Proefwerk N1 H3 vs5 N1VWO2 Electromagnetisch Spectrum
Geef bij open vragen een duidelijke berekening of beredenering. Denk aan de significante cijfers. Het gebruik van BINAS is niet toegestaan. Dit proefwerk bestaat uit 6 opgaven. Succes.
Opgave 1: Meerkeuze 4pt (alleen punten voor juiste antwoord) Monochromatisch rood licht, afkomstig van lamp L, valt op een dubbelspleet. Op een scherm achter de dubbelspleet ontstaat een interferentiepatroon. In punt Q bevindt zich het eerste orde minimum.
De lamp L wordt vervangen door een andere lamp, die monochromatisch groen licht uitzendt.
Hoe verschuift dit minimum? A naar P toe
B niet
C naar R toe
D dit is niet te bepalen
Opgave 2: Meerkeuze 4pt (alleen punten voor juiste antwoord)
Een smalle, evenwijdige bundel monochromatisch licht (golflengte λ) valt loodrecht op tralie 1 met tralieconstante dI = 6,0 · 10-5 m. Op een ver (l meter)
verwijderd scherm dat voorzien is van grafiekpapier nemen we het
interferentiepatroon nauwkeurig over. Daarna vervangen we het tralie door een
ander tralie II en nemen opnieuw het interferentiepatroon over.
Welk extra gegeven is noodzakelijk om de tralieconstante van tralie II, dII , te
kunnen berekenen? A zowel λ als l B alleen λ C alleen l
Opgave 3: Meerkeuze 4pt (alleen punten voor juiste antwoord) Een vlakke golf valt op een tralie, waarvoor
een diafragma is geplaatst. De stippen van het interferentiepatroon moeten op twee keer zo grote afstand van elkaar komen. Bekijk de volgende beweringen.
1. Dat lukt door de diafragma-opening te halveren.
2. Dat lukt door een tralie te nemen
waarvan de tralieconstante twee keer zo klein is.
Welke van deze beweringen is juist? A zowel 1 als 2
B alleen 1 C alleen 2
D geen van beide Opgave 4: 8pt
Om het spectrum van een gasontladinglamp te bekijken kun je een tralie
gebruiken. Het licht van de lamp is vaak niet sterk genoeg om op het scherm met een tralie een spectrum zichtbaar te maken. Houd je de tralie voor je oog dan zie je wel een spectrum van het uitgezonden licht. Je netvlies is gevoelig genoeg voor licht van geringe intensiteit. De lamp zelf zie je als het heldere licht in het midden en naast de plaats waar de lamp staat, zie je verschillende
spectraallijnen.
a Leg dit duidelijk uit.
b Leg duidelijk uit wat ‘gasontlading’ is en hoe dat voor licht kan zorgen. Opgave 5: 8pt
In de figuur ( 1 eV = 1,6·10-19 J ) zie je een
deel van het energieschema van kwik. Atomen in de tweede aangeslagen toestand vallen via de eerste aangeslagen toestand terug naar de grondtoestand (h = 6,63x10-34
Js).
a Welke golflengte heeft de straling die hoort bij de overgang van de tweede naar de eerste aangeslagen toestand? b Bereken of de straling uitgezonden bij
de overgang van de eerste aangeslagen toestand naar de grondtoestand zichtbaar is.
Opgave 6: 5pt
De politie gebruikt bij een snelheidcontrole radargolven met een frequentie van 19,5 GHz. Voor de
dopplerverschuiving geldt:
Een auto passeert de radarcontrole
en men meet een dopplerverschuiving van 4,75 kHz. Bereken de snelheid van de auto in km/h.
c f v f v b d α cos 2⋅ ⋅ ⋅ =