fonkelend kleurenpallet en in volbloed 'glasraamtaal'. Hierdoor harmonieert het glasraam perfect met het interieur van de kathedraal: het is alsof het er al eeuwen staat en toch oogt het hedendaags modern.Vanuit gisteren heb ik het vandaaggecreëerd voormorgen. (...)

(overgenomen van Kerknet 28 september 2020)

(26)

Homilie transitusviering te Antwerpen

P. FrancisAkkara, Dominicaan

"Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn lastislicht"

Lieve vrienden,

Voordat ik deze kleine reflectie met u deelde, dacht ik eraan om eerst iets te delen dat een paar maanden geleden gebeurde tijdens mijn dagelijkse wandeling langs de vijver van de Parkabdij in Leuven. Ik heb genoten van die rustige wandelingen die elke avond mijn geest kalmeerden van alle zorgen om me heen.

Tijdens zo'n wandeling, terwijl ik liep, vloog een klein zaadje met zijn plukje haar langs mijn gezicht — in het Engels noemen we het "air pollination of seeds" of 'luchtbestuiving van zaden — en op het moment dat het langs mijn gezicht vloog, was mijn natuurlijke reactieom dat zaadje te vangen: "neem een kijkje en laat het weer los."

Nadat ik dit had gedaan en toen ik een paar stappen verder liep, realiseerde ik me plotseling het feit dat dit specifieke zaadje dat zo lang in de lucht zweefde uiteindelijkop de grond zou vallen en in een andere plant of zelfs een boom zou veranderen, en ik werd net een deel van de levenslange cyclus van alle zaden. Het zaad kreeg een nieuwe richting toen ik het vasthield en het in een andere richtingwegblies.

Het was maar een klein incident, maar als je het vergelijkt met ons dagelijks leven, denk ik datwe niet verschillenvan het zaad dat langs me heenvloog. Ookwij zweven indeze wereld op zoek naar een perfecte plek voor ons om uit te groeien tot een plant, maar we hebben iemand nodig die ons leidten ons op de juiste manier naar de juiste plekleidt.

In het evangelie van vandaag zegt Jezus: "Kom tot mij, allen die vermoeid zijt en zware lasten dragen, en ik zal u rust geven". Deze Jezuswoorden zijn een oproep aan ieder van onsom naar Hem toe te gaan en onze nieuwerichting te vinden.

Wie Jezus tijdens zijn leven ontmoette, leefde niet langer hetzelfde leven, maar onderging zelf de nodige verandering om andere mensen te kunnen ontmoeten en hen de juiste richting te geven. Zodoende nam Jezus niet alleen tijdens zijn leven zielen inzijn greep

en blies ze in de juiste richting volgens het plan van God, maar Hij is dat door de eeuwen heen blijven doen en doet dat nogsteeds.

St. Franciscus van Assisi was ook zo'n zaadje dat ronddreef in deze uitgestrekte wereld, onzeker welke richting hij moest inslaan, totdat hij onze HeerJezus ontmoette en zijn pad duidelijk werd met deze nieuwe richting. Niet alleen wortelde hij zich vast in een vruchtbare grond, maar bleek ook een schuilplaats te zijn voorzoveel anderen die hemin zijn leven tegenkwamen, en hij gaf nieuwe richtingen aan die anderen hielpen om deze vruchtbare grond te bereiken. Het leven van zoveel heiligen is door de eeuwen heen hetzelfde geweest.

(27)

Maar méér dan alleen Jezus ontmoeten tijdens onze levensreis, moeten we een stap verder gaan, namelijk kansen creëren om Jezus in ons dagelijks leven te ontmoeten. Als het zaadje gewoon op een bepaalde plaats zat zonder zichzelf licht genoeg te maken om door de wind te worden bewogen en richting te krijgen, zou het gewoon zijnverrot en afgestorven.

We moeten de dynamiek van de Heilige Geest in ons laten werken om in de luchtte blijven drijven omJezus tekunnen ontmoeten in onze activiteit in de Geest.

Ik weet niet veel overde heilige Franciscus van Assisi, maar ik werd verliefd opdit éne charisma van hem : te drijven in de Geest en Jezus te ontmoeten, waar hij ook ging, in de mensen die hij ontmoette, waardoor hij het leven veranderde niet alleen van wie hij ontmoette, maar ookzijn eigen leven en hij had deze woorden van gebed altijd op zijn lippen : "Mijn God en mijn alles". Ik denk dat we op dit feestvanSt. Franciscus kunnen leren om in de Heilige Geest te blijven drijven en kansen te creëren in ons dagelijks leven Jezus te ontmoeten waarhij ookging en wie hij ook ontmoette. Amen.

(28)

Hoe br. Angelus uit Vlaanderen op bezoek kwam bij br.

Franciscus.

Uitdenalatenschap van FranciscusDe Bouck, bewerktdoorStan Teuns

Het gebeurde eens dat Franciscus tijdens zijn laatste ziekte lag te rusten, heel verzonken in God. Hij was uitgeput door ziekte en boete. Het zou niet lang meerduren voor zuster Dood zou komen in de herfst van 1226. Hij voelde zich moe, maar gelukkig. Hij mijmerde over Gods schepping. Maar nu kon hij ze niet meer aanschouwen. Zijn blinde ogen konden zelfs geen licht meer verdragen. Innerlijke rust was nu zijn rijkdom. De strijd was voorbij. Hij was kalm als een brede stroom, die uitmondt in de grote Oceaan.

Franciscus hoorde stappen op de verharde vloer. Iemand hurkte schroomvol maar met bonzend hart naast hem. "Broeder Leo, ben jij het?" en er lag blijheid in zijn stem,want Leowas zijn vertrouweling en biechtvader. "Nee, Vader, ik ben broeder Angelus, en ik kom uit Vlaanderen!" "Uit Vlaanderen, broederAngelus, wat ben je welkom! E Fiandra, Fiandra. Ooit droomde ik ervan naar dit verre land in het Noorden te trekken. Maar mijn hartwas sneller dan broederezel. De mensen vereren er zo vroom, zegt men, het Allerheiligste Lichaam van Christus. Maar nu is de reis wel afgeschreven." Toen zweeg Franciscus een tijdje.

Angelus bekeek dat magere gezicht, zag die ontstoken gesloten ogen. De handen en de voeten droegen de wonden van Christus. Angelus aarzelde: "Vader, wat moet hetjou pijn doen. Jij hebt zo heerlijk de schepping bezongen en nu zie je niets meer!" Franciscus oogleden trilden, maar bleven dicht. "Och, broeder Angelus. God is mild.Je moet niet alleen kijken met je ogen. Kijk vooral met je hart en dan voel je hoe rijk je bent, ook in de grootste armoede. Luistereens."

Broeder Angelus werd heel en al aandacht. "Als de lange dag voorbij is en de koele wind mijn wangen streelt en de vallende bladeren naar beneden ritselen, dan hoor ik wat geel, goudgeel is. Als het regent en de geur van hetgras langs de bergflank omhoog waait, dan ruik ik wat groen is. Schreit of lacht ereen kind in deverte, dan heeft dat een roze klank!

En bloed, broeder Angelus - en deze merkte hoe Franciscus zijn bloedende handen in de mouwen wegstopte - bloed doet me denken aan het rood van de ondergaande zon, maar ook aan de liefde van Christus. Als broeder leeuwerik jubelend het luchtruim inklimt, dan weet ik wat zilver is. En als broeder wind zich wringt tussen de bergen en de wolken uiteenjaagt, maar de zuivere geur van de ozon mij bereikt dan voel ik het onbeschrijfelijke blauw om me heen. Maar broeder Angelus - je kon de innerlijke bewogenheid van Franciscus stem waarnemen - als de broeders elkaar kwetsen, krijg ik een purper gevoel."

Franciscus moest nu wat op adem komen. Toen vroeg Angelus nieuwsgierig: "Maar Franciscus, hoe ze je het wit?" "Het wit, Angelus, het wit? Heb je al ooit ondervonden wat echte vriendschap is. Dat gevoel, dat zo puur en helder is, als het water dat langs de bergbeek naar beneden klatert en zo fris en weldoend is. Dat gevoel, dat gelijken zoekt of gelijken maakt. En daarbij het warm besef dat Christus steeds in 't midden is. Echte vriendschap, Angelus, heeft de geur en de ongerepte kleur van een lelie. Ja, ja. Wit is zo iets!" "En zwart, Franciscus, hoe zie je dat?" en hij kreeg een angstig voorgevoel. "Ach, broeder, ik ben geen zwartkijker. Daarom heb ik Christus te lief: Hij is mijn Licht mijn Alles!

(29)

Zwart wordt alles, als de Liefde niet wordt bemind. Zwart is de kleur van de volslagen blinde!" Je kon destiltesnijden in het armoedig hokjewaar Franciscus lag.

Toen vertelde Franciscus nog verder: "Angelus, hoor je zuster Clara samen met haar zusters zingen hiernaast in San Damiano? En de broeders bidden in het dal van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Engelen, in het arme kapelletje van Portluncula. Hoor je ze? Dat, Angelus, dat zijn alle kleuren van de regenboog!" Dat klonkals hemelse muziek voor Angelus.

Hij hield zijn adem in. En van ontroering kreeg hij een koude rilling.

Franciscus werd nu toch echt moe. Hij legde zijn hand op de voorarm van Angelus.

Een weldoend gebaar. Met aandrang sprak hij nu: "Ga maar naar Vlaanderen terug en zeg aan de broeders daar, dat zij altijd moeten leven volgens het Evangelie van Onze HeerJezus Christus,ja altijd. Ik heb mijn taak volbracht. Uw taakmoge Christus U leren! De Heer zegene en behoede u. Hij tone u zijn aanschijn en ontferme zich over u. Hij kere zijn gelaat naar u toe en geve u vrede! Moge de Heer jou zegenen, broeder Angelus." Nu zonk Franciscus weg in eenverkwikkende slaap.

Het was stil geworden op de bergflank van de Monte Subasio. De duisternis schoof over het dal heen. Alle geluiden stierven uit. Sterren begonnen te pinkelen.

TOT LOF VAN CHRISTUS!

(30)

Brugge: Verhuizen op Allerheiligen 2020 in Coronatijd

fotos: PaulGervoyse Zoals vroeger al meegedeeld zouden Klaas en Boni op Allerheiligen verhuizen naar Herentals. Afgesproken was om op Allerheiligen om 10 uur de laatste eucharistieviering te houden in onze kerk en daarna de kerkte sluiten.

Zois ook gebeurd, maaralles verliep wel in ongewone omstandigheden.

In 'normale' tijden zou dit een 'plechtige' eucharistieviering geweest zijn met een koor en een overvolle meezingende kerk en een receptie na de viering. Nu waren we twee dagen voordien nog niet zekerof er wel een eucharistieviering mocht plaats hebben. Er zaten immers verstrengde coronamaatregelen aan te komen. Die werden op vrijdag 30 oktober

meegedeeld: Allerheiligen was de laatste dag voor de vieringen in de kerken verboden werden, de laatste dag dat er nog maximum 40 mensen mochten aanwezig zijn, voorgangers enz.

inbegrepen. Gelukkig dat er nog een viering was, maar jammer dat omwille van het

beperkte aantal veel mensen moesten thuis blijven.

Het werd dus een sobere maar toch intens beleefde en meegeleefde viering. Na de viering was er een dankwoord door Koen De Witte, de drijvende kracht achter Tau-West en ook de initiatiefnemer om weer met een OFS-afdeling in Bruggete starten. Klaas, Boni en Adri werden ieder bedacht met een grote mand 'Brugse producten'. Vermits 'samenscholen' niet toegelaten was en dus ook geen receptie, werd het vlug stil in de kerk.

Cecile maakte nog een lekkere maaltijd klaar, zoals ze dat zo vaak gedaan heeft. Na een kort siësta zijn Klaas en Luc om 15u naar Herentals vertrokken waar ze met de medebroeders van Herentals dezelfde avond deretraite begonnenzijn.

Zo 'eenvoudig' kan het sluiten van de kerk en het klooster in coronatijd verlopen...

(31)

Hier volgt dewat verkorte versie van de homilie die Adri hield tijdens de afscheidsviering.

"Allerheiligen is ditjaarom meerdere redeneneenbijzondere Allerheiligen. Hetwordt eenAllerheiligen in 'corona-modus' en bovendien is het voor ons, kapucijnen , een dag van verhuizen en dus van een vertrouwde omgeving met vertrouwde mensenachterlaten en zich op weg begeven...

Een Allerheiligen in 'coronamodus': Een onzichtbaar en zeerbesmettelijk virus grijpt veelmensen naar de 'keel', ze geraken inademnood geraken. Het verlamt ons samenkleven.

We wordenbeknot inonzebewegingsvrijheid en in onze contactenmetgeliefde mensen want we kunnen ons niet 100% beschermen tegen dit virus. Het confronteert ons met de kwetsbaarheid en eindigheidvan hetleven.

Allerheiligen en Allerzielen zijn sowieso dagen die ons met deeindigheid van het leven en met afscheid confronteren. Ons leven is een tocht die eindigt in de tijd, voor de een vroeger, voorde ander later. Mensen 'ontvallen' ons. Soms mensen die we echt niet kunnen missen. Mensen met wie ons leven iedere dagen vervlochten was, mensen die een stuk van onszelf waren. Ook mensen op hoge leeftijd die we wel missen maar waar de rijke herinneringen en dedankbaarheidoverweegt.

Als christenen mogen we geloven dat het afscheid 'tijdelijk ' is, want dat we elkaar zullen weerzien. Al beseffen we dat onze voorstellingen over een leven na dit leven en over dat weerziente kort schieten.

Onze samenleving heeft bij het mogelijk leven na het sterven veel vragen. We horen vaak heel aarzelend en voorzichtig spreken:" Je bestaat verder zolangwe aan u denken." "We bestaan verder in onze werken en kinderen en in de herinnering" "De overledenen zijn een sterretje in hetheelal".. .enz.

Allerheiligen nodigt uit om over de twijfel heen echt te vertrouwen dat de bron van ons leven een voortdurend scheppende en liefhebbende God is endat wein Zijn liefde mogen verder leven en we daarin elkaar ontmoeten. We mogen nu die verbondenheid met onze overledenen echt beleven, en spreken methen!

Deze dagen zijn dus niet alleen dagen van afscheid maar van grote verbondenheid waarin we dankbaaren stoutmoedig durven gelovendat we voor een levenin liefde geboren zijn en in Gods liefde mogen verder bestaan.

*We zijn geboren vooreen leven in goedheid. De liturgie van Allerheiligen houdt ons ieder jaar de zaligsprekingen voor. En deze zeggen ons waar zo'n leven in kan bestaan. Ze nodigen om te leven metheldere en zuivere bedoelingen in alle eenvoud, Ze wijzen weg van zelfbetrokkenheid naar aandacht voor de anderen, naar meeleven, naar barmhartigheid, naar vredevolle bedoelingen, naar uitzien naar een goede wereld vooriedereen, ze nodigen uit tot een verlangen naar het Rijk Gods...Het zijn tegendraadse maar levengevende uitnodigingen.

Allerheiligen is voor ons, kapucijnen, Klaas, Boni en mij, ditjaar een heel bijzondere dag omdat we afscheid moeten nemen van dit klooster en van deze kerkruimte en ook van jullie die hier met ons vaak vierden en van deze stad Brugge en omgeving, ja van

West-Vlaanderen.

Bij dit afscheid gaat het niet alleen en niet zozeer om ons drie. Want met ons heengaan komt er een einde aan een lange en rijke tijd van een talrijke en veelzijdige aanwezigheid van kapucijnen in Brugge en omgeving. Er is immers niet alleen dit klooster

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een concrete persoon, Jezus Christus, levend in een bepaalde historische con- text. In het derde deel wordt dan God, de Heilige Geest geïntroduceerd. Maar in plaats van, zoals

Wees werkzaam in mij zodat mijn leven vernieuwd wordt.. Ontvlam mijn hart zodat ik getuig

Telkens wanneer een activiteit wordt aangevraagd verzamelt de kerkraad bij de aanvraag de nodige informatie betreffende de inhoud van het programma, de medewerkers, de

Allen blijven staan. Indien nodig vraagt de vormheer om stilte en aandacht omdat wat volgt een van de meest heilige momenten van de dienst is. De vormheer neemt plaats voor

In zijn homilie zegde paus Franciscus over deze pausen dat ze „samenwerkten met de Heilige Geest in het vernieuwen en bij de tijd brengen van de Kerk overeenkomstig

Vandaag bidden we voor onze kerkgemeenschap en voor ieder van ons: dat de Heilige Geest ons opnieuw kracht mag schenken en in beweging brengen, zoals de leerlingen op de dag

Ziet u hoe dicht Simon bij Christus komt, Wie Hij is en Wie de Vader is?' Maar even later zegt deze Simon: ‘Dat lijden en sterven waar U het over heeft, dat zal U

- Efeze 1:13-14 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld