• No results found

"The dove, the rainbow, and the unicorn": 170 years of the flood story retold for children in words and pictures - “De duif, de regenboog en de eenhoorn”: De zondvloed herverteld voor kinderen in woord en beeld gedurende 170 jaar: Samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""The dove, the rainbow, and the unicorn": 170 years of the flood story retold for children in words and pictures - “De duif, de regenboog en de eenhoorn”: De zondvloed herverteld voor kinderen in woord en beeld gedurende 170 jaar: Samenvatting"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

"The dove, the rainbow, and the unicorn": 170 years of the flood story retold for

children in words and pictures

England, E.E.E.

Publication date 2013

Link to publication

Citation for published version (APA):

England, E. E. E. (2013). "The dove, the rainbow, and the unicorn": 170 years of the flood story retold for children in words and pictures.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

413

“De duif, de regenboog en de eenhoorn”:

de zondvloed herverteld voor kinderen in woord en beeld gedurende 170 jaar Samenvatting

Hervertellingen van de bijbelse verhalen zijn nuttig voor de opvoeding, de socialisatie en het vermaak van kinderen. Kinderen komen deze hervertellingen tegen vanuit gelovige en seculiere achtergronden, op school, thuis, in groepen en zelfstandig, met of zonder volwassenen. Dit zijn vaak de enige middelen waardoor een kind directe interactie heeft met een bijbels verhaal. Ondanks de culturele invloed zijn bijbelse hervertellingen voor kinderen tot nu toe nauwelijks onderzocht door wetenschappers. Dit proefschrift presenteert een methodologie voor de analyse van de inhoud van bijbelse hervertellingen voor jonge kinderen, meer specifiek hervertellingen van het zondvloedverhaal in Genesis door Engelse uitgeverijen gedurende 170 jaar (1837-2006). Tot dit proefschrift behoort een op maat ontworpen database, met daarin bibliografische en inhoudelijke gegevens van 273 hervertellingen. De database is specifiek ontwikkeld voor de analyse van de tekstuele en visuele inhoud van de hervertellingen van de zondvloed. Het kwantitatieve onderzoek maakt het mogelijk om tot nieuwe inzichten te komen en levert de onderbouwing (of het tegengestelde) voor aannames over het materiaal. De resultaten van het kwantitatieve onderzoek bieden per hoofdstuk een context voor een gedetailleerde analyse van de actanten en gebeurtenissen binnen een aantal geselecteerde hervertellingen. Daarnaast wordt in ieder hoofdstuk ook veelvuldig gerefereerd aan de overige hervertellingen. De analyses zijn gebaseerd op een narratologische benadering voor het ontmaskeren van ideologie; ideologie die zichtbaar wordt op het snijvlak van woord en beeld. Dit betreft specifiek: (1) hoe en waarom actanten in het zondvloedverhaal in Genesis zijn gemarginaliseerd of versterkt; en (2) wie, hoe en waarom actanten in de hervertellingen op basis van geslacht, klasse, grootte,

(3)

414

ras en leeftijd als ‘de ander’ beschreven worden. Het gebruik van de ideologieën uit de hervertellingen als middel voor het onderzoeken van de ideologie van het bijbelse verhaal maakt de hermeneutische cirkel compleet.

Dit proefschrift heeft 4 delen. Het eerste deel “Grondslagen”, biedt belangrijke achtergrondinformatie. Het eerste hoofdstuk, de inleiding, geeft een overzicht van de Engelse geschiedenis van het uitgeven van kinderbijbels en het wetenschappelijk onderzoek naar hervertellingen van de Bijbel.

Hoofdstuk twee betreft de beschrijving van de methode en legt uit hoe het corpus hervertellingen tot stand is gekomen, in een catalogus verwerkt en geclassificeerd in de database. De methodiek voor de gedetailleerde analyse van de hervertellingen wordt uiteengezet vanuit het perspectief van een geïnformeerde volwassen lezer. Deze methodiek maakt gebruik van narratologie en technieken gebruikt in hedendaagse studies naar kinderboeken.

Hoofdstuk drie is een analyse van het zondvloedverhaal in Genesis in de uiteindelijke vorm. De nadruk ligt op de actanten en de elementen van het verhaal die het meest relevant zijn voor de analyse van de hervertellingen. Er wordt een pleidooi gevoerd voor een inclusieve benadering, waardoor de grenzen verlegd worden naar wat normaal gezien buiten de canon ligt. Er kunnen verschillende interpretaties zijn voor elementen, die elkaar kunnen aanvullen.

Het tweede deel van het proefschrift (hoofdstukken vier tot zeven), “Zondvloed hervertellingen voor kinderen”, is een analyse van het corpus hervertellingen. Ieder hoofdstuk onderzoekt een specifieke actant of groep van actanten en hoe deze worden afgebeeld. De discussie is beïnvloed maar niet bepaald door de kwantitatieve analyse van het materiaal, waarvan de methode in hoofdstuk twee is beschreven.

(4)

415

Hoofdstuk vier, “God”, onderzoekt de dynamiek van de interpretatie van de antropomorfe natuur van God in de teksten en beelden, specifiek de mentale, emotionele, lichamelijke en spirituele componenten. De balans tussen de rollen van God als bestraffer en vernietiger worden behandeld. Dit hoofdstuk is gekoppeld aan het thema van het hoe en waarom van het geleidelijk minder belangrijk worden van God. De nadruk op de dynamiek van de interpretatie van de antropomorfe natuur van God en zijn rollen al bestraffer en redder, toont hoe God herschapen wordt als een actant met een functie, en niet als een karakter. God wordt gemarginaliseerd en de ruimte en ontwikkeling die hem geboden wordt in de oorspronkelijke tekst worden belemmerd in de hervertellingen.

Hoofdstuk vijf, “De overlevenden”, bevat een discussie over de mensen die leefden voor, tijdens en na de zondvloed (Noach en zijn 7 familieleden). De nadruk ligt op de stereotypering van de geslachtelijke rollen en de gevolgen van de veranderende illustratiemethoden, vooral na 1970. Hoe (vaak) toekomstige generaties van de mensheid getoond worden in de hervertellingen en de gevolgen hiervan worden eveneens onderzocht. De belangrijkste punten die besproken worden zijn onder andere de toenemende dominantie van Noach, het seksisme, de anonimiteit, de domesticatie van vrouwen en de veranderende aard van visuele representaties van realistisch naar karikaturaal. De conclusie is dat de vrouwen en zonen door de jaren heen een toenemend grotere rol toebedeeld krijgen vergeleken met Genesis, dat deze rol voornamelijk visueel van aard is en met toenemende mate verbonden wordt met normatieve sekserollen. De rol van Noach is daarentegen uitgebreid tot die van hoofdpersonage, hoewel hij een autoritaire functionele actant blijft met een duidelijke machtspositie.

Hoofdstuk zes, “De Overige Mensen”, legt de nadruk op degenen die schuldig zijn aan de zondvloed. Dit zijn degenen die expliciet bezig zijn met activiteiten die gekarakteriseerd kunnen worden als wreed, gewelddadig of corrupt. Deze additionele

(5)

416

actanten zijn onder andere Kaïn, Adam en Eva, en de niet-bijbelse buren, die Noach uitlachen om het bouwen van de ark. De implicaties van het toewijzen van schuld aan verschillende mensen en de marginalisering van verschillende groepen die dit met zich mee kan brengen worden ook onderzocht. In lijn met het thema marginalisering wordt de presentatie van de mensen die verdrinken tijdens de zondvloed, mannen, vrouwen en kinderen, besproken. Ten slotte worden menselijke actanten geanalyseerd die zijn toegevoegd aan de hervertellingen, specifiek actanten binnen verhalen die ingebed zijn in andere verhalen. Dit zijn bijvoorbeeld ouders als personages, die het verhaal vertellen aan hun kinderen. Deze analyse richt zich op

aeto-normativiteit, een concept van Maria Nikolajeva dat gerelateerd is aan de ideologische

vooringenomenheid richting kinderen die zich conformeren aan volwassen normen.

Het laatste hoofdstuk in Deel twee is Hoofdstuk zeven, “De dieren.” Hier wordt een dier-centrische strategie gebruikt voor het analyseren van de manier waarop dieren voorgesteld worden in de hervertellingen. De nadruk van dit hoofdstuk ligt op de schijnbare contradicties in de bijbelse tekst en hoe deze genavigeerd worden in de hervertellingen. Dit omvat onder meer een bespiegeling over het beschermen of het vernietigen van de dieren, en het verbond met de dieren versus de toestemming dat mensen dierlijk vlees mogen eten. De tweede helft van dit hoofdstuk onderzoekt de toenemende fictionalisering van dieren in de hervertellingen. Dit omvat onder andere de anachronistische dinosaurussen en de meer voor de hand liggende vormen van fictieve wezens zoals pratende dieren en eenhoorns. Hieruit vloeit een kort excurs voort waarin bijbelse giganten en engelen besproken worden, voordat het derde deel van het onderzoek behandeld wordt.

Deel drie (hoofdstukken acht - negen), onderzoekt hoe de hervertellingen in toenemende mate geschapen worden als fantasie literatuur. In Hoofdstuk acht, “Hervertellingen in de water marges van fantasie literatuur”, worden centrale concepten van fantasie literatuur ingeleid, met name die concepten die betrekking hebben op het begrijpen

(6)

417

en identificeren van fantasie, hoofdzakelijk verbonden met de door Brian Attebery benoemde “fuzzy set” van kernteksten zoals In de Ban van de Ring door J.R.R. Tolkien en de Aardzee serie van Ursula Le Guin. Deze benadering vormt een springplank voor het belichten van de voornaamste technieken waardoor een verhaal een fantasieverhaal wordt. De hervertellingen van mijn corpus worden gebruikt als voorbeelden hiervan, vooral prentenboeken, door het demonstreren van technieken zoals antropomorfisme, onmogelijke structuren en de het begrip

uncanny.

In Hoofdstuk negen, “De zondvloed als fantasie literatuur”, wordt de analyse van de hervertellingen toegepast op het zondvloedverhaal in Genesis. De reden waarom geleerden beweren dat oude en heilige teksten niet als fantasie literatuur beschouwd kunnen worden, worden behandeld en afgewezen. Dit creëert de ruimte om motieven zoals tijd, onmogelijke ruimtes, en epische omvang te onderzoeken als fantastisch. Hieraan wordt toegevoegd een analyse van de narratieve structuren van het Genesis verhaal, volgens hedendaagse begrippen van fantasie literatuur, meer specifiek het idee “immersive fantasy” van Farah Mendlesohn. Ten slotte wordt de betekenis van deze analyse voor de interpretatie van het Genesis verhaal en de hervertellingen besproken. Deze discussie richt zich op drie gebieden: waarheid, didactisch vermaak, en gezellige catastrofe. Door te reflecteren op de zondvloed als een fantasieverhaal wordt het mogelijk om het verhaal met een nieuwe bril te zien, als een manier om ideeën over God op een leuke manier uit te leggen zonder al te dramatisch te zijn, gegeven de omvang van de straf.

Het vierde en laatste deel van het onderzoek, “Van ‘God’s change of heart’ tot ‘De Ark van Noach’”, bevat de conclusie en de bijlagen. In Hoofdstuk tien, “Herinterpretatie van de Zondvloed”, worden de conclusies van het proefschrift verder uitgewerkt om zo de belangrijkste patronen en thema’s voor het voetlicht te brengen, zoals aeto-normativiteit, de dominante rol van gehoorzaamheid, de veranderende kenmerken van God, en de toenemende

(7)

418

dominantie van fantasie als modus voor het hervertellen. Hieruit volgen ideeën voor het praktisch toepassen van de bevindingen door opvoeders in verschillende omgevingen. Nieuwe onderzoeksrichtingen worden voorgesteld naar hervertellingen van de Bijbel voor kinderen, zoals vertaalstudies en onderzoek binnen de archieven van uitgeverijen. Ten slotte worden mogelijkheden gepresenteerd voor het uitbreiden van de methodologie en het toepassen daarvan op overige navertelde verhalen, inclusief een uitleg van de manier waarop de database en de onderzoeksaanpak gerepliceerd kan worden met het voorbeeld van de verwoesting van Sodom als leidraad (Genesis 19).

In de bijlagen zijn opgenomen de gebruikte kerncijfers voor dit onderzoek, een overzicht van de kinderverhalen (met verkorte titels) en een uitgebreide referentielijst. Een index van bijbelse referenties is ook opgenomen in de bijlage. Daarnaast is de database ontworpen voor dit onderzoek toegevoegd op een DVD, samen met de handleidingen en technische specificaties. De volledige titels en bibliografische informatie over de hervertellingen van het zondvloedverhaal voor kinderen zijn opgenomen in deze database.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit proefschrift hebben we (1) bestaande kleur- descriptoren geanalyseerd binnen het bag-of-words model en (2) nieuwe belichtingsinvariante kleurdescriptoren voorgesteld, ook

Tot slot dank ik mijn ouders, Erik en Marianne, mijn zussen Rozemarijn en Wieteke en mijn beste vriend Tim voor hun steun, de nodige ontspanning en de interesse in mijn

Snoek, “Evaluating color descriptors for object and scene recognition,” IEEE Transactions on Pattern Analysis and Machine Intelligence, vol. Smeulders, “Segmentation as selective

are higher for a number of nicotinamide biomimetics than for natural coenzymes, but in order to obtain better insight into the overall catalytic cycle (relevant to exploitation of

The  biomimetics  1‐4  gave  conversions  up  to  >99%.  Among  the  others,  TsOYE,  DrOYE  and  RmOYE  afforded  >99%  conversion  for  the  alkene 

In order to improve survival rates after surgical resection, several (neo)adjuvant treatment regimens have been studied in recent years .9-11 Following the results of several

Unrestricted financial support for publication of this thesis was provided by: The Netherlands Cancer Institute – Antoni van Leeuwenhoek, Academic Medical Centre, the OOA

preoperative chemoradiotherapy to surgery increased the R0 resection rate in patients with oesophageal or oesophagogastric junction cancer, which lead to an improved disease- free