Vraag nr. 105 van 18 april 2000
van de heer CARL DECALUWE Zonevreemde bedrijven – Ruimtebalans
Naar aanleiding van de afbakening van het stede-lijk gebied Kortrijk en de goedkeuring van diverse sectorale bijzondere plannen van aanleg (BPA ) werden verschillende zonevreemde bedrijven op-genomen in de ruimtebalans en verrekend in de to-tale oppervlakte.
Voor gans Vlaanderen is in het Ruimtelijk Struc-tuurplan Vlaanderen enkel 500 hectare bestemd voor historisch gegroeide bedrijven.
Naar aanleiding van de afbakening van het stede-lijk gebied Kortrijk is er reeds 95 hectare voorbe-houden.
1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal hectare dat werd voorbehouden voor zonevreemde bedrijven binnen de reeds goed-gekeurde sectorale BPA's ?
2. Wat is de totale oppervlakte bestemd voor de afbakening van de diverse stedelijke gebieden en hoeveel oppervlakte is daarbij voorbehou-den voor zonevreemde bedrijven (bv. Ko r t r i j k 95 hectare) ?
3. In welke mate zal de voorbehouden 500 hecta-re voldoende zijn ? Wanneer wordt dit cijfer geëvalueerd ?
Antwoord
1. In de zeven goedgekeurde sectorale BPA’s "zonevreemde bedrijven" werd reeds 67 hectare voorbehouden voor zonevreemde bedrijven. D i t is de totale goedgekeurde oppervlakte binnen de perimeter van de verschillende deelplannen. Per goedgekeurde BPA kan het volgende over-zicht worden gegeven :
– Wingene fase 1 (MB 24.06.1998) : 16,5 ha – Zwevegem fase 1 (MB 24.06.1998) : 10 ha – Gooik (MB 20.05.1999) : 6,5 ha – Deerlijk (MB 10.01.2000) : 12 ha – Staden (MB 01.03.2000) : 12 ha – Tongeren (MB 25.04.2000) : 4,5 ha
– Diksmuide fase 1 (MB 25.04.2000) : 5,5 ha.
2. Uitgaande van het principe van de gedeconcen-treerde bundeling, wordt aan de hand van de te-werkstellingscijfers van 1994 (RSZ-cijfers na af-trek van de tewerkstelling in de zeehavengebie-den) aangegeven op welke manier de belang-rijkste economische activiteiten (en dus ook de nieuwe bedrijventerreinen) zullen worden ge-concentreerd.
Op Vlaams niveau gebeurt dit door binnen de provinciale 80-85/20-15-verhouding aan de hand van de bestaande spreiding de volgende "pak-ketten" toe te bedelen.
Binnen de "80-85 %" :
– een pakket bedrijventerreinen voor de grootstedelijke en regionaalstedelijke gebie-den (pakket 1) ;
– een pakket dat beschikbaar is voor het eco-n omisch eco-netwerk vaeco-n het Albertkaeco-naal (pak-ket 2) ;
– een pakket voor de kleinstedelijke gebieden en de economische knooppunten buiten de pakketten 1 en 2 (pakket 3).
Binnen de "20-15 %" :
– een pakket voor de gemeenten buiten de ste-delijke gebieden en de economische knoop-punten (pakket 4). Dit pakket heeft enkel betrekking op lokale bedrijventerreinen die kunnen worden gelokaliseerd in hoofddor-pen.
In de praktijk wordt bij de afbakening van de stedelijke gebieden aan de betrokken gemeen-ten gevraagd om een inzicht te geven in de be-hoefte aan bedrijventerreinen voor zonevreem-de bedrijven. Dit vormt zonevreem-de basis om te komen tot een specifieke oppervlakte.
3. De vermelde "voorbehouden 500 ha" dient enkel voor historisch gegroeide bedrijven in ge-meenten die niet als economisch knooppunt zijn g e s e l e c t e e r d . Ze hebben dus geen rechtstreekse relatie met de zonevreemde bedrijven. E e n "historisch gegroeid bedrijf" moet volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen aan vol-gende voorwaarden voldoen :
de omgeving en dat een specifieke sociaal-economische relatie heeft met de omgeving ; – mogelijk in gemeenten die niet als
econo-misch knooppunt zijn geselecteerd. De ver-melde 500 hectare voor historisch gegroeide bedrijven heeft alleen betrekking op de op-pervlakte voor herlokalisatie of omvangrijke (meer dan 5 hectare) uitbreiding ter plaatse van een historisch gegroeid bedrijf in een ge-meente die niet is geselecteerd als econo-misch knooppunt ;
– afbakening door het Vlaams Gewest, i n overleg met de provincie en de gemeente ; – aansluitend bij de huidige vestiging en/of de
kern van het buitengebied.
Momenteel is er geen inventaris van historische bedrijven die opgenomen zijn in een gewest-planwijziging beschikbaar. Wel kan reeds wor-den gemeld dat de totale oppervlakte bedrijven-terrein in gemeenten die geen economische knooppunt zijn, die in gewestplannen is afgeba-k e n d , sedert 1 januari 1994 neerafgeba-komt op 286,5 hectare bijkomend bedrijventerrein. Deze op-pervlakte omvat zowel de opop-pervlakte binnen "pakket 4", waaronder ook de lokale bedrijven-t e r r e i n e n , als enkele bedrijvenbedrijven-terreinen die vol-doen aan de voorwaarden voor een "bedrijven-terrein voor historisch gegroeide bedrijven". D e differentiatie tussen "pakket 4" en "bedrijven-terrein voor historisch gegroeide bedrijven" is tot op heden niet gemaakt.