• No results found

PPPPaus Franciscusaus Franciscusaus Franciscusaus Franciscus WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PPPPaus Franciscusaus Franciscusaus Franciscusaus Franciscus WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016WJD Krakau 2016"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PPPPaus Franciscus aus Franciscus aus Franciscus aus Franciscus

WJD Krakau 2016

WJD Krakau 2016 WJD Krakau 2016

WJD Krakau 2016

(2)

TOESPRAAK TIJDENS ZIJN VERWELKOMING Blonia Park, 28 juli 2016

Dierbare jongeren, goeie namiddag!

Eindelijk kunnen we elkaar ontmoeten! Dank jullie voor dit warm onthaal! Ik dank kardinaal Dziwisz, de bisschoppen, priesters, religieuzen, seminaristen, leken en allen die jullie vergezellen. Dank aan hen die onze aanwezigheid hier vandaag mogelijk maakten, die zich ingezet hebben opdat wij het geloof kunnen vieren. Vandaag vieren wij het geloof, allemaal samen.

Ik zou bijzonder de heilige Johannes Paulus II willen danken, hier op zijn geboortegrond, die van deze ontmoetingen gedroomd heeft en er de impuls aan gaf. Vanuit de Hemel vergezelt Hij ons, zo vele jongeren uit verschillende volken, culturen, talen, met één enkel motief: Jezus vieren die in ons midden leeft. Hebben jullie dat begrepen? Jezus vieren die in ons midden leeft! Zeggen dat Hij leeft, is ons verlangen willen vernieuwen om Hem te volgen, om Jezus geestdriftig na te volgen.

Kunnen we onze vriendschap met Jezus beter vernieuwen dan door met elkaar vriendschap op te bouwen? Is er een betere manier om onze vriendschap met Jezus te versterken dat ze met anderen te delen? Is er een betere manier om de vreugde van het Evangelie te ervaren dan door zijn Blijde Boodschap te verkondigen in allerlei moeilijke en pijnlijke situaties?

En het is Jezus die ons samengeroepen heeft op deze 31e Wereldjongerendagen; het is Jezus die ons zegt: "Zalig de barmhartigen want zij zullen barmhartigheid ondervinden" (Mt. 5, 7)

Zalig die kunnen vergeven, die een medelijdend hart hebben, die het beste aan de anderen kunnen geven; het beste, niet de overschot, het beste.

Dierbare jongeren, deze dagen is Polen, dit nobel land, in feest; deze dagen wil Polen het heel jonge gelaat van de Barmhartigheid zijn. Op deze grond, zullen wij met jullie en ook verbonden met de vele jongeren die hier vandaag niet kunnen zijn maar die ons via de verschillende

(3)

communicatiemedia vergezellen, zullen wij allen samen van deze dagen een echt jubelfeest maken in dit Jubileumjaar van de Barmhartigheid.

In de loop van mijn jaren als bisschop, heb ik iets geleerd – ik heb veel geleerd, maar één ding zou ik nu willen zeggen : er is niets mooier dan de verlangens, het engagement, de geestdrift en energie te zien waarmee vele jongeren het leven tegemoet gaan. Hoe mooi is dat! En vanwaar komt die schoonheid? Wanneer Jezus het hart van jongeren raakt, zijn zij werkelijk tot grootse dingen in staat. Het is een stimulans te horen hoe zij hun dromen uitwisselen, hun vragen en verzet tegen hen die zeggen dat de dingen niet kunnen veranderen, zij die ik ‘quietisten’ noem: “het kan niet veranderen”. Nee, jongeren hebben de kracht zich daartegen te verzetten! Maar … sommigen zijn daar niet van overtuigd … Antwoord op mijn vraag: kunnen de dingen veranderen? {Ja!} Zie je wel! Het is een gave van de Hemel te zien dat velen onder jullie, met jullie vragen, willen dat de dingen veranderen. Het is mooi, dat troost me, jullie zo enthousiast te zien. De Kerk kijkt vandaag naar jullie– ik zou meer zeggen:

de wereld kijkt vandaag naar jullie en wil van jullie leren, om haar vertrouwen te vernieuwen in de Barmhartigheid van de Vader, die altijd een jong gelaat heeft en niet ophoudt jullie uit te nodigen deel uit te maken van zijn Koninkrijk, dat een Rijk is van vreugde, een Rijk van geluk, een Rijk dat ons altijd voorwaarts stuwt, een Rijk dat ons de kracht geeft om de dingen te veranderen. Ik stel jullie nogmaals de vraag: kunnen de dingen veranderen? {Ja!} Akkoord!

Omdat ik weet met welk enthousiasme jullie een zending opnemen, durf ik herhalen: barmhartigheid heeft altijd een jong gelaat. Want een barmhartig hart heeft de moed comfort achterwege te laten, een barmhartig hart kan anderen tegemoet gaan, het kan iedereen omhelzen.

Een barmhartig hart kan een toevlucht zijn voor wie nooit een huis gehad heeft of het verloren heeft, het kan een huiselijke sfeer scheppen voor wie zijn land moest verlaten, het kan tederheid en medelijden geven. Een barmhartig hart kan het brood delen met de hongerige, een barmhartig hart kan open staan voor een vluchteling en migrant. Met jullie over barmhartigheid spreken, is spreken over kansen, over morgen, over engagement, vertrouwen, openheid, gastvrijheid, medeleven, het is over dromen spreken. Maar kunt jullie dromen? {Ja!} En wanneer het hart

(4)

open staat en kan dromen, is er plaats voor barmhartigheid, voor tederheid voor wie lijden, om naast degenen te staan die geen vrede in het hart hebben of het noodzakelijke missen om te leven, of die het mooiste missen: het geloof. Barmhartigheid. Zeggen wij samen dat woord: barmhartigheid. {Barmhartigheid !} Allemaal! {Barmhartigheid !}

Nog eens! {Barmhartigheid !} Nog eens, zodat iedereen het hoort!

{Barmhartigheid !}

Ik wil jullie nog iets bekennen, iets wat ik in de loop der jaren geleerd heb. Ik wil niemand beledigen, maar het doet me pijn wanneer ik jongeren ontmoet die eruit zien als vroeg gepensioneerden. Dat doet me pijn. Jongeren die schijnbaar op hun 23e, 24e, 25e op pensioen gegaan zijn. Dat doet me pijn. Ik maak me zorgen over jongeren die de handdoek in de ring werpen voor ze aan de wedstrijd beginnen, die het opgeven zonder te beginnen spelen. Het doet me pijn jongeren te zien die op weg gaan met een bedroefd gezicht, alsof hun leven geen waarde heeft. Het zijn jongeren die zich fundamenteel vervelen … en vervelend zijn, die anderen vervelen, en dat doet me pijn. Het is moeilijk en het interpelleert ons tegelijkertijd, jongeren te zien die in hun leven op zoek zijn naar bedwelmende ervaringen of naar ‘sensatie’ via duistere wegen waarvoor ze uiteindelijk moeten betalen … en duur betalen. Denken we aan de vele jongeren die jullie kennen, en die voor deze weg kozen. Het stemt tot nadenken wanneer je jongeren ziet die de mooie jaren van hun leven en hun energie vergooien door verkopers van valse illusies na te lopen – en die zijn er – (in mijn geboorteland zegt men “die rook verkopen”), die het beste van je wegroven. En dat doet mij pijn. Ik ben zeker dat onder jullie vandaag niemand zo is, maar ik zou willen zeggen: er zijn er, jongeren op pensioen, jongeren die de handdoek in de ring werpen voor de wedstrijd begint, jongeren die bedwelming zoeken, gewonnen voor valse illusies en die eindigen in het niets.

Daarom, dierbare vrienden, zijn wij bijeen om elkaar te helpen, want wij willen het beste van ons niet laten wegroven, wij willen niet toestaan dat men onze energie rooft, onze vreugde, onze dromen, door valse illusies.

Dierbare vrienden, ik stel jullie de vraag: willen jullie in jullie leven een

(5)

wereldvreemde bedwelming ervaren of willen jullie de kracht voelen die jullie de ervaring geeft van volheid en leven? Een wereldvreemde bedwelming of de kracht van de genade? Wat willen jullie? Een wereldvreemde bedwelming of de kracht van de volheid? Wat willen jullie? {De kracht van de volheid!} Om vol te zijn, om een nieuw leven te hebben, is er één antwoord, één antwoord dat niet te koop is, dat geen ding is, maar een Persoon, die Jezus Christus heet. Ik stel u de vraag: is Jezus Christus te koop? {Nee!} Is Jezus in een winkel te koop? {Nee !}

Jezus Christus is een gave, een geschenk van de Vader, de gave van onze Vader. Wie is Jezus Christus? Allemaal! {Jezus Christus is een gave !}

Allemaal ! {Hij is een gave !} Hij is het geschenk van de Vader.

Jezus Christus is degene die ware geestdrift aan het leven kan geven, die maakt dat wij met weinig niet tevreden zijn en dat wij het beste van onszelf willen geven; het is Jezus Christus die ons interpelleert, die ons uitnodigt en helpt opnieuw op te staan telkens we de armen laten zakken. Het is Jezus Christus die ons stuwt de blik naar boven te richten en grote dromen te hebben. “Maar vader – zou iemand me kunnen zeggen – grote dromen, dat is moeilijk, het is moeilijk bergop te gaan, altijd naar boven. Vader, ik ben zwak, ik val, ik doe mijn best maar ik val zo dikwijls.” Wanneer bergbeklimmers de bergen opgaan, zingen zij een mooi lied: “In de kunst van het klimmen, is het niet belangrijk niet te vallen, maar niet te blijven liggen”. “Als je zwak bent, als je valt, kijk dan naar omhoog, dan zie je Jezus’ uitgestoken hand en Hij zegt je: “Sta op, kom met Mij”. “En als ik nog eens val?" "Hetzelfde!" "En als ik opnieuw val?" "Hetzelfde!" Ooit vroeg Petrus aan de Heer: "Heer, hoe dikwijls?"

"Zeventig keer zeven keer." Jezus’ hand is altijd uitgestoken om ons op te richten wanneer we vallen. Hebben jullie dat begrepen? {Ja!}

In het Evangelie horen we dat Jezus op weg is naar Jeruzalem en halt houdt in een huis, dat van Martha, Maria en Lazarus – die Hem ontvangen. Hij gaat hun huis binnen om bij hen te zijn; de twee vrouwen ontvangen Hem van wie zij weten dat Hij kan meeleven. De vele bezigheden doen ons op Martha gelijken: actief, druk doende, van hier naar daar lopen; maar dikwijls zijn wij ook zoals Maria: tegenover een

(6)

mooi landschap, of een video die een vriend ons stuurde, staan we stil om na te denken, om te luisteren. Tijdens deze WJD-dagen, wil Jezus in ons huis komen: in jullie huis, in mijn huis, in ieders hart; Jezus zal onze bezigheden zien, onze opwinding, zoals Hij die van Martha zag … en Hij zal wachten tot we naar Hem luisteren zoals Maria, tot wij te midden van al onze bezigheden de moed hebben om ons op Hem te verlaten. Mogen het dagen zijn om naar Jezus te luisteren, dagen om naar elkaar te luisteren, om Hem te ontvangen in degenen met wie ik het huis, de weg, de groep of school deel.

En wie Jezus ontvangt, leert liefhebben zoals Jezus. Dan vraagt Hij ons of wij een vol leven willen. En ik vraag u in zijn Naam: wil jij, willen jullie een vol leven? Stel vanaf nu je hart daarvoor open en ontvankelijk! Want geluk ontkiemt en ontplooit zich in de barmhartigheid: dat is zijn antwoord, dat is zijn uitnodiging, zijn uitdaging, zijn avontuur: de barmhartigheid. Barmhartigheid heeft altijd een jong gelaat; zoals dat van Maria van Bethanië, als een leerling aan Jezus’ voeten gezeten, die graag naar Hem luistert omdat zij weet dat daar vrede te vinden is. Zoals het gelaat van Maria van Nazareth, met haar ja-woord in het avontuur geworpen van de barmhartigheid, zij die door alle geslachten zalig zal genoemd worden en die wij Moeder van Barmhartigheid noemen.

Roepen wij haar allen samen aan: Maria, Moeder van Barmhartigheid.

Allemaal: {Maria, Moeder van Barmhartigheid}.

Vragen wij dan allen samen aan de Heer – en ieder stil in zijn hart: Heer, werp ons in het avontuur van de barmhartigheid! Werp ons in het avontuur om bruggen te bouwen en muren neer te halen (muren om te scheiden of muren van netwerken); werp ons in het avontuur om de arme te redden die zich alleen en verlaten voelt, die geen zin meer vindt in het leven. Zet ons op gang om hen te begeleiden die U niet kennen en om hun langzaam en met veel eerbied uw Naam te zeggen, de reden van ons geloof. Stuw ons, zoals Maria van Bethanië, om te luisteren naar degenen die wij niet begrijpen, die van andere culturen komen, andere volken, ook degenen van wie we bang zijn omdat wij denken dat ze ons kwaad kunnen doen. Maak dat wij, zoals Maria van Nazareth naar

(7)

Elizabeth, onze blik richten naar bejaarden, naar onze grootouders, om van hun wijsheid te leren. Ik vraag jullie: spreken jullie met jullie grootouders? {Ja!} Doe zo voort! Bezoek jullie grootouders, zij hebben levenswijsheid en zullen jullie dingen zeggen die jullie hart raken.

Zie ons hier, Heer! Zend ons om uw barmhartige Liefde te delen. Wij willen U in deze WJD ontvangen, wij willen zeggen dat ons leven vol is wanneer het geleefd wordt vanuit de barmhartigheid en dat de barmhartigheid het beste deel is, het zachtmoedigste deel, het deel dat ons nooit zal ontnomen worden. Amen!

Met dank aan de Maranatha-gemeenschap voor de vertaling.

(8)

TOESPRAAK TIJDENS DE GEBEDSWAKE Campus Misericordiae, 30 juli 2016

Lieve jonge mensen, het is goed hier bij jullie te zijn op deze avondwake!

Op het einde van haar krachtig en ontroerend getuigenis zei Rand ons: “Ik vraag jullie te bidden voor mijn geliefde land”. Haar geschiedenis getekend door oorlog, pijn, verlies, eindigt met een vraag naar gebeden.

Is er iets beters dan onze avondwake te beginnen met het gebed?

Wij zijn naar hier gekomen vanuit verschillende werelddelen, van verschillende continenten, talen, culturen en volkeren. Sommigen onder ons zijn zonen en dochters van naties die leven in onenigheid en waartussen zich allerlei conflicten afspelen, of die zelfs in oorlog zijn met elkaar. Anderen onder ons komen uit landen die ‘in vrede leven’, vrij van oorlog of conflict, waar de verschrikkelijkste dingen die in onze wereld gebeuren slechts eenvoudige meldingen zijn in het ochtendnieuws. Maar, denk er aan. Voor ons, hier, vandaag, die uit verschillende delen van de wereld komen, zijn het lijden en de oorlogen die vele jonge mensen ervaren, niet langer anoniem, iets waarover we wat lezen in de kranten.

Zij hebben een naam, zij hebben een gezicht, zij hebben een geschiedenis, zij zijn dichtbij ons. De oorlog in Syrië heeft vandaag de dag zoveel pijn en lijden veroorzaakt voor zoveel mensen, voor zoveel jonge mensen zoals onze goede vriendin Rand, die naar hier gekomen is en ons gevraagd heeft te bidden voor haar geliefde land.

Sommige situaties lijken veraf tot het moment dat we ze op één of andere wijze voelen. We verstaan sommige dingen niet omdat we ze alleen zien op het scherm op onze gsm of onze computer. Maar, wanneer we werkelijk in contact komen met het leven, met het leven van mensen – niet enkel met iets op een scherm – dan gebeurt er iets krachtigs.

We voelen de noodzaak om er op betrokken te geraken. Om te zien dat er geen ‘vergeten steden’ meer mogen zijn, om de woorden van Rand te

(9)

gebruiken, of geen broeders en zusters van ons ‘omringd door dood en moordpartijen’. Goede vrienden, ik vraag dat wij ons in gebed verenigen voor het lijden van alle oorlogsslachtoffers en voor de vele families uit het geliefde Syrië en in andere werelddelen. Mogen wij ons eens en voorgoed realiseren dat niets het bloedvergieten van een broeder en zuster verantwoordt; dat niets waardevoller is dan de mens naast ons.

Wanneer ik jullie vraag daarvoor te bidden, wil ik ook Natalia en Miguel danken, omdat zij hun eigen strijd en innerlijke conflicten met ons gedeeld hebben. Jullie vertelden ons over jullie strijd, en over hoe jullie die overwonnen hebben. Jullie beiden zijn een levend teken van wat Gods barmhartigheid in ons wil realiseren. Dit is geen moment om iemand te beschuldigen of met die ander te vechten. Wij willen geen mensen naar beneden trekken. Wij hebben geen verlangen om haat te bestrijden met nog meer haat, geweld met nog meer geweld, terreur met nog meer terreur.

Wij zijn hier vandaag omdat de Heer ons hier heeft samengeroepen. Ons antwoord aan een wereld in oorlog heeft een naam: die naam is broederlijkheid, broederlijke banden, die naam is gemeenschap, die naam is familie. Wij vieren dat wij allen, komende uit verschillende culturen, hier samen zijn om te bidden. Laat onze beste woord, ons beste argument zijn: onze éénheid in het gebed. Laten we het een ogenblik stil maken en bidden. Laten we de getuigenissen van onze vrienden tot bij de Heer brengen en laten we ons identificeren met degenen voor wie ‘de familie een betekenisloos concept is, het huis alleen een plaats om te eten en te slapen’, en ook met degenen die leven met de angst dat hun misstappen en zonden hen tot buitenstaanders, uitgestotenen gemaakt hebben. Laten we ook onze eigen ‘oorlogen’ en onze innerlijke strijd die in ieders hart leeft, tot bij de Heer brengen.

Terwijl we hier aan het bidden waren, moest ik denken aan de apostelen op Pinksterdag. Ons hen voor ogen halen kan ons helpen om te vatten wat God allemaal in ons leven droomt te realiseren, in ons en met ons.

(10)

Die dag waren de leerlingen samen achter gesloten deuren, vol angst. Ze voelden zich belaagd door een sfeer van vervolging die hen had opgesloten in een kleine kamer, stil en verlamd. Angst had zich van hen meester gemaakt. Dan, in die situatie, gebeurde er iets spectaculairs, iets grandioos. De Heilige Geest en vuurtongen kwamen over ieder van hen en dreven hen naar een avontuur dat ze nooit hadden durven dromen.

Wij hebben hier drie getuigenissen beluisterd. Ons hart werd geraakt door hun verhaal en hun leven. Wij hebben gezien hoe zij – zoals de leerlingen – gelijkaardige momenten hebben beleefd: tijden van grote angst doormakend, toen het leek alsof alles instortte. De schrik en de angst die voortkwamen uit het besef dat het verlaten van hun huis zou kunnen betekenen dat ze hun geliefden nooit zouden terugzien; de schrik zich niet bemind of gewaardeerd te weten, de angst geen keuze te hebben. Zij deelden met ons dezelfde ervaring als die van de leerlingen;

zij voelden de schrik die alleen maar tot één ding leidt: het gevoel in zichzelf opgesloten te zijn, de geslotenheid. Eens wij het zo aanvoelen begint de schrik te etteren en komt er onvermijdelijk haar tweelingzuster bij, de verlamming, het gevoel verlamd te zijn. Denken dat er in deze wereld, in onze steden en onze gemeenschappen, niet langer een plaats is om te groeien, om te dromen, om te scheppen, om nieuwe horizonten te zien in een leefwereld, dat is één van de slechtste dingen die zich in ons leven kunnen afspelen. Wanneer wij verlamd zijn, missen we de magie van de ontmoeting met anderen, om vrienden te maken, om dromen te delen, om zij aan zij op stap te gaan.

Maar in het leven is er een andere, gevaarlijker soort van verlamming. Ze is niet gemakkelijk op te sporen. Ik zou ze willen omschrijven als de verlamming die voortkomt uit het verwarren van geluk met een salonzetel. Met andere woorden, dat wij denken dat alles wat nodig hebben om gelukkig te zijn een salonzetel is. Een zetel maakt dat wij ons comfortabel, rustig en veilig voelen. Een zetel zoals die vandaag de dag bestaat: met een ingebouwd massageapparaat dat ons in slaap wiegt.

(11)

Een zetel die ons comfortabele uurtjes belooft zodat we kunnen ontsnappen naar de wereld van de videogames en al onze tijd kunnen spenderen voor een computerscherm. Een zetel die ons beveiligt tegen alle soorten van pijn of schrik. Een zetel die ons toestaat thuis te blijven zonder dat we er iets moeten voor doen, of ons ergens zorgen over moeten maken. ‘Zetelgeluk’! Dat is misschien de meest kwetsende en innerlijke vorm van verlamming, omdat ze ons beetje bij beetje, zonder dat we het ons realiseren, in slaap wiegt, verdrinkt en afstompt, terwijl anderen die misschien waakzamer zijn dan wij – maar niet noodzakelijk beter – in onze plaats over onze toekomst beslissen.

Voor veel mensen is het feitelijk gemakkelijker en beter dat ze suffe en afgestompte kinderen hebben die geluk met een zetel verwarren. Voor vele mensen komt dit beter uit dan jonge mensen te hebben die waakzaam en zoekend zijn, die trachten Gods droom te beantwoorden en een antwoord trachten te vinden op de rusteloosheid die in hun hart aanwezig is. De waarheid, denk ik, is anders! Lieve jonge mensen, wij zijn niet ter wereld gekomen om te ‘vegeteren’, om het gemak te kiezen, om van ons leven een zetel te maken waarop we in slaap kunnen vallen.

Neen, wij zijn er om een andere reden: om een stempel achter te laten.

Het is heel slecht te leven zonder een stempel achter te laten. Maar, wanneer wij voor het gemak en het comfort kiezen, voor het verwarren van geluk met consumptie, dan eindigen we met het betalen van een zeer hoge prijs: we verliezen onze vrijheid.

Het is een heel grote vorm van verlamming op zich te denken dat geluk hetzelfde is als comfort en gemak, dat gelukkig zijn betekent slapend of verdoofd door het leven te gaan, dat de enige weg om gelukkig te worden is: in een nevel te leven. Zeker, drugs zijn slecht, maar er zijn veel andere sociaal aanvaarde drugs, die ons op dezelfde wijze verslaafd kunnen maken. Zowel de ene als de andere beroven ons van onze grootste schat: onze vrijheid.

(12)

Vrienden, Jezus is de Heer van het risico, van het eeuwige ‘meer’. Jezus is niet de Heer van het comfort, de veiligheid en het gemakkelijke. Jezus volgen vraagt een goede dosis moed, een bereidheid om de zetel te ruilen voor een paar stapschoenen en om nieuwe en onbegane wegen te kiezen. Om wegen te banen die nieuwe horizonten openen die de kracht hebben om vreugde te verspreiden, de vreugde die voortkomt uit Gods liefde en die opwelt in jullie harten bij elke daad van barmhartigheid. Het pad kiezen van de ‘gekheid’ van onze God, die ons leert Hem te ontmoeten in de hongerige, de dorstige, de naakte, de zieke, de vriend in moeilijkheden, de gevangene, de vluchteling en de migrant, en onze buren die zich in de steek gelaten voelen. De weg kiezen van onze God die ons aanmoedigt om politici te worden, denkers, sociale werkers. De God die ons vraagt een economie te ontwerpen, geïnspireerd op de solidariteit. In al de situaties waarin je jezelf bevindt, nodigt Gods liefde je uit om de Blijde Boodschap te brengen, en van je eigen leven een geschenk voor Hem en voor de anderen te maken.

Jullie zullen mij misschien zeggen: “Vader, dat is niet voor iedereen weggelegd, maar voor enkele uitverkorenen”. Dat is waar, en die uitverkorenen zijn al degenen die bereid zijn hun leven met anderen te delen. Net zoals de Heilige Geest de harten van de leerlingen omvormde op Pinksterdag, zo deed Hij dat ook met onze vrienden die hier hun getuigenis met ons deelden. Miguel, ik zal jouw eigen woorden gebruiken. Je zei ons dat in de ‘Facenda’, op de dag dat men je de verantwoordelijkheid gaf om ervoor te zorgen dat in huis alles beter functioneerde, dat je dan begon te begrijpen dat God iets van je vroeg.

Dan begint de omvorming, de transformatie.

Dat is het geheim, lieve vrienden, en wij allen zijn geroepen om daarin te delen. God verwacht iets van jou. God wil iets van jou. God hoopt op jou.

God komt om al je omheiningen neer te halen. Hij komt om de deuren van ons leven te openen, onze dromen, onze wijze waarop we de dingen zien. God komt om alles wat je opgesloten houdt open te breken. Hij

(13)

moedigt je aan te dromen. Hij wil dat je ziet dat met jou en door jou de wereld anders kan worden. Het is zeker, als je er niet het beste van jezelf bij inzet, zal de wereld nooit veranderen.

De tijd die we meemaken vraagt geen jonge ‘liggende aardappelzakken’

maar jonge mensen voorzien van schoenen, of beter nog laarzen. Hij aanvaardt geen mensen die enkel de eerste viool willen spelen en er is geen plaats voor reservespelers op de bank. De wereld van vandaag vraagt dat je een voorvechter van de geschiedenis wordt omdat het leven altijd mooi is wanneer we ervoor kiezen het ten volle te leven, wanneer wij ervoor kiezen een spoor, een stempel na te laten. De geschiedenis van vandaag roept ons op onze waardigheid te verdedigen en anderen niet te laten beslissen over onze toekomst. Zoals Hij op Pinksteren deed, wil de Heer één van de grootste wonderen bewerken die wij kunnen ervaren;

Hij wil jouw handen, onze handen, mijn handen omvormen tot tekens van verzoening, van gemeenschap, van schepping. Hij wil jouw handen om verder te bouwen aan de wereld van vandaag. En Hij wil die wereld opbouwen met jou.

Je zal mij misschien zeggen: “Vader, ik heb mijn beperkingen, ik ben een zondaar, wat kan ik doen?” Als de Heer ons roept dan maakt Hij zich niet bezorgd om wat we zijn, wat we geweest zijn, wat we wel of niet gedaan hebben. Integendeel, het tegenovergestelde! Als Hij ons roept, denkt hij aan alles wat we te bieden hebben, al de liefde die wij kunnen verspreiden. Hij zet in op de toekomst, op morgen. Jezus duwt je naar de toekomst.

Zo, vrienden, vandaag nodigt Jezus jullie uit; Hij roept jou, om een spoor, een stempel, in het leven achter te laten, om een spoor in onze geschiedenis na te laten, jouw geschiedenis en ook die van anderen.

Vandaag de dag zegt het leven ons dat het veel gemakkelijker is zich te concentreren op wat ons van elkaar scheidt, wat ons verdeelt. Mensen proberen ons te doen geloven dat in onszelf opgesloten blijven de beste

(14)

weg is om ons te vrijwaren van het kwaad. Wij, volwassenen, hebben jullie nodig om ons te leren hoe wij in diversiteit kunnen samenleven, in dialoog, om het multiculturele niet als een bedreiging te ervaren, maar als een kans. Heb de moed om ons te leren dat het gemakkelijker is om bruggen te bouwen dan muren! Samen vragen wij jullie om ons uit te dagen het pad van de broederlijkheid te kiezen. Om bruggen te bouwen

… Weten jullie wat de eerste brug is die gebouwd moet worden? Het is een brug die wij hier en nu kunnen bouwen – door onze hand uit te steken en elkaars hand vast te nemen. Kom, geef elkaar de hand, bouw de eerste van de bruggen hier en nu: reik elkaar de hand. Dit is een grote brug van broederschap, en mogen de groten van deze wereld leren die brug te bouwen … niet om in het avondnieuws in beeld te komen, maar om zelfs nog grotere bruggen te bouwen. Moge deze menselijke brug het begin zijn van vele, vele andere bruggen, zodat wij een spoor kunnen nalaten.

Vandaag, roept Jezus, die de weg is, de waarheid en het leven, jou op om een

stempel op de

geschiedenis te drukken.

Hij die het leven is, vraagt ieder van jullie een spoor na te laten dat leven schenkt aan je eigen geschiedenis en die van vele anderen. Hij, die de waarheid is, vraagt jou de paden van verwerping, scheiding en leegheid te verlaten. Ben je daartoe bereid? Welk antwoord zal je de Heer geven, met je handen en je voeten, aan Hem die de weg, de waarheid en het leven is?

(15)

HOMILIE TIJDENS DE SLOTVIERING Campus Misericordiae, 31 juli 2016 Beste jonge mensen,

Jullie zijn naar Krakau gekomen om Jezus te ontmoeten. Het evangelie van deze dag spreekt ons over een dergelijke ontmoeting tussen Jezus en een man, Zacheüs, in Jericho (Lc. 19, 1-10). Daar preekt Jezus niet alleen, Hij groet niet enkel het volk: de evangelist zegt ons dat Hij door de stad trekt (v.1). Met andere woorden: Jezus wil heel persoonlijk dicht bij ons komen, om ons op onze levensweg ten einde toe te begeleiden, zodanig dat zijn leven en ons leven elkaar werkelijk ontmoeten.

Zo komt het tot een verbazende ontmoeting met Zacheüs, het hoofd van het tolwezen, een belastinginner. Zacheüs was dus een rijke medewerker van de gehate romeinse bezetters; iemand die zijn eigen volk uitbuit, iemand die, omwille van zijn slechte reputatie, de Meester zelf niet kon benaderen. De ontmoeting met Jezus veranderde zijn leven, net zoals die ontmoeting ons leven heeft veranderd en nog elke dag kan veranderen.

Maar Zacheüs moest een aantal obstakels overwinnen om Jezus te kunnen ontmoeten. Tenminste drie daarvan kunnen ook ons iets zeggen.

Het eerste obstakel is zijn kleine gestalte. Zacheüs kon de Meester niet zien omdat hij klein was. Ook vandaag riskeren wij niet dichtbij Jezus te geraken omdat we ons niet groot genoeg voelen, omdat we denken dat we niet waardig genoeg zijn. Dat is een grote bekoring. Zij heeft niet alleen te maken met onze zelfwaardering, maar met het geloof zelf. Want het geloof zegt ons dat wij “kinderen van God zijn … en dat werkelijk zijn”

(Joh. 3,1). Wij zijn geschapen naar Gods eigen beeld; Jezus heeft zelf onze menselijkheid op zich genomen en zijn hart zal nooit van ons gescheiden zijn. De Heilige Geest wil in ons wonen. Wij zijn geroepen om voor altijd gelukkig te zijn met God!

(16)

Dat is onze echte ‘gestalte’, onze spirituele identiteit: wij zijn Gods geliefde kinderen, altijd. Zo kunnen jullie zien en begrijpen dat zichzelf niet aanvaarden, ontevreden leven, negatief zijn, betekent dat wij onze diepste identiteit niet erkennen. Het is zoals zich verstoppen als God naar mij wil kijken, proberen zijn droom voor mij uit te wissen. God houdt van ons zoals wij zijn, en geen zonde, gebrek of misstap van ons doet Hem van gedacht veranderen. Voor Jezus – zoals het evangelie ons toont – is niemand onwaardig of ver van zijn gedachten. Niemand is onbeduidend.

Hij houdt van ons allen met een bijzondere liefde; voor Hem zijn wij allemaal belangrijk: jij bent belangrijk! God rekent op jou omwille van wie je bent, niet omwille van wat je bezit. In zijn ogen zijn de kleding die je draagt of wat voor soort telefoon je hebt absoluut niet belangrijk. Het kan Hem niet schelen of je in de mode bent of niet. Dat heeft voor Hem helemaal geen belang. Hij is bezorgd om jou. Hij geeft om jou! In zijn ogen ben jij waardevol, voor Hem ben jij van onschatbare waarde.

Op bepaalde momenten in ons leven kan het gebeuren dat we eerder een lage dan een hoge dunk van onszelf hebben. Op die momenten is het goed dat we ons realiseren dat God trouw blijft, zelfs hardnekkig, aan zijn liefde voor ons. Eigenlijk houdt Hij meer van ons dan wij van onszelf houden. Hij gelooft meer in ons dan wij in onszelf geloven. Hij supportert altijd voor ons; hij is onze grootste fan. Hij is er voor ons, met geduld en hoop wachtend, zelfs als wij terugplooien op onszelf en treuren over onze moeilijkheden en over het ons in het verleden aangedane leed. Zich zo vastklampen aan droefheid is onze geestelijke gestalte onwaardig! Het is een soort virus dat alles besmet en blokkeert. Het sluit deuren en verhindert ons op te staan en opnieuw te beginnen. God daarentegen, is hopeloos hoopvol! Hij gelooft dat wij altijd kunnen opstaan, en haat het om ons uitgeblust en vreugdeloos te zien. Want, wij zijn altijd zijn geliefde zonen en dochters. Laten we bij het begin van elke nieuwe dag daarvan bewust worden. Het zal ons goed doen elke morgen het volgende te bidden: “God, ik dank U omdat U van mij houdt; help mij om

(17)

van mijn eigen leven te houden!” Niet houden van mijn eigen gebreken die gecorrigeerd moeten worden, maar houden van het leven zelf, dat een groot geschenk is, want het is een tijd om lief te hebben en zich te laten beminnen.

Zacheüs werd geconfronteerd met een tweede obstakel op weg naar de ontmoeting met Jezus: de verlammende schaamte. Wij kunnen ons voorstellen wat er gaande was in zijn hart voordat hij in de vijgenboom klom. Het moet een innerlijke strijd geweest zijn – langs de ene kant een gezonde nieuwsgierigheid en het verlangen om Jezus te kennen; langs de andere kant het risico helemaal belachelijk over te komen. Zacheüs was een publieke figuur, een machtsmens. Hij wist dat hij, als hij in de vijgenboom zou klimmen, zich belachelijk zou maken ten aanzien van allen. Toch kon hij zijn schaamte overwinnen, want Jezus’

aantrekkingskracht was sterker. Jullie weten wat er gebeurt wanneer iemand zo aantrekkelijk is dat we er verliefd op worden: we zullen in staat zijn dingen te doen die we anders nooit zouden durven denken of doen. Iets gelijkaardigs gebeurde in het hart van Zacheüs, wanneer hij zich realiseerde dat Jezus zo belangrijk was dat hij bereid was om het even wat voor Hem te doen. Want alleen Jezus kon hem uit het drijfzand van de zonde en de mistevredenheid trekken. De verlammende schaamte kreeg de bovenhand niet. Het Evangelie vertelt ons dat Zacheüs “hard vooruit liep”, “in de boom klom” en dan, wanneer Jezus hem riep “snel naar beneden kwam” (vv 4, 6). Hij nam het risico en zette zichzelf en zijn leven op het spel. Ook voor ons is dat het geheim van de vreugde: een gezonde nieuwsgierigheid niet doven, maar het risico nemen, want het leven is niet bedoeld om weggestoken te worden. Ten overstaan van Jezus kunnen wij niet blijven zitten en met gekruiste armen afwachten;

Hij biedt ons het leven aan – wij kunnen dat niet beantwoorden door erover te blijven nadenken of door een sms’je te zenden!

Lieve jonge vrienden, wees niet beschaamd om alles tot bij de Heer te brengen in de biecht, zeker je zwakheden, je strijd, en je zonden. Hij wil

(18)

jou verrassen met zijn vergeving en zijn vrede. Wees niet bang om ‘ja’ te zeggen tot Hem met heel je hart, om Hem een edelmoedig antwoord te geven en Hem te volgen! Laat je ziel niet verdoven, maar beoog een mooie liefde die ook offers vraagt. Zeg een duidelijk ‘neen’ tegen het verdovingsmiddel van het succes te allen prijze, en tegen de drug om enkel aan zichzelf en je eigen comfort te denken.

Naast zijn kleine gestalte en de verlammende schaamte, was er een derde obstakel waarmee Zacheüs geconfronteerd werd. Dat obstakel was niet meer in hem, maar het was rond hem. Het was het gefluister van de menigte die hem eerst tegenhield en hem daarna bekritiseerde. Hoe kon Jezus zijn huis binnengaan, het huis van een zondaar! Hoe hard en moeilijk is het toch Jezus werkelijk te ontvangen, hoe moeilijk is het een God “rijk aan barmhartigheid” (Ef. 2, 4) te aanvaarden! Er zullen mensen zijn die je proberen tegen te houden en die je zullen wijsmaken dat God ver weg is, streng en ongevoelig, goed met de goeden en slecht met de slechten. Maar, onze hemelse Vader “Laat de zon opgaan over goeden en kwaden” (Mt. 5, 45). Hij verwacht van ons de ware moed: de moed om sterker te zijn dan het kwade door van iedereen te houden, zelfs van onze vijanden. Er zullen mensen zijn die je uitlachen omdat je gelooft in de zachte en onuitputtelijke kracht van de barmhartigheid. Maar, wees niet bang. Denk aan het motto van deze dagen: “Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden” (Mt. 5,7). Mensen zullen jullie dromers vinden omdat jullie geloven in een nieuwe mensheid, één die haat tussen volkeren verwerpt, één die weigert grenzen als barrières te zien en die zijn eigen tradities koestert, zonder alles op zichzelf te concentreren of kortzichtig te zijn. Wees niet ontmoedigd: met een glimlach en met open armen verkondig je hoop en ben je een zegen voor onze ene grote mensenfamilie die jullie hier zo mooi vertegenwoordigen!

Die dag heeft de menigte Zacheüs geoordeeld, zij heeft hem bekeken, van kop tot teen. Maar, Jezus deed iets anders: Hij keek op naar hem (v.

5). Jezus kijkt doorheen de fouten en ziet de persoon. Hij blijft niet steken

(19)

in het begane kwaad, maar ziet een goede toekomst. Zijn blik blijft bestaan ook als die niet wordt ontvangen; zijn kijken zoekt de weg van de eenheid en van de gemeenschap. In geen geval blijft Jezus’ blik steken in uiterlijke schijn, maar richt zich naar het hart. Met die blik van Jezus kan je helpen een andere mensheid dichterbij te brengen, zonder erkentelijkheid te zoeken maar wel goedheid omwille van de goedheid zelf, tevreden omdat je daarbij een zuiver hart behoudt, en bereid om vredevol te strijden voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. Blijf niet steken in de oppervlakkigheid van de dingen; wantrouw de wereldlijke cultus van de schone schijn, de maquillage van je ziel om beter te lijken.

Integendeel, ‘download’ de beste ‘link’ van alle, die van een hart dat goedheid ziet en doorgeeft zonder het moe te worden. De vreugde die je voor niets van God hebt ontvangen, geef die gratis weg (cf. Mt 10,8):

zoveel mensen wachten er op!

Laten we tenslotte luisteren naar de woorden die Jezus tot Zacheüs sprak, die vandaag voor ons bestemd lijken te zijn: “Klim vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn” (v.5). Jezus breidt deze uitnodiging naar jou uit: “Ik moet vandaag in jouw huis te gast zijn”.

Wij zouden kunnen zeggen dat de Wereldjongerendagen vandaag beginnen en morgen doorgaan, in onze huizen, want daar wil Jezus je vanaf nu ontmoeten. De Heer wil niet alleen in deze mooie stad blijven, of in onze dierbare herinneringen. Hij wil in jullie huizen binnengaan, thuiskomen in jullie dagelijks leven: in je studies, in je eerste arbeidsjaren, je vriendschappen en gevoelens, je hoop en dromen. Hoe sterk verlangt Hij dat je dat alles tot bij Hem brengt in het gebed!

Hoezeer hoopt Hij dat midden alle dagelijkse ‘contacten’ en ‘chats’, het gebed als gouden draad de eerste plaats krijgt! Hoezeer wil Hij dat zijn Woord je elke dag mag aanspreken, zodanig dat je je het Evangelie eigen kan maken, zodat het kan dienen als kompas voor jou op de grote wegen van het leven!

(20)

Als Jezus je vraagt om in jouw huis te gast te zijn, spreekt Hij je aan met je naam, zoals Hij dat ook bij Zacheüs deed. Je naam is kostbaar voor Hem.

De naam ‘Zacheüs’ riep in de taal van die tijd de gedachtenis aan God op.

Vertrouw je toe aan Gods gedachtenis. Vertrouw Gods geheugen: zijn geheugen is geen ‘harde schijf’ die al onze gegevens registreert en archiveert, maar het is een hart gevuld met teder medeleven, een hart dat vreugde vindt in het uitwissen van alle sporen van het kwaad.

Proberen wij nu ook om het trouwe geheugen van God na te volgen en de goede dingen die we hier in deze dagen mochten ontvangen te koesteren. Laten we ons in stilte deze ontmoeting herinneren, laten we de herinnering aan Gods aanwezigheid en zijn Woord bewaren, en laten we maar luisteren naar de stem van Jezus als Hij ons bij onze naam roept.

Bidden wij nu in stilte, denkend aan de Heer en Hem dankend omdat Hij wou dat we hier waren en omdat Hij hier bij ons gekomen is om ons te ontmoeten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ANÉEKA VAN TEMMER: Het zaadje zaaien dat de mens niet alleen is en dat hij niet op Aarde geschapen is en dat er buiten de Aarde nog veel meer zijn zoals zij en dat zij deel

Tussendoor zorgen deze gastheren- en dames ervoor dat de voorbereidingen worden getroffen voor de feestavond. Bij aanvang van het diner worden alle gerechten (naar wens)

Uiteraard zijn er ook weer enkele belangrijke feestdagen die eraan komen! Zo beginnen we deze zoniënburcht met de Halloweenwandeling! Kom zeker eens af want wij gaan er ook

Vandaag vertrek je voor je rondreis Polen naar de stad Krakau, het beginpunt van de reis.. Bij de luchthaven word je opgewacht en naar het hotel in de

Bezoek aan Sapanta, hier bezoeken we een opmerkelijk kerkhof, waar de graven zijn opgevrolijkt met kleurige schilderingen en komische gedichten, die meestal betrekking hebben op

In de zomer van 2016 verwacht men in Krakau honderdduizenden jonge gelovigen uit 180 landen voor een feest van cultuur en geloof!. Tijdens

Het is in de Heer, die zijn leven voor ons heeft gegeven op het kruis, dat we altijd opnieuw die onvoorwaardelijke liefde zullen vinden, een liefde die ons leven tot iets goeds

In de eerste lezing en in het evangelie hoorden we van mensen die in hun lijden en ziekte barmhartig worden aangeraakt door diezelfde God en die nieuwe mensen