• No results found

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet."

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer 5105 / 59

Betreft zaak: 5105 / VGZ-IZA - Trias

I. MELDING

1. Op 29 juni 2005 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit1

een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat de Coöperatie VGZ-IZA Groep U.A. en de Stichting Ziekenfonds VGZ (hierna samen: VGZ-IZA Groep) enerzijds en de Onderlinge

Waarborgmaatschappij TRIAS Aanvullende Verzekeringen U.A., de Stichting TRIAS en de Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar TRIAS U.A. (hierna: TRIAS Groep)2

anderzijds voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 126 van 4 juli 2005. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn door marktpartijen geen zienswijzen naar voren gebracht. Er is een gezamenlijke zienswijze van het College Tarieven Gezondheidszorg en de Zorg

Autoriteit in oprichting ontvangen. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen.

II. PARTIJEN

2. De Coöperatie VGZ-IZA Groep U.A.(hierna: de Holdingcoöperatie) is een coöperatie naar Nederlands recht. De Holdingcoöperatie voert de leiding over de activiteiten van de VGZ-IZA Groep. De Stichting Ziekenfonds VGZ (hierna: Ziekenfonds VGZ) is een stichting naar Nederlands recht. Ziekenfonds VGZ is via een personele unie verbonden met de

Holdingcoöperatie.

1 Met ingang van 1 juli 2005 is de Nederlandse Mededingingsautoriteit een zelfstandig bestuursorgaan en heeft de Raad

van Bestuur (hierna: de Raad) de taken en bevoegdheden overgenomen van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

2 Op 30 september 2005 heeft de Raad de overname van Maatschappij voor Zorgverzekering Gouda N.V. door Onderlinge

(2)

3. De VGZ-IZA Groep is actief op het gebied van het aanbieden van

ziektekostenverzekeringen, assurantiebemiddeling en bedrijfszorgdiensten, waaronder verzuimmanagement.

4. De Onderlinge Waarborgmaatschappij TRIAS Aanvullende Verzekeringen U.A. (hierna: TRIAS Aanvullende) is een onderlinge waarborgmaatschappij met uitsluiting van

aansprakelijkheid naar Nederlands recht. De Stichting TRIAS is een stichting naar Nederlands recht. Zij heeft twee 100%-dochterondernemingen, te weten TRIAS Verzekeringen B.V. (hierna: TRIAS Verzekeringen) en TRIAS B.V. De Onderlinge Waarborgmaatschappij Zorgverzekeraar TRIAS U.A. (hierna: TRIAS Ziekenfonds) is een onderlinge waarborgmaatschappij met uitsluiting van aansprakelijkheid naar Nederlands recht. TRIAS Aanvullende en TRIAS Verzekeringen zijn via een personele unie verbonden met TRIAS Ziekenfonds.

5. De TRIAS Groep is actief op het gebied van het aanbieden van

ziektekostenverzekeringen, assurantiebemiddeling en bedrijfszorgdiensten, waaronder verzuimmanagement.

III. DE GEMELDE OPERATIE

6. De gemelde operatie betreft de bestuurlijke en bedrijfsmatige integratie van de TRIAS Groep en de VGZ-IZA Groep door middel van (een) juridische fusie(s) in de zin van artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek zoals neergelegd in de ‘Fusie/Samenwerkingsovereenkomst’ van 14 maart 2005. Er zal een juridische fusie tot stand worden gebracht tussen de Holdingcoöperatie en TRIAS Aanvullende. Afhankelijk van het tijdstip van invoering van de nieuwe

Zorgverzekeringswet3 en de wens van TRIAS Ziekenfonds zal:

a een juridische fusie plaatsvinden tussen TRIAS Ziekenfonds en de Holdingcoöperatie nadat TRIAS Ziekenfonds is omgezet in een coöperatie, of

b een juridische fusie tot stand worden gebracht tussen TRIAS Ziekenfonds en VGZ Ziekenfonds nadat TRIAS Ziekenfonds is omgezet in een stichting, of

c het bestuur van TRIAS Ziekenfonds worden gevormd door of vanwege (de bestuursleden van) TRIAS Particuliere Verzekeringen N.V., een nieuwe vennootschap opgericht door TRIAS Aanvullende voorafgaand aan de eerder genoemde juridische fusie tussen de Holdingcoöperatie en TRIAS Aanvullende welke vennootschap het

ziektekostenverzekeringsbedijf van TRIAS Aanvullende zal verwerven.

3 Inmiddels is bekend dat per 1 januari 2006 de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag (hierna gezamenlijk: de

(3)

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

7. De gemelde operatie is (in iedere vorm a, b of c zoals genoemd in punt 6) een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet.

8. De hiervoor, onder punt 6, omschreven transacties leiden er toe dat twee voorheen van elkaar onafhankelijke ondernemingen fuseren.

9. De Holdingcoöperatie, TRIAS Aanvullende en Stichting TRIAS zijn ondernemingen in de zin van artikel 1 van de Mededingingswet. Ziekenfondsen worden niet aangemerkt als

ondernemingen in de zin van artikel 1 van de Mededingingswet.4 In het onderhavige geval zal

derhalve voor de vaststelling of de voorgenomen transacties onder het concentratietoezicht vallen, worden uitgegaan van de omzet van de Holdingcoöperatie, TRIAS Aanvullende en Stichting TRIAS.

10. Bij het bepalen van de toekomstige gezamenlijke positie van partijen op het gebied van (basis)zorgverzekeringen zal, in lijn met het besluit op de aanvraag om vergunning van 28 oktober 2005 in de zaak 5052/CZ – OZ (hierna: vergunningsbesluit CZ – OZ ), wel rekening worden gehouden met hun huidige positie op de huidige markten voor particuliere

ziektekostenverzekeringen en ziekenfondsverzekeringen tezamen.5

11. Betrokken ondernemingen zijn de Holdingcoöperatie, TRIAS Aanvullende en Stichting TRIAS.

12. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

A. RELEVANTE MARKTEN

Relevante productmarkten

4 Het Europese Hof van Justitie heeft in haar AOK arrest, gevoegde zaken C-264/01, C-306/01, C-354/01 en C-355/01, van 16

maart 2004 geoordeeld dat Duitse ziekenfondsen geen ondernemingen zijn in de zin van het Europese

mededingingsrecht. De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft, gezien het feit dat de verschillen niet dermate groot zijn om een andere opvatting te rechtvaardigen, het standpunt ingenomen dat Nederlandse ziekenfondsen geen ondernemingen zijn in de zin van de Mededingingswet. In de onderhavige zaak beschouwt de Raad, net als in het eerste fase besluit CZ – OZ, punt 31, de huidige ziekenfondsen dan ook niet als (betrokken) ondernemingen.

(4)

13. De activiteiten van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep overlappen op (i) de markt(en) voor het aanbieden van zorgverzekeringen, (ii) de markt(en) voor inkoop van zorg, (iii) de markt voor assurantiebemiddeling en (iv) het gebied van verzuimmanagement.

(i) Markt(en) voor zorgverzekeringen

14. De VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep zijn beide actief als aanbieders van particuliere ziektekosten- en ziekenfondsverzekeringen.

15. Per 1 januari 2006 treedt de Zvw in werking.6 Met het in werking treden van de Zvw komt

er één zorgverzekering voor alle Nederlanders (hierna: basiszorgverzekering) waardoor zij niet langer particulier of ziekenfonds verzekerd zijn, maar verplicht zijn zich te verzekeren bij een zorgverzekeraar voor een wettelijk omschreven zorgpakket, de basiszorgverzekering.

16. In de besluiten in de zaak CZ – OZ7 is uitgegaan van een markt voor zorgverzekeringen.

Tevens is aangegeven dat niet kan worden uitgesloten dat in toekomstige gevallen de onderscheidingen (i) basiszorgverzekering en aanvullende verzekering en (ii) naturapolis en restitutiepolis relevant kunnen worden. In het navolgende zal evenwel op deze afzonderlijke mogelijke onderscheiden niet nader worden ingegaan omdat de ontwikkelingen terzake onvoldoende kunnen worden voorspeld.8

17. In het vergunningsbesluit CZ – OZ9 is aangegeven dat in toekomstige gevallen het

onderscheid individueel en collectief relevant kan blijven. In onderhavige zaak kan, net als in de zaak CZ – OZ in het midden worden gelaten of er één markt zal zijn voor zorgverzekeringen of

6 Zie ook voetnoot 3.

7 Zie het eerste fase besluit CZ – OZ, punt 46 en het vergunningsbesluit CZ – OZ, punt 31 e.v.

8 In het eerste fase besluit CZ – OZ, punt 87, is aangegeven dat indien na invoering van de Zvw een dominant

verzekeringstype zou ontstaan, het het meest waarschijnlijk is dat dit de naturapolis zou zijn aangezien met deze vorm immers het merendeel van de Nederlandse bevolking vertrouwd is (de huidige ziekenfondsverzekerden), deze vorm het beleid van VWS ten aanzien van het bereiken van doelmatige inkoop ondersteunt en deze vorm waarschijnlijk goedkoper wordt. Inmiddels is, na de bekendmaking van de premies voor 2006 door het merendeel van de verzekeraars, duidelijk geworden dat over het algemeen de naturapolissen in 2006 inderdaad goedkoper zullen zijn dan de restitutiepolissen. Omdat het niet in de lijn der verwachting ligt dat de restitutiepolis de dominante verzekeringsvorm zal worden, zal, net als in het eerste fase besluit CZ – OZ, in het navolgende niet verder worden ingegaan op uitsluitend de huidige positie van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op het gebied van particuliere verzekeringen als benadering voor hun positie op het gebied van restitutieverzekeringen. Zie ook het besluit in zaak 5160/TRIAS – MVZ, reeds aangehaald, punt 14 en voetnoot 5.

9 Zie het vergunningsbesluit CZ – OZ, punt 36. Overigens is in dit zelfde besluit, punten 45 tot en met 49, gemotiveerd

(5)

dat een nader onderscheid dient te worden gemaakt naar individuele en collectieve

zorgverzekeringen, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 47 tot en met 53).

(ii) Markt(en) voor inkoop van zorg

18. Onder de Zvw zal zorg worden ingekocht voor die polissen waar zorg (deels) in natura wordt aangeboden. In het vergunningsbesluit CZ – OZ10 is reeds geconcludeerd dat, gezien de

nauwe samenhang tussen de inkoopmarkt(en) voor zorg en de mogelijke markt(en) voor zorgverzekeringen in natura, het redelijk is te veronderstellen dat de huidige marktposities van partijen op de markt(en) voor inkoop van zorg vergelijkbaar zullen zijn met die op de

toekomstige zorgverzekeringsmarkt(en). In het onderhavige besluit zal derhalve, evenals in het vergunningsbesluit CZ – OZ11, slechts worden ingegaan op de posities van partijen op het gebied

van zorgverzekeringen en niet nader apart op de posities van partijen op de markt(en) voor de inkoop van zorg.

(iii) Markt voor assurantiebemiddeling

19. Partijen geven aan dat de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep actief zijn op het gebied van bemiddeling bij de totstandkoming van reis- en begrafenisverzekeringen. Gelet op het feit dat de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op dit gebied slechts op zeer bescheiden schaal actief zijn, zal in het vervolg van dit besluit daarop niet nader worden ingegaan.

(iv) Verzuimmanagement

20. De VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep zijn actief op het gebied van

verzuimmanagement, maar de activiteiten van de TRIAS Groep op dit gebied zijn zeer beperkt.12

Daarom zal in het vervolg van dit besluit daarop niet nader worden ingegaan.

Relevante geografische markten

Markt(en) voor zorgverzekeringen

10 Zie het vergunningsbesluit CZ – OZ, reeds aangehaald, punt 62. 11 Zie voetnoot 10.

12 De vennootschap waarin de activiteiten met betrekking tot het verzuimmanagement zijn ondergebracht, te weten TRIAS

(6)

21. Aangezien per 1 januari 2006 de Zvw wordt ingevoerd, zal in het hiernavolgende alleen worden ingegaan op de situatie vanaf die datum.

22. Met betrekking tot de mogelijke markt voor collectieve zorgverzekeringen zal, evenals in het vergunningsbesluit CZ – OZ13, in de onderhavige zaak voor de beoordeling

van de concentratie worden uitgegaan van een landelijke markt voor collectieve zorgverzekeringen.

23. Met betrekking tot de mogelijke markt voor individuele zorgverzekeringen kan het volgende worden opgemerkt. In het vergunningsbesluit CZ – OZ 14 is geconcludeerd dat, hoewel

een aantal argumenten zou kunnen wijzen op een landelijke zorgverzekeringsmarkt, er een gerede kans bestaat dat verschillende regionale zorgverzekeringsmarkten kunnen ontstaan, met name in de regio’s waarin hoge marktaandelen bestaan of ontstaan.

24. In het eerste fase besluit CZ – OZ 15 is gewezen op diverse mogelijke regionale

indelingen van de markt voor individuele zorgverzekeringen. Een regionale indeling naar provincie zou kunnen ontstaan, aangezien dit aansluit bij de mogelijkheid in de wet dat verzekeraars provinciale polissen kunnen gaan aanbieden.

25. Volgens partijen beslaat het voormalige kernwerkgebied van de VGZ-IZA Groep delen van de provincies Gelderland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg16 en vormt de driehoek

Gorinchem – Dordrecht – Gouda de kern van het voormalige (kern)werkgebied van de TRIAS Groep17. De verzekeractiviteiten van de TRIAS Groep en de VGZ-IZA Groep vertonen nauwelijks

13 Zie het vergunningsbesluit CZ – OZ, punt 43. 14 Zie het vergunningsbesluit CZ – OZ, punt 32. 15 Zie het eerste fase besluit CZ – OZ, punt 61.

16 Het voormalig kernwerkgebied van de VGZ-IZA Groep omvat de gemeenten ’s-Hertogenbosch inclusief Rosmalen,

Aalburg, Arcen en Velden, Beek, Bergen op Zoom, Beuningen, Breda, Cuijk, Dongen, Eijsden, Eindhoven, Geertruidenberg, Gennep, Grave, Groesbeek, Helden, Heumen, Heusden, Horst aan de Maas, Loon op Zand, Maasbree, Maasdonk, Maasdriel, Maastricht en omgeving, Margraten, Mill en Sint Hubert, Neder-Betuwe, Nijmegen, Nuenen, Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Roosendaal, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Son en Breugel, Steenbergen, Venlo en omgeving, Venray en omgeving, Vught, Waalre, Waalwijk, Wijchen, Woensdrecht en Zaltbommel.

17 Het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep omvat de gemeenten Aalburg, Alblasserdam, Bergambacht,

(7)

overlap in het voormalige (kern)werkgebied van de VGZ-IZA Groep.18 Er is een grotere overlap in

het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep waar de TRIAS Groep van oudsher een sterke positie heeft.19

26. De wettelijke eis dat minimaal een provinciale polis moet worden aangeboden, geeft een aanwijzing dat de relevante geografische markt minimaal een provincie zal beslaan. Er kunnen echter redenen bestaan waardoor er van kleiner dan provinciale markten moet worden uitgegaan. In de onderhavige zaak heeft, zoals aangegeven in punt 25, de TRIAS Groep van oudsher een sterke positie in met name een deel van de provincie Zuid-Holland.20

27. In het navolgende zal derhalve onderzocht worden of er redenen zijn om bij de beoordeling van de onderhavige zaak uit te gaan van een relevante geografische markt die het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep omvat. In het vergunningsbesluit CZ – OZ21 is

aangegeven dat voor een mogelijke ontwikkeling naar regionale zorgverzekeringsmarkten het zogenoemd regionaal ‘mechanisme’ een belangrijke rol speelt.

28. Het regionaal ‘mechanisme’ houdt in dat verzekeraars met sterke regionale posities beter in staat zijn - dan andere, in die regio kleinere, verzekeraars dan wel verzekeraars die in die regio nog niet actief zijn - gunstige onderhandelingsresultaten op het gebied van de inkoop van zorg te boeken. Deze voordelen kunnen vervolgens door de regionaal sterke verzekeraars worden benut voor een gunstiger aanbod van

regio-specifieke polissen, bestemd voor verzekerden die woonachtig zijn in het desbetreffende gebied. De regionaal sterke verzekeraar kan met de gunstige polissen trachten verzekerden te sturen naar de zorgaanbieders waarmee de gunstige inkoopcontracten zijn afgesloten.

29. Indien het bovenstaande zich voordoet, is het aannemelijk dat een inwoner van die regio, gezien de gunstige regionale polis, in beginsel een voorkeur zal hebben voor de regionale zorgpolis van de sterke regionale verzekeraar. In dat geval wordt het moeilijker voor andere zorgverzekeraars om een concurrerende naturapolis aan te bieden, aangezien zij vanwege hun beperktere omvang in die regio geen of minder inkoopvoordelen kunnen

18 Aangezien het marktaandeel van de TRIAS Groep in het voormalig kernwerkgebied van de VGZ-IZA Groep (gelegen in de

provincies Noord-Brabant, Limburg en Gelderland) maximaal 1,5% per provincie is, wordt in het navolgende niet nader op het voormalig kernwerkgebied van de VGZ-IZA Groep als mogelijke relevante geografische markt ingegaan.

19 De TRIAS Groep heeft in haar gehele voormalige kernwerkgebied een marktaandeel van ongeveer 38%. Na de fusie met

de VGZ-IZA Groep is het gezamenlijke marktaandeel van partijen in dat gebied lager dan 50%.

20 In het onderhavige besluit wordt voor de geografische marktafbakening niet nader ingegaan op de gedeelten van het

voormalige kernwerkgebied van de TRIAS Groep die in de provincies Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant liggen, aangezien het hier slechts om circa 3 gemeenten in elke provincie gaat.

(8)

behalen. Hiermee wordt de disciplinering door actuele en potentiële concurrentie beperkt en ontstaat de mogelijkheid voor sterke regionale zorgverzekeraars om zich onafhankelijk van concurrenten en verzekerden te gaan gedragen.

30. Voor de onderhavige zaak is van belang of, aangezien het voormalige

kernwerkgebied aanmerkelijk kleiner is dan een provincie, het regionaal ‘mechanisme’ zich ook in dit gebied zou kunnen voordoen.

Beoordeling van werking van het regionaal ‘mechanisme' in onderhavige zaak

31. In onderhavig geval zou dit regionale ‘mechanisme’ veronderstellen dat inkoopvoordelen, die de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep kunnen behalen in de regio waarin zij een sterke positie hebben (de driehoek Gorinchem – Dordrecht – Gouda), met name worden doorgegeven aan verzekerden in die regio. Dit zou betekenen dat partijen aan (potentiële) verzekerden in de driehoek Gorinchem – Dordrecht – Gouda een gunstigere polis aanbieden dan aan verzekerden die wel woonachtig zijn in de provincie Zuid-Holland, maar niet woonachtig zijn in de driehoek Gorinchem – Dordrecht – Gouda. Dit is mogelijk door voor de zorgverzekeringen in natura alleen zorg in te kopen in de driehoek Gorinchem – Dordrecht – Gouda. Gevolg daarvan zou wel zijn dat de provinciale polis van de TRIAS Groep minder aantrekkelijk wordt voor verzekerden buiten deze regio.22

32. Het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep is met name gesitueerd in Zuid-Holland. In het Zuid-Hollandse gedeelte van het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep wonen circa 500.000 inwoners. In geheel Zuid-Holland wonen circa 3 miljoen inwoners. Het Zuid-Hollandse gedeelte van het voormalige kernwerkgebied van de TRIAS Groep behelst derhalve slechts een klein gedeelte van de totale provincie Zuid-Holland.

33. In Zuid-Holland is sprake van een hoge bevolkingsdichtheid, namelijk 1227 inwoners per km2.23 Tevens kan worden opgemerkt dat er in Zuid-Holland relatief veel

ziekenhuizen zijn gevestigd die op korte reisafstand van elkaar gelegen zijn.

34. Gelet op de hierboven genoemde kenmerken kan Zuid-Holland als een aantrekkelijke markt voor zorgverzekeraars worden aangemerkt. De bevraagde andere verzekeraars hebben alle aangegeven in Zuid-Holland zorg te blijven/gaan inkopen. Het is niet aannemelijk dat zij zich zullen terugtrekken uit Zuid-Holland.

22 Verzekerden buiten het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep zouden verder moeten gaan reizen, te weten naar

de door partijen gecontracteerde zorgaanbieders binnen het voormalige kernwerkgebied van de TRIAS Groep.

(9)

35. Daarnaast hebben de bevraagde ziekenhuizen gevestigd in het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep aangegeven dat zij nu reeds onderhandelen met meerdere verzekeraars. Zij hebben aangegeven dit ook in de toekomst te willen blijven doen. Een en ander lijkt aannemelijk gelet op het feit dat zorgaanbieders zich niet te veel afhankelijk willen maken van één verzekeraar. Ziekenhuizen kunnen, nu zoals aangegeven voldoende andere verzekeraars in Zuid-Holland actief zijn of willen worden, ook in de toekomst blijven contracteren met meerdere verzekeraars.

36. Vervolgens kan worden opgemerkt dat het Zuid-Hollandse deel van het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep geografisch is omsloten door een gebied waarin veel andere zorgaanbieders zijn gevestigd en waar andere zorgverzekeraars ook sterke posities hebben. Polissen van die verzekeraars kunnen ook aantrekkelijk zijn voor verzekerden uit (de randen van) het voormalige kernwerkgebied van de TRIAS Groep.

37. De TRIAS Groep heeft aangegeven dat haar strategie gericht is op het aanbieden van landelijke polissen. Dit blijkt ook uit de door de TRIAS Groep overgelegde nieuwe polis voor 2006. Het is derhalve, ondanks dat een aantal concurrenten desgevraagd heeft aangegeven het wel als een reële optie te beschouwen24, minder aannemelijk dat de TRIAS

Groep, nu zij fuseert met de VGZ-IZA Groep, selectief zal gaan inkopen in haar voormalig kernwerkgebied.

38. Gelet op het bovenstaande acht de Raad de kans op het optreden van het regionaal ‘mechanisme’ in het voormalig kernwerkgebied van de TRIAS Groep minder aannemelijk. Dit betekent dat het in de onderhavige zaak niet aannemelijk is dat de geografische omvang van de markt(en) voor individuele zorgverzekeringen kleiner is(zijn) dan de provincie Zuid-Holland.

39. In het onderhavige geval zal vervolgens in het midden worden gelaten of voor de geografische markt voor individuele zorgverzekeringen dient te worden uitgegaan van (i) een landelijke markt of (ii) provinciale markten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 47 tot en met 53).

B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE

Markt(en) voor zorgverzekeringen

40. Zoals onder punt 10 is aangegeven, wordt bij de materiële beoordeling de (omvang van de) activiteiten van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op het gebied van zowel particuliere als ziekenfondsverzekeringen meegenomen. Als gevolg van de Zvw krijgt iedere verzekerde een

(10)

passend aanbod van zijn verzekeraar aangeboden voorafgaande aan de invoering van de Zvw. Het is de verwachting dat verzekerden slechts in beperkte mate25 zullen overstappen naar andere

verzekeraars26, waardoor het aannemelijk is dat de huidige omvang van de activiteiten van de

VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op het gebied van zorgverzekeringen een goede inschatting is van hun marktpositie in (in ieder geval) de eerste periode na de invoering van de Zvw.

41. In het navolgende zal vanuit twee gezichtspunten worden ingegaan op de positie van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep. Allereerst zal de positie op de zorgverzekeringsmarkt afgeleid worden van de huidige positie van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op de totale zorgverzekeringsmarkt (ziekenfonds samengevoegd met particulier) als benadering voor de positie op de zorgverzekeringsmarkt onder de Zvw.

42. Ten tweede zal de positie op de zorgverzekeringsmarkt afgeleid worden van de huidige positie van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op de markt voor ziekenfondsverzekeringen als benadering voor de positie van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep op een mogelijke markt voor naturapolissen onder de Zvw.

43. Voor de beoordeling van de gevolgen van onderhavige fusie worden in het navolgende de activiteiten van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (hierna: IZA

Nederland)27 aan de VGZ-IZA Groep toegerekend. IZA Nederland voert de publiekrechtelijke

ziektekostenregeling uit waarbinnen vrijwel alle gemeenteambtenaren van Nederland28 verzekerd

zijn. De toerekening houdt verband met de sinds 1999 bestaande nauwe samenwerking tussen de VGZ-IZA Groep en IZA Nederland. Deze samenwerking ziet vanaf 2004 op de uitvoering van

25 Zoals ook reeds in de punten 37 en 38 van het eerste fase besluit CZ – OZ is opgemerkt, is het redelijk te veronderstellen

dat, zelfs indien het overstapgedrag van verzekerden (enigszins) zou toenemen bij de invoering van de Zvw, de huidige positie van partijen een goede inschatting is van de positie van partijen na de invoering van de Zvw.

26 Zie onder andere de brief aan de Tweede Kamer over het onderzoek naar verzekerdenmobiliteit 2004-2005

(http://www.minvws.nl/images/brief-minister tcm10-66709.pdf ) en “Onderzoek naar verzekerdenmobiliteit en oorzaken daarvan door Vektis”, Vektis, juni 2005 (http://www.minvws.nl/images/vektis-magamenet-samenvatting tcm10-66710.pdf) en Dr. T. Laske-Aldershof en Prof. Dr. F.T. Schut, “Monitor verzekerdenmobiliteit”, iBMG, april 2005.

27 Inclusief de activiteiten van Interprovinciale Ziektekostenregeling (hierna: IZR), IZA/AZ en IZZ. IZR is de collectieve

zorgverzekering voor medewerkers van tien provincies, diverse waterschappen, nutsbedrijven en andere (semi-) provinciale instellingen. IZA/AZ en IZZ zijn de collectieve zorgverzekeringen voor medewerkers in de zorgsector.

28 In principe mogen de gemeenten er zelf voor kiezen of zij willen participeren in IZA Nederland of dat zij hun

(11)

de VGZ-verzekeringen en de IZA-regeling in één werkorganisatie.29 Als gevolg van deze

samenwerking houdt de Raad er rekening mee dat IZA Nederland geen zelfstandig beleid voert.30

Gezien de hechte samenwerking met de VGZ-IZA Groep kan IZA Nederland naar de mening van de Raad mogelijk niet als (volwaardig) concurrent van de VGZ-IZA Groep worden aangemerkt. 44. Volgens partijen roept de Gemeenschappelijke Regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (hierna: Gemeenschappelijke Regeling) als gevolg waarvan IZA Nederland in het leven is geroepen geen zorgverzekeringsstelsel in de gebruikelijke economische betekenis in het leven en is IZA Nederland als uitvoerster van de Gemeenschappelijke Regeling niet te kwalificeren als aanbiedster van zorg (ziektekosten) verzekeringen. De Raad kan dan ook, in de onderhavige zaak, geen rekening houden met de inkomsten en activiteiten van IZA Nederland en haar positie binnen de VGZ-IZA groep, aldus partijen.

45. De Raad merkt IZA Nederland echter aan als onderneming in de zin van artikel 1 van de Mededingingswet. Kernpunt is de vaststelling dat IZA Nederland een (collectieve)

ziektekostenverzekering aanbiedt en daarmee een behoefte dekt die ook door andere particuliere ziektekostenverzekeraars kan worden gedekt. Derhalve heeft de Raad in de onderhavige zaak de activiteiten van IZA Nederland meegenomen en bij de beoordeling betrokken.

46. Aan de hand van door Vektis31 beschikbaar gestelde data32 kan op 3-cijferig

postcodeniveau het marktaandeel van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep per medio 2004 worden afgeleid op basis van het totaal aantal verzekerden en op basis van het aantal

ziekenfondsverzekerden.

Nationaal

47. In onderstaande tabel wordt het marktaandeel van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep weergegeven op basis van zowel het aantal ziekenfondsverzekerden als het totaal aantal

29 Website VGZ-IZA, informatie samenwerking met IZA, www.VGZ-IZA.nl, 24-08-2005.

30 Er kan niet worden uitgesloten dat de VGZ-IZA Groep als gevolg van deze samenwerking zeggenschap heeft verkregen

over IZA Nederland. Nu het eventuele verkrijgen van zeggenschap door de VGZ-IZA Groep over IZA Nederland echter niet als (onderdeel van de) onderhavige concentratie kan worden beschouwd, vallen de gevolgen van de mogelijke verkrijging van zeggenschap door de VGZ-IZA Groep over IZA Nederland buiten de onderhavige toetsing van de NMa.

31 Vektis is het informatiecentrum voor de zorgverzekeringsbranche en richt zich zowel op de branche als op individuele

verzekeraars. Het levert producten en diensten op het terrein van ICT, standaarden en statistiek & actuariaat.

32 Hierbij dient opgemerkt te worden dat de Vektis-data compleet zijn t.a.v. ziekenfondsverzekeringen, maar dat zij t.a.v.

(12)

verzekerden. Op de landelijke markt is een aantal andere verzekeraars actief waaronder Achmea, CZ/OZ33, Agis en Menzis.

Tabel 1 Posities van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep naar aantal verzekerden in Nederland. Ziekenfondsverzekerden Totaal aantal verzekerden VGZ-IZA TRIAS VGZ-IZA +

TRIAS

VGZ-IZA TRIAS VGZ-IZA + TRIAS Nederland [10-20]% [0-10]% [10-20]% [10-20]% [0-10]% [20-30]%

48. Indien een nader onderscheid wordt gemaakt naar individuele en collectieve

zorgverzekeringen dan bedragen de gezamenlijke marktaandelen van partijen in Nederland in 2004 respectievelijk circa [10-20]% (circa [0-10]% voor de VGZ-IZA Groep en circa [0-10]% voor de TRIAS Groep) en circa [40-50]% (circa [40-50]% voor de VGZ-IZA Groep en minder dan [0-10]% voor de TRIAS Groep).

49. Gezien de aanwezigheid van verschillende grote concurrenten op het gebied van zowel individuele als collectieve zorgverzekeringen en het feit dat de TRIAS Groep slechts een klein marktaandeel toevoegt, is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op een mogelijke landelijke markt(en) voor (collectieve) zorgverzekeringen die tot gevolg heeft dat een

daadwerkelijke mededinging op de markt voor zorgverzekeringen of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

Provinciaal

50. De activiteiten van partijen overlappen met name in de provincies Gelderland, Noord-Brabant, Utrecht en Zuid-Holland.34 In onderstaande tabel wordt het marktaandeel van de

VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep weergegeven op basis van zowel het aantal

ziekenfondsverzekerden als het totaal aantal verzekerden. Op provincieniveau is de toevoeging van de TRIAS Groep aan het marktaandeel van de VGZ-IZA Groep in Zuid-Holland het grootst.

33 Op 28 oktober 2005 heeft de Raad een vergunning onder voorwaarden verleend voor de concentratie tussen CZ en OZ. 34 In de overige provincies is het gezamenlijke marktaandeel van partijen kleiner dan 15% en is de toevoeging van de TRIAS

(13)

Tabel 2 Posities van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep naar aantal verzekerden.

Ziekenfondsverzekerden Totaal aantal verzekerden VGZ-IZA TRIAS VGZ-IZA +

TRIAS

VGZ-IZA TRIAS VGZ-IZA + TRIAS Zuid-Holland [0-10]% [10-20]% [10-20]% [10-20]% [0-10]% [10-20]% Gelderland [10-20]% [0-10]% [10-20]% [10-20]% [0-10]% [10-20]% Noord-Brabant [40-50]% [0-10]% [40-50[% [40-50]% [0-10]% [40-50]% Utrecht [0-10]% [0-10]% [0-10]% [10-20]% [0-10]% [10-20]%

Conclusie t.a.v. de provinciale marktposities van de VGZ-IZA Groep en de TRIAS Groep

51. Er is geen sprake van een significante toevoeging door de TRIAS Groep aan het marktaandeel van de VGZ-IZA Groep in de provincies Gelderland en Noord-Brabant. In Utrecht zijn, naast partijen, onder andere AGIS Zorgverzekeraar met een marktaandeel van [30-40]% en Achmea met een marktaandeel van [10-20]% actief.

52. In Zuid-Holland blijven na de voorgenomen concentratie verschillende grote zorgverzekeraars actief. Achmea blijft in Zuid-Holland de grootste aanbieder van

zorgverzekeringen met een marktaandeel op basis van het totaal aantal verzekerden van [20-30]%. Naast Achmea zijn er nog verschillende andere zorgverzekeraars actief in Zuid-Holland, waaronder CZ/OZ, Zorg en Zekerheid, DSW en Delta Lloyd Ohra met marktaandelen van tussen de 5 en 15%.

(14)

VI. CONCLUSIE

54. Na onderzoek van deze melding is de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde

concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

55. Gelet op het bovenstaande deelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 23 november 2005

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze,

overeenkomstig het door de Raad op 22 november 2005 genomen besluit:

w.g. R.J.P. Jansen

Lid van de Raad van Bestuur

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor zover een andere operator aangewezen is als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markt in de zin van artikel 6.4 Telecommunicatiewet en verplicht is interconnectie

Uit het voorgaande en hetgeen hierna wordt besproken met betrekking tot de markt voor de verkoop van dagelijkse consumptiegoederen via supermarkten vloeit voort dat de inkoopmarkt

Evenals in de eerdere zaken kan in het onderhavige geval in het midden worden gelaten of de markt voor detailhandel in auto’s, onderdelen, accessoires, onderhoud en reparaties

Samenvattend kan worden gesteld dat de gezamenlijke marktaandelen van partijen een vertekend beeld geven van de concurrentieverhoudingen op de markt voor jeugdtijdschriften,

Gezien het gezamenlijke marktaandeel van partijen en het aantal concurrenten op de markt voor (groot)handel van papier is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de

Aangezien Fresh Del Monte niet actief is op dit gebied zal in onderhavig besluit niet nader op de mogelijke markt voor de productie en distributie van vruchtenconserven

Deze verplichtingen kunnen als rechtstreeks verbonden aan, en noodzakelijk voor de verwezenlijking van, de beoogde concentratie worden beschouwd, maar uitsluitend voor zover zij

Of ten aanzien van het produceren van noten, notenproducten en pindakaas sprake is van een aparte markt voor het ter beschikking stellen van productiecapaciteit aan de