Vraag nr. 23
van 17 november 1995
van de heer MARC OLIVIER
Comités bijzondere jeugdzorg – Problemen
Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe decreet op de Bijzondere Jeugdzorg werden de comités overspoeld met hulpaanvragen. Bepaalde comités zouden dusdanig worden overstelpt, dat zij een gedeelte van de hulpaan-vragen niet meer kunnen behandelen.
1. Is de minister hiervan op de hoogte ?
2. Hebben alle comités te kampen met een dergelijke werkdruk ?
3. Kan de minister informatie geven over het aantal hulpaanvragen per comité voor de jaren 1993, 1994 en het lopende jaar 1995, opgesplitst naargelang het gaat om :
– hulpaanvragen uit de rand-justitiële sector (par-ket/jeugdbrigade/politie) ;
– hulpaanvragen die bet rekking hebben op migranten ;
– hulpaanvragen die niet konden worden behan-deld ;
– aanvragen voor respectievelijk thuisbegeleiding en begeleid zelfstandig wonen en het aantal daarvan dat resulteerde in een concreet pro-gramma ;
– aanvragen voor respectievelijk dagcentra en residentiële instellingen en het aantal daarvan dat resulteerde in een werkelijke plaatsing ? Antwoord
1. Ja. Het aantal hulpvragen bij de comités voor bij-zondere jeugdzorg steeg in 1995 nagenoeg met 33 % t.a.v. 1994.
2. Deze stijging doet zich niet in alle comités op dezelfde wijze voor. Het comité voor bijzondere jeugdzorg te Halle-Vilvoorde kende in 1995 een stij-ging van het aantal hulpvragen met 56 % . In het comité voor bijzondere jeugdzorg te Veurne steeg het aantal hulpvragen slechts met 3 %.
3. Volgende gegevens worden in bijgaande tabel weer-gegeven :
in kolom 1 : het aantal hulpvragen per comité in 1995 (januari-juni x 2) ;
in kolom 2 : het aantal hulpvragen per comité in 1994 ;
in kolom 3 : het aantal hulpvragen per comité in 1993 ;
in kolom 4 : het aantal hulpvragen uit de (rand)-justitiële sector 1995 (januari-juni x 2). De comités voor bijzondere jeugdzorg verwerken geen gegevens met betrekking tot :
– het aantal hulpvragen dat betrekking heeft op migranten ;
– hulpvragen die niet konden worden behandeld. Het informatica-netwerk bijzondere jeugdzorg 1996, waarvan een eerste gedeelte thans wordt geïmplementeerd, zal de administratie in de moge-lijkheid stellen om deze gegevens in de toekomst ter beschikking te stellen.
Bij de comités voor bijzondere jeugdzorg worden problematische opvoedingssituaties aangemeld die na onderzoek kunnen leiden tot een verwijzing naar een voorziening. Er zijn zeer weinig hulpvragen die worden geformuleerd als rechtstreekse aanvragen voor respectievelijk thuisbegeleiding, begeleid zelf-standig wonen, of opname in een dagcentrum of in een residentiële voorziening. Nader onderzoek en diagnose door de consulenten dient uit te maken wat de beste hulpverleningsvorm zal zijn. Een aan-tal verwijzende instanties signaleren een gebrek aan ambulante en semi-residentiële voorzieningen, doch waarschuwen ook voor een ondoordachte en verde-re afbouw van de verde-residentiële capaciteit.
1 2 3 4 Aalst 324 265 269 94 Antwerpen 902 718 688 250 Brugge 478 401 315 132 Brussel 246 152 140 18 Dendermonde 480 355 270 88 Gent 1274 939 739 36 Halle-Vilvoorde 882 387 308 132 Hasselt 674 602 539 180 Ieper 284 196 166 32 Kortrijk 522 370 408 144 Leuven 290 216 223 126 Maaseik 286 212 182 42 Mechelen 320 188 238 58 Oostende 398 295 201 54 Oudenaarde 220 212 72 Roeselare 316 260 236 108 St.-Niklaas 822 528 388 166 Tongeren 188 203 176 44 Turnhout 448 296 78 Veurne 126 121 105 46
