• No results found

Vraag nr. 189 van 15 juni 2000 van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 189 van 15 juni 2000 van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 189 van 15 juni 2000

van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN Racisme – Beleidsmaatregelen

Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding heeft net zijn jaarverslag uitge-bracht.

In het overzicht van de regionale spreiding van de klachten in verband met racisme stelt men vast dat de helft van de klachten werd gemeld in de provin-cie Antwerpen en in het Brusselse Hoofdstedelijke gewest.

In Antwerpen gaat het voornamelijk over klachten in de onderwijssector, bij de ordediensten en in de s a m e n l e v i n g. Bijna dertig klachten uit Limburg hebben te maken met private dienstverlening. I n vergelijking met 1998 is er in Oost-V l a a n d e r e n vooral een stijging van het aantal klachten over te-w e r k s t e l l i n g, private dienstverlening en samenle-vingsconflicten.

Welke maatregelen treft de minister binnen haar bevoegdheidsdomein om dit te verhelpen ?

Antwoord

1 . Beleidsruimte voor de Vlaamse Gemeenschap op het vlak van antiracismebeleid

De bevoegdheid en beleidsruimte van de V l a a m s e Gemeenschap op het vlak van het bestrijden van racisme en discriminatie worden bepaald door de staatshervorming van 8 augustus 1980 enerzijds en door de beslissing van de federale regering van ok-tober 1993 om een Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding op te richten anderzijds.

Door de staatshervorming van 8 augustus 1980 is de Vlaamse Gemeenschap bevoegd geworden voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijke-l i n g e n . Met de besinwijke-lissing tot de oprichting van het Centrum is de eindverantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van een antirasicmebeleid bij de fede-rale overheid gelegd. De bevoegdheden van de ge-meenschappen en gewesten beperken zich tot het nemen van initiatieven – al dan niet in samenwer-king met het Centrum – om de bevolsamenwer-king in het al-gemeen en de voorzieningen in het bijzonder te sensibiliseren voor een open en verdraagzame op-stelling ten aanzien van etnisch-culturele minder-heden.

2 . Krachtlijnen van het Vlaamse minderhedenbe-leid

Sinds de overheveling in 1980 is het beleid inzake het onthaal en de integratie van inwijkelingen in Vlaanderen geëvolueerd van een categoriaal wel-z i j n s b e l e i d , over een inclusief migrantenbeleid, naar een inclusief minderhedenbeleid. B e v o r d e r e n van de emancipatie en participatie van die minder-heden welke hier blijvend gevestigd zijn, a d e q u a a t onthalen en inburgeren van zij die hier nieuw toe-k o m e n , garanderen van basisrechten aan mensen zonder papieren die hier verblijven, en versterken van het bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak, zijn de kerndoelstellingen van het Vlaams minder-h e d e n b e l e i d . Het bevorderen van een open en ver-draagzame samenleving behoort met andere woor-den tot de kerndoelstellingen van het Vlaams min-derhedenbeleid.

Te noteren valt ook dat het minderhedenbeleid op-gevat is als een inclusief en gecoördineerd beleid. Dit houdt in dat de respectieve sectoren zelf ver-antwoordelijk zijn voor het realiseren van de doel-stellingen van het minderhedenbeleid binnen de eigen beleidsdomeinen. De rol van de coördine-rend minister voor het minderhedenbeleid is be-perkt tot het bewaken van de coherentie, het ver-mijden van contradicties en het stimuleren waar nodig.

3 . Bevorderen van diversiteit en interculturaliteit binnen de respectieve beleidsdomeinen

De Vlaamse Gemeenschap benut de haar toege-meten beleidsruimte om van Vlaanderen een meer open en verdraagzame samenleving te maken. D e Vlaamse overheid is er zich anderzijds van bewust dat de marges van de overheid om houdingen en meningen van mensen in de gewenste zin te veran-d e r e n , hoe veran-dan ook beperkt zijn. De rol van veran-de Vlaamse overheid is dan ook beperkt tot het creë-ren van mogelijkheden voor het bijbcreë-rengen van in-terculturele competenties en het interculturalise-ren van de maatschappelijke voorzieningen. Het is evenwel aan de voorzieningen en de werkers om op dit aanbod in te gaan en zich open te stellen voor minderheden.

(2)

mi-granten" dat de Vlaamse overheid en de sociale partners in 1998 ondertekend hebben en dat nu in volle uitvoering is ( Ve s o c : Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité – red.).

Voor een meer gedetailleerd overzicht van de ini-tiatieven die de respectieve sectoren nemen om hun voorzieningen meer open stellen voor minder-h e d e n , kan worden verwezen naar minder-het Ja a r r a p p o r t 1999 van de Interdepartementale Commissie voor Etnisch-Culturele Minderheden (ICEM).

Wat specifiek de welzijns- en gezondheidsvoorzie-ningen betreft, kan worden verwezen naar het in 1991 gestarte project "Interculturele bemiddeling in de gezondheidszorg" dat leidde tot de opleiding van een vijftigtal laaggeschoolde allochtone vrou-wen tot intercultureel bemiddelaar. O n d e r t u s s e n heeft het inschakelen van interculturele bemidde-laars in allerlei vormen ingang gevonden.

Zo functioneren er binnen de bijzondere jeugdbij-stand vier "ondersteuningsteams allochtonen" ( OTA ) , met als voornaamste doel de toegankelijk-heid van de diensten (comités voor bijzondere j e u g d z o r g, bemiddelingscommissies en sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken) en voorzieningen van de bij-zondere jeugdbijstand (inclusief de gemeenschaps-instellingen) voor allochtonen te bevorderen. Diensten en voorzieningen binnen de bijzondere jeugdbijstand beklemtonen de meerwaarde van de mogelijkheid om een beroep te doen op de des-kundigheid van de medewerkers van de OTA ' s met het oog op optimalisering van de hulpverle-ning in dossiers van allochtone jongeren en gezin-n e gezin-n , egezin-n op ogezin-ndersteugezin-nigezin-ng/vormigezin-ng met het oog op deskundigheidsbevordering van de hulpverleners. Op die wijze dragen de teams ook bij tot het be-vorderen van diversiteit en interculturaliteit binnen de diensten en voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

Binnen de preventieve gezondheidszorg werd on-dertussen de projectmatige benadering verlaten en is via de LOGO's (netwerken voor lokaal gezond-heidsoverleg) een structurele aanpak in de preven-tieve gezondheidszorg geïntroduceerd. Bij het op-stellen van de beleidsplannen en de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen dienen de LOGO's ook aandacht te besteden aan de etnisch-culturele m i n d e r h e d e n . Daar de LOGO's pas in de loop van 2000 operationeel zijn geworden, is het momenteel nog te vroeg om aan te geven in welke mate zij aandacht hebben voor en/of ondersteuning vragen bij het bevorderen van diversiteit en interculturali-teit binnen de preventieve gezondheidszorg.

In deze context kan ook worden verwezen naar een advies dat ICEM in maart 1998 – naar aanlei-ding van het aflopen van het project interculturele bemiddeling in de gezondheidszorg – uitbracht over de nood aan een verder ondersteuningsaan-bod inzake intercultureel werk. In opvolging van dit advies en aansluitend bij gelijkaardige ontwik-kelingen op het terrein van de toegankelijkheid van voorzieningen voor armen, werden middelen uitgetrokken voor de oprichting en subsidiëring van een samenwerkingsverband voor de bevorde-ring van de toegang van etnisch-culturele minder-heden en armen tot algemene voorzieningen in de welzijnssector.

Dit samenwerkingsverband kreeg als opdracht on-derzoek te verrichten, methodieken te ontwikkelen en vorming te verstrekken inzake de toegankelijk-heid van welzijn voor (kans)armen en allochtonen. Een eerste fase, waarvoor een bedrag van 5 miljoen frank ter beschikking werd gesteld, liep van juni 1999 tot februari 2000. De eerste fase omvatte twee l u i k e n : een vooronderzoek waarbij een stand van zaken werd opgemaakt van de binnenlandse initia-tieven (inventaris en gesprekken met bevoorrechte getuigen) en een beperkt actieonderzoek waarbij enkele concrete settings werden geobserveerd en g e a n a l y s e e r d , zowel op het niveau van de hulpver-leningsrelatie als op het niveau van de organisatie. Het eindverslag over de eerste fase werd in maart 2000 voorgelegd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 10 april 1998 heeft TF1 bij de Raad van State de schorsing van de tenuitvoerlegging gevorderd van achttien beslissingen van Vlaamse kabelmaat- schappijen waarbij TF1 van de

De Belastingdienst voor Vlaanderen is zich terdege bewust van de vereisten die zijn gesteld door de ge- coördineerde wetten op het gebruik van talen in b e s t u u r s z a k e n ,

Wanneer ik in het interview met Het Belang van Limburg verklaar dat ik mij wil engageren naar de minderheden toe, wil dit zeker niet zeggen dat ik nu een voorstander ben van

Na de ramp in het Nederlandse Enschede heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om (opslagplaatsen van) springstoffen in te delen zowel onder rubriek 38.3, als onder

Aangaande de luchtemissies kan worden mee- gedeeld dat reeds in 1996 in opdracht van de af- deling Milieu-inspectie een onderzoek werd uit- gevoerd door de Vlaamse Instelling voor Te

De wet op de milieutaksen voorziet in een vrijstelling wanneer door de in- dustrie een inzamelsysteem voor batterijen is opgezet en door dit systeem bepaalde inzamel- percentages

Acties ter bevordering van het toerisme in Vlaanderen en Brussel worden gevoerd in de landen en voor de markten waar de bovenge- noemde buitenlandkantoren zijn

Binnen welke tijdspanne werden de begrotin- gen van deze gemeenten door de toezichthou- dende overheid goedgekeurd in de voorbije vijf