• No results found

De Invloed van Gezondheidsbehoeften op Gezondheidsgedrag van Gezonde Consumenten in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Invloed van Gezondheidsbehoeften op Gezondheidsgedrag van Gezonde Consumenten in Nederland"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Invloed van Gezondheidsbehoeften op

Gezondheidsgedrag van Gezonde

Consumenten in Nederland

Marc Dijksterhuis

Oktober 2006

(2)

Voorwoord

Voor u ligt de openbare versie van het rapport “De Invloed van Gezondheidsbehoeften op Gezondheidsgedrag van Gezonde Consumenten in Nederland”, het resultaat van een onderzoek bij een Nederlandse zorgverzekeraar in de periode februari-juli 2006. Door middel van dit onderzoek is geprobeerd inzicht te geven in de huidige gezondheidsbehoeften en de relatie daarvan met gezondheidsgedrag van gezonde consumenten. Een inzicht dat gebruikt kan worden bij het ontwikkelen en aanbieden van nieuwe en bestaande producten en diensten op zorgverzekeringgebied.

Het onderzoek is uitgevoerd als afstudeeronderzoek van de Master in Marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Vanwege de vertrouwelijke aard van de geanalyseerde gegevens is de naam van de opdrachtgevende zorgverzekeraar weggelaten. Alle in de vertrouwelijke versie van dit onderzoek gebruikte cijfers zijn ongewijzigd in de openbare versie opgenomen.

Graag wil ik mijn begeleider Eelko Huizingh van de RuG hartelijk bedanken voor alle adviezen waardoor dit rapport mede tot stand is gekomen. Het is niet allemaal even gemakkelijk gegaan, dat het rapport hier nu ligt is mede aan deze adviezen te danken.

(3)

Inhoudsopgave

Management summary ______________________________________________________1

Inleiding __________________________________________________________________2

Doel onderzoek ____________________________________________________________ 2 Onderzoeksvragen & methode van onderzoek __________________________________ 3 Afbakening onderzoek ______________________________________________________ 4

Hoofdstuk 1. _______________________________________________________________5

1.1 Inleiding _______________________________________________________________ 5 1.1.1 Het ontstaan van waarden_________________________________________________ 5 1.1.2 Definities van waarden ___________________________________________________ 5 1.1.3 Rol van waarden voor consumenten_________________________________________ 7 1.1.4 Het belang onderzoek naar waarden voor organisaties __________________________ 7 1.2 Het meten van waarden __________________________________________________ 8 1.3 De invloed van waarden op consumentengedrag ______________________________ 9 1.4 De invloed van waarden op gezondheidsgedrag van gezonde consumenten ________ 9

Hoofdstuk 2. Een analyse van het claimgedrag van zorgverzekerden _______________10

2.1 Inleiding ______________________________________________________________ 10 2.2 Vijf kostensoorten van zorgverzekerden ___________________________________ 10 2.3 Analyse Claimgedrag ___________________________________________________ 12 2.3.1 Methode _____________________________________________________________ 12 2.3.2 Resultaten trendanalyse _________________________________________________ 13 2.3.4 Verschillen in leeftijd en geslacht: vitaminen ________________________________ 14 2.4 Beperkingen om gezondheidsbehoeften af te leiden van claimgedrag ____________ 16 2.5 Samenvatting interne analyse ____________________________________________ 16

Hoofdstuk 3. Nationale ontwikkelingen in zorg en gezondheid: een marktanalyse ____17

(4)

Hoofdstuk 4. Gezondheidsbehoeften bij gezonde consumenten in Nederland ________23

4.1 Inleiding ______________________________________________________________ 23 4.2 Doel empirisch onderzoek _______________________________________________ 23 4.3 Methode van onderzoek _________________________________________________ 23 4.4 Resultaten ____________________________________________________________ 26 4.4.1 Samenstelling en betrouwbaarheid gezondheidsbehoeften ______________________ 27 4.4.2 Sterkte van de behoeften en verschillen in leeftijd, levensfase en geslacht __________ 28 4.4.3 De invloed van gezondheidsbehoeften op gezondheidsgedrag ___________________ 31 4.5 Relaties tussen gezondheidsbehoeften en gezondheidsgedrag __________________ 33

Hoofdstuk 5. Conclusies en aanbevelingen _____________________________________37

5.1 Huidige gezondheidsbehoeften op het gebied van zorg en gezondheid ___________ 37 5.2 Aanbevelingen _________________________________________________________ 38 5.3 Beperkingen en suggesties voor verder onderzoek ___________________________ 40

(5)

Management summary

In dit rapport is de invloed beschreven van gezondheidsbehoeften op het gezondheidsgedrag van gezonde consumenten. Gezondheidsbehoeften zijn persoonlijke, abstracte behoeften die gerelateerd zijn aan zorg en gezondheid. Door een interne en een marktanalyse is geprobeerd gezondheidsbehoeften in kaart te brengen.

Bij de interne analyse is het claimgedrag aan vitaminen en cholesterolverlagers van zorgverzekerden onderzocht. De resultaten laten zien dat het aantal gebruikers van cholesterolverlagers in de periode 2000-2004 verdubbeld is. Dit kan er op duiden dat de aandacht voor een gezond cholesterolpijl is toegenomen, wat gerelateerd kan worden aan de behoefte aan gezond leven en zekerheid. Het vitaminegebruik is tot 2003 licht gestegen, wat ook kan duiden op de aanwezigheid van de gezondheidsbehoefte gezond leven. Claimgedrag geeft echter de zorgvraag weer zodat de afgeleide gezondheidsbehoeften niet zeer betrouwbaar zijn.

De marktanalyse bestaat uit het in kaart brengen van marktontwikkelingen en een concurrentieanalyse. De belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid zijn een stijgend aanbod van zelftesten, de opkomst van functionele voeding en de opkomst van gezondheidssites. Het polisaanbod van zorgverzekeraars is vrijwel geheel gericht op het bestrijden van ziekten. Overige activiteiten, zoals informatie op de website, is gericht op het gezond houden van mensen.

Uit de marktanalyse komen gezond leven, zekerheid en zelfstandigheid als belangrijkste huidige gezondheidsbehoeften naar voren. Uit een empirisch onderzoek, waarbij een telefonische enquête is afgenomen onder 1193 zorgverzekerden, is gebleken dat de gezondheidsbehoeften aan gezond leven het sterkst aanwezig is bij vrouwen in de leeftijdscategorie 35-54. Respondenten van 55 jaar en ouder gaven vooral aan dat ze de behoefte hebben aan zekerheid en zelfstandigheid.

Resultaten van een lineaire regressieanalyse laten zien dat gezond leven en zelfstandigheid van invloed zijn op het gezondheidsgedrag (bezoek gezondheidsites, gebruik zelftesten, gebruik functionele voeding, afname aanvullende verzekeringen) van gezonde consumenten. Een aanzienlijk percentage van de respondenten gebruikt jaarlijks zelftesten (25%), functionele voeding (22-46%, verschillend per product) en bezoekt jaarlijks gezondheidsites (37%).

(6)

Inleiding

De zorgverzekeringsmarkt in Nederland is met de komst van het nieuwe zorgstelsel nog nooit zo in beweging geweest als in de jaren 2005 en 2006. Nog nooit eerder werd er door zorgverzekeraars meer geld uitgegeven aan reclame als in 2005. En nog nooit eerder stapten zoveel mensen tegelijk over naar een andere zorgverzekeraar. Zo rapporteert Vektis, het informatiecentrum van de zorgverzekeringsbranche, dat het aantal overstappers in 2006 van voormalig ziekenfondsverzekerden met 12% en het aantal overstappers van voormalig particulier verzekerden zelfs met 15% is gestegen (Cuijpers et al. 2006).

Samengevat zijn de belangrijkste veranderingen door het nieuwe zorgstelsel dat elke consument zich verplicht moet verzekeren, zelf kan kiezen bij welke zorgverzekeraar men verzekerd wil zijn en er mag eenmaal per jaar van zorgverzekeraar gewisseld worden. Daarnaast zijn zorgverzekeraars verplicht om elke verzekerde te accepteren die zich aanmeldt en een basisverzekering en beperkte dienstverlening aan te bieden tegen dezelfde prijs voor alle consumenten (maximaal 10% korting voor collectiviteiten). Het aanbieden van aanvullende verzekeringen is niet wettelijk verplicht, maar moet wel in combinatie met een basisverzekering.

Het gevolg van deze veranderingen is dat alle zorgverzekeraars nu concurrenten van elkaar zijn. Dit leidt tot de noodzaak voor zorgverzekeraars om beter dan ooit op de hoogte te zijn van de antecedenten (motieven, behoeften, waarden etc.) van het keuzegedrag van consumenten, om zo marktaandeel te kunnen behouden. Ook inzicht in het (preventieve) gedrag van consumenten met betrekking tot gezondheid is nodig, om zo voorkeuren voor nieuwe of verbeterde producten en diensten in kaart te kunnen brengen. Een voorbeeld van dit gezondheidsgedrag is het gebruik van cholesterolverlagende boter.

In het verleden was het verzekeringsaanbod bij zorgverzekeraars vaak productgestuurd, met andere woorden: het product stond centraal en niet de wensen en behoeften van de klant. Het belang om het verzekeringsaanbod af te stemmen op de behoeften van consumenten wordt door zorgverzekeraars momenteel steeds meer onderkend. De wensen en verwachtingen van consumenten ten aanzien van pakketsamenstelling zijn volgens zorgverzekeraars zelfs het belangrijkste criterium voor het samenstellen van aanvullende pakketten (Kamphuis et al 2006). De verschuiving van productgestuurd naar klantgestuurd is ook een tendens die in de marketingliteratuur gesignaleerd wordt (Vargo en Lusch 2004). Behoeften van consumenten worden steeds vaker gebruikt als uitgangspunt voor marketingactiviteiten. Zorgverzekeraars zijn dan ook meer dan eens betrokken bij onderzoek naar (zorg)behoeften. Zo doen VGZ en CZ in samenwerking met de Universiteit van Maastricht onderzoek naar behoeften aan zorg bij ouderen.

De belangrijkste redenen om onderzoek te doen naar de invloed van gezondheidsbehoeften op gezondheidsgedrag bij gezonde consumenten zijn het nieuwe zorgstelsel, consumenten kunnen vrij kiezen, en het beperkte huidige inzicht in gezondheidsgedrag en haar antecedenten bij gezonde consumenten. Het merendeel van het onderzoek op het gebied van zorg en gezondheid richt zich op (de zorgbehoeften van) ouderen en chronisch zieken (Van Bilsen et al. 2004; Luijkx 2006).

Doel onderzoek

(7)

De hoofdvraag van dit onderzoek is:

Welke behoeften met betrekking tot zorg en gezondheid zijn momenteel aanwezig bij gezonde consumenten in Nederland? Hebben deze gezondheidsbehoeften invloed op het gezondheidsgedrag van gezonde consumenten en welke conclusies kunnen er getrokken worden aan de hand van het huidige gezondheidsgedrag?

Het gezondheidsgedrag van gezonde consumenten is gedefinieerd als het gedrag dat door niet-chronisch zieke consumenten wordt vertoond met als doel het inzicht verschaffen in de huidige eigen gezondheidssituatie, het voorkomen van ziekten of gedrag dat gerelateerd kan zijn aan, al dan niet verwachte, toekomstige gezondheidssituaties. Denk bij dit laatste aan het afsluiten van aanvullende verzekeringen.

Onderzoeksvragen & methode van onderzoek

Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn drie onderzoeksvragen opgesteld. Per onderzoeksvraag is aangegeven wat de bijdrage is aan het doel van het onderzoek. Ook is per vraag weergegeven op welke manier en waar in het rapport de onderzoeksvraag wordt beantwoord.

Het rapport begint met hoofdstuk 1, waarin wordt weergegeven wat er momenteel bekend is over waarden/behoeften en de invloed daarvan op consumentengedrag.

1. Welke trends zijn er waar te nemen in het claimgedrag van zorgverzekerden, zijn er verschillen in leeftijd en geslacht en kunnen gezondheidsbehoeften aan claimgedrag gerelateerd worden?

Er wordt onderzocht welke trends er waar te nemen zijn in het claimgedrag van zorgverzekerden in de periode 2000-2004. Ook wordt gekeken of er verschillen zijn in claimgedrag bij leeftijd en geslacht.

Een gedetailleerde opzet en de resultaten van de interne analyse wordt in hoofdstuk 2 beschreven.

2. Wat zijn de huidige ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid?

De huidige ontwikkelingen worden door middel van een marktanalyse in kaart gebracht, die bestaat uit een analyse van marktontwikkelingen en een analyse van het gedrag van concurrenten (zorgverzekeraars). De marktanalyse wordt in hoofdstuk 3 beschreven.

Door te kijken naar de huidige demografische, economische, politieke, technologische en algemene ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid kan inzicht worden verkregen in de gezondheidsbehoeften die gerelateerd kunnen zijn aan deze ontwikkelingen. De opkomst van websites met informatie over gezondheid kan bijvoorbeeld duiden op het signaleren, door de aanbieders van deze websites, van een sterke behoefte aan informatie over gezond leven. De huidige ontwikkelingen worden door middel van literatuuronderzoek in kaart gebracht.

Ook zijn bij de marktanalyse gezondheidsbehoeften in kaart gebracht door te kijken welke waarden gerelateerd kunnen zijn aan het (huidige) gedrag van zorgverzekeraars. Het gedrag van zorgverzekeraars wordt beschreven aan de hand van de informatie op websites en diverse branchegegevens.

3. Welke gezondheidsbehoeften zijn te onderscheiden bij de interne en marktanalyse, hoe sterk zijn deze behoeften, zijn er relaties tussen gezondheidsbehoeften en gezondheidsgedrag en zijn er groepen consumenten met dezelfde gezondheidsbehoeften?

(8)

en is gebruikt om te onderzoeken hoe sterk (de gemiddelde score op een 5-punts schaal) de persoonlijke waarden zijn, of er groepen te onderscheiden zijn (naar leeftijd, geslacht en levensfase) waarbij bepaalde waarden sterker aanwezig zijn en of er relaties zijn tussen persoonlijke waarden en gezondheidsgedrag van gezonde consumenten.

De resultaten van het empirisch onderzoek worden in hoofdstuk 4 beschreven. Afbakening onderzoek

Trends, ontwikkelingen en gedragingen van chronische zieken worden in dit rapport niet beschreven. Bij de interne analyse en het empirisch onderzoek zijn chronisch zieken buiten de selectie van zorgverzekerden gelaten. Alleen individueel verzekerden zijn geselecteerd, om zo goed mogelijk waarden op persoonlijk niveau in kaart te brengen.

(9)

Hoofdstuk 1.

1.1 Inleiding

Aangezien de te onderzoeken behoeften niet tastbaar zijn, maar meer kunnen worden gezien als abstracte behoeften (sterk gerelateerd aan waarden), wordt in dit hoofdstuk weergegeven wat er momenteel over (persoonlijke) waarden en de relatie met consumentengedrag bekend is. Paragraaf 1.1.1 tot 1.1.4 gaan in op het ontstaan van waarden, gehanteerde definities van waarden, de rol van waarden voor consumenten en het belang van inzicht in waarden voor organisaties. In paragraaf 1.2 wordt weergegeven hoe waarden gemeten kunnen worden. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3 in kaart gebracht wat er bekend is over de invloed van waarden op gedrag van consumenten.

1.1.1 Het ontstaan van waarden

Er kunnen veel oorzaken voor het ontstaan van waarden aangewezen worden. Waarden kunnen aangeleerd zijn door opvoeding, cultuur, maatschappij, religie en diverse andere factoren, zoals een bepaalde (heftige) gebeurtenis. Zoals in de hedendaagse maatschappij te zien is hanteert niet iedereen dezelfde waarden. Mensen bezitten verschillende waarden omdat niet iedereen in dezelfde cultuur is opgegroeid en niet iedereen dezelfde waarden bij zijn of haar opvoeding heeft meegekregen.

Waarden kunnen verschillen per aspect van leven (sport, werk, religie etc.) (Sagie en Elizur 1996). Diverse aspecten van leven kunnen verschillende waarden oproepen. Sociale waarden ontstaan door omgang met vrienden en familie, religieuze waarden ontstaan door een religieuze opvoeding etc. (Vinson et al. 1977). Ook zijn niet alle waarden bij elke situatie even belangrijk. Wanneer iemand bij sport een bepaalde waarde belangrijk vindt, bijvoorbeeld vriendschap, dan betekent dit nog niet dat dezelfde waarde ook belangrijk wordt gevonden bij werk, cultuur of politiek (Sagie en Elizur 1996).

1.1.2 Definities van waarden

Waarden kunnen vanuit twee invalshoeken onderzocht worden. De eerste is door waarden te zien als een soort behoeften, motieven, criteria, wensen of overtuigingen op basis waarvan mensen beslissingen maken. De tweede invalshoek is om waarden te zien als eigenschappen van producten of diensten. Vaak wordt er gesproken over de “toegevoegde waarde van een product of dienst”. Hiermee wordt dan bedoeld welke waarde aan de consument wordt geleverd. Dit onderzoek richt zich op waarden bezien vanuit de eerste invalshoek.

De meest gehanteerde definitie van het begrip waarden is afkomstig van Rokeach (1973), die waarden omschrijft als een voortdurende overtuiging dat een bepaalde gedrags- of gemoedstoestand individueel of sociaal te prefereren valt boven een tegenovergestelde gedrags- of gemoedstoestand. Bijvoorbeeld zekerheid tegenover onzekerheid, of populair zijn tegenover niet populair zijn.

Om deze definitie scherper te maken wordt door veel onderzoekers een onderscheidt gemaakt tussen sociale en persoonlijke waarden. Persoonlijke waarden zijn er op gericht om individuen, in plaats van een groep of maatschappij, te (onder)steunen in hun welzijn (Sagie en Elizur 1996). Persoonlijke waarden kunnen worden gezien als belangrijke abstracte overtuigingen die een centrale plaats innemen in iemands systeem van overtuigingen (Pitts en Woodside 1991).

(10)

waarschijnlijk gehanteerd wordt in verschillende omgevingen, terwijl de manier waarop iemand met anderen omgaat, kan verschillen in een werk- of sportomgeving. In dit onderzoek worden domein-specifieke waarden onderzocht, waarden die gerelateerd zijn aan zorg en gezondheid.

In de literatuur worden waarden ook gedefinieerd als waarden op basis waarvan geconsumeerd wordt, consumption values (Sheth et al. 1991). Deze waarden lijken sterk op de domein-specifieke waarden van Vinson et al. (1977). Volgens Sheth et al. (1991) zijn er verschillende soorten waarden die het keuzegedrag van consumenten beïnvloeden, namelijk functionele, sociale, emotionele, epistemische waarden en conditionele waarden. Deze waarden zijn gedefinieerd vanuit de tweede invalshoek, namelijk het door consumenten waargenomen nut, waarde, van een alternatief (een product en/of dienst) .

Een alternatief verkrijgt functionele waarde voor consumenten door eruit springende functionele, praktische of fysieke prestaties van een product of dienst. Denk hierbij aan de betrouwbaarheid, prijs of duurzaamheid van een product of dienst. Sociale waarde is de associatie die het alternatief bij consumenten oproept met één of meerdere specifieke sociale groepen, bijvoorbeeld kleren of juwelen. Emotionele waarden zijn door consumenten waargenomen mogelijkheden van een alternatief om bepaalde gevoelens op te roepen. Bijvoorbeeld gevoelens van liefde, zekerheid of comfort. Epistemische waarden zijn de mogelijkheden van een alternatief om nieuwsgierigheid op te wekken, het voorzien in een nieuwigheid en/of het bevredigen van een behoefte aan kennis. Vooral volledig nieuwe ervaringen, zoals een nieuw soort achtbaan in een pretpark, voorzien in epistemische waarde. Als laatste worden conditionele waarden onderscheiden, deze waarde is het gevolg van de omgeving, condities waarin het alternatief wordt aangeboden.

Van de besproken consumptieve waarden zijn emotionele waarden het soort waarden die het meest in de buurt komen bij de waarden die in dit onderzoek onderzocht worden. Er wordt onderzocht wat voor soort emotionele waarden, behoeften van invloed zijn op het gezondheidsgedrag van (gezonde) consumenten. Met andere woorden in welke emotionele waarden voorzien bepaalde producten en/of diensten?

Gekeken naar de zojuist besproken consumptieve waarden, valt er een wisselwerking waar te nemen tussen de waarde die een alternatief levert en de behoefte waarin deze toegevoegde waarde voorziet. De toegevoegde waarde wordt pas gerealiseerd wanneer consumenten deze waarde waarderen. Met andere woorden: de toegevoegde waarde wordt pas gewaardeerd wanneer consumenten hier behoefte aan hebben. Waarden hebben dus een dubbele betekenis: een product heeft het en een consument vindt het belangrijk. Op basis van de waarden die consumenten aanhangen kan toegevoegde waarde gecreëerd worden. Hier moet nog aan worden toegevoegd dat bedrijven moeten weten in welke situatie consumenten welke waarden belangrijk vinden. De waarden die consumenten aanhangen kunnen namelijk per situatie verschillen, zoals onderzoek door Sagie en Elizur (1996) heeft aangetoond (zie paragraaf 1.1.4). Eigenschappen van producten, zoals gekoelde dranken, zullen in de ene situatie meer gewaardeerd worden dan in de andere.

(11)

1.1.3 Rol van waarden voor consumenten

Waarden worden door mensen als standaard gebruikt om te vergelijken met anderen, te leiden in ons gedrag, onze prestaties, ons voorkomen en om te helpen rationaliseren van overtuigingen, handelingen en gedragingen die anders persoonlijk of sociaal niet acceptabel zijn (Rokeach 1973).

In dit onderzoek ligt de focus op waarden die consumenten leiden in het gedrag. Er wordt geprobeerd inzicht te geven in waarden die leiden tot consumentengedrag, waarbij het consumentengedrag als gezondheidsgedrag is gedefinieerd.

1.1.4 Het belang onderzoek naar waarden voor organisaties

Onderzoek naar waarden van consumenten kan voor verschillende afdelingen relevante inzichten opleveren. Inzicht in waarden kan gebruikt worden voor productontwikkeling, promotiestrategieën, marktanalyse en segmentatie.

Productontwikkeling

Voor het ontwikkelen van producten en/of diensten is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de waarden die afnemers aanhangen. Producten en diensten moeten namelijk consistent zijn met de persoonlijke waarden van consumenten (Vinson et al. 1977). Dit betekent niet dat het in kaart brengen van de persoonlijke waarden van consumenten genoeg is, de persoonlijke waarden met betrekking tot de context waarin het product of de dienst zich bevindt moeten in kaart worden gebracht. Het is immers bekend dat niet in elke context dezelfde waarden belangrijk zijn (Sagie en Elizur 1996).

Een sterke behoefte aan zelfstandigheid met betrekking tot zorg en gezondheid kan er de aanleiding voor zijn om klanten zelf steeds meer de hand te geven in het hele verzekeringsproces, wat kan betekenen dat een organisatie minder investeert in een klantenservice, maar meer in webapplicaties waarmee klanten zelf hun zaken kunnen regelen. Een goed voorbeeld van een zorgverzekeraar die inspeelt op waarden die consumenten aanhangen is FBTO. Deze hanteert de slogan “Verzekeren kan je zelf”, en is daarmee consistent met de waarde zelfstandigheid.

Om producten te ontwikkelen is er dus een duidelijk inzicht nodig in de waarden die voor consumenten van belang zijn (Woodruff en Gardial 1996). Inzicht in deze waarden/behoeften van consumenten kan er voor zorgen dat een bedrijf ook daadwerkelijk datgene levert wat consumenten waarderen. Zeithaml (2000) heeft aangetoond dat klanten meer tevreden zijn naarmate de ervaren waarde die een product of dienst levert groter is. Deze tevredenheid leidt weer tot een hogere koopintentie (Zeithaml 2000).

Promotiestrategieën

Door met promotiestrategieën in te spelen op een waarde kunnen mensen zich bewust worden van een productattribuut dat ze anders niet zouden hebben opgemerkt. Bijvoorbeeld: door consumenten te vragen of ze gezond willen zijn (en daarmee in te spelen op de waarde van gezond leven) kan de aandacht gevestigd worden op een jaarlijkse gezondheidskeuring die de verzekeraar aanbiedt.

(12)

promotiestrategieën in te spelen op persoonlijke waarden kan de houding van consumenten veranderd worden (de verzekeraar heeft gelijk, gezond leven vind ik belangrijk).

Marktanalyse & Segmentatie

Kennis van de waarden waarop consumenten zich oriënteren geeft organisaties een aantal nieuwe, sterk op behoeften lijkende, variabelen, aanvullend op bekende variabelen als leeftijd, geslacht, inkomen etc. Kennis van waarden zorgt er dus voor een beter inzicht in consumentengedrag en daarmee meer marktkennis.

Het is waarschijnlijk dat waarden verschillen voor diverse demografische variabelen. Als er (grote) segmenten kunnen worden onderscheiden op basis van gehanteerde waarden dan kunnen marketeers programma’s ontwikkelen die de waarden die per segment belangrijk maximaal benutten.

1.2 Het meten van waarden

Er is veel onderzoek gedaan naar waarden bij consumenten. Hierbij worden verschillende meetinstrumenten gehanteerd. De meest bekende zijn de Rokeach Value Scale (RVS), de List of Values (LOV) en de Values and Life Style (VALS).

De RVS bestaat uit 18 instrumentele waarden (gewenste gedragingen) en 18 terminal values (gewenste eindstatus, eindwaarde) (Kamakura en Novak 1992). De RVS meet waarden op collectieve en sociale domeinen/aandachtsgebieden. Respondenten worden gevraagd om elke lijst van 18 waarden te rangschikken in volgorde van belangrijkheid. Dit rangschikken waarden is niet gemakkelijk en daarnaast tijdrovend. Er zijn daarom in de loop der jaren diverse alternatieve schalen ontwikkeld. De LOV meet alleen terminal values (Kamakura en Novak 1992). Dit meetinstrument bestaat uit een lijst van negen terminal values.

Een van de minst (wetenschappelijk) onderzochte meetinstrumenten is de VALS. Bij de VALS methodiek worden consumenten op basis van 32 tot 36 items (verschild per vragenlijst) in één van de negen levensstijl groepen geclassificeerd. Voorbeelden van deze levensstijl groepen zijn overlevers, volhouders en nastrevers (Kahle et al. 1986).

Een andere techniek om waarden in kaart te brengen is Laddering (Reynolds en Gutman 1988). Deze 1op1 interviewtechniek is gebaseerd op de middel-doel keten (Gutman 1982). Bij Laddering wordt door middel van terugredeneren vanuit een afgenomen product of dienst geprobeerd onderliggende aankoopmotieven van individuen of groepen in kaart te brengen. Zo kunnen consumenten kiezen voor extra gezouten chips. Deze keuze wordt ingegeven omdat men op deze manier minder chips eet. Men wil niet veel chips eten, omdat dit dik maakt. Minder chips zorgt voor een beter figuur, wat vervolgens weer zorgt voor een hogere eigenwaarde/zelfwaardering (Reynolds en Gutman 1988). De behoefte aan eigenwaarde en/of zelfwaardering leidt in dit geval tot het eten van extra gezouten chips. Op dezelfde manier kunnen dieperliggende behoeften/motieven van bijvoorbeeld het bezoek van websites met informatie over gezond leven in kaart worden gebracht.

Zowel de RVS als de LOV meten op zowel individueel en sociaal niveau en de RVS onderscheidt alleen groepen consumenten. De Laddering techniek lijkt voor dit onderzoek het meest geschikte instrument, maar is kostbaar en tijdrovend om uit te voeren.

(13)

1.3 De invloed van waarden op consumentengedrag

Er zijn in de literatuur veel relaties gevonden tussen (persoonlijke) waarden en consumentengedrag. Er zijn verschillen gevonden in de voorkeur aan auto’s die verklaard worden door de waarden die consumenten belangrijk vinden (Vinson et al. 1977), respondenten die hoog scoren op een bepaalde waarde bezoeken met grotere waarschijnlijkheid bepaalde websites (Schiffman et al. 2003), op basis van consumptieve waarden kunnen rokers van niet-rokers worden onderscheiden (Sheth et al. 1991) en waarden zijn gerelateerd aan winkelgedrag (Wang 1995). Ook zijn waarden van invloed op het kijken naar televisieprogramma’s (McCarty en Shrum 1993).

De resultaten van de verschillende onderzoeken laten zien dat waarden niet altijd direct van invloed zijn op de keuzes voor een bepaald product of een bepaalde dienst. De aanwezigheid van waarden kan de houding van consumenten beïnvloeden en daarmee de overwegingen en keuzes van consumenten (Priester et al. 2004).

Ook is het niet één waarde die van invloed is op de keuze voor een product of dienst. Gedrag van consumenten wordt vaak door meerdere factoren bepaald. De meeste beslissingssituaties waarmee mensen geconfronteerd worden activeren meerdere variabelen, waaronder waarden (Rokeach 1973).

1.4 De invloed van waarden op gezondheidsgedrag van gezonde consumenten

Voor zover bekend is er geen onderzoek gedaan naar de invloed van waarden op het gezondheidsgedrag van gezonde consumenten. Huidig onderzoek richt zich vooral op mensen met functionele beperkingen (ouderen met beperkingen, lichamelijk gehandicapten en chronisch zieken). Zo laat onderzoek onder ouderen zien dat de vraag naar thuiszorg gerelateerd is aan een sterke mate van zekerheid en zelfstandigheid (Van Bilsen et al. 2004; Van Bilsen et al. 2006).

Wanneer behoeften onderzocht worden is er vrijwel altijd sprake van behoeften aan een specifiek, tastbaar iets, zoals de behoefte aan lange openingstijden of een servicelijn die niet bezet is.

Zoals in paragraaf 1.4 beargumenteerd heeft onderzoek naar de invloed van waarden op consumentengedrag voor organisaties diverse meerwaarden. In dit onderzoek wordt geprobeerd inzicht te geven in de relatie tussen waarden en consumentengedrag.

Zoals uit diverse definities blijkt liggen waarden en behoeften erg dicht bij elkaar. Schwartz en Bilsky (1987, p. 551) definiëren waarden als: “cognitive representations of three types of universal human requirements…”. Er wordt verschil gemaakt door behoeften te zien als de concrete, tastbare vraag naar een product of dienst en waarden als behoeften die een relatie hebben met deze tastbare vraag.

Waarden zijn in dit onderzoek als volgt gedefinieerd: persoonlijke behoeften die gerelateerd zijn aan de vraag naar zorg en gezondheid. Met andere woorden: welke waarden vinden consumenten belangrijk met betrekking tot zorg en gezondheid. Belangrijk verschil is dat deze behoeften of waarden niet de vraag naar producten en of diensten op het gebied van zorg en gezondheid weergeven, maar behoeften of waarden zijn die aan deze vraag gerelateerd zijn. Naar deze behoeften of waarden wordt in het vervolg van het onderzoek met “gezondheidsbehoeften” gerefereerd.

(14)

Hoofdstuk 2. Een analyse van het claimgedrag van zorgverzekerden

2.1 Inleiding

Door de opdrachtgever is de vraag gesteld of door claimgedrag te onderzoeken gezondheidsbehoeften bij gezonde consumenten in kaart kunnen worden gebracht. Om inzicht te krijgen in het claimgedrag waar men zich het beste op kan richten, wordt eerst een overzicht gegeven van de huidige kostensoorten waar zorgverzekeraars mee te maken hebben. Daarna wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de belangrijkste resultaten uit de analyse van het claimgedrag.

2.2 Vijf kostensoorten van zorgverzekerden

De kostensoorten van zorgverzekerden zijn in dit rapport onderverdeeld in vijf verschillende kostensoorten die samen de grootste kostenposten van zorgverzekeraars vormen. Een overzicht van deze kostensoorten is in figuur 1 opgenomen.

Figuur 1. Vijf kostensoorten in de zorgverzekeringsbranche (Bron: Zorgmonitor 2005 Vektis)

De kostensoort farmacie bestaat uit alle geneesmiddelen die door huisartsen worden voorgeschreven en/of verstrekt. Onder de kostensoort ziekenhuis worden alle kosten verstaan van een ziekenhuisopname. De kostensoort hulpmiddelen betreft alle hulpmiddelen die aan mensen verstrekt worden, zoals kunstbenen, pruiken en rolators. Huisartsen kunnen farmaceutische middelen verstrekken, zoals vitaminen en medicijnen, en mensen doorverwijzen naar het ziekenhuis bij bijvoorbeeld een gebroken been. Specialisten kunnen ook doorverwijzen naar het ziekenhuis bij gecompliceerde gevallen en daarnaast benodigde hulpmiddelen selecteren zoals een kunstbeen.

De verdeling van de vijf kostensoorten in 2004 is op basis van cijfers van het informatiecentrum van de zorgverzekeringsbranche (Vektis) in figuur 2 en figuur 3 weergegeven. Hierbij is een splitsing gemaakt in particuliere verzekerden en ziekenfonds verzekerden. De verdeling van de vijf kostensoorten bij deze twee groepen verzekerden laat vrijwel hetzelfde patroon zien.

Huisarts

Specialist

Hulpmiddelen Farmacie

(15)

Figuur 2. Verdeling kostensoorten particulier verzekerden in 2004 (Bron: Zorgmonitor 2005 Vektis)

Figuur 3. Verdeling kostensoorten ziekenfonds verzekerden in 2004 (Bron: Zorgmonitor 2005 Vektis)

Conclusie met betrekking tot de vijf kostensoorten is dat Ziekenhuis met 47% en 53% het grootste deel uitmaakt van de totale kosten aan gezondheidszorg. Daarna komt de kostensoort farmacie met 16 en 19%. Tevens laat de kostenontwikkeling van farmacie in de periode 1990 – 2000 een behoorlijke groei zien, wat veroorzaakt wordt door een stijgende vraag (Bron: NEFARMA). Voor de kostensoort farmacie wordt tot 2020, op het gebruik van thuiszorg na, de grootste stijging verwacht (Treurniet et al. 2006).

Farmacie is een kostensoort die zorgverzekeraars sterk kunnen beïnvloeden. Een voorbeeld is het belonen van het voorschrijfgedrag van huisartsen. Aangezien de overige kostensoorten een stuk minder beïnvloedbaar zijn, is er in dit onderzoek voor gekozen om twee productcategorieën te onderzoeken die zich in de kostensoort farmacie bevinden en door gezonde consumenten geconsumeerd kunnen worden. Dit zijn vitaminen en cholesterolverlagers. Cholesterolverlagende medicijnen werken preventief tegen hartaanvallen en herseninfarcten. Daarnaast worden cholesterolverlagende medicijnen evenals vitaminen als lifestyle medicijnen gezien. Hiermee passen ze bij gezonde consumenten. Het gebruik van deze medicijnen kan een indicatie zijn voor gezond willen leven.

(16)

2.3 Analyse Claimgedrag

Door het claimgedrag van consumenten te analyseren kan inzicht verkregen worden in de achterliggende zorgbehoeften van consumenten. Deze behoeften zijn in eerste instantie manifest, echter door terug te redeneren kunnen meer abstracte behoeften gevonden worden. De toename van het gebruik van vitaminen kan duiden op het willen aansterken van een vitaminetekort wat gerelateerd kan worden aan de abstracte behoefte aan gezond leven.

Door middel van een beschrijving van de kosten per geslacht en leeftijdscategorie, kan inzicht worden verkregen in de groepen waar zorgverzekeraars zich met preventie het beste op kunnen richten.

2.3.1 Methode

Van ongeveer 1 miljoen verzekerden is het claimgedrag geanalyseerd. Dit aantal verzekerden wordt als representatief gezien voor de Nederlandse bevolking, omdat wordt aangenomen dat deze verzekerden niet wezenlijk verschillen van verzekerden bij een andere zorgverzekeraar. Bij de selectie van verzekerden zijn chronisch zieken buiten beschouwing gelaten. De analyses zijn uitgevoerd voor de periode 2000-2004.

De huidige markt heeft te maken met een “nieuw soort” verzekerden, namelijk de basis en aanvullende verzekerden. De data over de periode 2000-2004 heeft betrekking op particuliere verzekerden. Deze data wordt echter wel als representatief gezien voor de basis en aanvullende verzekerden. Er valt namelijk logischerwijs niet te verwachten dat door de komst van de basisverzekering het claimgedrag van verzekerden sterk veranderd. Consumenten zullen ook bij de basisverzekering, indien van toepassing, nog dezelfde geneesmiddelen nodig hebben en dezelfde zorg houden.

De trends in afnamegedrag en het aantal gebruikers in de periode 2000-2004 zijn in kaart gebracht door gemiddelden per jaar in een grafiek op te nemen. Deze resultaten zijn in paragraaf 2.3.2 weergegeven.

Voor het analyseren van verschillen in leeftijd en geslacht met betrekking tot het claimgedrag van vitaminen is voor de periode 2000-2004 per jaar een aselecte steekproef getrokken van 2000 gebruikers uit de oorspronkelijke dataset van één miljoen verzekerden. Dit is gedaan omdat onderzoek naar de effecten van steekproefgrootte op verschillende statistische toetsen laat zien dat bij een zeer grote steekproef alle toetsen significant scoren en de variantie telkens gelijk is aan nul (Bearden et al. 1982). Een korte test op het databestand van cholesterolverlagers in 2000 laat zien dat dit inderdaad het geval is.

De gemiddeld uitgekeerde bedragen per geslacht en per leeftijdscategorie zijn in paragraaf 2.3.2 beschreven. Door middel van de t-toets zijn per jaar significante verschillen in geslacht in kaart gebracht. Verschillen in claimgedrag per leeftijdscategorie zijn per jaar door middel van One Way Anova in kaart gebracht.

(17)

2.3.2 Resultaten trendanalyse

In figuur 4 zijn de gemiddeld uitgekeerde bedragen per verzekerde per jaar opgenomen voor de periode 2000-2004. Alleen gebruikers van vitaminen en cholesterolverlagers zijn in de trendanalyse meegenomen. In figuur 5 is het verloop van het aantal gebruikers van vitaminen en cholesterolverlagers in de periode 2000-2004 weergegeven.

De data van vitaminen in het jaar 2004 wijkt ten opzichte van de overige jaren sterk af (slechts 371 waarnemingen in 2004 tegenover minimaal 4000 in de jaren 2000-2003), waarschijnlijk door een interne oorzaak. Deze data zijn bij de verdere analyses daarom buiten beschouwing is gelaten.

Gemiddeld claimbedrag per jaar 2000-2004

0 100 200 300 400 2000 2001 2002 2003 2004 E u ro 's Cholesterolverlagers Vitaminen

Figuur 4. Claimgedrag per jaar in de periode 2000-2004, weergegeven in gemiddeld claimbedrag per gebruiker in Euro’s, op basis van alle zorgverzekerden N=1.000.000

Aantal gebruikers 2000-2004 0 10000 20000 30000 40000 50000 60000 70000 2000 2001 2002 2003 2004 A a n ta l g e b ru ik e rs Cholesterolverlagers Vitaminen

Figuur 5. Het aantal gebruikers per jaar in de periode 2000-2004, op basis van alle zorgverzekerden N=1.000.000

Conclusies claimgedrag en aantal gebruikers 2000-2004

Het gemiddelde claimbedrag voor cholesterolverlagers ligt beduidend hoger dan het gemiddelde claimbedrag voor vitaminen. Logische verklaring hiervoor kan zijn dat vitaminen een stuk goedkoper zijn. Daarnaast laten de gemiddeld geclaimde bedragen aan cholesterolverlagers een lichte daling zien, in tegenstelling tot vitaminen. Dit kan betekenen dat consumenten minder dure cholesterolverlagers hebben gebruikt of voorgeschreven kregen. Conclusies gebruik vitaminen 2000-2003

(18)

pro-vitaminen of derivaten hiervan (opgemaakt voor de verkoop in het klein) in de periode 2001-2004 gestegen zijn van 21 naar 32 miljoen.

0 50 100 150 2000 2001 2002 2003 E u ro 's Gem. vitaminen N vitaminen

Figuur 6. Gemiddeld jaarlijkse claimbedrag vitaminen en aantal gebruikers vitaminen in de periode 2000-2003

Conclusies gebruik cholesterolverlagers 2000-2004

Het aantal gebruikers en gemiddeld geclaimde bedrag aan cholesterolverlagers is in figuur 7 weergegeven. Ook hier is een stijging van het aantal gebruikers (niet exact weergegeven) en een afname van het gemiddelde claimbedrag te zien. De stijging van het aantal personen in de leeftijdscategorie waarin het meest gebruikt wordt, ouderen, is waarschijnlijk de oorzaak van het toenemende aantal gebruikers.

0 200 400 600 800 1000 2000 2001 2002 2003 2004 E u ro 's Gem.Cholesterolverlagers N cholesterolverlagers

Figuur 7. Gemiddeld jaarlijkse claimgedrag cholesterolverlagers en aantal gebruikers cholesterolverlagers in de periode 2000-2004

2.3.4 Verschillen in leeftijd en geslacht: vitaminen

De verdeling van geslacht en leeftijdscategorie per jaar is in percentages weergegeven in tabel 1. De percentages tellen samen op tot 100%, met uitzondering van enkele afrondingsverschillen. In de kolom “totaal” is het totale aantal gebruikers (verzekerden die voor een X bedrag aan vitaminen geclaimd hebben) per jaar opgenomen dat overblijft na het corrigeren op niet-bruikbare data.

(19)

Tabel 1. Geslacht en leeftijdverdeling per steekproef per jaar

Man Vrouw < 35 35-54 55+ Totaal

2000 33% 67% 17% 29% 53% 1987

2001 30% 70% 7% 23% 70% 1999

2002 28% 72% 5% 23% 72% 1993

2003 29% 71% 7% 23% 70% 1995

Om te zien of het hogere gebruik door vrouwen ook leidt tot hogere gemiddeld geclaimde bedragen is een t-toets uitgevoerd. Resultaten van de t-toets, zie tabel 2, laten zien dat mannen gemiddeld hogere bedragen claimen aan vitaminen dan vrouwen. De verschillen zijn in alle jaren significant. De verschillen in geslacht worden waarschijnlijk verklaard doordat vrouwen vaak het goedkope foliumzuur declareren. Foliumzuur beschermt baby’s tijdens de zwangerschap tegen bijvoorbeeld een open ruggetje.

Tabel 2. Gemiddeld uitgekeerde bedragen aan vitaminen per geslacht en resultaten t-toets. Bedragen in Euro’s

2000 (n=1987) 2001 (n=1999) 2002 (n=1993) 2003 (n=1995) Man 44,15 44,36 48,62 49,27 Vrouw 29,92 35,06 39,80 37,88 T-waarde 2.1* 2.4** 2.7** 3.8** *p < .05; ** p < .01.

De gemiddeld uitgekeerde bedragen per leeftijdscategorie en de verdeling van personen per leeftijdscategorie zijn weergegeven in tabel 3. Resultaten van de variantieanalyse (One Way Anova) laten zien dat de verschillen in tabel 3 significant zijn. In 2000 geldt dat naar mate de leeftijd stijgt, de gemiddelde uitgekeerde bedragen per leeftijdscategorie hoger worden. Echter, in de jaren 2001 tot en met 2003 is dit precies andersom. In die jaren zijn het juist de jongere leeftijdscategorieën die meer uitgeven dan de oudere. Dit verschil kan waarschijnlijk verklaard worden doordat in 2000 foliumzuur niet vergoed werd of er nog vitaminen vergoed werden die vooral door oudere mensen gebruikt werden.

Tabel 3. Gemiddeld uitgekeerde bedragen aan vitaminen per leeftijdscategorie en de verdeling per leeftijdscategorie. Bedragen in Euro’s

Leeftijds categorie 2000 (n=1987) 2001 (n=1999) 2002 (n=1993) 2003 (n=1995) < 35 15,51 54,79 79,89 58,47 35-54 22,39 38,29 48,27 43,63 55+ 47,18 35,89 37,56 38,73 gemiddeld 34,56 37,81 42,29 41,18 Samenvatting resultaten

(20)

2.4 Beperkingen om gezondheidsbehoeften af te leiden van claimgedrag

Er zijn meerdere beperkingen om het beschreven claimgedrag te relateren aan gezondheidsbehoeften van gezonde consumenten.

Ten eerste heeft het onderzochte claimgedrag voornamelijk betrekking op een verstoring in de gezondheidstoestand. Als iemand last van zijn maag heeft is er geen sprake van dat een gezondheidsbehoefte geactiveerd wordt. Veel claimgedrag kan dus logisch verklaard worden en geeft de verzekeraar geen inzicht in achterliggende gezondheidsbehoeften van de verzekerde.

Ten tweede geeft claimgedrag geen inzicht in alle gebruik. Claims voor producten en diensten die niet in de basis of aanvullende polis zijn opgenomen worden niet geregistreerd. (“Incured but not reported”) Een voorbeeld hiervan zijn de vele vitaminen die bij drogisterijen verkocht worden. Ook kunnen verzekerden het maximale claimbedrag per jaar hebben overschreden. Verzekerden kunnen dus meer vitaminen en cholesterolverlagers gebruikt hebben dan ze geclaimd hebben.

Ten derde hoeft een toename in het gebruik van vitaminen en cholesterolverlagers niet per definitie te duiden op een sterkere behoefte aan vitaminen. Dit kan ook betekenen dat de werkelijke behoefte aan vitaminen beter in kaart is gebracht. De verzekeraar denkt dat een grotere behoefte ontstaat, terwijl deze behoefte er al was.

Ten vierde kunnen wijzigingen in gebruik van vitaminen en cholesterolverlagers verklaard worden door maatregelen van de overheid, octrooiverlies, prijsdalingen/verhogingen van deze producten en voorschrijfgedrag van de huisarts. Dit laatste mag overigens door zorgverzekeraars beïnvloed worden. De oorzaken voor veranderingen in claimgedrag zijn dus lastig te verklaren.

De verschillen in leeftijd en geslacht voor cholesterolverlagers zijn niet onderzocht omdat op basis van de resultaten van de analyse van het claimgedrag van vitaminen en de genoemde beperkingen bij claimgedrag wordt aangenomen dat verschillen bij cholesterolverlagers moeilijk gerelateerd kunnen worden aan gezondheidsbehoeften. De resultaten zullen zeer waarschijnlijk niet inzichten verschaffen die gerelateerd kunnen worden aan gezondheidsbehoeften.

2.5 Samenvatting interne analyse

Het gemiddelde claimbedrag aan cholesterolverlagers daalt, terwijl het gemiddelde claimbedrag aan vitaminen licht stijgt. Het aantal gebruikers van cholesterolverlagers neemt toe, terwijl het aantal gebruikers van vitaminen redelijk stabiel is.

De toename van het gebruik van cholesterolverlagers in de periode 2000-2004 kan duiden op een toename van de aandacht voor een gezond cholesterolpijl. Deze toegenomen aandacht kan duiden op het opkomen van de gezondheidsbehoefte gezond leven.

(21)

Hoofdstuk 3. Nationale ontwikkelingen in zorg en gezondheid: een

marktanalyse

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de huidige marktontwikkelingen en de activiteiten van zorgverzekeraars op het gebied van zorg en gezondheid gepresenteerd. In paragraaf 3.2.1 worden de algemene, demografische, economische, politieke en technologische ontwikkelingen in een overzicht weergegeven. Daarna worden in paragraaf 3.2.2 en verder de belangrijkste ontwikkelingen verder besproken. De uitkomsten van de concurrentieanalyse worden beschreven in paragraaf 3.3.

Het doel van beide analyses is om te ontdekken welke gezondheidsbehoeften gerelateerd kunnen zijn aan de huidige marktontwikkelingen en het aanbod van zorgverzekeraars. Er is gekozen voor deze methode omdat deze in korte tijd kan worden uitgevoerd en weinig kosten met zich meebrengt. Om een meer betrouwbaar inzicht te krijgen in gezondheidsbehoeften is een techniek als Laddering zeer geschikt, maar ook kostbaar en tijdrovend. Aangezien het doel van dit onderzoek is om kwantitatief te onderzoeken wat de invloed is van gezondheidsbehoeften op gezondheidsgedrag, en niet zozeer een kwalitatief oordeel geven over de achterliggende behoeften, wordt de hier gehanteerde methode als afdoende beschouwd.

Het hoofdstuk sluit af met conclusies over gezondheidsbehoeften die gerelateerd zijn aan de verschillende marktontwikkelingen en activiteiten van zorgverzekeraars.

3.2 Huidige ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid 3.2.1 Overzicht ontwikkelingen

Het in kaart brengen van de huidige marktontwikkelingen is gebeurd door literatuuronderzoek. Brancherapporten van onder andere de Algemene Rekenkamer, het RIVM, TNO, Cheskin en NIVEL zijn geraadpleegd. Daarnaast is gebruik gemaakt van branchegegevens van het CBS en Vektis.

Aan de hand van de verschillende ontwikkelingen zijn mogelijke gevolgen in kaart gebracht. Daarna is op basis van de gevolgen geredeneerd welke mogelijke onderliggende gezondheidsbehoeften hier gerelateerd aan kunnen zijn. Spirituele of sociale behoeften zijn buiten beschouwing gelaten.

De geraadpleegde rapporten, ontwikkelingen en gerelateerde gezondheidsbehoeften zijn in tabel 4 weergegeven. Ontwikkelingen met betrekking tot kinderen zijn buiten beschouwing gelaten en alleen de ontwikkelingen op nationaal niveau zijn onderzocht.

Tabel 4. Overzicht ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid

Algemene zorg en gezondheid ontwikkelingen

Bron Ontwikkeling Gevolgen ontwikkeling

Gezondheidsbe hoeften Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM 2002, 2006) “Volksgezondheid Toekomstverkenning 2002 en 2006”

- we leven steeds langer

- we leven steeds langer in goede gezondheid

- zorgvraag neemt toe - ouderen worden

vitaler: behoefte aan 50+ activiteiten (wandelen etc.)

(22)

KWF Kankerbestrijding (2004)

“Kanker in Nederland: trends, prognoses en implicaties voor zorgvraag”

- kanker komt steeds meer voor bij jonge mensen

- overlevingskans bij kanker neemt toe - groep ex-kankerpatiënten neemt toe

- diëten met vitaminen nemen toe - gezond leven - zekerheid Algemene Rekenkamer (2003) “Rapport Preventieve Gezondheidszorg”

- ongezond gedrag (roken, te weinig groente en fruit, te weinig bewegen en overgewicht) - bewegingsprogramma ’s - functionele voeding - anti-rook cursus (Agis) - gezond leven Cheskin (2001) “Life Science Perspectives:

The Emerging Healthcare Consumer”

- “consumer empowerment” - opkomst alternatieve geneeswijzen - betere levensverwachting van

consumenten - aandacht voor medische informatie neemt toe - alternatieve geneeswijzen, denk ook aan alternatieve voeding - gezond leven - zelfstandigheid Eisenberg et al. (1998) “Trends in Alternative Medicine Use in the United

States”

- steeds meer consumenten zoeken alternatieve vormen voor en van geneesmiddelen

- consumenten zoeken zelf naar alternatieven - markt voor alternatieve “geneesmiddelen” neemt toe - gezond leven - zelfstandigheid

Diverse bronnen - opkomst branchevervaging: drogisterijen, werkgevers,

sportwereld etc. bemoeien zich met welzijn - markt wordt ondoorzichtig: behoefte aan informatie over aanbieder - (on)zekerheid - duidelijkheid

Van Rijen et al. (2002) “Inzicht in e-health”

- aanbod websites met informatie over gezond leven neemt toe

- zelf zoeken naar informatie over gezondheid

- zelfstandigheid - gezond leven Diverse bronnen - aanbod zelftesten neemt toe, vooral

bij drogisterijen

- consumenten willen steeds meer eigen dokter zijn

- zelfstandigheid - zekerheid - gezond leven

Demografische ontwikkelingen

Organisation for Economic Co-operation and

Development (OECD 2002) “Coping with Population Ageing in the Netherlands”

- vergrijzing van de bevolking (top wordt verwacht in 2050)

- toename aantal ziekte gevallen (vooral chronische aandoeningen) - sterkere zorgbehoefte - gezond leven - kwaliteit

Berenschot & Blijleven (2003)

“Wie wordt er beter van? Vraagsturing in de zorg.”

- ontgroening van de bevolking1 - aantal jongeren t.o.v. ouderen neemt af - sterkere zorgbehoefte

- gezond leven

Economische ontwikkelingen

Berenschot & Blijleven (2003)

“Wie wordt er beter van? Vraagsturing in de zorg.”

- welvaart neemt toe - vraag naar zorg

neemt toe

- gezond leven - gemak

Politieke ontwikkelingen

Diverse bronnen - basisverzekering - consument verdiept

zich meer in zorgverzekering

(23)

Technologische ontwikkelingen

Berenschot & Blijleven (2003)

“Wie wordt er beter van? Vraagsturing in de zorg.”

- technologische vooruitgang van apparatuur, medicijnen en behandelmethoden - ziekten eerder opgespoord - hogere overlevingskansen

- toename zorgvraag, met name bij een vroeg stadium van de ziekte

- gezond leven

3.2.2 Groeiende groep ex-kankerpatiënten

De (na)zorgvraag bij kanker zal de komende jaren behoorlijk stijgen. Het rapport Kanker In Nederland (2004) laat zien dat het aantal mensen dat kanker heeft, of hiervoor met succes behandeld is, in 2015 opgelopen zal zijn tot 692.000 personen. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2000. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat steeds meer jonge mensen kanker krijgen en de toenemende overlevingskans bij kanker. Volgens het CBS is het risico om aan kanker te overlijden sinds het eind van de jaren tachtig gedaald. Deze daling heeft zich vooral bij mannen voorgedaan.

Ook is er de opkomst van de relatie tussen gezond leven en kanker. Regelmatige krachtige oefeningen en het gebruik van diëten met weinig vet en veel fruit en groente, zijn geassocieerd met betere fysieke prestatie onder oudere ex-kankerpatiënten (Demark-Wahnefield et al. 2004). Ook vitaminen worden in toenemende mate in verband gebracht met kanker. Zo vermindert Vitamine E de groei van menselijke kankercellen (Schindler en Mentlein 2006) en zorgt een behandeling met Vitamine E er voor dat menselijke prostaatkankercellen in muizen minder snel groeien (Limpens et al. 2006). Het onderzoek naar causale verbanden tussen gezonde voeding en kanker staat echter nog in de kinderschoenen. Bij de meeste onderzoeken worden dieren gebruikt en de onderzoeksresultaten bieden dan ook slechts kleine handvatten voor het trekken van conclusies met betrekking tot mensen.

Gesteld kan worden dat ex-kankerpatiënten in de toekomst mogelijk een sterkere behoefte hebben aan gezond leven dan “gewone” gezonde mensen, omdat ze weten hoe het is om (ernstig) ziek te zijn. In dit onderzoek worden de behoeften van ex-kankerpatiënten niet verder onderzocht. Gezien de gevoeligheid van de ziekte en de complexiteit om een betrouwbare steekproef van ex-kankerpatiënten te krijgen gaat het voor dit onderzoek te ver om te kijken of ex-kankerpatiënten een sterkere behoefte aan gezond leven hebben en of ze op andere behoeften afwijken van “gewone” gezonde mensen. Aanbevolen wordt om een eventueel vervolgonderzoek in samenwerking met KWF Kankerbestrijding op te zetten. 3.2.3 Stijgend aanbod zelftesten

Hoewel zelftesten al lange tijd bestaan is er de laatste jaren steeds meer aanbod van zelftesten op het gebied van gezondheid. Steeds meer bedrijven bieden zelftesten aan. Zo zijn bij ETOS onder andere bloeddrukmeters, hartslagmeters en cholesteroltests te verkrijgen. Ook biedt ETOS op haar website zelftests aan waarmee mensen kunnen testen of ze genoeg vitaminen binnenkrijgen. Daarnaast is het aanbod van zelftesten op Internet groeiende. Mirates, marktleider op het gebied van zelftesten voor gezondheid, biedt steeds meer verschillende zelftesten aan op haar webwinkel. Zo biedt Mirates vruchtbaarheidtests, cholesteroltests, een Pfeiffer test en de HIV test aan.

(24)

met 87% groot. Dergelijke keuringen zijn in Canada en de VS gebruikelijk. Het belang dat consumenten er aan hechten om van de eigen gezondheid op de hoogte te zijn kan duiden op de behoefte aan zekerheid en gezond leven. Tevens lijkt dit het gebruik van zelftesten in de toekomst te kunnen stimuleren.

Het toenemende aanbod van zelftesten kan ook te maken hebben met de trend “consumer empowerment”. Deze trend veronderstelt dat consumenten steeds mondiger worden en zelfstandig op zoek gaan naar medische informatie om van de eigen gezondheid op de hoogte te zijn. Dit zou zich kunnen vertalen in een toenemend aanbod van zelftesten.

Het feit dat gezondheidstesten steeds meer worden aangeboden en de toenemende “consumer empowerment” laat zien dat er kennelijk bij mensen de behoefte is om op de hoogte te zijn van de eigen gezondheid. Deze behoefte kan voortkomen uit de gezondheidsbehoeften zelfstandigheid en gezond leven. Ook kunnen zelftesten gebruikt worden om zekerheid te krijgen (bijvoorbeeld door een zwangerschapstest). In het empirisch onderzoek in hoofdstuk 4 zal onderzocht worden hoe hoog het huidige gebruik van zelftesten is en of er een relatie is tussen de genoemde gezondheidsbehoeften en het gebruik van zelftesten.

3.2.4 Branchevervaging en de opkomst van gezondheidsites

Een trend is dat steeds meer verschillende groepen inspringen op het thema gezondheid. Bedrijven/werkgevers stimuleren het bewegen van werknemers door het aanbieden van fitnessfaciliteiten op het bedrijf.

Drogisterijen richten zich steeds meer op gezondheid, getuige het toenemende aanbod van zelftesten door onder andere ETOS en het opzetten van een website door drogisterijketen Kruidvat (www.kruidvatgezondheidsnet.nl) waar informatie over geneesmiddelen, verantwoorde voeding en gezond bewegen te vinden is.

Ook de sportwereld besteed meer aandacht aan het welzijn van mensen. Er worden momenteel tal van bewegingsprogramma’s aangeboden door sportscholen waarbij men gekoppeld wordt aan een persoonlijke trainer die de vorderingen in de gaten houdt en met de persoon doorspreekt.

Er is momenteel een groot aanbod van gezondheidsites in Nederland. Zorgverzekeraars, brancheorganisaties en onafhankelijke aanbieders bieden op Internet informatie aan over gezond leven. Om te kijken welke behoeften de drijfveer zijn van het bezoek van gezondheidsites wordt in het empirisch onderzoek het bezoek van gezondheidsites en de relatie tussen gezondheidsbehoeften en het bezoek van gezondheidsites in kaart gebracht. 3.2.5 Opkomst functionele voeding

(25)

In het empirisch onderzoek zal het huidige gebruik van functionele voeding in Nederland in kaart worden gebracht. Daarnaast zal onderzocht worden welke gezondheidsbehoeften van invloed zijn op het gebruik van functionele voeding.

3.3 Concurrentieanalyse

Door middel van informatie op websites en brancherapporten is geprobeerd een overzicht te geven van de verschillende activiteiten die door zorgverzekeraars in Nederland ontplooid worden. Er is gekeken naar het polisaanbod en de activiteiten die op Internet en websites kenbaar worden gemaakt.

Een uitgebreid overzicht van de activiteiten van zorgverzekeraars is opgenomen in de concurrentiematrix in bijlage 1. In de concurrentiematrix is in kaart gebracht welke gezondheidsbehoeften gerelateerd kunnen zijn aan de activiteiten van de concurrentie. Ook hier zijn spirituele en sociale behoeften niet meegenomen.

De volgende paragrafen beschrijven de belangrijkste resultaten van de concurrentieanalyse. De zorgverzekeraars DSW, Azivo, PNO Ziektekosten en andere kleine zorgverzekeraars zijn niet in de concurrentiematrix opgenomen vanwege geen relevante activiteiten.

3.3.1 Aanbod met name gericht op preventie

Er kan onderscheid gemaakt worden in drie soorten preventie: primaire, secundaire en tertiaire. Primaire preventie betekent het voorkomen van het ontstaan van een ziekte door oorzaken weg te nemen. Doelgroep is de gezonde populatie. Secundaire preventie heeft als doel het vroeg opsporen van ziekten en het voorkomen dat iemand opnieuw ziek wordt. Doelgroepen zijn zieken en consumenten met een verhoogd risico. Met tertiaire preventie wordt geprobeerd om de ziekte stabiel te houden en complicaties te voorkomen.

De meeste zorgverzekeraars bieden polissen aan die betrekking hebben op secundaire en tertiaire preventie. Daarnaast worden vaak ook andere activiteiten aangeboden die vaak gericht zijn op primaire preventie. In de concurrentiematrix is te zien dat zorgverzekeraars zich voornamelijk richten op het thema gezondheid.

Zo heeft Achmea het Achmea-Health programma, bieden diverse zorgverzekeraars kortingen op fitness en diverse gezondheidstests via de aanvullende verzekering aan, en zijn er door zorgverzekeraars speciale websites ontwikkeld over diabetes.

De Nederlandse overheid investeert al lange tijd in preventie. Een voorbeeld hiervan zijn de vaccinatieprogramma’s tegen infectieziekten waarmee toekomstige kosten voor zorg worden voorkomen. De overheid richt zich voor de periode 2004-2007 met name op de thema’s roken, overgewicht en diabetes (Kabinetsnota 2003).

3.3.2 Effect preventieprogramma’s niet altijd bekend

Onderzoek naar de preventieve gezondheidszorg door de Algemene Rekenkamer in 2003 laat zien dat het effect van preventieprogramma’s op groepen met een lage sociaal-economische status vaak niet bekend is.

(26)

3.3.3 Inspelen op gezondheidsbehoeften

Er wordt door meerdere zorgverzekeraars ingespeeld op gezondheidsbehoeften. Zorgverzekeraar ONVZ speelt expliciet in op de gezondheidsbehoefte gezond leven. Deze zorgverzekeraar biedt polissen aan die inspelen op deze behoefte, door het woordje “fit” in de polisnaam op te nemen: Benfit, Optifit en Topfit. Daarnaast biedt ONVZ de ZorgConsulent aan, een aparte aanvullende verzekering, waarmee consumenten direct contact kunnen krijgen met een diëtiste of (sport)arts voor leefstijladviezen. Ook geeft de ZorgConsulent informatiepakketten over gezond leven, bewegen en voeding en wordt er vier keer per jaar een leefstijlevenement georganiseerd, bijvoorbeeld een beweegdag. ONVZ lijkt ook met de zorgconsulent expliciet in te spelen op de gezondheidsbehoefte gezond leven.

Een voorbeeld van een zorgverzekeraar die lijkt in te spelen op de gezondheidsbehoefte zekerheid is zorgverzekeraar Trias. Trias heeft samen met de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB) een collectieve zorgverzekering gerealiseerd en voor 1 januari 2007 komt er een speciale seniorenpolis. Met deze polis lijken ze in te spelen op de behoefte aan zekerheid (premie staat voor drie jaar vast, geen selectie vooraf).

Een derde voorbeeld is FBTO. Deze zorgverzekeraar lijkt met de slogan “verzekeren doe je zelf” in te spelen op de aan zorg en gezondheid gerelateerde behoefte aan zelfstandigheid. 3.4 Samenvatting marktanalyse

Uit zowel de marktanalyse als de concurrentieanalyse blijkt dat gezond leven momenteel de belangrijkste gezondheidsbehoefte is waar aandacht aan wordt geschonken. Zorgverzekeraars bieden kortingen op fitness, diverse gezondheidstests en gezondheidsites aan.

(27)

Hoofdstuk 4. Gezondheidsbehoeften bij gezonde consumenten in Nederland

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt het empirisch onderzoek beschreven aan de hand waarvan de gezondheidsbehoeften getoetst zijn in de praktijk. In paragraaf 4.2 wordt in de behoeftematrix een overzicht gegeven van de belangrijkste gezondheidsbehoeften die gesignaleerd zijn bij de marktanalyse. Daarna wordt vanaf paragraaf 4.3 het onderzoek beschreven waarmee de omvang en invloed van de gezondheidsbehoeften op gezondheidsgedrag onderzocht zijn. De gezondheidsbehoeften die door middel van het empirisch onderzoek onderzocht worden, zijn gezond leven, zekerheid en zelfstandigheid. Zorgeloos leven is niet apart onderzocht omdat deze behoefte sterk lijkt op de behoefte aan zekerheid. Het is daarom moeilijk om vragen te ontwerpen die respondenten het niet gevoel geven twee keer dezelfde vragen te beantwoorden. Hetzelfde geldt voor de behoefte eigen regie. Deze behoefte lijkt sterk op de behoefte aan zelfstandigheid.

4.2 Doel empirisch onderzoek

Het empirisch onderzoek heeft als doel om inzicht te krijgen in de omvang van de verschillende gezondheidsbehoeften, hoe de verschillende behoeften verdeeld zijn bij geslacht, leeftijd en levensfase en of gezondheidsbehoeften van invloed zijn op het gezondheidsgedrag van gezonde consumenten.

Het gezondheidsgedrag van consumenten dat in dit onderzoek is onderzocht, bestaat uit het gebruik van zelftesten, het gebruik van functionele voeding, het bezoek van gezondheidsites en de afname van aanvullende verzekeringen.

4.3 Methode van onderzoek

Om de gezondheidsbehoeften nader te onderzoeken is er gebruik gemaakt van een enquête die telefonisch is afgenomen onder zorgverzekerden. Een telefonische enquête is een efficiënte en relatief goedkope manier om snel informatie te verzamelen van een grote groep consumenten. Daarnaast geeft deze methode van onderzoek, bij helder geformuleerde vragen, een kleinere kans op interview bias. De resultaten zijn verwerkt en geanalyseerd met het statistische programma SPSS.

Voordat begonnen is met de dataverzameling is de vragenlijst uitgetest onder 50 respondenten. Hierbij is voornamelijk getest op de formulering en volgorde van de vragen. Aan de hand van de reacties van ondervragers en respondenten is de vragenlijst aangepast. De gebruikte vragenlijst is als bijlage 2 in dit rapport opgenomen.

Berekening steekproefgrootte

Uit de populatie zorgverzekerden is een steekproef getrokken die op demografische kenmerken representatief is voor de Nederlandse bevolking. Geslacht is op basis van de Nederlandse bevolking verdeeld: 52% vrouw, 48% man (bron: CBS). De spreiding van leeftijd is tevens gebeurd op basis van gegevens van het CBS.

(28)

Bij het berekenen van het benodigde aantal respondenten (steekproefgrootte) is uitgegaan van een betrouwbaarheidspercentage van 95% en een betrouwbaarheidsinterval van 5 (uitgaande van een percentage waarbij de afwijking het grootst kan worden, namelijk 50%)2.

Op basis van de totale populatie individueel verzekerden wordt er onderscheid gemaakt in drie deelpopulaties: Alleenstaanden, Gezin met kinderen en Gezin zonder kinderen. Per deelpopulatie zijn 384 respondenten nodig om betrouwbare uitspraken over de deelpopulaties te kunnen doen. Dit betekent een totale steekproefgrootte van 1152 verzekerden. Uitgaande van ongeveer één deelname aan het onderzoek per vier die gebeld worden bedraagt de totale bruto steekproef 4500. De gewenste respons bedraagt hiermee 25%. Een overzicht van de steekproef en het benodigde aantal respondenten is in tabel 5 weergegeven.

Tabel 5. Overzicht steekproef en benodigd aantal respondenten

ALLEENSTAANDEN GEZIN MET KINDEREN

GEZIN ZONDER KINDEREN < 35 35-54 55 + Oudste < 5 Oudste 5-12 Oudste 13 + < 35 35-54 55 +

Data dit onderzoek

(bruto steekproef) 554 500 554 468 432 491 554 500 447

Data dit onderzoek

(benodigd) 384 384 384

Conceptueel model en hypotheses

Bij de marktanalyse zijn gezondheidsbehoeften in kaart gebracht waarvan aangenomen wordt dat die gerelateerd zijn aan gezondheidsgedrag. Om te toetsen of deze relaties in de praktijk werkelijk bestaan is een conceptueel model opgesteld dat in figuur 8 is weergegeven.

Het gezondheidsgedrag bestaat in dit onderzoek uit het gebruik van zelftesten, het gebruik van functionele voeding, het bezoek van gezondheidsites en de afname van aanvullende verzekeringen (AV’s).

Omdat dit onderzoek een exploratief karakter heeft worden alle mogelijke relaties tussen gezondheidsbehoeften en gezondheidsgedrag getoetst. De verwachte invloed van de gezondheidsbehoeften op het gezondheidsgedrag is in een aantal hypotheses als volgt samengevat.

2

De gehanteerde formule voor de berekening voor de steekproefgrootte luidt:

(29)

Figuur 8. Conceptueel model onderzoek gezondheidsbehoeften

Zekerheid

Zekerheid is een behoefte die er voor kan zorgen dat consumenten minder risico willen nemen. Wanneer bijvoorbeeld het cholesterolgehalte niet vertrouwd wordt is het aannemelijk dat consumenten met een sterke behoefte aan zekerheid het cholesterolgehalte willen testen.

H1a: Consumenten die een sterke behoefte aan zekerheid hebben zullen vaker de eigen gezondheid testen.

Onderzoek laat zien dat de behoefte aan zekerheid ook terug te vinden is in de keus van consumenten voor ziekenhuizen. De belangrijkste preferenties voor ziekenhuiskeuze zijn de reputatie van ziekenhuispersoneel en de persoonlijke ervaring die consumenten met een ziekenhuis hebben (Schee et al. 2005; Dasu en Rao 1999).

Het is daarom aannemelijk dat ook bij de keus voor zorgverzekeringen de behoefte aan zekerheid een grote rol speelt. Mensen met een sterke behoefte aan zekerheid zullen bij ziekte zo goed mogelijk geholpen willen worden.

H1b: Consumenten die een sterke behoefte aan zekerheid hebben zullen vaker aanvullende verzekeringen afnemen.

Zelfstandigheid

Consumenten met een sterke behoefte aan zelfstandigheid zullen hun gezondheid zelf willen controleren en dit niet noodzakelijk door een specialist willen laten doen. Het is waarschijnlijk dat consumenten waarbij de behoefte aan zelfstandigheid sterk aanwezig is, ook vaker websites bezoeken met informatie over gezonde voeding. Consumenten kunnen zo zelfstandig bepalen hoe hun gezondheid is.

H2a: Naar mate de behoefte aan zelfstandigheid hoger is zullen consumenten vaker zelftesten gebruiken.

H2b: Naar mate de behoefte aan zelfstandigheid hoger is zullen consumenten vaker websites bezoeken met informatie over gezond leven.

Gezond leven

De behoefte aan gezond leven is in dit onderzoek gedefinieerd als de behoefte aan gezonde voeding en bewegen. Een van de onderzochte relaties is de invloed van gezond leven op het gebruik van functionele voedingsproducten.

Er bestaat op dit moment nog geen eenduidige definitie van functionele voedingsproducten. Zo wordt functionele voeding gezien als “producten die op de markt gezet worden als voeding

(30)

die verrijkt is met elementen die bekend staan of waarvan aangenomen wordt dat deze geassocieerd worden met een goede gezondheid” (Ernst 2001:353). Daarnaast worden functionele voedingsproducten ook gedefinieerd als producten die integrale componenten zijn van een dieet waarvan wordt aangenomen dat deze bijdragen aan de gezondheid (Halsted 2003).

Bij dit onderzoek is de definitie gehanteerd zoals die opgesteld is door het Voedingscentrum: “Functionele voedingsmiddelen zijn voedingsmiddelen waaraan gezondheidsbevorderende stoffen zijn toegevoegd”. Hierbij is expliciet niet vermeld dat de producten kunnen bijdragen aan een goede gezondheid, omdat van zeer weinig producten op dit moment bewezen kan worden dat ze werkelijk bijdragen aan de gezondheid.

Het is aannemelijk dat consumenten die de behoefte aan gezond leven in sterke mate bezitten ook vaker functionele voedingsproducten gebruiken. Door deze producten te gebruiken kan de gezondheid immers bevorderd worden.

H3a: Hoe belangrijker consumenten gezond leven vinden, des te vaker consumenten functionele voedingsproducten gebruiken.

Het is te verwachten dat consumenten met een sterke behoefte aan gezond leven ook informatie over gezond leven zoeken om zo op de hoogte te zijn van de eigen gezondheid. Deze informatie is op Internet snel en gemakkelijk te vinden. De verwachting is daarom dat een sterke behoefte aan gezond leven leidt tot het vaker bezoeken van gezondheidsites. Gezondheidsites zijn gedefinieerd als websites met informatie over gezonde voeding en bewegen.

H3b: Hoe belangrijker consumenten gezond leven vinden, des te vaker worden websites met informatie over gezond leven bezocht.

Wanneer men gezond leven belangrijk vindt zullen er tevens vaker zelftesten gedaan worden en meer aanvullende verzekeringen worden afgesloten. Ook door zelftesten kan men op de hoogte zijn van de eigen gezondheid en aanvullende verzekeringen beschermen de gezondheid bij een eventuele verstoring hierin. Zelftesten zijn gedefinieerd als testen die zelfstandig worden uitgevoerd, zoals zwangerschapstesten en cholesteroltesten.

Een sterkere behoefte aan gezond leven kan er voor zorgen dat mensen ook gezond willen blijven als hun iets overkomt. Dit leidt waarschijnlijk tot het afnemen van meer aanvullende verzekeringen, omdat hiermee eventuele gezondheidsrisico’s, zoals het niet kunnen betalen van een operatie, worden ingedekt.

H3c: Hoe belangrijker consumenten gezond leven vinden, des te vaker worden zelftesten gebruikt.

H3d: Hoe belangrijker consumenten gezond leven vinden, des te vaker worden aanvullende verzekeringen afgesloten.

4.4 Resultaten

De enquête is in juni 2006 afgenomen onder 1193 zorgverzekerden. In tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de karakteristieken van de respondenten. De totale respons bedraagt met 1193 respondenten een kleine 30% van de ongeveer 4000 mensen die gebeld zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de opbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog was een langdurige arbeids relatie op basis van een vast contract voor een overgro te meerderheid van werkend N ederland de norm..

A strategy for potable water conservation in gold mines 29 Ranchod et al [1] used tailored water footprint networks to identify high water consumers in the platinum mining

Bij kruisinoculatie, uitgevoerd door Schnathorst, Crogan &amp; Bardin, (1958) blijken de volgende planten vatbaar voor de echte meeldauw van Lactuca sativa:

De voor onderzoek aanbevolen doseringen bedragen bij toepassing vóór de op- komst van peen 9 à, 12 kg geformuleerd produkt per hectare en bij aanwending over het gewas 6 à 9 kg«

Om een beeld te kunnen schetsen, welke factoren invloed hebben op de consumptie van exotische producten zijn er twee determinanten aangewezen, woningsoort en inkomensklasse.. Dat

13. Ik vind het belangrijk dat mijn zorgverzekeraar bewegingsprogramma’s aanbiedt, zoals een fitnesscursus. Ik vind het belangrijk dat mijn zorgverzekeraar via Internet

Bij vol-automatisch bedrijf wanneer een differentiaalthermostaat wordt toegepast, compleet incl.. Een bewaarplaats met een opslagcapaciteit van

Omdat uit de literatuur blijkt dat sociaal kapitaal van invloed is op de mentale gezondheid van ouderen, zal er in dit onderzoek onderzocht worden of er ook een verband bestaat