University of Groningen
Physiological and psychosocial occupational exposures and intermediate health outcomes in
the general population
Faruque, Md Omar
DOI:
10.33612/diss.154938193
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2021
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Faruque, M. O. (2021). Physiological and psychosocial occupational exposures and intermediate health outcomes in the general population. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.154938193
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
179
Chapter 8
Chapter 8
180 SAMENVATTING
Werk is een heel belangrijk onderdeel van de moderne samenleving. Naast dat werk zorgt voor de benodigde financiën om te kunnen leven, vormt het werk wat iemand doet een onderdeel van de individuele identiteit. Hoewel werk veel positieve invloed heeft op een individu en de samenleving, kunnen sommige aspecten van het werk gevaarlijk zijn en risico's voor de gezondheid van werknemers opleveren. Om de gezondheidsrisico's van beroepsmatige blootstellingen te verminderen, is het belangrijk om deze beroepsmatige risico-blootstellingen te identificeren en dienovereenkomstig preventieve maatregelen toe te passen. In dit proefschrift onderzoeken we (voor zover wij weten) voor het eerst de verbanden tussen fysieke (zoals blootstelling aan stof of gassen) en psychosociale (zoals werkdruk) beroepsmatige blootstellingen, gemeten met behulp van een zogenaamde ‘Job-Exposure Matrix’ (JEM), en bepaalde gezondheidsmaten (longfunctie, bloeddruk en inflammatoire biomarkers) in een grote groep mensen uit de algemene bevolking.
In hoofdstuk 1, hebben we verschillende soorten beroepsmatige blootstelling (fysieke en psychosociale blootstelling) en geavanceerde methoden (JEM) om deze blootstellingen te meten beschreven. Verder introduceerden we de gebruikte gezondheidsmaten, waaronder longfunctie, inflammatoire biomarkers, bloeddruk en ziekteverzuim. Daarnaast hebben we onze onderzoekspopulatie beschreven, namelijk deelnemers aan de Lifelines Cohort Study, het grootschalige onderzoek onder inwoners van de 3 noordelijke provincies van Nederland: Groningen, Friesland en Drenthe. Ten slotte hebben we het doel van het proefschrift, de specifieke onderzoeksvragen en de opzet van het proefschrift beschreven.
In hoofdstuk 2 hebben we het verband tussen beroepsmatige blootstelling, geschat met ALOHA+ JEM, en ziekteverzuim onderzocht in de Lifelines Cohort Study. Ook hebben we onderzocht of respiratoire symptomen (zoals hoesten of sputum opgeven) de link vormen tussen deze blootstelling en het ziekteverzuim, en hebben we bekeken of er een genetische gevoeligheid voor ziekteverzuim bij beroepsmatige blootstelling bestaat. In deze eerste studie in zijn soort vonden we dat blootstelling aan gassen / dampen, oplosmiddelen en metalen geassocieerd was met het vaker voorkomen van langdurig ziekteverzuim. Bovendien vormden chronische hoest en chronisch slijm opgeven de link tussen blootstelling aan gassen / dampen en langdurig ziekteverzuim. Daarnaast vonden we enkele genetische factoren die samenhangen met een afwijkende gevoeligheid voor ziekteverzuim bij bepaalde beroepsmatige blootstellingen.
181
In hoofdstuk 3 hebben we het verband tussen beroepsmatige blootstelling (geschat met de ALOHA+ JEM) en het longfunctieniveau en de jaarlijkse achteruitgang van de longfunctie onderzocht in de Lifelines Cohort Study. Net zoals eerdere studies al hadden gevonden, liet onze studie zien dat beroepsmatige blootstelling aan biologisch stof, mineraal stof, gassen / dampen, insecticiden, fungiciden, en aromatische oplosmiddelen geassocieerd is met een lager longfunctie niveau. De effecten waren groter bij mannen dan bij vrouwen en groter bij rokers dan bij niet-rokers. In de longitudinale analyses bleek dat blootstelling aan biologisch stof verband hield met een snellere jaarlijkse afname van FEV1. Blootstelling aan mineraal stof en gassen / dampen bleek echter verband te houden met een langzamere jaarlijkse daling van FEV1 / FVC.
In hoofdstuk 4 hebben we het verband tussen beroepsmatige blootstelling aan allergenen, reactieve chemicaliën, pesticiden, en micro-organismen, geschat met de Astma specifieke JEM, en het niveau en de verandering over de tijd van bepaalde ontstekingscellen in het bloed (C-reactive protein (CRP), eosinofielen en neutrofielen) onderzocht. In deze studie vonden we een significant verband tussen blootstelling aan allergenen, reactieve chemicaliën en micro-organismen, en een lager CRP-niveau. Blootstelling aan allergenen, reactieve chemicaliën, pesticiden, en micro-organismen bleek verband te houden met een lager aantal neutrofielen. Er werd geen verband gevonden tussen beroepsmatige blootstelling en het aantal eosinofielen in het bloed. In de longitudinale analyses werd geen verband gevonden tussen beroepsmatige blootstelling en veranderingen over de tijd in deze ontstekingscellen in het bloed.
In hoofdstuk 5 hebben we de longitudinale associatie tussen beroepsmatige
blootstelling (geschat met de ALOHA+ JEM) en de kans op het ontwikkelen van respiratoire symptomen (chronische hoest, chronisch sputum opgeven, chronische bronchitis) en luchtwegobstructie onderzocht in de Lifelines Cohort Study. Hoge blootstelling aan biologisch stof was geassocieerd met een hogere kans op het ontwikkelen van chronische hoest en chronische bronchitis na een mediane follow-up van 4,5 jaar. Hoge blootstelling aan pesticiden werd in verband gebracht met een hogere kans op het ontwikkelen van chronische hoest, chronisch sputum opgeven, chronische bronchitis en luchtwegobstructie. De associaties tussen biologisch stof en de ontwikkeling van respiratoire symptomen verdwenen na correctie voor de andere blootstellingen, terwijl blootstelling aan pesticiden significant geassocieerd bleef met de respiratoire uitkomsten.
Chapter 8
182
In hoofdstuk 6 hebben we de cross-sectionele associatie tussen
psychosociale werkfactoren (geschat met 3 verschillende JEMs: werkdruk, disbalans tussen inspanning en beloning (ERI), en emotionele eisen) en bloeddruk onderzocht in de Lifelines Cohort Study. Ook hebben we onderzocht of deze associaties verschilden tussen mannen en vrouwen. De resultaten lieten zien dat hogere werkdruk geassocieerd was met een hogere systolische bloeddruk (SBP) en een hogere diastolische bloeddruk (DBP), en met een hogere prevalentie van hypertensie (gedefinieerd als SBP ≥140 mm Hg of DBP ≥90 mm Hg of het gebruik van bloeddrukverlagende medicijnen). Een hogere ERI was geassocieerd met een hogere DBP, maar niet met een hogere SBP of de prevalentie van hypertensie. In tegenstelling tot onze verwachting was hogere emotionele belasting op het werk geassocieerd met een lagere systolische bloeddruk en een lagere prevalentie van hypertensie.
CONCLUSIE
In dit proefschrift, waarin we de mogelijke gezondheidseffecten van beroepsmatige blootstellingen hebben onderzocht in de algemene bevolking, hebben we vastgesteld dat blootstelling aan pesticiden de meest belangrijke beroepsmatige blootstelling is, die de longfunctie kan aantasten en de kans op het ontwikkelen van respiratoire symptomen en luchtwegobstructie kan verhogen. Blootstelling aan metalen kan de prevalentie van ziekteverzuim onder werknemers verhogen. Het ervaren van een hoge werkdruk en een grote disbalans tussen inspanning en beloning op de werkplek kan de bloeddruk verhogen. Er moeten gerichte preventieve maatregelen worden genomen om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan pesticiden, metalen, werkdruk en een disbalans tussen inspanning en beloning, om een gezond beroepsleven te garanderen.
183 ACKNOWLEDGMENTS
I would like to thank everyone (on and off the workplace) who has contributed to my PhD thesis and accompanied me during this unforgettable voyage. I firmly believe that without your support, motivation, energy, patience, and guidance I would not have come this far.
Firstly, I would like to thank all the project members (Professor Dr Marike Boezen, Professor Dr Ute Bültmann, Dr Judith M Vonk, and Dr Kim De Jong) with whom I have been working since 2016. My heartiest gratitude to Professor Dr Marike Boezen and Dr Kim De Jong for recruiting me as a research master's student at the “Chronic Airway Diseases” unit, department of Epidemiology. Thereafter, the outstanding supervision and guidance of my research team (that also includes Professor Dr Ute Bültmann and Dr Judith M Vonk) helped me to get the PhD scholarship and position. Without their keen guidelines, it would have not been possible to get either of those two.
My sincerest and deepest admiration goes to Dr Judith M Vonk. Your relentless effort and perseverance helped me immensely to grow as a scientist (epidemiologist). Your (week in week out) comments and suggestions showed me the way to think critically and creatively and to conduct scientific research independently. I cannot get away without thanking you for your urge and effort in improving my analytical skills and especially my scientific writing.
A lion's share of the credits of the successful finishing of my PhD goes to the supervisors. Professor Dr Marike Boezen always had a keen eye for my project management. Without your thoughtful instructions and guidance, I would have not been able to finish my PhD thesis within the stipulated time period. I am thankful for your insightful remarks and comments that helped in preparing the manuscripts and subsequently publishing those in high-quality journals. In the same regard, I want to express my sincerest gratitude to Professor Dr Ute Bültmann. I am remembering your advice and effort to participate in the ‘OMEGA-NET training school: Quantitative exposure assessment in occupational epidemiology’ in Sønderborg, Denmark. In addition, I am immensely thankful to you for providing me the opportunity to collaborate with the scientists of the National Research Centre for the Working Environment, Copenhagen, Denmark.
It’s my privilege to thank the top scientists (co-authors) from Utrecht University, the Netherlands (Professor Dr Hans Kromhout and Professor Dr Roel Vermeulen) and National Research Centre for the Working Environment, Copenhagen, Denmark (Dr Elisabeth Framke, Jeppe Karl Sørensen, Dr Ida E. H. Madsen,
Chapter 8
184
Professor Dr Reiner Rugulies). Their comments and suggestions certainly improved the quality of my PhD thesis substantially. Without their innovative research tools, it would have been very difficult to conduct the studies in my PhD project.
I would like to express my acknowledgments to the members of the assessment committee; Prof. V. Schlünssen from Aarhus University, Denmark, Prof. A. Timmer from the University of Oldenburg, Germany, and Prof. H.A.M. Kerstjens from the University Medical Center Groningen. Thank you for your valuable time and effort to read and review my PhD thesis.
Many thanks to Aukje, Lisette, Roelian, and Erwin for their effort in the arrangement of the meetings, conferences, and paper works. I also want to thank all the colleagues who helped in organizing ‘PhD Day’ each year, which is something very enjoyable and memorable for all of us.
A lot of thanks to my office mate (Triade Gebouw building) Mr Nigus Gebremedhin Asefa for his enjoyable and pleasant company over the years. In the Department of Epidemiology, I found a true ‘Cosmopolitan’ work environment and enjoyed work with colleagues from a myriad of nationalities: Xueling, Johanna, Pato, Bale, Satyajit, Tesfa, Kebede, Tian, Lilu, Yihui, Simon, Ariuka, Ahmad, Liza, Shifteh, Sara, Elnaz, Katri, Reinder, Jing, Tugsu, Joyce, Carel-Peter…..
Living abroad far from family and friends is always psychologically challenging. I always get a lot of happiness and homely feelings interacting with a few Bangladeshis in Groningen: Mr Khokon, Mr Sumon, Mr Adib, Mr Kamal, Mr Sajib, Mrs Nasrin, Mrs Hashi, Neha, Shoily, Himadri…..
With the highest respect, I remember my late father (Md Habibullah) who always encouraged me to go abroad and reach the pinnacle of the academic degree. I feel proud that I fulfilled my father’s dream. I remember all the pain and sufferings of my mother (Ajufa Begum) and elder brother (Md Osman Gani) to bring me this far. Needless to say, without their love and support nothing was possible. A special mention to Sufi Mufti Bin Nizam (Murshid, Huzur): without your love, help, and support this journey would have never seen the ray of light. A lot of love and respect for my sister (Akhi), sister-in-law (Mitu), and niece (Agna). Last but not least, I want to mention the mammoth contribution of my wife (Ayesha Siddika). I went through lots of psychological and physical ups and downs during the PhD period. In every bad situation, she stood by my side like a rock and helped me to find peace and serenity. In addition, I want to thank my wife’s family members for their love and affection: father-in-law (Abu Bakkar Siddique), mother-in-law
185
(Nazmun Nahar), brother-in-law (Nefaur Rahman), and sister-in-law (Afsana Siddika).
My sincere thanks and gratitude to all the friends who encouraged me in achieving my goals over the years: Sazal, Mohon, Faisal, Titas, Maidul, Zohir, Mohsin, Rubel, Asad, Shakhawat, Jamil, Mohammad…..
I offer my heartiest thanks and gratitude to the University Medical Center Groningen and the University of Groningen for offering me scholarships. Without these scholarships, financially it would have been very challenging to come this far. In the end, I thank all the known and unknown Dutch residents whom I found very polite and helpful.
Chapter 8
186 CURRICULUM VITAE
About the author
Md Omar Faruque was born in 1983 in Natore, Bangladesh. He completed the Secondary School Certificate (SSC) and Higher Secondary Certificate (HSC) in 1999 and 2001 from Lalpure Sree Sundary Pilot High School and Notre Dame College, respectively. In the following years, he pursued medicine. In 2007, he graduated and in 2008, after one year of internship, he became a registered physician.
In 2012, after serving mankind for three years as a physician, he moved to Iran to pursue the Master of Public health (MPH) at the Tehran University of Medical Sciences having a ‘Diamond Merit-Based tuition-waiver scholarship.’ His MPH thesis title was ‘Feasibility assessment of using geoinformatics technology in disaster disease surveillance in a developing country, Iran’ (PLoS Currents, 2015). In addition, he was involved in community health assessment (based on the North Carolina Model) to identify the potential risk factors for hypertension.
After the successful completion of the MPH in 2014 from Iran, in 2015, he was awarded the ‘University Medical Center Groningen Scholarship’ at the University of Groningen to pursue a MSc in Clinical and Psychosocial Epidemiology. His MSc research project entitled ‘Association between occupational exposures and sickness absence. A cross-sectional study’ was supervised by Prof. H.M. Boezen and Prof. U. Bültmann and was carried out at the Unit of Chronic Airway Diseases, Department of Epidemiology. He completed his MSc as one of the top five students and subsequently was awarded the PhD Scholarship in 2017.
In September 2017, he started his PhD under the supervision of Prof. H.M. Boezen, Prof. U. Bültmann, and Dr. J.M. Vonk at the Unit of Chronic Airway Diseases, Department of Epidemiology. His PhD project focused on the association between physiological and psychosocial occupational exposures and intermediate health outcomes.
187
PUBLICATIONS IN THE PEER-REVIEWED JOURNALS
Faruque MO, Vonk JM, Kromhout H, Vermeulen R, Bültmann U, Boezen HM. Airborne Occupational Exposures and Lung Function in the Lifelines Cohort Study. Annals of the American Thoracic Society 2020. doi: 10.1513/AnnalsATS.201909-678OC.
Faruque MO, Vonk JM, Bültmann U, Boezen HM. Airborne occupational exposures and inflammatory biomarkers in the Lifelines cohort study. Occupational and Environmental Medicine 2020:oemed-2020-106493. doi: 10.1136/oemed-2020-106493.
Faruque MO, De Jong K, Vonk JM, Kromhout H, Vermeulen R, Bültmann U, Boezen HM. Occupational exposures and genetic susceptibility to occupational exposures are related to sickness absence in the Lifelines cohort study. Scientific Reports 2020;10(1):12963. doi: 10.1038/s41598-020-69372-6.
Faruque MO, Naieni KH, Ardalan A, Ahmadnezhad E, Mohammadinia L. Feasibility assessment of using geoinformatics technology in disaster disease surveillance in a developing country, Iran. PLoS Currents 2015;7. doi:10.1371/currents.dis.cbb7c1d-062-d4ec0646c2d67319a312f2.
CONFERENCE PRESENTATIONS
2020 — European Respiratory Society Virtual Congress 2020 (poster)
2019 — European Respiratory Society International Congress 2019, Madrid, Spain (oral)
2019 — Bronchitis X 'Prevention and Resolution of Lung Disease’ 2019, Groningen, the Netherlands (poster)
2019 — Dutch Epidemiological Conference, WEON2019, Groningen, the Netherlands (poster)
2018 — Dutch Epidemiological Conference, WEON2018, Utrecht, the Netherlands (oral)
