• No results found

Ik geloof in de heilige Geest

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ik geloof in de heilige Geest"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ik geloof in de heilige Geest

Apostolische Geloofsbelijdenis

(ontstaan ongeveer 150)

Ik geloof in God

de Vader, de Almachtige,

Schepper van de hemel en de aarde.

en in Jezus Christus,

zijn eniggeboren Zoon, onze Here;

die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;

die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel;

op de derde dag opgestaan uit de doden;

opgevaren naar de hemel,

en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;

vandaar zal Hij komen

om te oordelen de levenden en de doden.

Ik geloof

in de Heilige Geest.

Ik geloof

een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;

vergeving van de zonden;

opstanding van het vlees;

en een eeuwig leven.

(Uit: Klaus Douglas Het christendom dichterbij.Het christendom dichterbij.Het christendom dichterbij.Het christendom dichterbij.Het christendom dichterbij.

1996 Baarn)

De heilige Geest:

De heilige Geest: De heilige Geest:

De heilige Geest: De heilige Geest:

Gods antwoor Gods antwoor Gods antwoor

Gods antwoor Gods antwoord op de d op de d op de d op de d op de dor

dor dor

dor dorheid en traagheid heid en traagheid heid en traagheid heid en traagheid heid en traagheid in het leven.

in het leven. in het leven.

in het leven. in het leven.

H

et is mijn vaste overtuiging dat er in hetet is mijn vaste overtuiging dat er in hetet is mijn vaste overtuiging dat er in hetet is mijn vaste overtuiging dat er in hetet is mijn vaste overtuiging dat er in het christendom onder

christendom onderchristendom onder

christendom onderchristendom ondergrgrgrgrgronds een ongeloofonds een ongeloofonds een ongeloofonds een ongeloofonds een ongeloof lijke ener

lijke enerlijke ener

lijke enerlijke energie sluimert.gie sluimert.gie sluimert.gie sluimert.gie sluimert. De christenen heb- ben hier weliswaar vaak geen vermoeden van.

De mensen om hen heen hebben beslist geen enkel idee van deze 'olie' - hoe zou dat dan ook kunnen? Het verschijningsbeeld van het chris- tendom wordt voor een groot deel gekenmerkt door vermoeidheid en slapheid. De mensen er- varen kerk als saai en irrelevant, als ouderwets en wettelijk. Het kan wel zijn dat dit oordeel on- terecht is, maar u zult tegenwoordig nauwelijks nog iemand vinden die bij een associatie-test een christen spontaan voorstelt als 'een aange- naam, humoristisch, energiek en interessant ie- mand die veel kan betekenen'. Ik denk dat dit zijn redenen heeft.

En ik denk ook dat niet alleen zijn critici, maar ook Jezus zelf zijn chris- tenheid heel anders heeft voorgesteld. Hij had de mensen die in Hem ge- loofden een 'leven vol overvloed' beloofd. Veel christenen en de mensen om hen heen beleven dit echter niet zo, maar dat komt omdat zij geen be- roep doen op een hulp- middel dat Jezus hen

heeft beloofd en zonder dat hulpmiddel zou de gehele christelijke inspanning zijn vastgelopen, namelijk: de 'Heilige Geest'.

De Heilige Geest is het antwoord van God op de dorheid van deze wereld, van ons persoonlijk le- ven en van het leven in de gemeente. Jezus sprak erover dat deze Geest vanuit hen die in

(2)

hem geloven in stromen zou vloeien. Maar in plaats van dat er 'stromen levend water' van- uit ons christenen vloeien, 'druppelt' het in het beste ge- val. Wie heeft nog weet van de ongelooflijke dynamiek, van de verborgen schatten in het le- ven van een christen, wie heeft nog weet van de energie die in onvermoede overvloed aanwe- zig is, genoeg voor ons en voor anderen?

De Heilige Geest is een energie waar wij ons tot nu toe niet eens indirect op hebben aange- sloten. Voor velen is de Heilige Geest een vrij droog en oninte- ressant randprobleem, waar- mee men niet veel mee weet te beginnen. Het gaat hen net zo af als de boer die op het punt staat om te beslissen en die zegt: 'Moet ik nu ook nog naar olie boren? Alsof ik al niet ge- noeg werk zou hebben!' Zij kunnen zich niet voorstellen dat dit thema hun iets te zeg- gen zou hebben, dat de Heilige Geest hun iets te bieden zou hebben. Voor hen is de Heilige Geest dè samenballing van wat zweverig en niet-concreet is.

Bovendien hebben wij zowel voor het overleven van de kerk als voor ons persoonlijk chris-

ten-zijn niets zo hard nodig als de Heilige Geest.

In de Bijbel, met name in het Nieuwe Testament, is de Heilige Geest de exacte tegenstelling van onze gangbare voorstelling: De Heilige Geest is de samenballing van het concrete. De Heilige Geest is geen randthema van de christelijke dog- matiek, maar is de levende, in staat stellende, en ons in beweging zettende aanwezigheid van God. De Heilige Geest is een merkbare, diep aan- grijpende kracht die het leven verandert.

De Heilige Geest is juist gevaarlijk concreet. Men weet niet welke steen men omdraait als mensen zich in het krachtveld van God begeven. Ik zou me kunnen voorstellen dat veel mensen, zowel binnen als de buiten de kerk, er een groot be- lang bij zouden hebben om deze geest in de fles te laten. John Wesley, de stichter van de

methodistenkerk, heeft eens gezegd: 'Geef mij twaalf mensen die de Here Jezus met hun hele hart liefhebben en niets anders dan de zonde vrezen - en ik zal de wereld op de kop zetten.' Precies hiermee moeten wij rekening houden als mensen zich inlaten met de Heilige Geest.

Gebed om de Heilige Geest Gebed om de Heilige Geest Gebed om de Heilige Geest Gebed om de Heilige Geest Gebed om de Heilige Geest Tedere aanwezigheid van God

stem in ons hart gloed in onze ziel warmte van binnen die ons fluistert over liefde

verkondigd Gods trouw en troost

aanraking van hoop die het geloof doet groeien

in onze levens hoe zullen wij u noemen

duif boven de Jordaan wind en vuur op de Pinksterdag

stuwkracht

van kleine en grote gelovigen wees welkom in ons midden

en spreek ons woorden van eeuwig leven leer ons gaan over de aarde

als mensen die leven met plezieren vol goede zin

omdat U ons nooit z ult ontbreken.

Leven door de Geest

“Wedergeboorte is het begin van het nieuwe leven, het le- ven door de Geest, maar meer dan een begin is het niet. En wij moeten niet den- ken dat wij, omdat we Chris- tus hebben aangenomen als Zaligmaker en daardoor chris- tenen zijn, de volheid van het christelijk leven al bezitten.

In bepaald

opzicht is de natuurlijke ge- boorte het belangrijkste feit uit ons aardse leven omdat we anders niet bestaan zou- den. Maar we kunnen tevens terecht zeggen, dat die ge- boorte het minst belangrijke feit van ons leven is, omdat ze niet méér is dan het begin, en in het verleden ligt. Nadat we geboren zijn, is het leven in al zijn vertakkingen, mogelijkheden en verhoudin- gen van het grootste belang.

Zo is het ook ten volle met de nieuwe geboorte uit de Geest.

In zekere zin is in ons geeste- lijk leven de wedergeboorte van het grootste belang om- dat we alleen maar christen kunnen zijn door op- nieuw geboren te worden. Daartegenover staat dat nadat we christen zijn geworden, de

wedergeboorte een station wordt dat gepasseerd is en we kunnen daarbij niet stil blijven staan. Nadat we geestelijk geboren zijn wordt de hoofdzaak: nu gaan we geestelijk leven.”

Dr. Francis A. Schaeffer Uit: Leven door de Geest.

(Buijten en Schipperheijn – Amsterdam)

(3)

(Uit: Klaus Douglas Het christen- dom dichterbij. 1996 Baarn)

De Heilige Geest

Wie is dat eigenlijk?

De meeste mensen hebben er een voorstelling van wie God is. Zij heb- ben ook een beeld wie Jezus Chris- tus is respectievelijk wie Hij volgens de christelijke belijdenis is. De leer van de Heilige Geest is echter voor de meeste mensen een boek met ze- ven zegels.

Geloofsbelijdenis

Zelfs de apostolische geloofsbelij- denis schijnt deze verlegenheid te weerspiegelen. In het eerste deel staat:

God is de Vader, de schepper waar wij allen van afstammen. In het tweede deel wordt ons God, de Zoon voorgesteld:

Een concrete persoon, Jezus Christus, levend in een bepaalde historische con- text. In het derde deel wordt dan God, de Heilige Geest geïntroduceerd. Maar in plaats van, zoals eigenlijk te ver- wachten zou zijn, erover te spreken wie dat is en wat wij ons daarvan moeten voorstellen, is in het vervolg alleen nog maar sprake van wat God in en onder de mensen bewerkstelligt. Er wordt gesproken over de kerk, de gemeen- schap der heiligen, de vergeving van de zonden en de wederopstanding van de doden. Over de Heilige Geest, zo lijkt het, worden wij niet verder geïn- formeerd. Deze schroom heeft iets te maken met het wezen van de Heilige Geest, want de Heilige Geest is God, in zoverre hij op de mensen inwerkt.

Men kan niet over de Heilige Geest spreken zonder meteen ook over de mensen te spreken waarop hij inwerkt.

Het spreken over de Heilige Geest

ken over God en het spreken over de mens in elkaar overgaan. Ik zal hier dadelijk verder op ingaan.

God: boven, met en in ons Achter de drie artikelen van de ge- loofsbelijdenis staat een steeds andere godservaring ofwel een ander levens- gevoel. God wordt op verschillende manieren ervaren. Het is slechts een God, maar Hij treedt de mensen in drie gestalten tegemoet.

In het eerste artikel spreekt de ge- loofsbelijdenis erover dat God Hij is die alles heeft geschapen, waarnaar wij zijn geschapen en tot wie wij eens zul- len terugkeren. De Vader is om zo te zeggen GOD BOVEN ONS.

De geloofsbelijdenis erkent in het tweede artikel de persoon Jezus van Nazareth als de Zoon van God, wiens leer, en vooral wiens lot ons de liefde van God heeft geopenbaard. De Zoon is de God aan onze zijde, is GOD BIJ ONS.

In het derde deel van de geloofsbe- lijdenis wordt God ten slotte beleden als een kracht die de mensen samen- brengt in de gemeenschap van de kerk, die hun vergeving van de zonden schenkt en de dood overwint. De Hei- lige Geest is de in en onder ons wer- kende kracht van God. Zonder de Hei- lige Geest zou er geen levende gods- ervaring zijn. De Heilige Geest is de GOD IN ONS.

Een oude symboliek vergelijkt deze drievuldigheid van God met de zon: De God-Vader is de stralende ster boven ons waarvan alles uitgaat, God de Zoon zijn de stralen die naar ons mensen toe- komen, God de Geest als het kracht- veld dat daarvan uitgaat, het licht en de warmte die wij mensen voelen en die een essentieel bestanddeel voor ons eigen leven vormen.

Drievoudige ervaring

De zogenaamde drieëenheid- of triniteitsleer is een rationele afleiding van deze drievoudige ervaring van God, zoals de Bijbel aan ons getuigt.

Men zou er beter aan doen deze erva- ringen te ontdekken dan te strijden over hun afleidingen, waarvan de Bijbel zich wijs onthoudt. In plaats van God in een correcte formule onder te brengen, kun- nen onze woorden beter getuigen van de grote verscheidenheid waarop God in de geschiedenis optreedt en hoe Hij daar kan worden ervaren.

De geloofsbelijdenis respectieve- lijk de triniteitsleer weerspiegelt een drievoudige ervaring die de mens met de ene God opdoet. Men moet over de ene God, wanneer men tenminste enigs- zins objectief over Hem wil praten, al- tijd drie uitspraken doen die elkaar wederzijds in evenwicht houden, die elkaar aanvullen en verklaren, en waar- van geen enkele mag worden vereenzijdigd. God is niet alleen bo- ven ons, Hij staat niet alleen naast ons en Hij is niet alleen in ons. Hij is alles tegelijkertijd.

gezang 239

1) Kom Schepper God, o Heilge Geest, daal in de mensenharten neer, zij zijn uw schepselen geweest, herschep hen in genade, Heer.

2) Uw naam is Trooster. Gij geleidt o goddelijk geschenk, ons voort, o balsem die ons werd bereid, o bron van vuur, o levend woord.

3) Ontsteek een licht in ons verstand en maak tot liefde ons hart bereid, geleid met milde vaste hand ons zwakke vlees in zekerheid.

4) Gij zijt door gaven zevenvoud de vinger van Gods rechterhand, die 's Vaders woord ons toevertrouwt zodat het klinkt in ieder land.

(4)

(Uit: Alister McGrath, Theologie de basis. 2005 Kok Kampen. pg. 118- 123)

Bijbelse notities

De heilige Geest

‘God is Geest’ (Johannes 4:24).

Maar wat zegt dat over God? In het Nederlands worden er minstens drie woorden gebruikt -’wind’, ‘adem’ en

‘geest’ - om dat ene Hebreeuwse woord te vertalen: ruach. Dit belangrijke He- breeuwse woord heeft zo’n diepe be- tekenis dat het nauwelijks in het Ne- derlands te vertalen is. Ruach, dat van- ouds eenvoudig met ‘geest’ vertaald wordt, heeft een reeks betekenissen, die allemaal licht werpen op wat christe- nen geloven van de heilige Geest.

De Geest als wind

De auteurs van het Oude Testament zorgden er goed voor dat ze God niet gelijkstelden met de wind, waarmee hij tot een natuurlijke kracht gedegradeerd zou worden. Toch is er over-eenkomst tussen de kracht van de wind en de kracht van God. Het spreken over God als Geest roept de bruisende macht van

de ‘Heer van de machten’ voor de aan- dacht en herinnerde Israël aan de kracht en de dynamiek van de God die Israël uit Egypte geroepen had. Het beeld van de Geest als verlossende macht komt misschien wel het sterkst tot uitdruk- king in het verhaal over de uittocht uit Egypte, waar een krachtige wind de Rode Zee splijt (Exodus 14:21). Hier verwijst het begrip tuach zowel naar Gods macht als naar zijn verlossend werk.

Het beeld van de wind geeft ook ruimte aan allerlei menselijke ervarin- gen met God en werkt sterk visualiserend. De schrijvers van het Oude Testament ervoeren Gods aanwe- zigheid en zijn handelen op twee zeer verschillende manieren. Soms ervoeren ze hem als een rechter, die Israël ver- oordeelt omdat het eigen-zinnig is;

maar op andere momenten werd God ervaren als iemand die het uitverkoren volk verfrist, als water in dorre stre-ken.

Het beeld van de wind brengt deze beide opvattingen krachtig tot uitdruk- king.

Het is goed om te onthouden dat Is- raël in het westen grensde aan de Mid- dellandse Zee en in het oosten aan de grote woestij-nen. Als de wind uit het oosten kwam, had men te maken met een mist van fijn zand waardoor de begroeiing verdorde en het land ver- schroeide. Uit reisverslagen blijkt hoe ontzettend krachtig en sterk deze wind moet zijn. Zelfs de zon wordt ver- duisterd door de zandstormen die deze wind veroorzaakt. De bijbelschrijvers zagen deze wind als een model voor de momen-ten waarop God liet zien dat de schepping begrensd en vergan-kelijk is. ‘Het gras verdort en de bloem ver- welkt wanneer de adem van de HEER erover blaast’ (Jesaja 40:7). Net zoals de ver-schroeiende oostenwind, bij- voorbeeld de Arabische sirocco, gras en bomen vernietigt, zo vernietigt God de trots van de mens (zie Psalm 103:15- 18; Jeremia 4:11). Zoals een plant fris en groen opschiet om te verwelken door de hete woestijnwind, zo komen de rij- ken van mensen op om voor het aange- zicht van God te vergaan.

In de tijd dat de oudtestamentische profeet Jesaja zijn schrijf-werk ver- richte, was Israël in ballingschap in Babylon. Voor veel mensen was het Babylonische rijk een blijvend gege- ven in de geschiedenis, waar niemand

iets aan kon veranderen. Toch wijst de profeet op de vergankelijkheid van menselijke presta-ties wanneer de

‘adem van de HEER’ erover blaast, en kondigt hij de dreigende verwoesting van het rijk aan. God alleen is blij-vend;

al het andere komt en gaat.

De westenwind was echter een heel ander verhaal. In de winter werd door de westen- en zuidwestenwind regen aangevoerd voor het droge land, om- dat die wind van zee kwam. In de zo- mer brachten die winden geen regen, maar verkoeling. De zware woestijn- hitte werd door deze zachte, ver- koelende bries verlicht. En zoals deze wind verfrissing bracht, doordat in de winter de droge grond werd bevoch- tigd en in de zomer de hitte overdag werd teruggedrongen, zo verfriste God de geest van de mens. Met een reeks sterke beelden wordt God door de schrij-vers van het Oude Testament ver- geleken met de regen die wordt aange- voerd door de westenwind (Hosea 6:3) en die het land verfrist.

De Geest als adem

De Geest heeft alles te maken met leven. Toen God Adam schiep, blies God hem de levensadem in, waardoor hij een ‘levend wezen’ werd (Genesis 2:7). Het basale verschil tussen een le- vend en een dood mens is dat de een ademt en de ander niet. Dit leidde tot de gedachte dat het leven afhankelijk Professor Alister McGrath

Icoon van Pinksteren

(5)

is van de adem. God is degene die de levensadem in een leeg omhul-sel blaast om het tot leven te brengen. God bracht Adam tot leven door in hem te blazen. Het oudtestamentische visioen over het dal vol doodsbeenderen (Ezechië1 37:1-14) is een ander bekend voorbeeld. Kunnen deze dorre beende- ren tot leven komen? De beenderen ko- men alleen tot leven doordat ze met adem worden gevuld (Ezechië1 37:9- IO).

Dat God Geest is, betekent dus fun- damenteel dat God degene is die het leven geeft en die zelfs in staat is om wat dood is weer tot leven te brengen.

Het is dus belangrijk om te zien dat ruach vaak verbonden wordt met Gods scheppingswerk (bijv. Genesis 1:2; Job 26:12-13; 33:4; Psalm 104:27-31), ook al wordt de rol van de Geest daar niet precies omschreven. Er bestaat een duidelijk verband tussen de Geest en het geven van leven door schep-pmg.

De Geest als charisma

Het technische begrip :charisma’

betekent ‘vervuld zijn met de Geest van God’, waardoor de betreffende persoon in staat is om dingen te doen die an- ders onmogelijk zouden zijn. Wijsheid wordt vaak voorgesteld als een gave van de Geest (Genesis 41:38,-39 ; Exo- dus 28:3; 35:31; Deuteronomium 34:9). Soms wordt lei-derschap of dap- perheid van soldaten in het Oude Tes- tament toe-geschreven aan de Geest (Rechters 14:6, 19; 15:14, 15). Het meest indringend komt dit kenmerk van de Geest echter tot uitdruk-king bij pro- fetie.

Het Oude Testament biedt niet zo- veel duidelijkheid over de manier waarop profeten werden geïnspireerd, geleid of gemoti-veerd door de heilige Geest. Voordat de Israëlieten in balling- schap naar Babylon gingen, werd pro- fetie vaak in verband gebracht met ex- tatische Godservaringen, die met on- beheerst gedrag gepaard gingen (1 Samuël 10:6; 19:24). Toch werd pro- fetie in de loop van de tijd steeds meer in verband gebracht met de boodschap en steeds minder met het gedrag van de profeet. Een profeet was geloof- waardig als hij de gave van de Geest ont-vangen had (Jesaja 61:l; Ezechiël

mee de boodschap van de profeet be- krachtigd werd- een boodschap die meestal wordt omschreven als ‘het woord [davar] van de HEER’.

Maar is de heilige Geest God?

Athanasius en Basilius van Caesarea stelden dat dit het geval is en verwezen naar de formu-le die toen al- gemeen aanvaard was bij de doop.

Sinds de tijd van het Nieuwe Testament (zie Matteüs 28:18-20) werden chris- tenen gedoopt in de naam van ‘de Va- der en de Zoon en de heilige Geest’.

Athanasius stelde dat daarmee gewich- tige dingen zijn gezegd over de status van de persoon van de heilige Geest.

In zijn Brief aan Serapion . verklaart Athanasius dat in de doopformule de- zelfde godheid aan de Geest wordt toe- gekend als aan de Vader en de Zoon.

Dit argument bleek op de lange duur overtuigend. Toch durfden de patristieke auteurs de heilige Geest nau- welijks openlijk God te noemen, om- dat dat niet terug te vinden was in de Schrift - iets wat Basilius van Caesarea vrij uitgebreid besproken heeft in zijn verhandeling over de heilige Geest

geeft zelfs in 380 nog toe dat veel theo- logen niet zeker wisten of ze de heilige Geest nu moesten behandelen ‘als werkzame kracht, als schepper of als God’. Deze voorzichtigheid is ook te zien in de uiteindelijke leer van de hei- lige Geest, zoals die verwoord werd door het concilie dat in 381 bijeen- kwam in Constantinopel. De Geest werd hier niet omschreven als God, maar als degene ‘die Heer is en levend maakt, die van de Vader uitgaat en sa- men met de Vader en de Zoon aange- beden en verheerlijkt wordt’. Dat is ondubbelzinni-ge taal: de Geest krijgt dezelfde waardigheid en rang toege- kend als de Vader en de Zoon, ook al wordt het begrip ‘God’ niet expliciet gebruikt.

Drie factoren

Drie factoren waren van bijzonder belang voor de verdere uit-werking van de godheid van de heilige Geest in de rest van de vierde eeuw. In de eerste plaats benadrukte Gregorius van Nazianze dat de Schrift alle bena- mingen voor God ook toepast op de Geest, met uitzondering van ‘niet

Zonder de Heilige Geest

Zonder de Heilige Geest, is God ver:

is Jezus dood en begraven is het evangelie een dode letter en de Kerk niet meer dan een instrument.

Gezag wordt dan de baas spelen, zending propaganda, eredienst niet meer dan toneel en het christelijk leven een slavenmoraal.

Maar met de Heilige Geest wordt de kosmos opgetild en ziet de mensheid reikhalzend uit

naar een wereld van vrede.

Christus is aanwezig

Het evangelie vernieuwd en bezield, de Kerk een levend lichaam.

Gezag wordt een bevrijdende dienst, zending een roeping,

eredienst gedenken in volle verwachting en het christelijk leven een ideaal.

(vrij naar Metropoliet Ignatius)

(6)

Geest en wees erop dat deze heiligheid niet voortkwam uit een bron van bui- tenaf, maar direct voortvloeit uit het wezen van de Geest. De Geest moet gezien worden als degene die heiligt en niet als degene die geheiligd moet wor- den.

In de tweede plaats bevestigen de functies van de Geest de god-heid van de Geest. Didymus de Blinde (V398) was een van de vele auteurs die erop wezen dat de Geest verantwoor- delijk is voor het scheppen, vernieuwen en heiligen van Gods schepse-len. Maar hoe kan het ene schepsel het andere vernieuwen en heiligen? Alleen als de Geest God is, klopt het dat hij deze func-ties heeft. Als de heilige Geest functies uitoefent die bij God horen, dan moet het zo zijn dat de heilige Geest deel heeft aan het wezen van God. Dit punt wordt bijzonder duide- lijk uitge-werkt door Basilius van Caesarea:

Iedereen die heiliging nodig heeft, gaat tot de Geest; iedereen die een deugdzaam leven leidt, zoekt hem, want zijn adem ver-frist en komt men- sen te hulp die ernaar streven om goed te leven. De Geest die in staat is om anderen te volmaken, heeft zelf aan niets gebrek. Hij is niet iemand die weer op krachten moet komen, maar schenkt zelf leven. ( ... ) De zielen waarin de

Geest woont, die door de Geest wor- den verlicht, worden zelf geestelijk en stralen vriendelijkheid uit naar ande- ren. Hier van-daan komt voorkennis over de toekomst, inzicht in geheimen, begrip van wat verborgen is, uitwisse- ling van genadegaven, burgerschap van de hemel, een plek in het engelenkoor, einde-loze vreugde, wonen bij God, worden als God en - het mooiste van alles - zelf God worden.

Volgens Basilius maakt de Geest mensen als God en maakt hij ze ook zelf God - en dat kan alleen iemand die zelf God is.

In de derde plaats zag men de verwijzing naar de Geest in de doop- formule van de kerk als een bewijs voor de godheid van de Geest. De doop vond plaats in de naam van de

‘Vader en de Zoon en de heilige Geest’

(Matteüs 28:17-20). Athanasius en an- deren stdden. dat deze formule een band tussen de drie per-sonen van de drie-eenheid beschrijft die zo nauw is als het maar kan en waarmee het on- mogelijk is dat de Vaderen de Zoon in hetzelfde wezen van de godheid delen terwijl de Geest maar een schepsel is.

Op soortgelijke wijze stelde Basilius van Caesarea dat uit de doopformule duidelijk blijkt dat de Vader en de Zoon en de Geest onscheidbaar zijn.

“Het draait in ons leven vaak om heel veel dingen - behalve om de Geest van God. Dat wil niet zeg- gen, dat God in ons leven afwezig is. Hij is er wel, maar ergens aan de rand. Hij staat niet in het cen- trum van ons leven. Dat is het ge- heim van Pinksteren, dat God in Zijn Geest in het centrum van ons leven komt te staan, zodat Hij ons leven werkelijk gaat beheersen (...) Vernieuwing zullen we alleen maar ervaren, wanneer het door de ver- vulling met de Geest in ons leven om de Geest gaat draaien. Die ver- nieuwing zal dan ook doorwerken in de praktijk van ons leven.

Dr. J.P. Versteeg

Uit: Bijbelwoorden op de man af.

(Kok, Kampen)

Uit: ds. Dick van Keulen Groeien in geloof. (Groeiboek pg. 61-70 hfst 9’

DE

HEILIGE GEEST

Wij hebben al gepraat over de vraag waarom God Jezus als mens naar de aarde zond. God had daar iets mee voor. Als God in Jezus mens wordt onder de mensen dan is dat van bijzonder grote betekenis voor ons. Aan Jezus heeft God laten zien hoe volgens Hem een normaal mens eruitziet: een mens die aan Zijn norm beantwoordt. Maar Jezus is niet slechts Gods norm voor ons leven, Hij is ook Gods Gave aan ons leven.

Aan wat God met Jezus doet, kan ik zien wat God met mij wil doen. Voor mij is het enorm bemoedigend ge- weest toen ik dat uit de Bijbel leerde verstaan. Aan twee zaken wil ik deze parallellie tussen Jezus’ leven en het onze aan je laten zien.

De ene: Jezus’ geboorte, het begin van Zijn leven als mens op aarde, biedt perspectief voor een nieuw be- gin van ons leven: onze wederge- boorte.

De andere: de wijze waarop Jezus op zijn dertigste jaar, bij de

aan¬vang van zijn Messiaanse taak op aarde, werd gezalfd met de Hei- lige Geest van God, opent de weg naar Gods plan met ons leven: onze zalving met diezelfde Geest.

Een belangrijke gebeurtenis in het leven van Jezus, is Zijn geboorte.

(7)

trouw hogepriester zou worden bij God, om de zonden van het volk te verzoenen. Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen.” (Hebreeën 2:17-18).

God werd mens

God is mens geworden om de men- sen weer nieuw te kunnen maken.

God moest op een totaal nieuwe ma- nier beginnen. Dat is voor ons verne- derend, maar voor Hem het meest.

“... die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienst- knecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is ge- hoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises” (Filippenzen 2:6-8).

Allereerst wordt uit Jezus’ geboorte duidelijk dat God het zo heeft be- doeld dat een kind al direct uit een mens én uit God geboren zou wor- den. Tegelijkertijd. En het is Gods genade dat, als dat de eerste keer niet gebeurd is, het ingehaald kan worden. We kunnen opnieuw gebo- ren worden, voor de tweede keer ge- boren worden. Vanuit die mogelijk- heid kunnen we nieuwe mensen be- ginnen te worden. Dat is geweldig bemoedigend. Dat opent perspectie- ven naar de toekomst. Het geheim van die nieuwe geboorte is de Hei- lige Geest, dezelfde Geest door Wie Jezus verwekt werd. Jezus heeft over die nieuwe geboorte gesproken met één van de Farizeeën die Hem

‘s nachts kwam opzoeken en die toen wonderbaarlijke dingen van Je- zus daarover te horen kreeg

(Johannes 3:1-21). Jezus zegt tegen Nicodemus: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom gebo- ren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien.”

Hij bedoelt een geestelijke geboorte.

“Tenzij iemand geboren wordt uit wa- ter en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan.” Vlees kan alleen maar vlees voortbrengen, al is het voor de tiende maal. De Heilige Geest brengt geest voort, maakt een mens tot een geestelijk wedergebo- ren mens. Jezus maakt hier aan een leider van het volk Israël duidelijk dat een mens opnieuw geboren kan en dus moet worden, wil hij werkelijk leven, dat is: leven naar Gods be- doeling. Zo wijst Jezus ons op een duidelijke parallellie tussen Zijn

“Logisch,” zul je zeggen, maar be- denk dan dat dit een heel bijzondere geboorte was. In Lucas 1:35 staat daarover: “En de engel antwoordde en zei tot Maria: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen;

daarom zal ook het heilige, dat ver- wekt wordt, Zoon Gods genoemd worden.”

In de taal van de Geloofsbelijdenis zeg ik: “Jezus is ontvangen van de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria.”

Dat eerste, ‘ontvangen van de Hei- lige Geest’, kwalificeert Zijn ge- boorte. Hij krijgt niet alleen een lichaam en een ziel, maar het is di- rect ook een geestelijke geboorte.

Als ik het nog anders zeg: “Jezus werd meteen, de eerste keer al, goed geboren.” Wij moeten, en kun- nen gelukkig, opnieuw geboren wor- den, maar Jezus werd direct goed geboren, dat wil zeggen: naar Gods bedoeling. Hij werd als mens gebo- ren, zó dat God zei: “Dat is het. Zo heb ik het altijd gewild. Met ieder- een.”

Toch werd Hij als mens geboren met dezelfde mogelijkheden om de mist in te gaan. “Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan mede-voe- len met onze zwakheden, maar één, die in alle dingen op gelijke wijze als wij is verzocht geweest, doch zonder te zondigen” (Hebreeën 4:15). Hij is geboren, is mens zonder te zondi- gen. Wat zit daar achter? Daar zit een enorm verlangen van God ach- ter om midden in onze verloren men- selijke maatschappij een nieuw be- gin te maken. Een stralend nieuw begin. Wij konden dat niet. Hij heeft het Zelf gedaan. Zijn Zoon is mens geworden, met andere woorden:

God Zélf is in ons vlees neerge- daald. “Daarom moest Hij in alle op- zichten aan zijn broeders gelijk wor-

onze wedergeboorte door de Heilige Geest. In beide gevallen begint de Geest van God met een nieuw mens.

Jezus aanvaarden

Wil jij dat? Je zegt: “Hoe kan een mens dat willen: geboren worden, of opnieuw geboren worden; dat is toch iets dat met je gebeurt, waarnaar je niet solliciteert?” Maar hoe kan de apostel Johannes ons dan vertellen dat je een kind van God kunt worden door Jezus aan te nemen, door in Zijn Naam te geloven? Zie Johannes 1:12. Maria stelde zich beschikbaar voor het ontvangen van het leven van Jezus in haar schoot. “Zie, de dienstmaagd des Heren; mij ge- schiede naar uw woord,” zei zij tot de engel (Lucas 1:38).

Zouden wij misschien iets dergelijks moeten zeggen, wil het leven van Jezus zich in ons gaan openbaren?

“God, mij geschiede naar Uw wil; ik wil het leven van Jezus in mij ont- vangen en het zo met mij meedra- gen en verzorgen dat het in mij uit- groeit tot geestelijke volwassenheid.”

Maria bracht Jezus lichamelijk ter wereld. Mogen wij Jezus’ leven op een geestelijke wijze tot openbaring laten komen in de wereld om ons heen? Ja. Want, als wij dit leven van God ontvangen, dan wil het ook in ons groeien.

Geestelijke groei

In de Bijbel lees je dat Jezus vanaf het prilste begin uit de Geest van God leefde. “Het kind groeide op en werd krachtig, en het werd vervuld met wijsheid, en de genade Cods was op Hem.” “En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en

mensen” (Lucas 2: 40 en 52). Wat is het geheim daarvan? Dacht dat kind bij zichzelf: “Kom, laat ik eens een braaf kind zijn?” Nee, ik denk dat er

(8)

hand was. Dat kind was een Hemels kind, dat krachtens Gods wil en krachtens Zijn eigen wil om zich te vernederen op de aarde terecht- kwam.

Wat is nu het perspectief? God heeft niet alleen maar gezegd: “Zo had Ik jullie ook bedoeld,” maar God maakt met Jezus een nieuw begin, op een wijze die duidelijke perspectieven opent voor een nieuwe start met het hele menselijke geslacht. Hij wil ons mensen maken naar Zijn beeld. “Ge- lijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen” (1 Corinthiërs 15:48-49). Dat is een geweldig woord vol hoop voor ons, mensen.

Jezus’ zalving, onze zalving Ik noemde je de geboorte van Jezus als belangrijke gebeurtenis in het leven van Jezus, waarbij de Heilige Geest betrokken was. Maar de evan- gelist Lucas maakt melding van een minstens zo belangrijke gebeurtenis.

Die wil ik je ook vertellen, want ik ben daar erg door geraakt. Dat Je- zus een bijzonder mens was vanuit een bijzondere geboorte, dat heb ik altijd wel geweten. Maar dat er met Hem, die zo geboren werd, toch later nog zoiets gebeuren moest als een doop, een zalving met de Heilige Geest, dat heeft mij hevig bezigge- houden, want ook die gebeurtenis blijkt van belang voor ons leven.

Hoe is de situering? Johannes de Doper predikt en doopt bij de Jordaan. Hij zegt dat er na hem Ie- mand zal komen die zal gaan dopen, niet met water, maar met de Heilige Geest en met vuur. Daarna lees ik:

“En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Je- zus gedoopt werd... en in gebed was... de hemel zich opende, en de Heilige Geest in lichamelijke ge- daante als een duif op Hem neder- daalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de Ge- liefde, in U heb Ik mijn welbehagen”

(Lucas 3:21 en 22).

Wat is hier gebeurd? Er wordt iets zichtbaar gemaakt. God maakt Zijn welbehagen over Jezus, Zijn Zoon, zichtbaar en hoorbaar. God laat zien:

dit is Mijn Zoon. Maar, er wordt niet alléén iets zichtbaar gemaakt, er wordt Hem ook iets geschonken. Er is iets bijzonders met Jezus ge- beurd. Wat is dat geweest? Een vol- macht? Een bediening van God aan Zijn Zoon? Ik wil je straks laten zien wat Jezus Zelf zegt over dit gebeu- ren.

Eerst gaan we naar Lucas 4:1 “Je- zus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, waar Hij veertig dagen ver- zocht werd door de duivel.” Zo, wat is dat nu weer? Er staat dat Jezus vol is van de Heilige Geest. Was Hij dat tevoren dan niet? Wat is er met Hem gebeurd? Wat moest Hij nog ontvangen? Hij, die toch een zonde- loos mens was? Wat moest er nog bij? Jezus had een heel bijzondere taak. Hij is timmerman geweest, zondeloos tim¬merman bij Zijn va- der. Maar Hij begint nu aan een an- dere taak: Zijn Messiaanse opdracht.

En met het oog op die taak heeft Hij nu kracht uit de hemel nodig. Wat is die Messiaanse taak? Lam Gods zijn, dat met Zijn dood de zonde der wereld wegneemt. Ja,. maar ook nog iets anders: de met de Geest ge- zalfde Zoon van God zijn, die ande- ren met de Heilige Geest gaat dopen

Heilige Geest, Gij hemelhoge die ons het licht geeft in de ogen, de warmte in de stem, de vreugde

in ‘t hart van de verheugde, raak ook nu onze lippen aan, geef ook nu tongen te verstaan, wij talen naar uw woord, uw zin,

o Geest, woon bij ons in.

Heilige Geest, Gij eensgezinde, wij tasten allen in den blinde, sinds Babel gaan wij eigen wegen,

o tolk, kom Gij ons tegen.

Wees de gids naar de ene stad, wijs de weg, wijs het steile pad,

wees hartveroverend en spoor ons aan en ga ons voor.

Heilige Geest, Gij wel ter tale, die ons verruimd doet ademhalen,

bevlogene, o vlam van vrede, deel ons uw tongval mede.

Schenk een twijg, een ontloken groet, breng een mare die juichen doet,

breek uit in bloeisel overa

(zalven). Zie Johannes 1:29, 33 en 34 en Lucas 3:16).

In de woestijn

Ik noemde je Lucas 4, waar ons ver- teld wordt dat Jezus door de Geest in de woestijn geleid wordt waar Hij veertig dagen verzocht wordt door de duivel. Er staat niet: Hij werd door de duivel verzocht en toevallig was ook de Heilige Geest in Hem. Er staat een actie van de Heilige Geest beschreven. Dat is eigenaardig. Je- zus was vol van de Heilige Geest en vervolgens werd Hij door de Geest in de woestijn geleid. Dat is vreemd.

De Geest neemt de leiding over zou je haast kunnen zeggen. Dat wil nog niet zeggen dat Jezus ontmanteld en ontpersoonlijkt wordt. Kennelijk niet.

Integendeel. Ik denk dat Hij hier pas echt voor ons begint op te rijzen.

Hem wil God aan ons tonen. Dat is de mens waar het God om gaat. Een mens die op de een of andere ma- nier toegerust wordt voor zijn taak.

(9)

Wat doet de Heilige Geest hier? De Geest daalt op Jezus neer en wordt één met Jezus’ denken en Zijn ge- voelens in dienst van Gods Koninkrijksplannen. Wat gebeurt er dan met Jezus? Hij wordt naar het front gestuurd. Niks minder dan dat.

Hij wordt onze rimboe ingestuurd en dat zal Hij weten ook. Hij wordt ge- plaatst in dezelfde uitdaging als Adam en Eva. Dat wordt nog eens dunnetjes overgedaan, maar onder veel beroerdere omstandigheden.

God laat zien dat de zondeval niet nodig was. “En Hij at niets in die da- gen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger” (Lucas 4:2). Jezus heeft veertig dagen en nachten niet gege- ten en dan komt de verzoeking. On- der abnormale omstandigheden is Jezus, het Kind van God, deze Nieuwe Mens, verzocht en Hij is er niet aan ten onder gegaan. Wat was Zijn bewapening? Wanneer je verder leest in Lucas 4 dan ontdek je dat Jezus duidelijk twee wapens in han- den heeft. Het zijn: Het Woord en de Geest. Diezelfde wapens krijgen ook wij aangeboden. Het is zó belangrijk om dat te zien. Als wij ernaar verlan- gen, wil God ons op dezelfde manier toerusten zoals Jezus op dat mo- ment werd toegerust. We hoeven dan niet meer in zonden te blijven vallen. Lees in dit verband

1 Johannes 3:5-10. Dat is Gods per- spectief voor ons.

De wapenrusting

Wie zorgt er voor het Woord? God.

Wie zorgt er voor de Geest? God.

De Geest wordt je aangeboden.

Waartoe? Opdat je zult ophouden lamlendige zondaar te blijven. Als je dat gaat zien dan gaat je verlangen naar Zijn Geest groeien. Je zult pas gebruik gaan maken van Gods aan- bod van Zijn Geest als je ook werke- lijk je zondaarsstatus kwijt wilt raken.

Veel mensen willen dat helemaal niet. De oude manier van leven vin- den ze wel best. Daarom zijn we al bezig geweest met de vraag: “Wat zijn wij eigenlijk voor mensen? Be- antwoorden wij aan Jezus, Gods norm voor ons?” Hoe worden tijdens de verzoeking in de woestijn het Woord en de Geest door Jezus ge- bruikt? Hoe leeft Hij uit de Geest en hanteert Hij het Woord? In Lucas 4:9-11 staat: “En de duivel leidde Hem naar Jeruzalem en stelde Hem op de rand van het dak van de tem- pel en hij zei tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan van- hier naar beneden; want er staat ge- schreven: Aan zijn engelen zal Hij

te behoeden en: Op de handen zul- len zij u dragen, opdat gij uw voet niet aan een steen stoot.” De duivel komt zelf met een tekst uit het Woord. Maar Jezus weet, door de Geest, hoe Hij het Woord kan hante- ren als een zwaard, zodat de duivel wijkt. Die kan daar niet tegenop. “En lezus antwoordde en zei tot hem: Er is gezegd: Gij zult de Here, uw God, niet verzoeken.Deze zelfde wapen- rusting wordt ook ons aangeboden.

In Efeziërs 6:10-18 kunnen we hier- over meer lezen.

De duivel kan niet tegen Jezus op.

Jezus zegt in Johannes 14:30

“...want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets...” Hoe komt dat? Waarom kan de duivel Jezus niet aan? Omdat Jezus in het licht leeft. De duivel kan niet tegen het licht. Dat is ook ons gezag over de duivel. Wanneer de duivel je onderuithaalt, ga dan naar het licht en de duivel zal zeggen: “Ik met jou naar het licht? Daar smelt ik. Ik blijf liever aan jouw achterkant, aan jouw duistere kant staan.” Hij pakt je altijd aan die kant die jij voor de Heer ver- bergt.

Als de duivel je ergens steekt, zeg dan: “Bedankt, duivel, voor je tip. Nu weet ik tenminste waar nog duister- nis in mij zit en wat ik dus nog naar het licht toe moet keren.” Dat is wat in 2 Corinthiërs 12:9 staat: “... de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid.” In dat gedeelte be- schrijft Paulus hoe de duivel hem lastig valt. “Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen een doorn in het vlees gegeven, een en- gel des satans, om mij met vuisten te slaan...” Paulus bidt God om hem daarvan te verlossen. En op het eer- ste gezicht zeg je: “Dat is een goed gebed. Paulus is tenslotte Gods die- naar. Hij slooft zich uit voor God en

Maar toch doet God dat niet.

Waarom niet? Dat snap je toch niet?

Soms laat God de duivel een rol in jouw leven vervullen, namelijk deze:

de duivel herinnert jou aan je achter- kant, jouw zwakke kant, aan dat wat jijzelf probeert te fiksen en voor God verborgen probeert te houden.

Laat hem je daar maar aan herinne- ren, zodat je dat dan ogenblikkelijk naar het licht kunt keren. Dat is jouw opdracht. Wend dat wat je plaagt naar het licht. Geef het aan Jezus.

Daar liggen de perspectieven en zo zal de duivel steeds meer zijn rol verliezen. Hij verleent, zo bezien on- bedoeld, hand- en spandiensten in dienst van God om een kind van God beter in het licht te laten leven.

Zo moet Paulus het begrepen heb- ben wanneer hij zich niet alleen maar neerlegt bij Jezus’ uitspraak, maar begint te roemen in zijn...

zwakheden. Ik vind God zo knap, dat Hij zelfs zijn tegenstander kan ge- bruiken om ons steeds vollediger in het licht te brengen. Althans, met onze medewerking.

De macht van de duivel

Jezus is een gebedsmens. Zeg niet:

“Jezus had alle kracht. Die verzoe- kingen van Jezus waren niet echt, want Hij was God.” De duivel dacht niet: “Tjonge, hoe kom ik hier onge- schonden uit?” Nee, hij dacht: “Dié mens pak ik. Als ik Hem pak heb ik alles. De mooiste mens.” De duivel zegt tegen Jezus: “Val voor mij neer en erken mij. Eén klein knievalletje voor mij en ik zal je de macht over de wereld geven.” En inderdaad, hij had de macht. Hij kón beschikken over de koninkrijken van de wereld.

Hoe kan dat? Hoe komt hij aan die macht? Wij hebben hem die macht in handen gespeeld en doen dat nog steeds, elke keer weer.

Een definitie van ‘zonde’? ‘Zonde’

noem ik: belasting aan de duivel be- talen. Zijn Rijk leeft van zonde. Als wij niet zondigden, had de duivel geen voet meer om op te staan op de aarde. De duivel kwam hier op aarde om te kijken of hij voet aan de grond kon krijgen. Dat lukte. Hij kreeg de macht aange¬boden door de mensen. Dat is Gods verdriet. En het is ‘Gods hoop’ dat Hij een nieuwe mens op de aarde heeft ge- zet, die het lukte om de duivel te weerstaan in de kracht van Geest en Woord.

Wat zegt Jezus Zelf?

Laten we gaan luisteren naar Jezus Zelf. “En Jezus keerde in de kracht

(10)

des Geestes’, Hij is gezalfd geble- ven; Hij heeft Zijn zalving tijdens de verzoekingen niet verspeeld) terug naar Galïlea. En de roep over Hem ging uit door de gehele streek. En Hij leerde in hun synagogen en werd door allen geprezen” (Dat is de mens zoals God hem bedoelt). Dan komt Hij in Nazareth en krijgt in de synagoge een schriftrol aangereikt.

In de synagoge in het oude Israël ging dat zo. Jezus kwam binnen- wandelen en Hij werd gevraagd als gastlezer. Hij neemt de schriftrol en leest Jesaja 61. Dat was net die morgen aan de orde. Ik denk dat dat de regie van God was. In Lucas 4:17 staat: “En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evan¬gelie te bren- gen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkon- digen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrij- heid, om te verkondigen het aange- name jaar des Heren. Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht.” Jezus leest dit schrift- gedeelte waarvan Hij even later zegt: “Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld” (vers 21).

Zalving

Ja, dat is een adembenemend mo- ment in de mensengeschiedenis.

Pardon: een ademgevend moment.

De mensheid mag er van opademen.

De Gezalfde is verschenen. De Mes- sias, dat is het Hebreeuwse woord voor gezalfde. De Christus, dat is het Griekse woord ervoor. Met deze zal- ving van Jezus wordt de wereldge- schiedenis opengebroken. Jezus bevestigt in Lucas 4:21 dat Hij, als vervulling van een oudtestamen- tische profetie, een zalving met de Heilige Geest heeft ontvangen. Een zalving met het oog op de Messi- aanse taak die Hij op aarde als Zoon des mensen kwam vervullen.

Zalving kwam reeds geregeld voor in het Oude Testament, óók met het oog op de vervulling van een taak.

Sommigen werden tot koning ge- zalfd (Saul en David), anderen tot priesters (het geslacht van Aaron), anderen tot profeten (Elisa bijvoor- beeld). Jezus ontving een zalving tot een drievoudig ambt: Hij werd ge- zalfd tot onze Profeet, tot onze Ho- gepriester en tot onze Koning. Door die zalving werd Hij geheiligd, afge-

zonderd voor de dienst van God aan de mensen, toegerust met kracht uit de hemel voor die taak. Wel, dat is er naar Jezus’ eigen getuigenis met Hem gebeurd, daar bij de Jordaan, na de doop door Johannes.

Jezus is de Gezalfde bij uitnemend- heid. “... daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om...” Het woordje ‘om’ drukt het doel van de zalving uit. Jezus werd gezalfd met de Heilige Geest met het oog op... die en die en die taak. Hij had daarvoor een zalving nodig. Bij de zalving van mensen tot een ambt werd in de Bijbel meestal zalfolie gebruikt. Olie is symbool van de Heilige Geest. Bij Jezus ge- schiedde de zalving zonder mense- lijke tussenkomst en zonder gebruik van een symbool zoals olie, maar regelrecht door de Vader, met een nederdaling van de Heilige Geest, in lichamelijke gedaante als een duif.

En daar staat nu de mens naar Gods welbehagen: “Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbeha- gen” (Lucas 3:22). Hoe belangrijk dit gebeuren is geweest in de bediening van Jezus, vertelt Petrus later, in het huis van de Romeinse hoofdman, Cornelius. “Jezus Christus is aller Heer. Gij weet van de dingen, die geschied zijn door het gehele joodse land, te beginnen in Galïléa, na de doop, die johannes verkondigde, van Jezus van Nazareth, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren;

want God was met Hem. En wij zijn getuigen van al hetgeen Hij gedaan heeft...” (Handelingen 10:37-39). En wat heeft Hij ook alweer gedaan?

Sterven voor de zonde van de mens- heid en mensen dopen of zalven met de Heilige Geest.

Onze taak vraagt zalving

Wanneer jij in de bediening van God wilt komen en iets voor anderen be- tekenen wilt dan heb je ook een zal- ving nodig. Wij behoren gezalfd te zijn, willen wij onze taak als christen kunnen verrichten. ‘Christen’ bete- kent ook ‘gezalfde’. Wat is de voor- waarde om een christenleven te kun- nen beginnen?

Opnieuw geboren worden, een gees- telijke wedergeboorte. Wat is de voorwaarde om een vruchtbaar, vol- wassen christenleven te kunnen lei- den? Gezalfd worden met de Heilige Geest.

Zo ging het met Jezus, zo wil God het met ons. In de jongste gemeen- ten was dit bekend. Johannes schrijft in zijn eerste zendbrief: “Gij echter hebt een zalving van de Heilige en gij weet dat allen... Wat u betreft, de zalving, die gij van Hem (de Zoon) ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere; maar gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u zo weinig aandacht besteden aan geleerd heeft” (1 Johannes 2:20-27).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De perenboom zwoegt niet en spant zich niet tot het uiterste in om peren voort te brengen, en evenmin maakt hij zich zorgen en piekert niet over de kwestie of er al dan niet

De vrucht van de Geest komt overeen met het wonderlijke karakter van Jezus Christus, dat gevormd wordt in het kind.. van God, door de Geest

zij zoekt niet haar eigen belang [SV1977: zoekt zichzelf niet], zij wordt niet verbitterd,?. zij denkt

“Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid” (1 Johannes 1:9). Als wij onze zonden

Als de gelovige wandelt in de Geest, en als de Geest van God zijn leven bestuurt, dan moet het re- sultaat daarvan het volgende zijn: “De vrucht van de Geest is echter:

Het lichaam heeft vele leden, die sterk van elkaar verschillen, maar die elkaar nodig hebben, zonder uitzondering, opdat zij samen één functionerend lichaam zouden vormen.. Het

De talengave was een relatief onbelangrijke gave (staat als laatste in de lijst van 1 Korinthiërs 12:28), alhoewel ze een stichtende waarde had indien ze correct ge- bruikt en

(Het geloof, genoemd in Handelingen 3:16, in verband met ditzelfde wonder, is een verwijzing naar Petrus’ geloof in Christus, niet dat van de lamme man). In Handelingen 20:9-12