Arm en Rijk
Hoofdstuk 2:
Arm en rijk in de Verenigde Staten
2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten
Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is.
De rijke Verenigde Staten
● Het BNP (Bruto Nationaal Product) is het hoogste ter wereld.
■ Het BNP/hoofd is 47.000 dollar (iets lager dan Nederland).
● Amerikanen zijn grote consumenten, ze geven veel geld uit aan goederen.
2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten
BNP en BNP/hoofd
Land of Regio BNP (in milj $)
Wereld 69.899.225
Europese Unie 17.610.826 1 Verenigde Staten 15.075.675
2 China 7.298.147
3 Japan 5.866.540
4 Duitsland 3.607.364
5 Frankrijk 2.778.085
6 Brazilie 2.492.907
7 Verenigd Koninkrijk 2.431.310
8 Italië 2.198.732
9 Rusland 1.850.401
10 India 1.826.811
17 Nederland 838.112
22 België 514.594
Gegevens: IMF 2011
Land BNP per
hoofd ($)
1 Luxemburg 104.512
2 Noorwegen 79.085
3 Qatar 68.872
4 Zwitserland 67.560
5 Denemarken 56.115
6 Ierland 51.356
7 Nederland 48.222
8 V.A.E 46.857
9 Verenigde Staten 46.381
10 Oostenrijk 45.989
11 Australië 45.587
12 Finland 44.492
13 Zweden 43.986
14 België 43.533
15 Frankrijk 42.747
16 Duitsland 40.875
17 Japan 39.731
21 Italië 35. 435
22 Verenigd Koninkrijk 35.334
59 Rusland 8.694
60 Brazilië 8.220
99 China 3678
139 India 1.031
2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten
Niet iedereen is even rijk.
Ongelijkheid in Amerika
● De ongelijkheid is groot voor zo’n rijk land.
De armste 20% van de bevolking verdient slechts 4% van het totale inkomen.
● Door deze ongelijkheid is ook de koopkracht ongelijk verdeeld.
● 46 miljoen (15%) van de Amerikanen leeft onder de armoedegrens.
■ Door de inkomensverschillen zijn er in Amerika drie verschillende klassen:
- de lage klasse - de middenklasse - de hoge klasse
2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten
Arme Amerikanen doen
laagbetaald werk (eenvoudig
fabrieks- of plattelandsarbeid) of zijn werkloos (11%).
De arme en rijke Amerikaan
● Arme Amerikanen zijn vaak:
- Afro-Amerikanen (zwarte Amerikanen) of - Hispanics (Spaans sprekende
immigranten uit Latijns Amerika).
■ Andere arme Amerikanen zijn vaak - ouderen of
- gezinnen met één ouder.
● Rijke Amerikanen zijn vaak:
- blanke-Amerikanen (van Europese afkomst) of
- Aziaten (oorspronkelijk uit landen als Japan, China, India, Zuid-Korea).
2.2 Detroit: armoede en rijkdom in de stad
Detroit ligt in het noorden van de VS.
Tussen 1850 en 1950 groeide de bevolking tot 2 miljoen inwoners.
Groei van Detroit
● Veel werkgelegenheid in de auto-industrie.
● Overbevolking rijke bewoners verhuisden naar de suburbs (rondom de stad).
Vanaf 1950 steeg het autobezit en ook het aantal suburbs.
● Fabrieken verhuisden naar de stadsrand
(verkeersproblemen en geen ruimte om uit te breiden).
● Door de opkomst van auto’s uit Azië ging er veel auto- industrie failliet. Dus een groot verlies aan banen.
● Veel Afro-Amerikanen (laag opgeleid, afstammelingen van slaven) verhuisden van het zuidoosten (plantagearbeiders) naar Detroit.
Vanaf begin 20e eeuw veel veranderingen:
Veranderingen in Detroit
2.2 Detroit: armoede en rijkdom in de stad
In woonwijken van het centrum blijven de mensen die niet het geld hebben om te verhuizen (veelal Afro-Amerikanen). In het centrum veel problemen:
Crisis in het centrum
● Hoge werkloosheid (25%).
● Veel mensen leven onder de armoedegrens (33%).
● Veel huizen zijn verlaten (spookwijken).
● Arme stad: minder mensen en bedrijven minder belastinggeld.
Minder belastinggeld slecht onderwijs.
● Gezondheidsproblemen: arme mensen eten slechter voedsel.
Slecht voedsel leidt tot ziekte.
Gezondheidszorg is te duur voor arme mensen.
Gevolg: levensverwachting is laag (lager dan de mensen in een suburb).
2.2 Detroit: armoede en rijkdom in de stad
Meeste mensen in Detroit wonen in suburbs.
Dit zijn uitgestrekte woongebieden rondom de stad.
Leven in de suburb
● Uitgestrekte woonwijken, je hebt een auto nodig. Veel gezinnen hebben meerdere auto’s.
● Je moet redelijk rijk zijn om in een suburb te wonen (huis, auto(’s)).
■ Tegenwoordig wonen ook rijkere Afro- Amerikanen in de suburbs.
Sommige suburbs raken ook in verval (door het armer worden van de
bevolking).
2.3 Landbouw in de VS
Grote delen van de Verenigde Staten zijn zeer geschikt voor de landbouw.
1. vlak
2. gunstig klimaat
In het zuiden: rijst en katoen In het noorden: maïs en veeteelt
In het noorden en midden: veel (verschillende soorten) granen
Ruimte voor landbouw
● Er zijn ook gebieden die niet geschikt zijn voor landbouw.
1. Bergen als Rocky Mountains Hier vind je bijna geen landbouw 2. Woestijnen en steppen
Hier vind je geïrrigeerde landbouw of extensieve veeteelt.
2.3 Landbouw in de VS
Vanaf de 17e eeuw landbouw door Europese immigranten.
Eerst gemengde bedrijven in het noordoosten van de VS.
Naast het vee voor vlees en melk ook granen, aardappelen en veevoer.
Steeds meer produceren
● Toenemende bevolking toenemende vraag naar landbouwproducten.
Opbrengst per hectare omhoog door:
1. betere zaden
2. betere bestrijdingsmiddelen
3. genetisch gemodificeerde gewassen
● Mechanisatie: machines vervangen mensen Door de mechanisatie gaat de productiviteit per persoon omhoog (kostenbesparing).
2.3 Landbouw in de VS
Op kleine gemengde boerderijen was het te duur om machines aan te schaffen.
Veranderend platteland
● Veel boeren gingen zich toeleggen op het verbouwen van één gewas (monocultuur).
Alleen machines voor de verbouw van maïs of soja.
● Kleine boerderijen stoppen, land wordt overgenomen door andere boeren.
Hierdoor steeds minder boerderijen, die steeds groter worden.
Efficiëntie neemt steeds verder toe.
■ Negatieve gevolgen:
1. minder werkgelegenheid op het platteland 2. kleine boeren verdienen weinig
3. veel mensen verhuizen naar de steden 4. veel dorpen en kleine steden lopen leeg
2.3 Landbouw in de VS
Landbouw in VS niet alleen voor eigen markt, maar ook veel voor andere landen.
Wereldwijde handel
● De VS is een exportland voor landbouwproducten als soja, vlees en graan.
● VS importeert ook, zoals suiker, koffie en cacao (in het buitenland goedkoper).
Overvoeding en honger
Veel Amerikanen eten te veel en zijn overvoed.
Maar ook voedselpassen voor Amerikanen die te arm zijn om voedsel te kopen.
2.4 Bronnen: Globalisering en werk in de VS
Veel werkgelegenheid in de computersector (hightech ICT -bedrijven).
Veel van deze bedrijven zijn gevestigd in een gebied ten zuiden van San Francisco:
Silicon Valley.
Silicon Valley
2.4 Bronnen: Globalisering en werk in de VS
Globalisering
Bedrijven werken tegenwoordig vaak wereldwijd.
Ze maken en verkopen hun producten in verschillende landen.
Dit kan door:
1. betere transportmiddelen (o.a. containerisatie) 2. betere communicatiemiddelen (o.a. internet)
Spijkerbroeken
Door de globalisering worden de producten gemaakt waar dit het goedkoopste kan.
Vroeger werden de spijkerbroeken in de VS gemaakt. Dit is later verplaatst naar Mexico en tegenwoordig worden ze gemaakt in Azië (China).
2.4 Bronnen: Globalisering en werk in de VS
Mensen verhuizen naar plekken waar werkgelegenheid is.
Na de afname van
werkgelegenheid in de industrie in het noorden (de snowbelt), verhuizen veel mensen naar het zuiden en het westen van de VS (de sunbelt).
Een voorbeeld hiervan is Silicon Valley.
Snowbelt en sunbelt
Tegenwoordig is deze trend afgezwakt:
Californië is geen snel groeiende sunbeltstaat meer (er vertrekken juist veel mensen naar de aangrenzende staten).
2.4 Bronnen: Globalisering en werk in de VS
Tot 1970 reden de Amerikanen vooral in Amerikaanse auto’s, bijv. gemaakt bij G.M. uit Detroit.
Fabrieken moesten sluiten, autoproductie is verplaatst naar o.a. Mexico (lagere lonen).
Door de lagere lonen maakt G.M. minder kosten en hierdoor goedkopere auto’s.
General Motors
Winnaars en verliezers
Door de globalisering verdwijnen er banen in de VS:
- banen voor laagopgeleiden - arbeidsintensieve industrie Maar er ontstaan ook nieuwe banen:
- hoogopgeleid werk in de hightechindustrie.