Team Toezicht Kinderopvang
Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum
T (035) 692 62 22 www.ggdgv.nl
Inspectierapport
Steintje (PSZ) Anton Philipsweg 9 1223KZ HILVERSUM
Inspectierapport
Steintje (PSZ) Anton Philipsweg 9 1223KZ HILVERSUM
Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Hilversum
Datum inspectie: 08-12-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 29-12-2016
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 4
Observaties en bevindingen ... 5
Pedagogisch klimaat ... 5
Personeel en groepen ... 8
Inspectie-items ... 9
Gegevens voorziening ... 12
Gegevens toezicht ... 12
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 13
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Beschouwing Inleiding
De beschouwing beschrijft de resultaten bij het uitgevoerde onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum en de onderzoeks-geschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden in het rapport per domein verder uitgewerkt.
Algemene kenmerken
Peuterspeelzaal ‘Steintje’ is onderdeel van ‘BINK’. BINK heeft verschillende locaties dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen in Hilversum en Soest.
De peuterspeelzaal is samen met buitenschoolse opvang ‘Einstein’ gevestigd in een scholencomplex aan de Anton Philipsweg in Hilversum. De locatie bestaat uit twee peuterspeelzaalgroepen met in iedere groep maximaal zestien kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar. De groep 'Olifantjes' is geopend op maandag-, woensdag-, donderdag- en vrijdagochtend. De groep 'Eekhoorntjes' is geopend op maandag-, dinsdag-, woensdag- en vrijdagochtend. Op beide groepen wordt Voorschoolse Educatie (VVE) aangeboden middels de methode Uk & Puk.
Recente onderzoeks-geschiedenis
Tijdens de jaarlijkse onderzoeken in 2014 en 2015 voldoet de locatie aan de getoetste items.
Bevindingen op hoofdlijnen
Tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht:
‘Pedagogisch klimaat’;
‘Personeel en groepen’.
Conclusie
De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen het domein 'pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument
‘observatie kindercentrum’.
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
‘emotionele veiligheid’;
‘persoonlijke competentie’;
‘sociale competentie’;
‘overdracht van normen en waarden’.
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie.
Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet.
Pedagogische praktijk Inleiding
De observatie heeft plaatsgevonden op een dinsdagochtend waarbij één groep geopend is, 'Olifantjes', met zeven kinderen en twee beroepskrachten. De observatie heeft plaatsgevonden gedurende een knutselactiviteit, een moment van vrij spel en een tafelmoment.
Emotionele veiligheid
Observatie-criterium uit het veldinstrument
'De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven
complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft.'
Observatie
Gedurende de observatie is te zien dat de beroepskrachten respect tonen voor de autonomie van de kinderen, doordat kinderen de mogelijkheid krijgen om aan te sluiten bij de eigen wensen en behoeften. Een aantal kinderen worden door de beroepskrachten ondersteund bij het maken van een knutselwerkje aan tafel. Ondertussen zijn een aantal andere kinderen aan het kleien of wordt er vrij gespeeld met auto's. De beroepskrachten hebben aandacht voor ieder kind. Dit laten zij zien door van plaats te verwisselen en mee te kijken met de activiteiten van de kinderen. In het
onderlinge contact worden kinderen positief benaderd middels complimenten: "Die wordt wel heel erg mooi".
Conclusie
De beroepskrachten respecteren de autonomie van de kinderen en benaderen de kinderen op een positieve manier.
Sociale competentie
Observatie-criterium uit het veldinstrument
'De beroepskrachten begeleiden ook de positieve interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen (bv.
leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen). Zij benoemen en belonen het als kinderen een (bijna) conflict zelf hebben opgelost.'
Observatie
Onderstaande voorbeelden illustreren de manier waarop de beroepskrachten bijdragen aan de sociale competentie:
Eén van de beroepskrachten zit met een kind aan tafel. Er wordt een puzzel gemaakt. Een ander kind ziet dit, loopt op hen af en zegt dat hij het mooi vindt. De beroepskracht reageert met: "Mooi he, kom je ook helpen [..]?"
Een kind noemt een ander kind bij naam. De beroepskracht hoort dit: "Goed zo [..], dat is [..]."
De beroepskracht ziet dat een kind een ander kind helpt en stimuleert dit: "Wat goed van jou!
Doe jij [..] helpen!"
Conclusie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie.
Overdracht van normen en waarden Observatie-criterium uit het veldinstrument
'De beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen.'
Observatie
Alle kinderen worden uitgenodigd om te helpen met opruimen na het vrij spelmoment. Wanneer zij zich inzetten, worden zij gecomplimenteerd door de beroepskrachten.
Conclusie
De beroepskrachten maken alle kinderen deelgenoot van de groep en dragen bij aan het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel.
Conclusie
De uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Voorschoolse educatie
Programma voor voorschoolse educatie (vve)
Bij peuterspeelzaal 'Steintje' wordt gewerkt met het voorschoolse educatieprogramma ‘Uk & Puk’
ter voorkoming van onderwijsachterstanden bij jonge kinderen. Dit programma is in het kader van het uitvoeren van vve-beleid door een onafhankelijke erkenningscommissie erkend. Dat wil zeggen, dat naar het oordeel van deze commissie tenminste op theoretisch niveau aannemelijk is gemaakt dat het programma werkt, respectievelijk dat de doelen van het programma worden bereikt.
Het gaat daarbij om een integraal programma waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal- emotionele ontwikkeling. Volgens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie is een vve-programma vereist waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze deze vier ontwikkelingsgebieden worden gestimuleerd.
Randvoorwaarden van de aangeboden vve
Binnen de peuterspeelzaal wordt voorschoolse educatie aangeboden op beide groepen, namelijk de groep 'Eekhoorntjes' en de groep 'Olifantjes'. De groep 'Eekhoorntjes' is geopend op maandag-, dinsdag-, woesdag- en vrijdagochtend. De groep 'Olifantjes' is geopend op maandag-, woensdag-, donderdag- en vrijdagochtend. Beide groepen bieden voldoende uren voor voorschoolse educatie.
De groepsgrootte is per groep maximaal zestien kinderen met twee gecertificeerde beroepskrachten. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.
Tijdens het bezoek zijn de vve-certificaten van de aanwezige beroepskrachten ingezien. Deze certificaten voldoen aan de gestelde eisen.
De houder heeft voor het jaar 2016 een opleidingsplan opgesteld. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.
Vve in de praktijk
In het kindercentrum wordt gewerkt met de voorschoolse educatie thema's aan de hand van het vve-programma Uk & Puk. Op het moment van de observatie is het thema waarbinnen gewerkt wordt 'Wat heb jij aan vandaag?' Dit thema wordt gecombineerd met Sinterklaas en kerstmis.
Conclusie
De houder voldoet aan de onderzochte eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en peuterspeelzalen als het gaat om de voorschoolse educatie.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (Met de aanwezige beroepskrachten)
Observaties (Observatie op een dinsdagochtend)
VVE-certificaten
Opleidingsplan voorschoolse educatie
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kind-ratio is gecontroleerd door middel van roosters en bezettingslijsten.
Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag
Tijdens het bezoek zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten ingezien.
Conclusie
De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd.
Passende beroepskwalificatie
Tijdens het bezoek zijn de beroepskwalificaties van de aanwezige beroepskrachten ingezien.
Conclusie
De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen.
Opvang in groepen
Peuterspeelzaal 'Steintje' bestaat uit twee peuterspeelzaalgroepen met ieder maximaal zestien kinderen per dag. De groepsindeling ziet er als volgt uit:
Olifantjes, geopend op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag
Eekhoorntjes, geopend op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag Conclusie
Ieder kind behoort bij een peuterspeelzaalgroep die voldoet aan de gestelde eisen.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
De beroepskracht-kindratio ziet er ten tijde van het toezichtsbezoek als volgt uit:
Olifantjes: 7 kinderen met 2 beroepskrachten
Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters van week 48 blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen.
Conclusie
Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (Met de aanwezige beroepskrachten)
Observaties (Observatie op een dinsdagochtend)
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Presentielijsten (Week 48)
Personeelsrooster (Week 48)
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.
(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : Steintje
Website : http://www.kinderopvanghilversum.nl
Aantal kindplaatsen : 32
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Bink Hilversum
Adres houder : Postbus 1064
Postcode en plaats : 1200BB HILVERSUM
Website : www.binkkinderopvang.nl
KvK nummer : 55449808
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek
Adres : Postbus 251
Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM
Telefoonnummer : 035-6926377
Onderzoek uitgevoerd door : A. Boetzkes Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Hilversum
Adres : Postbus 9900
Postcode en plaats : 1201GM HILVERSUM
Planning
Datum inspectie : 08-12-2016
Opstellen concept inspectierapport : 23-12-2016
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 29-12-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 29-12-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente : 29-12-2016
Openbaar maken inspectierapport : 05-01-2017
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.