• No results found

prestatiemanagement-systeem. Deze vragenlijst omvat circa 70 vragen waarin wordt gevraagd naar uw mening en uw ervaringen met resultaatgericht werken en het

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "prestatiemanagement-systeem. Deze vragenlijst omvat circa 70 vragen waarin wordt gevraagd naar uw mening en uw ervaringen met resultaatgericht werken en het "

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage I Vragenlijst

Toelichting

Binnen ZNB Ouderenzorg begint het concept van resultaatgericht werken steeds belangrijker te worden. De resultaten die behaald moeten worden zijn sinds juli 2005 vastgelegd in de vorm van doelen in een managementcontract en/ of beleidsplan. Het resultaatgericht werken vereist voldoende stuurinformatie. Dit wordt op het moment gegeven in de vorm van de maandelijkse kengetallen.

Deze vragenlijst is ontwikkeld in het kader van een promotie-onderzoek van Yvonne Ossevorth naar resultaatgericht werken en de invloed daarop van een

prestatiemanagement-systeem. Deze vragenlijst omvat circa 70 vragen waarin wordt gevraagd naar uw mening en uw ervaringen met resultaatgericht werken en het

prestatiemanagement-systeem. U kunt geen goede of foute antwoorden geven; het gaat om uw mening. Uw antwoorden worden strikt vertrouwelijk verwerkt en zijn niet terug te voeren naar u als persoon.

Het is de bedoeling dat deze vragenlijst ook later in het onderzoek wordt gebruikt. Graag horen wij daarom ook uw mening over de bruikbaarheid en duidelijkheid van deze vragenlijst. Aan het eind van de vragenlijst worden daar een aantal vragen over gesteld.

Gebruikte terminologie

Strategie: Lange termijn beleid ZNB Ouderenzorg.

Doelen: Vastgelegde afspraken met leidinggevenden b.v. in een managementcontract of beleidsplan.

Prestatie-indicatoren: Stuurinformatie in de vorm van de maandelijkse kengetallen

Prestatiemanagement-systeem: Een prestatiemanagement-systeem is een systeem waarbij resultaatgerichte doelen worden gesteld, resultaten worden gemeten en feedback wordt gegeven en waar eventueel consequenties aan de uitkomsten worden verbonden.

Invulinstructies

1. Beantwoord in beginsel alle vragen.

2. Kruis het hokje aan dat uw mening het beste weergeeft duidelijk.

3. Als een vraag totaal niet op uw situatie van toepassing zijn, kruis dan het hokje

“niet van toepassing” aan.

4. Bij een fout antwoord maakt u het foutieve hokje helemaal zwart en zet u het

kruisje in het juiste hokje.

(2)

voorbeeld

¾ Ik begrijp goed wat de koers van de organisatie is.

Stuurt u a.u.b. de ingevulde vragenlijst voor uiterlijk 13 oktober 2005 naar het Stafbureau ZNB Ouderenzorg (Postbus 888, 8901 BR Leeuwarden of via de interne post) t.a.v. Sander Bremond. Voor meer informatie kunt u terecht bij Sander Bremond (tel. 058-2867848 of Sander.Bremond@ZNB.nl).

Bij voorbaat dank voor uw medewerking

(3)

Algemeen

¾ Bent u man of vrouw?

¾ Uw leeftijd is?

¾ Hoe lang werkt u al in deze functie?

¾ Hoe lang werkt u al binnen ZNB Ouderenzorg?

¾ Hoeveel uur werkt u contractueel gemiddeld per week?

¾ Wat voor arbeidscontract heeft u?

¾ Kruis de opleiding aan die het meest lijkt op de hoogste opleiding die u afgerond heeft.

¾ Mijn functie is:

¾ Manager

¾ Coördinator

¾ Medewerker

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing Man Vrouw

Jonger dan 20 20 t/m 24 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39

40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55 t/m 59 60 jaar en ouder

Korter dan 3 mnd.

Tussen 3 mnd. en 1 jaar.

1 t/m 5 jaar 6 t/m 10 jaar Meer dan 10 jaar

Korter dan 3 mnd.

Tussen 3 mnd. en 1 jaar.

1 t/m 5 jaar 6 t/m 10 jaar Meer dan 10 jaar

Minder dan 8 uur 8 tot 15 uur 15 tot 22 uur

22 t/m 29 uur 29 t/m 36 uur 36 uur of meer.

Lagere school/

basis onderwijs

MAVO/MULO MBO Universiteit

LBO/LAVO HAVO/VWO HBO Anders, namelijk ...

Locatie Anders, namelijk ...

Zorg Facilitair Anders, namelijk ...

Zorg Facilitair Anders, namelijk ...

Vast diensverband

Tijdelijk dienstverband

(4)

1. Relatie prestatie-indicatoren en strategie

¾ Ik begrijp goed wat de koers van de organisatie is.

¾ De toekomstige koers van het bedrijf is duidelijk naar mij gecommuniceerd.

¾ Het is mij niet duidelijk wat de speerpunten zijn van de organisatie.

¾ Iedereen die hier werkt is zich bewust van de strategie en de richting van de organisatie.

¾ Er is een sterk besef van waar de organisatie naar toe gaat.

¾ De prestatie-indicatoren leggen de nadruk op de belangrijkste aspecten van de strategie van de organisatie.

¾ De organisatie meet de prestaties ten aanzien van specifieke strategische doelen.

¾ De organisatie houdt bij de formulering van de prestatie-indicatoren voldoende rekening met de strategie van de organisatie.

2. Diversiteit van de prestatie-indicatoren Diversiteit prestatie-indicatoren

¾ In welke mate zijn de onderstaande kengetallen (A t/m G) aanwezig?

A) Klantgerichte indicatoren

b.v. Klanttevredenheid t.a.v. kwaliteit behandeling Klanttevredenheid t.a.v. voorlichting

Klanttevredenheid t.a.v. bejegening B) Partnergerichte indicatoren

b.v. Waardering volledigheid van berichtgeving van ziekenhuis

Waardering snelheid van berichtgeving van ziekenhuis

C) Medewerkers indicatoren

b.v. Medewerkerstevredenheid t.a.v. inhoud van het werk

Medewerkerstevredenheid t.a.v.

arbeidsomstandigheden

Medewerkerstevredenheid t.a.v.

arbeidsvoorwaarden

helemaal niet

weinig weinig noch veel

veel erg veel

niet van toepassing

(5)

Ziekteverzuim D) Maatschappij indicatoren

b.v. Energieverbruik Afvalbeheersing E) Financiële indicatoren

b.v. Netto-resultaat Overheadkosten

% Medewerkerskosten van totale kosten F) Operationele indicatoren

b.v. Gemiddelde wachttijden

Gemiddelde opnameduur

3. Vaststelling prestatie-indicatoren

¾ Ik word betrokken bij de vaststelling van mijn prestatie-indicatoren.

¾ Ik word betrokken bij de normering van mijn prestatie-indicatoren.

¾ Mijn mening is een belangrijke factor bij de vaststelling van de prestatie-indicatoren.

¾ De vaststelling van mijn prestatie-indicatoren is pas definitief als ik er tevreden mee ben.

4. Feedback/ feedforward

¾ Ik krijg genoeg feedback die me aangeeft hoe ik presteer met betrekking tot mijn werk.

¾ Mijn leidinggevende laat me geregeld weten hoe ik mijn werk doe

¾ Mijn collega’s laten me geregeld weten hoe ik mijn werk doe.

¾ Mijn leidinggevende stimuleert me om mijn werk goed te doen.

¾ Mijn collega’s stimuleren me om mijn werk goed te doen.

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

(6)

¾ Ik stel mijn prioriteiten op basis van de afgesproken resultaten.

¾ Zaken die niet worden meegewogen in mijn beoordeling geef ik minder aandacht.

¾ Ik probeer in mijn werk altijd rekening te houden me de doelen die ik moet bereiken.

¾ Ik besteed de meeste tijd aan taken die waarop ik beoordeeld word.

5. Bruikbaarheid van informatie

¾ Het prestatiemanagement-systeem levert informatie die erg bruikbaar is bij mijn werkzaamheden.

¾ Het prestatiemanagement-systeem levert informatie die mij helpt om mijn werk beter te doen.

¾ Het prestatiemanagement-systeem levert informatie die de mogelijkheden om goed werk te leveren vergroot.

6. Beoordeling prestaties

¾ Mijn leidinggevende en ik zijn het eens over wat een goede prestatie is betreffende mijn werk.

¾ Ik ken de normstelling die wordt gebruikt voor de evaluatie van mijn prestaties.

¾ De prestaties waarop ik word beoordeeld geven een goede weerspiegeling van het werk dat ik doe.

¾ De prestaties waarop ik word beoordeeld geven een goede weerspiegeling van het werk waar ik

verantwoordelijk voor ben.

¾ De meest recente beoordeling/ evaluatie van mijn prestaties door het management geeft een eerlijk en accuraat beeld van mijn prestaties

7. Consequenties van prestatiemanagement-systeem

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

(7)

¾ Als ik mijn doelen haal, dan stel ik (volgens mij) mijn baan veilig.

¾ Als ik mijn doelen haal, dan vergroot dat mijn kansen op een salarisverhoging.

¾ Als ik mijn doelen haal, dan vergroot ik mijn kansen op een promotie.

¾ Ik heb er niet veel baat bij als ik mijn doelen haal.

8. Persoonlijke mening t.a.v. de gestelde doelen en het prestatiemanagement- systeem

¾ Ik neem mijn doelen heel serieus.

¾ Het is reëel om van mij te verwachten dat ik mijn doelen behaal.

¾ Het is te verwachten dat sommige doelen herzien moeten worden.

¾ Het maakt mij heel veel uit of ik mijn doelen behaal of niet.

¾ Ik ben erg gecommitteerd aan het behalen van mijn doelen.

¾ Er is niet veel voor nodig om ervoor te zorgen dat ik mijn doelen loslaat.

¾ Ik denk dat mijn doelen goed zijn om me op te richten.

¾ Ik ben bereid om meer moeite te doen dan ik normaal doe om mijn doelen te bereiken.

¾ Het werken met doelen heeft er toe geleid dat ik meer plezier heb in mijn werk.

¾ Het werken met doelen heeft er toe geleid dat ik ontmoedigd word in mijn werk.

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

(8)

¾ Het werken met doelen wekt mijn nieuwsgierigheid en interesse.

¾ Het werken met doelen is weinig interessant.

¾ Met het werken met doelen verzet ik meer werk dan met het werken zonder doelen.

¾ Met het werken met doelen ga ik efficiënter met mijn tijd om.

¾ Het werken met doelen verhoogt mijn productiviteit.

9. Persoonlijke mogelijkheden

¾ Ik heb vertrouwen in mijn eigen bekwaamheid ten aanzien van het behalen van mijn doelen.

¾ Er zijn enkele taken ten aanzien van mijn doelen die ik niet goed kan doen.

¾ Als mijn prestaties minder goed zijn, dan ligt dit vooral aan mijn eigen bekwaamheden.

¾ Ik twijfel soms aan mijn bekwaamheid ten opzichte van het behalen van mijn doelen.

¾ Ik bezit alle vaardigheden om mijn doelen te halen.

¾ De meeste mensen met gelijkwaardig werk presteren beter dan ik.

¾ Ik ben een expert ten aanzien van mijn werk.

¾ Mijn toekomst in deze baan is beperkt door het gemis van bepaalde vaardigheden.

¾ Ik ben erg trots op mijn vaardigheden en talenten ten aanzien van mijn werk.

¾ Ik voel me bedreigd als anderen mijn werk bekijken.

10. De organisatie

¾ Het beleid van deze organisatie ondersteunt mij ten aanzien van het behalen van mijn doelen.

¾ Teams binnen deze organisatie werken samen om de doelen te behalen.

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

(9)

¾ Deze organisatie zorgt voor voldoende middelen (b.v.

tijd, geld, materiaal, medewerkers) om het behalen van de doelen mogelijk te maken.

11. Functies van het prestatiemanagement-systeem

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om met andere mensen in mijn team over bereikte prestaties te communiceren.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om activiteiten te coördineren met anderen in mijn team.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om informatie uit te wisselen met mensen uit mijn team.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem bij het managen van mijn werk.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om mijn eigen prestaties te volgen.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om mijn werk te plannen.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om informatie uit te wisselen met de mensen aan wie ik moet rapporteren.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om informatie uit te wisselen met mensen die aan mij moeten rapporteren.

¾ Ik gebruik het prestatiemanagement-systeem om feedback te krijgen op mijn werkprestaties.

¾ Het prestatiemanagement-systeem helpt het management om de prestaties in het zorgproces te sturen.

¾ Het prestatiemanagement-systeem verbetert de besturing van de organisatie.

volstrekt mee oneens

mee oneens

eens noch oneens

mee eens

volledig mee eens

niet van toepassing

(10)

¾ Het prestatiemanagement-systeem helpt het

management om toezicht te houden op de prestaties van de medewerkers.

12. Vasthoudendheid aan doelen

¾ Ik voel me verplicht om mijn doelen te halen.

¾ Ik voel me erg ontevreden als ik niet de doelen haal die ik me heb voorgenomen.

¾ Ik wil mijn doelen halen, zelfs als dit betekent dat ik tot laat in de avond moet werken.

¾ Ik organiseer mijn werk altijd zo dat ik zeker weet dat ik alles afkrijg.

¾ Ik ga soms eerder van mijn werk naar huis.

¾ Ik stel nooit iets uit naar morgen wat ik ook vandaag

kan doen.

(11)

Bruikbaarheid vragenlijst

Zet een kruisje in de maatbalk die uw mening het beste weergeeft.

¾ De vragen zijn begrijpelijk

¾ Na het lezen van de toelichting en de invulinstructies was het helder wat ik moest doen.

¾ Het aantal keuzemogelijkheden is voldoende om mijn mening weer te geven.

¾ De tijd die het invullen van deze vragenlijst kost is acceptabel.

¾ Het invullen van de vragenlijst kostte mij ………. minuten.

¾ Eventuele opmerkingen omtrent bruikbaarheid vragenlijst

...

...

...

...

...

volstrekt mee oneens

volledig mee eens eens noch

oneens

volstrekt mee oneens

volledig mee eens eens noch

oneens

volstrekt mee oneens

volledig mee eens eens noch

oneens

volstrekt mee oneens

volledig mee eens eens noch

oneens

(12)

Bijlage II Overzicht hypotheses

Hypothese 1a: De mate en de vorm van feedback heeft invloed op de capability beliefs van medewerkers.

Hypothese 1b: In hoeverre het performancemanagement systeem een eerlijk en accuraat beeld geeft van de prestaties van de medewerkers heeft invloed op de capability beliefs.

Hypothese 2a: De mate van feedback heeft invloed op de context beliefs van medewerkers. Hoe meer feedback, hoe groter de ondersteuning is vanuit de organisatie in de ogen van de medewerkers.

Hypothese 2b: Bruikbare stuurinformatie heeft een positieve invloed op de context beliefs van medewerkers.

Hypothese 2c: Indien een diversiteit aan performance-indicatoren de belangrijkste aspecten van het werk van medewerkers bevatten, heeft dit een positieve invloed op de context beliefs.

Hypothese 3a: De consequenties van het performancemanagement systeem hebben invloed op de mate van emotional arousal bij medewerkers.

Hypothese 3b: Wanneer de performance-indicatoren een sterke relatie hebben met de strategie van een organisatie, heeft dit een positieve invloed op de emotional arousal van de medewerkers.

Hypothese 4a: Participatie van medewerkers bij de vaststelling van de

performance-indicatoren heeft een positieve invloed op de mate van commitment van de medewerkers.

Hypothese 4b: De consequenties van het performancemanagement systeem hebben invloed op de mate van commitment.

Hypothese 4c: Het geloof in de eigen competentie van medewerkers ten aanzien van hun werk heeft een positieve invloed op de mate van commitment van medewerkers ten aanzien van hun doelen

Hypothese 4d: De mate van ondersteuning die de medewerkers ervaren vanuit de organisatie ten aanzien van hun doelgedrag heeft een positieve invloed op de mate van commitment van medewerkers ten aanzien van hun doelen

Hypothese 5a: Het geloof in de eigen competentie van medewerkers ten aanzien van hun werk heeft een positieve invloed op de actiegerichtheid.

Hypothese 5b: De mate van ondersteuning die de medewerkers ervaren vanuit de organisatie ten aanzien van hun doelgedrag heeft een positieve invloed op de actiegerichtheid.

Hypothese 5c: Positieve emotional arousal processen hebben een positieve

invloed op de mate van actiegerichtheid.

(13)

Hypothese 6a: Een goede afstemming van de performance-indicatoren met de organisatorische doelstellingen heeft een positieve invloed op de sturing van de medewerkers ten aanzien van deze doelen.

Hypothese 6b: De mate van feedforward heeft invloed op de sturing van de medewerkers.

Hypothese 6c: Een brede scope of indicators heeft een positieve invloed op de sturing van medewerkers ten aanzien van de organisatorische doelen.

Hypothese 7a: Positieve emotional arousal processen hebben een positieve invloed op de mate van intensiteit en vasthoudendheid van het doelgedrag.

Hypothese 7b: Het geloof in de eigen competentie van medewerkers ten aanzien van hun werk heeft een positieve invloed op de intensiteit en vasthoudendheid van het doelgedrag.

Hypothese 7c: De mate van ondersteuning die de medewerkers ervaren vanuit de organisatie ten aanzien van hun doelgedrag heeft een positieve invloed op de mate van intensiteit en vasthoudendheid van het doelgedrag.

Hypothese 8a: Het behalen van doelen heeft een positieve invloed op de emotional arousal processen van medewerkers.

Hypothese 8b: De mate van succes ten aanzien van het doelgedrag heeft invloed op de capability beliefs van de medewerkers.

Hypothese 8c: Het behalen van de doelen heeft een positief effect op de mate van commitment van de medewerkers.

Hypothese 8d: Het behalen van de doelen zal de bereidwilligheid van het management vergroten om verder te investeren in het performancemanagement systeem. Deze investeringen zullen met name de bruikbaarheid van de informatie ten goede komen.

Hypothese 8e: De medewerkers die succesvol doelgedrag vertonen, worden betrokken bij de keuze van performance-indicatoren.

Hypothese 8f: De medewerkers die succesvol doelgedrag vertonen, worden

betrokken bij de normstelling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In september en oktober bleef de groei van deze groep duidelijk achter bij de groep die op etgroen weidde zonder bijvoeding, met als resultaat dat gewicht van deze beide groepen

Daarnaast zouden te noemen zijn onderwerpen van economi- schen aard, de Marshall-hulp (zowel de verdeling over de verschil- lende landen als ook de besteding

Voor alles en zeker voordat er een keuze wordt gedaan ten aanzien van de mate van organisatie moeten de bedrijfsdoelen helder zijn en moet er inzicht zijn in de

(2) Krylov subspace methods have been successfully used for the evaluation of the matrix expo- nential and for the numerical solution of various time dependent problems since the

De factoren zijn: Soort Overtuigingsmaat (gevoel ten opzichte van de tekst, ten opzichte van de persoon die de tekst heeft geschreven en ten opzichte van het geadverteerde

In dit onderzoek wordt de invloed van stijl van werken op de samenwerking en mate van kennisdeling tussen deze bedrijfsonderdelen onderzocht.. Er is hierbij specifiek gekeken naar

We provide exact computations for the drift of random walks in dependent random environments, including k-dependent and moving average environments.. We show how the drift can

De spreiding in dekdatum binnen één groep is altijd kleiner dan 7 dagen, zodat de zeugen steeds volgens hetzelfde voerschema gevoerd kunnen worden.. Foto: Hokindeling van de