Vraag nr. 32 van 21 maart 1996
van de heer JACQUES DEVOLDER Hartcatheterisatiediensten – Erkenning
Het koninklijk besluit van 18 april 1991 bepaalt de nor-men waaraan de hartcatheterisatiediensten moeten vol-doen om te worden erkend als een zware medisch-tech-nische dienst, zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987. De koninklijke besluiten van 23 december 1994, 15 maart 1995 en 28 maart 1995 bevatten wijzigingen en aanvul-lingen.
1. Hoeveel ziekenhuizen – en welke – werden op 21 december 1994 erkend als een hartcatheterisatie-dienst in Vlaanderen ?
2. Werden er na 21 december 1994 hartcatheterisatie-diensten erkend in ziekenhuizen ? Zo ja, wanneer en in welke ziekenhuizen ?
Antwoord
1. Op 21 december 1994 waren zestien diensten voor hartcatheterisatie erkend volgens de normen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 18 april 1991, houdende de normen waaraan de hartcatheterisa-tiediensten moeten voldoen om erkend te worden als een zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhui-zen, gecoördineerd op 7 augustus 1987.
Het betreft de volgende ziekenhuizen.
Erkende hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek
– Eeuwfeest, Antwerpen
– Sint-Camillus – Sint-Augustinus, Antwerpen – Imelda, Bonheiden
– Aalsters Stedelijk Ziekenhuis, Aalst – AZ Maria-Middelares, Gent – Sint-Jan, Genk
– Virga Jesse, Hasselt – Sint-Maarten, Kortrijk – H. Hart, Roeselare.
Erkende hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek en interventionele cardiologie
– Middelheim, Antwerpen
– Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Edegem – O.-L.-Vrouwziekenhuis, Aalst
– Universitair Ziekenhuis, Gent – Sint-Jan, Brugge
– Universitair Ziekenhuis KU Leuven – Academisch Ziekenhuis VUB, Jette.
2. Na 21 december 1994 werden drie nieuwe erkennin -gen gegeven in het kader van het koninklijk besluit van 15 maart 1995 tot bepaling van de normen waaraan een hartcentrum moet voldoen om erkend te worden als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhui-zen. Het betreft diensten die tevens voldeden aan het koninklijk besluit van 28 maart 1995, houdende omschrijving van de voorwaarden waaronder mag
worden afgeweken van de blokkering van het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek en van het aantal hartcatheterisatiediensten voor interventionele cardiologie.
Het betreft de volgende ziekenhuizen :
– H. Hart, Roeselare (ministerieel besluit van 2 februari 1996) ;
– AZ Maria-Middel ares, Gent ( mini sterieel besluit van 14 september 1995) ;
– Sint-Jan, Genk (ministerieel besluit van 18 december 1995).
Deze drie ziekenhuizen bezaten reeds een erken-ning van een hartcatherisatiedienst voor invasief onderzoek en een erkenning van een hartchirurgie-dienst volgens de oude normenbesluiten, en voeg-den een hartcatheterisatiedienst voor interventione-le cardiologie toe als derde dienst voor de erken-ning van een hartcentrum.
De erkenningen die vervallen, worden getoetst aan het nieuwe normenbesluit van 15 maart 1995. Geen enkele erkenning moest tot hiertoe worden ingetrokken.