Documentnaam 1
Bijlage 10-10-2017
Bevoegdheden MR en RvT in proces IHP
Omdat de Raad van Bestuur zeker wilde weten welke bevoegdheden de MR-en van de scholen hebben in relatie tot de bevoegdheden van de GMR ten aanzien van het integraal huisvestingsplan, heeft zij nader onderzoek verricht.
Allereerst hebben we contact opgenomen met de landelijk projectleider Versterking medezeggenschap, Kitty Ramakers. Zij liet het volgende weten:
Het huisvestingsplan, als bedoeld in artikel 95 WPO, wordt door de gemeente vastgesteld, na overleg met de betrokken schoolbesturen. Het is een besluit van de gemeente waarbij de (G)MR formeel geen rol heeft. Echter, is het wel raadzaam dat het schoolbestuur in overleg treedt met MR en/of GMR over de plannen. Dit valt echter niet formeel onder het adviesrecht.
Nadat het plan formeel door de gemeente is vastgesteld kan er wel sprake zijn van gevolgen waarover het schoolbestuur besluiten dient te nemen zoals fusie van scholen, of sluiting. Deze uitvoeringsplannen kunnen wel onderhevig zijn aan advies- of instemmingsrecht van GMR of MR.
Als het huisvestingsplan in uitvoering wordt genomen gaat het "normale" medezeggenschapstraject in voor die onderdelen die in de WMS staan.
In het medezeggenschapsstatuut is geregeld waar de GMR en waar de MR instemming- en adviesrecht heeft. Als dat recht bij de GMR ligt heeft de MR daar over het algemeen verder niets meer over te zeggen.
Op onze vervolgvraag wat dit alles betekent voor de bevoegdheden van de Raad van Toezicht antwoordde zij dat de RvT helemaal geen bevoegdheid in dezen heeft, maar alleen toezicht kan houden op de uitvoering van beleid. Omdat deze reactie ons verbaasde hebben wij aanvullend advies van de PO Raad gevraagd. Huub Olfers, Juridisch adviseur bij de PORaad formuleerde de volgende reactie:
‘Wat de bevoegdheden zijn van de RvT van uw stichting, is opgenomen in de statuten.
Er zijn in dit kader geen wettelijke bevoegdheden voor de RvT’s of iets dergelijks.
Mogelijk dat de RvT moet instemmen als het bestuur bepaalde verplichtingen aangaat (convenant sluit, financiële afspraken maakt e.d.) maar nogmaals; ligt aan wat er in de statuten is opgenomen’.
In het Statuut van Stichting Prodas staat: artikel 5, lid 4j
De Raad van Bestuur heeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot
j: het wijzigen van de grondslag, opheffing, stichting, overname, overdracht of afsplitsing van een of meerdere van de scholen.
Documentnaam 2
Conclusie
De goedkeuring voor een IHP ligt bij de gemeenteraad. Het wordt gemeenten dringend geadviseerd in overleg te treden met schoolbesturen alvorens een IHP vast te stellen.
Gemeente Asten heeft dit gedaan; in overleg met Prodas en PlatOO is zij gekomen tot een plan voor vier schoollocaties voor de gemeente Asten. De Raad van Bestuur is dit overleg ingegaan met vier door de Raad van Toezicht goedgekeurde uitgangspunten. De Raad van Toezicht kan toetsen of de Raad van Bestuur conform de uitgangspunten heeft gehandeld.
Wanneer de Gemeenteraad instemt met het IHP, treedt de volgende fase in werking: de uitvoering.
In deze fase zal per school een uitvoeringsplan gemaakt moeten worden dat past binnen het IHP.
Concreet: welke scholen gaan fuseren of samenwerken in welk gebouw? Welke
onderwijsconcepten willen we vormgeven op de, voor Prodas bestemde, onderwijslocaties?
Hierover treden we met MR-en in overleg en hierop zal instemming aan hen worden gevraagd.
Indien dit vervolgens leidt tot een van de besluiten, beschreven in het statuut artikel5 lid 4, zal de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht vooraf om goedkeuring vragen.
