• No results found

GGz: Neemt u ons ook mee in uw plannen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GGz: Neemt u ons ook mee in uw plannen?"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Neemt u ons ook mee in uw plannen?

Portretten gebruikers dagbesteding GGz

mag

magazine

mag mag

(2)

3 2

Geachte lezer,

Veel mensen met chronische ziekten hebben als gevolg van hun problematiek moeite met het vinden van een goede daginvulling. Dit betreft men- sen met een somatische, psychogeriatrische, psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap.

De voorzieningen binnen dagbesteding zijn erop gericht om de zelfredzaamheid van mensen te behouden en te bevorderen. Dagbesteding is vaak essentieel voor mensen die zelfstandig wonen en voorkomt opname in een instelling. Toezicht in de vorm van deskundige begeleiding biedt ook een belangrijke vorm van respijt voor mantelzorgers. Degenen die gebruikmaken van de dagbesteding ervaren deze als zeer positief; dagbesteding vervult een belangrijke rol in hun leven.

In het veranderende landschap van de dagbesteding zien wij hier dan ook de noodzaak voor een aanpak van gemeenten met betrokken partijen om in samenwerking een concreet plan met een langetermijnvisie te ontwikkelen waarin vraag en aanbod (op individueel niveau) op elkaar zijn afgestemd, partijen elkaar kunnen vinden en kennen, én om een aanpak die de grenzen van gemeenten en subsidieafspraken overschrijdt. Zodat eenieder een plek kan vinden om vanuit de eigen behoefte en kracht mee te kunnen doen aan de samenleving.

In deze brochure delen wij graag de ervaringen van de gebruikers van dagbesteding geestelijke gezondheidszorg (GGz). In de aanloop naar de komende decentralisatie van de dagbesteding heeft een ervaringsdeskundige medewerker van Zorgbelang Zuid-Holland veertig mensen geïnter- viewd, waarvan tien interviews in deze brochure zijn opgetekend. U leest wat dagbesteding betekent voor mensen met een GGz-achtergrond en welke gevolgen zij ervaren van doorgevoerde beleidswijzigingen en de invoering van eigen bijdrage bij dagbesteding.

De veertig interviews zijn tevens geanalyseerd en verwerkt in een onderzoek naar de kwaliteit van dagbesteding: Monitor dagbesteding 2013.

Dit is een doorlopend onderzoek om in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van nieuwe en komende beleidsmaatregelen over de dagbesteding voor de individuele gebruiker, nu en in de komende jaren. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op: www.zorgbelang-zuidholland.nl.

Wij hebben in het slotwoord een aantal conclusies en aanbevelingen geformuleerd die wij van belang achten voor het ontwikkelen van toe- komstgericht beleid binnen de Wmo. Neemt u ons ook mee in uw plannen?

Wat is dagbesteding eigenlijk en waarom organiseert de GGz dagbesteding?

Dagbesteding is een structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel, waarbij de cliënt actief betrokken wordt en die hem of haar zinge- ving verleent. Reguliere dagstructurering en welzijnsactiviteiten - zoals zang, bingo en uitstapjes - vallen niet onder dagbesteding. Dagbesteding onderscheidt zich van dagactiviteitencentra of wijkcentra, doordat er een gedachte, een individueel plan achter elke aangeboden activiteit ligt.

Dagbesteding is dan ook geen vrijblijvende besteding van de dag. Dagbesteding omvat activiteiten voor mensen met een somatische, psycho- geriatrische of psychiatrisch aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige tot zware beperkin- gen hebben op het terrein van sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie, of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen.

Dagbesteding is gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid. De activiteiten zijn gericht op het aanleren van nieu- we vaardigheden, omgang met anderen en heeft een belangrijke preventieve werking. Binnen de GGz is dagbesteding ook gericht op herstel en op het voorkomen van terugval in ziekte en sociaal isolement. Voor een grote groep mensen biedt dagbesteding de enige vorm van sociaal netwerk waar men zich veilig en geaccepteerd voelt in een stabiele omgeving met gelijkgestemden en onder deskundige begeleiding.

Inleiding Inhoud

Inleiding 3 Yvonne 5 Wim 6 Henk 8 Willy 9 Eric 11 Carmen 12 Hector 14 Mehmet 15 Kelly 17 Paul 18 Tot slot 19

Wij bedanken alle geïnterviewden voor hun medewerking en openhartige bijdrage aan deze brochure.

(3)

4 5 Burn-out

Yvonne is een leuke, kleine, bruisende vrouw van 37 jaar. Ze voedt vier kinderen op van 16, 14, 12 en 8 jaar. Twee jaar geleden werkte ze nog fulltime als verzorgende bij een gehandicapteninstelling.

Sindsdien verloor ze twee dierbaren en had ze haar handen vol aan één van haar kinderen die moeilijk opvoedbaar bleek te zijn.

Dit leidde ertoe dat ze zowel geestelijk als lichamelijk uitgeput raakte, ze had een burn-out. Het was dermate ernstig, dat ze moest worden opgenomen bij GGz. Ze had last van angst- en paniekstoornissen en een lichte depressie. Tijdens haar opname werd ook ADHD geconstateerd.

Werken in de tuinwinkel

Yvonne: ‘De eerste week van mijn opname moest ik heel erg wennen, maar daarna was ik blij dat ik de stap had genomen. Ik had tijd nodig om alles te laten bezinken, voordat ik weer aan de toekomst kon denken. Ik ben vier weken opgenomen geweest.

Daarna kreeg ik een cursus op de afdeling Opname vervangende dagbehandeling. Daar leerde ik weer tijd voor mezelf te nemen, weerbaarder en assertiever te worden. Ik leerde weer wie ik was en was weer in staat te voelen.

Via mijn sociaal psychiatrisch verpleegkundige vond ik een dagbesteding in de tuin en kassen. Ik moet daar perkplanten en groenten verspenen, oppotten, wieden en oogsten. Daarnaast verkoop ik in de tuinwinkel perkplanten, groenten, bloemstukjes en andere decoraties. Ik leer er verkooptechnieken, voorraden bijhouden, productpresentatie en inrichting. Ik werk er verschil- lende dagdelen in de week, afgestemd op de zorg die ik voor mijn kinderen heb. Ik probeer er zo veel mogelijk te zijn, omdat ik merk dat mijn angst- en paniekstoornissen daardoor minder zijn geworden. Ik ben er positiever door in het leven gaan staan en ben me er weer mens gaan voelen.’

De begeleiding voelt als familie

Yvonne: ‘Dagbesteding betekent veel voor mij. Het geeft ontspan- ning, inspiratie, dagstructuur, sociale contacten en veel voldoe- ning. Ik word gehoord, gezien en gewaardeerd door zowel de

begeleiding als de medegebruikers. De begeleiding krijgt van mij een tien! Ze behandelen me als gelijke en waarderen me. Ze zijn als familie voor me. De medegebruikers zie ik als lotgenoten, po- sitief en open. Door de verhalen van anderen krijg je een andere kijk op mensen en je merkt dat je niet alleen staat. Ervaringsdes- kundigen toevoegen aan de begeleiding zou een verrijking zijn, iemand bij wie je een luisterend oor vindt.

Wat ik mis sinds er bezuinigd wordt, zijn de daguitjes. En er wor- den geen activiteiten rondom de tuin meer georganiseerd. Dat is wel jammer. Wat mij zorgen baart, is dat er mensen zijn die min- der of helemaal niet meer naar dagbesteding kunnen komen na een herindicatie. Je hebt er namelijk echt wat aan. Ik doe hier veel ervaring op en hoop in de toekomst anderen met een burn-out te kunnen helpen. Ik fantaseer weleens dat ik een dagbesteding begin voor lichamelijk en geestelijk beperkte kinderen met hun ouders. Zodat ze een beetje kunnen bijkomen van een leven vol obstakels. Maar uiteindelijk wil ik weer fulltime als verzorgende gaan werken bij een gehandicapteninstelling.’

Yvonne

Ik sta nu positiever in het leven

Je merkt dat je niet alleen staat

(4)

6 7 Reuma en depressie

Wim is een vriendelijke man van 55 jaar. Hij werkte tien jaar als hovenier, maar doordat hij reuma kreeg, kon hij zijn werk niet meer uitvoeren en raakte werkloos. Wim had het erg moeilijk met de situatie en gleed weg in een depressie. Na verloop van tijd deed hij een zelfmoordpoging. Via de huisarts werd hij bij de crisisdienst van GGz opgevangen en binnen een halfuur zat hij op een opnameafdeling van GGz. Dit duurde twee maanden.

Daarna volgde hij een behandeling bij Opname vervangende dagbehandeling. Daar vond hij een brochure over dagbesteding bij de fi etsenwerkplaats en vervoer. Dat leek hem wel wat en al snel kon hij aan de slag bij de fi etsenwerkplaats.

Patiënten vervoeren

Wim: ‘Ik ben begonnen bij de fi etsenwerkplaats, maar daar was niet voldoende begeleiding om het vak van fi etsmonteur goed te leren. Ze hadden er gewoon de tijd niet voor. Ik ben toen overge- stapt naar Vervoer en dat bevalt me nog altijd erg goed. Ik werk elke woensdag en vrijdag vanaf 8.00 uur tot het werk klaar is. Dat kan best wel laat zijn, maar je laat natuurlijk geen mensen in de kou staan. We vervoeren mensen die gebruikmaken van dagbe- stedingsactiviteiten, fysiotherapie en het medisch centrum van GGz. We zijn dus patiënten die patiënten vervoeren en daardoor ben je als gelijken onder elkaar. De mensen waarderen dat, ze zijn blij dat je komt. Ik vind het fi jn dat ik iets kan betekenen voor mijn medemens en als ik naar mijn werk moet, sta ik met een glimlach op. De werksfeer is heel gezellig, iedereen kent elkaar en het helpt dat we lotgenoten zijn. Als ik dit werk zou moeten missen in dit stadium van mijn herstel, zou ik waarschijnlijk terugvallen. De begeleider is onze praatpaal, ons luisterend oor.

Hij zorgt voor de planning van alle ritten en begeleidt ons daarin perfect. Verder werken we heel zelfstandig.’

Naar een baan toegroeien

Wim: ‘Je leert hier veel. Het zou mooi zijn als je vanuit de dagbe- steding een normale baan bij een baas zou kunnen opbouwen.

Eerst bijvoorbeeld twee uurtjes in de week, dat langzaam opbou- wen en als alles goed gaat een vast dienstverband. Hiervoor is begeleiding nodig, bijvoorbeeld van een individueel trajectbege- leider of van een ervaringsdeskundige.

Samen met een individueel trajectbegeleider ben ik aan het onderzoeken of ik een taxipas kan halen, zodat ik voor een taxibedrijf kan gaan werken. Mijn individueel trajectbegeleider zoekt nu uit of mijn vorige baas dit kan bekostigen, omdat hij nog zorgplicht heeft.

Je merkt wel dat het door de bezuinigingen moeilijker wordt voor mensen om gebruik te blijven maken van dagbesteding.

Persoonlijk hoef ik geen eigen bijdrage te betalen, omdat ik nog in behandeling ben, maar ik heb bij verschillende mensen die ik vervoer wel veranderingen opgemerkt. Zo kon ik opeens iemand niet meer ophalen omdat hij zijn indicatie kwijtraakte. En een an- der moest ineens een te hoge eigen bijdrage gaan betalen voor het vervoer. Dan houdt je dagbesteding dus op. Heel jammer.’

Wim

Het is fi jn om iets te betekenen voor mijn medemens

Als ik naar mijn werk moet sta ik met een glimlach op

(5)

Elke dag sta ik lachend op

8 9

Opeens geen werk meer

Henk is een joviale man van 73 jaar die altijd in de groente- en fruitexport heeft gewerkt. Toen hij met de VUT ging, kon hij thuis zijn draai niet vinden. Hij begon te drinken, meestal gewoon uit verveling. Toen hij daarnaast ook nog eens veel geld ging uitgeven, werd het zo erg dat hij moest worden opgenomen op een ouderen- afdeling in een GGz-instelling. Hij ziet zijn psychiater vier keer per jaar voor zijn medicatie en een praatje.

Medegebruikers begeleiden

Henk: ‘Toen ik was opgenomen, heb ik meteen tegen de leiding ge- zegd: “Ik stop met drinken!” Tot op de dag van vandaag heb ik geen druppel meer aangeraakt. Via mijn opname kwam ik terecht bij de dagbesteding tuin en kassen. Ik was daar heel blij mee. Je moet weten dat ik vroeger nooit tijd had voor hobby’s en nu heb ik een dagbesteding gevonden die heel dicht naast mijn oude werkzaam- heden ligt.

Op de tuin werk ik vierenhalve dag per week. Dat komt neer op negen dagdelen. Ik begeleid daar vaak medegebruikers die hulpbe- hoevend zijn. Veel van hen zijn minder goed in staat zelfstandig te werken. We halen de bloembakken leeg, stapelen ze op en vervoe- ren ze met een soort hefboomwerktuig. Ik regel dat de mensen die dit werk doen gemotiveerd blijven. Er zijn vanwege de vakantie twee begeleiders afwezig, dus dan neem ik veel taken over. Daar- naast kloven we ook hout voor de open haard. Wanneer de voor- jaarsmarkt start, help ik met de verkoop van planten en groenten.’

Iedere dag weer bezig zijn

Henk: ‘Voor mij is dagbesteding heel belangrijk en zolang ik gezond ben, blijf ik dit hopelijk nog lang doen. Ik ben bang dat als ik thuis zit ik weer terug zal vallen. Hier ben ik de hele dag lekker bezig, heb aanspraak, sociale contacten en mensen kunnen bij mij hun hart luchten. Elke dag sta ik ’s ochtends lachend op, blij dat ik naar de tuin kan gaan.

Ik kan goed opschieten met de begeleiding. We begrijpen elkaar steeds beter. Nu we met twee man minder werken, zie je wel dat sommige werkzaamheden versloff en, dat bijvoorbeeld de plantjes geen water krijgen. Ik denk dat ervaringsdeskundigen als vervanging hier een rol zouden kunnen spelen, vooral in de begeleiding van mensen die geestelijk iets mankeren. Wat ik ook zie, is dat sommige jongens bij een herindicatie minder dagdelen krijgen. Daar maak ik me wel zorgen om. Dagbesteding zou moe- ten blijven zoals het is. Verander niet iets wat goed is. Ikzelf hoop er nog lang gebruik van te kunnen maken.’

Henk

Ik begeleid vaak medegebruikers die hulpbehoevend zijn

Een auto-ongeluk

Willy is een rustige, vriendelijke vrouw van 57 jaar. Bij een auto- ongeluk in 1994 liep ze een hersenbloeding achter haar oogkas op. Daarna kwam ze niet meer goed uit haar woorden, praatte in de verkeerde volgorde en had moeite zich te concentreren. In 2005 stond opeens een ambulant psychiater voor haar deur. Ze vermoedt dat die is gebeld door één van haar buren, omdat het duidelijk slechter met haar ging. Tot twee keer toe weigerde ze de hulp van GGz, maar ten slotte aanvaardde ze de hulp van de psychiater. Vervolgens werd ze twee maanden opgenomen om de medicatie in te stellen. In de jaren daarna kwam er regelma- tig een ambulant verpleegkundige langs voor een praatje. De tweede opname vond plaats in 2011. Acht maanden lang werd ze geobserveerd en werd getracht de juiste medicatie te vinden.

Willy vond de medicatie veel te zwaar, waarna de medicatie is afgebouwd. Daarna kon ze naar huis, maar bleef wel onder be- handeling van een ambulant verpleegkundige die haar elke drie maanden bezocht voor een praatje.

Werken op de computer

Willy: ‘Thuis kwamen de muren op mij af. Ik vond het erg moeilijk om weer thuis te zijn. Mijn ambulant verpleegkundige adviseerde me om weer iets te gaan doen door dagbesteding. Via individuele trajectbegeleiding van GGz ben ik in het Grand café als serveer- ster begonnen. De interactie tussen mij, de andere deelnemers en de klanten zorgde ervoor dat ik weer veel beter ging spreken en me beter kon concentreren. Daarna volgde ik een cursus Coral Draw, dat is een ontwerpprogramma op de computer.

Op een dag kwam er een vacature vrij voor een dtp’er bij dagbe- steding vormgeving/multimedia, voor een maandblad bij GGz. Ik ging naar de eindredacteur, die ook begeleider is, en vroeg hem of het iets voor mij zou zijn. Mijn ervaring met Coral Draw zorgde ervoor dat ik als dtp’er aan de slag kon. De functie betekent redactiewerk voor het maandblad, zoals het plaatsen van tekst en plaatjes, boekjes maken, netwerken, op websites werken en pdf-jes maken. Het gaat om een beperkt aantal uren: zes uur op dinsdag, drie uur op woensdagmiddag en drie uur op donderdag- middag. Voor mij is dat precies genoeg. Ik ben blij dat ik me weer nuttig en waardevol voel.’

Contact bevordert herstel

Willy: ‘Dagbesteding betekent heel veel voor mij. Ik vind het heer- lijk om gewoon de fi ets te pakken en naar mijn werk te gaan, om weer nuttig bezig te zijn. Het is fi jn weer aan het arbeidsproces deel te nemen. Voor mijn ongeluk werkte ik als weg- en water- bouwkundige. Dat hoop ik ooit weer te kunnen oppakken. Nu is dat nog te veel gevraagd, ik ben nog herstellende.

Zonder mijn mededeelnemers zou het herstel veel langzamer zijn gegaan of zou ik niet hersteld zijn. Ik leer veel van hun verhalen en ervaringen. Bovendien hebben we het erg gezellig met elkaar.

En de begeleiding is hartelijk en staat open voor een babbeltje. Er wordt natuurlijk wel verwacht dat het werk gedaan wordt, maar als het niet gaat, doe je het wat rustiger aan.

Buiten GGz heb ik ook naar vrijwilligerswerk gezocht, maar wat ik vond, was toch te hoog gegrepen voor mij, er werd te veel van me verwacht. Wat GGz aanbiedt, valt precies in ’t mandje. Ik hoop dat dagbesteding blijft zoals het nu is. Ik functioneer het beste in een klein groepje. Een grote groep vraagt te veel concentratie van me. Ik zou dan ook niet met verschillende doelgroepen tegelijk naar dagbesteding kunnen.’

Willy

Ik voel mij weer nuttig en waardevol

(6)

10 11

Eric

Ziekte

Eric is een man van 54 jaar. Hij werkte van 2000 tot 2005 als dtp’er bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In 2004 werd hij ziek door een heftige spitaanval in zijn linkerbeen. Door- dat hij vanwege de pijn zijn werk niet meer naar behoren kon uitvoeren, ontstonden er spanningen op het werk. De pijn en de spanningen zorgden ervoor dat Eric geestelijk en lichamelijk uit- geput raakte. Hij kreeg een burn-out en kwam in de WW terecht.

Eric woonde samen met zijn moeder en vader, totdat in 2006 zijn moeder overleed. Toen stortte het huishouden in. Er ontstonden schulden en Eric en zijn vader kwamen in de schuldsanering terecht. Ze waren allebei ziek en hadden geen geld. Via GGz pro- beerde Eric zijn leven weer op de rit te krijgen. GGz kwam met de oplossing van dagbesteding. In de loop van 2012 werd Eric’s vader twee keer gedotterd. Het was werkelijk een rampsituatie en Eric kwam in de bijstand. Maar toch verbeterde hun situatie:

zijn vader voelde zich beter en Eric had overdag wat te doen.

Hoofdredactie

Eric: ‘Ik ben in 2011 begonnen als dtp’er en hoofdredacteur van een maandblad bij GGz op de afdeling vormgeving/multimedia.

Als hoofdredacteur ben ik verantwoordelijk voor de dagelijkse vormgeving van het blad. Alle correspondenten sturen mij verhalen en stukken die ik dan redigeer en mits goedgekeurd plaats. Ik ben tevens schrijver van artikelen voor het maand- blad. De eindredactie wordt gedaan door onze begeleider en ons team is versterkt doordat er twee redacetiemedewerkers bijgekomen zijn. De begeleiding is erg goed en de faciliteiten bij vormgeving/multimedia zijn uitstekend. Ik zou het werk en de contacten met mijn collega’s maar met moeite kunnen missen.

Je staat er niet altijd bij stil, maar het feit dat je regelmatig naar kantoor gaat, jezelf ontwikkelt en sociale contacten hebt, be- tekent heel veel voor mij. Je leert ook van je mededeelnemers, want het blad ontwikkelt zich in samenwerking met je collega’s.

Ik ondervind veel begrip van hen, ze weten waar je over praat.’

Werken aan maatschappelijk herstel

Eric: ‘Facilitair hoeft er van mij niets verbeterd te worden, maar het zou wel fi jn zijn als dit werk zou leiden tot een echte baan.

Dat dit werk wordt omgezet in een betaalde baan of dat de door- stroom makkelijker wordt. Ervaringsdeskundigen zouden daarbij kunnen helpen, want zij hebben die weg al bewandeld. Nu krijgen we een vergoeding van € 1,20 per uur. Ervaringsdeskun- digen zouden kunnen helpen om een beter inkomen te krijgen.

Maar wat een betaalde baan betreft, kan ik nog niet te ver in de toekomst kijken. Ik ben nog herstellende. De tweeënhalve dag- delen die ik nu heb, zijn net genoeg voor mij. Ik heb daarnaast ook nog de zorg voor mijn vader en ik moet een huishouden draaiende houden.’

Je leert ook van je medemens

Jezelf ontwikkelen betekent heel veel voor mij

(7)

12 13

Carmen

Verdriet

Carmen is een rustige vrouw van 52 jaar. Na een akelige scheiding zocht ze haar toevlucht tot het internet. Soms was ze dagen en nachten achtereen online. Uiteindelijk kwam ze alleen nog maar naar buiten om snel boodschappen te doen. Dit duurde vijftien jaar. Het thuis zitten was een gewoonte geworden en ze was niet in staat die gewoonte zelfstandig te doorbreken.

Kledingboetiek

Carmen: ‘Omdat ik de scheiding niet goed kon verwerken, kwam ik via de huisarts terecht bij een psycholoog van GGz. Die stimu- leerde mij om weer naar buiten te gaan. Er werd een traject inge- zet om me onder de mensen te krijgen. Om mezelf te stimuleren kocht ik een hond, want dan moet je op zijn minst vier keer per dag naar buiten. Via de psycholoog kon ik als verkoopster in de tweedehands kledingboetiek van GGz beginnen. Ik heb eerst bij verschillende activiteiten rondgekeken, maar de winkel trok me toch het meest. Daarvoor wilde ik wel naar buiten komen. Het was voor mij een hele omslag. Van altijd maar binnenshuis zitten, ging ik opeens drie keer in de week naar de winkel en liet ik elke dag de hond uit. Maar het voelde goed!’

Genieten van persoonlijk contact

Carmen: ‘Ik werk nu twee dagdelen in de kledingboetiek. Eerst waren het drie dagdelen, maar dat was te veel voor me. We verko- pen tweedehands kleding en tweedehands schoenen, sieraden, parfum, make-up en speelgoedknuff els. De sieraden en knuff els worden gemaakt door andere afdelingen van dagbesteding.

Dagbesteding betekent heel veel voor mij. Het zorgt ervoor dat ik mijn grenzen verleg en weer deelneem aan het sociale leven, aan de maatschappij. En ik heb weer een gezond dag- en nachtritme.

Voor mij is het na vijftien jaar zo ontzettend belangrijk om weer onder de mensen te zijn en sociale contacten te hebben, met klanten en met de mededeelnemers van dagbesteding.

Het klikt goed met mijn mededeelnemers van de boetiek en we zijn goed op elkaar ingewerkt. Ik kan er mijn verhaal kwijt, want met iedereen is wel iets aan de hand. We zijn lotgenoten. De begeleiding staat altijd voor je klaar, ze zijn er echt voor je als je ze nodig hebt. Ik zou dagbesteding in de boetiek niet kunnen missen. Het heeft mijn leven echt wezenlijk veranderd. Ik geniet van de sfeer en van de communicatie met andere mensen. Voor mij hoeft dagbesteding dan ook niet veranderd of verbeterd te worden. Het is goed zoals het nu is!’

Dagbesteding heeft mijn leven wezenlijk veranderd

Ik leer mijn grenzen te verleggen

(8)

14 15 Autistische stoornis

Hector is een vrolijke, innemende jongeman van 28 jaar en woont nog thuis. Hij maakt gebruik van dagbesteding van GGz.

Dat doet hij samen met zijn moeder, die ook een psychiatrische achtergrond heeft. Voordat hij de diagnose autisme kreeg, heeft Hector een heel traject doorlopen. Op de middelbare school was Hector een buitenbeentje. Hij kon zich moeilijk aanpassen in een voor hem steeds wisselende omgeving en voelde zich erg geïsoleerd van zijn medeleerlingen. Het lukte hem maar niet om vriendschappen te sluiten. Een leerkracht had al eerder leerlingen gehad die autistisch waren en herkende zijn gedrag.

Zij vertelde hem dat ze autisme bij hem vermoedde. Hector werd doorgestuurd naar het Riagg en daar werd inderdaad autisme vastgesteld. Vervolgens werd hij opgenomen voor behandeling bij de jeugdpsychiatrie, maar na een jaar haalden zijn ouders hem daar weg. Hij zat er vaker in de isoleercel dan dat hij behandeling kreeg. Hector bleef wel onder behandeling van een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkun- dige. Hij kon terecht bij dagbesteding, want school was geen optie meer voor hem. Toen hij 18 jaar was, begon hij in de tuin en kassen.

Tekenen en schilderen

Hector: ‘Met dagbesteding ging het meteen beter met mij. Waar- schijnlijk doordat er deskundige begeleiding was, die goed naar mij luisterde en mijn beperkingen in acht nam. Volwassenen bleken in hun gedrag naar mij toe beter te voorspellen dan leef- tijdgenoten. Ik werd er geaccepteerd, ook al was ik de enige met autisme. We mankeerden allemaal wel wat.

Ik heb twee jaar bij de tuin en kassen gewerkt, daarna ben ik naar de houtwerkplaats en de inpakafdeling gegaan. De houtwerkplaats had een leuke sfeer en er was fi jne begeleiding, maar het was te technisch voor mij. En de inpakafdeling vond ik te geestdodend.

Daarom ben ik in 2006 naar creatief gegaan. Daar kon ik tekenen, schilderen, lezen en schrijven. In het begin had ik nog niet zoveel contact met medegebruikers, maar dat veranderde na verloop van tijd. Daardoor heb ik nu een paar hechte vriendschappen. Later ben ik er ook nog bij gaan sporten, om af te vallen.’

Dagbesteding geeft een doel

Hector: ‘Door dagbesteding heb ik nu meer sociale contacten, rust, stabiliteit en regelmaat. Ik heb een doel en kijk ernaar uit om naar dagbesteding te gaan. Ik leer er mijn grenzen te verleggen. Met de medegebruikers kan ik goed opschieten en de begeleiding bij creatief en sport is aardig. Ik zou het een goed idee vinden om ervaringsdeskundigen in te zetten. Die kunnen bijvoorbeeld de belangen van de cliënten behartigen en de begeleiding vervangen als die afwezig is, bijvoorbeeld door ziekte. Nu kan de dagbesteding niet doorgaan als de begeleiding ziek is en dat is jammer. Sommige mensen komen dan niet meer terug. Ik zie de toekomst van dagbe- steding somber in. Er wordt zo veel bezuinigd. Ik moet een eigen bijdrage betalen omdat ik niet meer in behandeling ben bij GGz.

Voor sommige cliënten kan dat wel een drempel zijn om deel te nemen. Het aanbod is door de bezuinigingen enorm verschraald en versnipperd. Vroeger zaten er verschillende activiteiten in één ge- bouw. Nu is óf alles van elkaar gescheiden, óf we zitten met z’n allen in één ruimte, soms zelfs tussen het management. Veel verschil- lende groepen in een pand betekent meer drukte en minder begrip.

Ik kan niet goed tegen verandering en drukte. Ik hoop maar dat we in de toekomst wel op de huidige locatie kunnen blijven.’

Hector

Ik voel mij geaccepteerd

Dagbesteding biedt stabiliteit

Mehmet

Als je leven instort

Mehmet is een vriendelijke, alleenstaande man van 46 jaar. Hij heeft drie jaar lang een eigen horecabedrijf gehad. Toen dat door omstandigheden bijna failliet ging, heeft hij het moeten verkopen. Daarna kreeg hij een hernia en kwam ziek thuis te zitten. Na een inbraak in zijn woning, waarbij veel waardevolle spullen zijn gestolen, kreeg hij problemen met zijn familie. Het werd Mehmet allemaal te veel en hij deed een zelfmoordpoging door al zijn medicijnen tegelijk in te nemen. Hij belde zelf GGz en in het ziekenhuis werd zijn maag leeggepompt. Vervolgens is hij opgenomen op een gesloten afdeling van GGz. Nadat de zelfmoorddreiging was verdwenen, is hij overgeplaatst naar een open afdeling. Mehmet had echter meer hulp nodig. Daarom is hij naar een resocialisatieafdeling gegaan. Daar leert hij in zijn eigen tempo weer zelfstandig te zijn en een eigen huishouding te voeren. Deze opname duurt een jaar en hier komt Mehmet ook in aanraking met dagbesteding als onderdeel van zijn behandeling.

Nu is Mehmet voldoende hersteld om weer zelfstandig te wonen en een eigen huishouding te voeren.

Verkopen en inpakken

Mehmet: ‘Ik heb verschillende dagbestedingsactiviteiten uitge- probeerd. Ik heb geschilderd, in de tuin en de kassen gewerkt, op de inpakafdeling gestaan en als verkoper gewerkt in de tweedehands kledingwinkel. Nu werk ik twee dagen in de winkel als verkoper en drie dagen bij de inpakafdeling. Als verkoper houd ik mij bezig met de klanten en sticker ik kortingen op de kledingprijskaartjes. We verkopen naast de kleding ook make- up, parfum, sieraden, knuff els en schoenen. De inpakafdeling is

heel laagdrempelig en het werk is eenvoudig, maar wel divers.

We verpakken bijvoorbeeld handdoeken, kledingpakketten en Indiase shawls.’

Dagbesteding is mijn werk

Mehmet: ‘Voor mij is dagbesteding heel belangrijk. Het zorgt voor een goede dagstructuur, het houdt me stabiel en ik vind het fi jn om sociale contacten te hebben. Ik ga graag met andere mensen om. Ik werk in de winkel alsof het mijn eigen winkel is, ik houd er- van. Door de hoge eigen bijdrage kan ik helaas minder werken dan ik zou willen. Dat maakt me verdrietig en boos op de instanties. Het voelt alsof ze mijn werk hebben afgepakt!

Als ik thuis ga zitten, gaat het bergafwaarts met mij. Daarom ga ik meestal ’s ochtends toch met de GGz-taxi naar dagbesteding om daar in het Grand café te wachten tot het tijd is om te gaan werken.

Het is voor mij heel belangrijk om mensen om me heen te hebben.

Gelukkig heb ik hier goede begeleiding. Ze begrijpen hoe erg het voor me is om niet fulltime te kunnen werken. Zo zie ik dagbeste- ding: wat we hier doen, is werk. Ik ondervind ook veel steun van mijn medegebruikers. Ik kan goed met ze opschieten. Op zich hoeft dagbesteding niet verbeterd te worden, als ik maar de hele dag bezig kan zijn en niet thuis hoef te zitten.’

Het is belangrijk om mensen om mij heen te hebben

(9)

16 17

Kelly

Chronische depressie

Kelly is een verlegen, vriendelijke vrouw van 49 jaar. Ze is geboren als man, maar voelt zich van kindsbeen af als een vrouw gevan- gen in een mannenlichaam. Lange tijd vond ze het moeilijk om zich als vrouw te tonen aan de buitenwereld. In het begin, toen ze nog thuis woonde, durfde ze zich alleen stiekem binnenshuis te verkleden. Toen ze op zichzelf ging wonen, durfde ze af en toe als vrouw naar buiten te gaan. Haar transformatie van man naar vrouw stopte abrupt toen zij op haar 19de van een keukentrapje viel, waardoor haar stuitje onherstelbaar beschadigd raakte. Door de pijn is ze verkeerd gaan lopen en werden sommige spieren inactief. Hierdoor sleet haar heup zo erg, dat die vervangen moest worden. Door de pijn en de wens een vrouw te worden, raakte Kelly lange tijd depressief. Sinds het ongeluk is ze in behandeling bij GGz met als diagnose ‘chronische depressie’.

Open atelier

Kelly: ‘Na een dagbehandeling bij GGz kon ik dagbesteding vol- gen om een goed dagritme aan te houden. Ik hoef er geen eigen bijdrage voor te betalen, omdat ik nog onder behandeling ben van een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige.

Twee tot drie keer per week schilder ik op het open atelier van GGz en één keer per week bewerk ik speksteen. Dat is heerlijk om te doen. Tot voor kort zwom ik ook één keer per week via de GGz, maar nu ik als vrouw door het leven ga, wordt dat moeilijker.

Er zijn namelijk alleen gezamenlijke kleedruimtes. Ik wil me niet meer bij de mannen omkleden, maar bij de vrouwen kan het nog niet, omdat ik nog niet volledig vrouw ben.

Ik heb het erg naar mijn zin bij dagbesteding. De groep steunt en accepteert me volledig. Toen we met de afdeling creatief op schildervakantie gingen in Epen, hebben ze me gestimuleerd om de hele week als vrouw te gaan. Sindsdien kleed ik mij altijd als vrouw. Ik voel me bij dagbesteding veilig en het heeft mijn zelfvertrouwen een geweldige boost gegeven.’

Acceptatie geeft zelfvertrouwen

Kelly: ‘En toch, als ik in een depressie zit, vind ik het moeilijk om mijn dagritme aan te houden en naar dagbesteding te gaan. Ik kom dan in een neerwaartse spiraal. Dus hoe moeilijk het ook is,

ik probeer dan toch te gaan. Want dagbesteding is een afl eiding van mijn depressie en sombere gedachten. Qua schilderen bak ik er dan helemaal niets van, maar doordat ik onder de mensen ben, ben ik wel sneller uit mijn depressie. Bij de begeleidster kan ik mijn hart luchten, ze heeft altijd tijd om te luisteren. Ze zou wel wat meer hulp kunnen gebruiken. Het zou mooi zijn als er een vaste kracht kwam assisteren, bijvoorbeeld een creatieve ervaringsdeskundige. Iemand die met een half woord al weet hoe je in je vel zit.

Ik hoop dat we kunnen doorgaan zoals het nu gaat. Dat wat er aan dagbesteding is, moet blijven. Maar er verandert veel. Ik ben bang voor wat er gebeurt als we bij andere doelgroepen worden ingedeeld of als ik in mijn eigen buurt naar dagbesteding moet.

Dat wil ik absoluut niet, want dan kom ik misschien bekenden tegen en ik wil niet dat ze weten dat ik een GGz-klant ben. Dan zou ik minder of misschien helemaal niet meer gaan.

Ik zou best zelf een schilderclubje willen beginnen, maar dat kan ik niet alleen. En er zou deskundige begeleiding nodig zijn voor als iemand bijvoorbeeld psychotisch of manisch wordt. Dagbe- steding zonder deskundige begeleiding kan eigenlijk niet.’

Dagbesteding heeft

mijn zelfvertrouwen een geweldige boost gegeven

Ik voel me gesteund en geaccepteerd

(10)

18 19 Werkloosheid

Paul is een rustige, vriendelijke man van 52 jaar. Voorheen zaagde hij bij een sociale werkplaats projecten van studenten op maat, maar door een bedrijfsongeval met zijn hand moest hij daarmee stoppen. Toen hij genezen was, kon hij niet terugkeren naar zijn oude werkplek, vanwege een reorganisatie. Hij kwam toen op de afdeling inpakken terecht. Dat werk vond hij zo saai en geest- dodend, dat hij met wederzijds goedvinden ontslag nam. Nu zit hij in de WW. Paul was verslaafd aan alcohol en had vijf detox- opnames bij een grote GGz-instelling in een grote gemeente achter de rug. Die verliepen niet zo goed. Nu, de zesde keer, is hij bij een GGz-instelling in een kleine gemeente terechtgekomen en dat gaat wel goed. Hij begon de dagbesteding bij de houtwerk- plaats, maar dat vereiste te veel concentratie. Daarom is hij verder gegaan in de tuin en kassen en kon daar zijn werktijd uitbreiden van drie naar vierenhalve dag. Het werk bevalt hem goed.

Tuin en kassen

Paul: ‘Op de tuin werk ik met perkplantjes en groenten, die we zaaien, verspenen en oppotten en eind april in de volle grond zetten. We verkopen perkplantjes en jonge groenteplantjes op de voorjaarsmarkt. Verder moeten we onkruid wieden en opruimen. In een later stadium oogsten we natuurlijk. Daarnaast zaag en klief ik brandhout voor de open haard, dat ook in de tuinwinkel verkocht wordt. Wat ik leuk vind, is dat ik heel veel kennis opdoe over plan- ten en alles wat daarbij komt kijken. Dagbesteding betekent veel voor mij. Het geeft mijn dag structuur, zorgt voor sociale contac- ten, het is mijn leven. Zonder dagbesteding is de kans op terugval

vele malen groter dan met dagbesteding. Het werk geeft mij veel voldoening en je verdient er ook nog een kleine vergoeding van

€ 1,20 per uur mee.

Structuur vasthouden

Paul: ‘Met mijn mededeelnemers ga ik goed om, sommigen moet je door hun geestelijke gesteldheid een beetje ontzien. Sommige mensen zouden structureel meer begeleiding moeten hebben en ik merk dat de begeleiding daar weinig tijd voor heeft. Misschien dat ervaringsdeskundigen hier een rol in kunnen spelen. Zelf heb ik bijna geen begeleiding nodig, ik werk heel zelfstandig, maar het is wel fi jn dat ik altijd bij de begeleiders terecht kan als dat nodig is. Ik zou dagbesteding absoluut niet kunnen missen.

Omdat mijn knieën, rug en schouders weinig belasting aankun- nen, kan ik maar beperkt zwaar lichamelijk werk doen. Wat dat betreft, zie ik niet veel mogelijkheden voor de toekomst. Ik zou het wel willen hoor, weer een vaste baan en zo, maar ik ben bang dat ik dat geestelijk en lichamelijk nog niet aankan. Ik wil eerst weer een poos nuchter leven, ervoor zorgen dat ik met dagbesteding niet terugval, en ik moet de structuur die ik op dagbesteding heb, vasthouden, voordat ik andere stappen kan zetten.’

Paul Tot slot

Zonder dagbesteding is de kans op terugval groter

Dagbesteding geeft mij veel voldoening

De huidige groep gebruikers van AWBZ-dagbesteding (ca. 16.000 mensen in de provincie Zuid-Holland) zal naar verwachting per 2015 wor- den overgeheveld naar de nieuwe Wmo. Dagbesteding betekent voor deze groep een stabiele omgeving waarin men zich veilig en geaccep- teerd voelt en heeft een belangrijke preventieve werking doordat terugval van ziekte wordt voorkomen en vaardigheden (zo lang mogelijk) behouden blijven door blijvende inzet van een persoonlijk ontwikkelingsplan en onder begeleiding van beroepskrachten. Voor velen is dagbesteding de enige vorm van een sociaal netwerk.

Op dit moment is dagbesteding veelal nog regionaal georganiseerd en dient er in sommige gevallen vervoer geregeld worden. Gemeenten willen graag voorzieningen voor hun burgers in de eigen gemeente, het liefst wijkgericht gaan organiseren. Het dichter bij huis brengen van de dagbesteding heeft als voordeel dat op de kosten van vervoer kan worden bespaard en dat mensen ook zelfstandig er naar toe kunnen gaan.

Een zorg daarbij is echter dat er te weinig aandacht is voor de kleine doelgroepen met specifi eke problematiek die niet in een wijkcentrum of buurtvoorziening terecht kunnen. Hiervoor is het noodzakelijk om de dagbesteding regionaal te (blijven) organiseren voor een voldoende gevarieerd en passend aanbod. Dat is immers goedkoper en effi ciënter. Het gaat om mensen met dusdanige problematiek - op het gebied van sociale redzaamheid, psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie of matig tot zwaar probleemgedrag - dat ze zonder dagbe- steding met deskundige begeleiding in sociaal isolement dreigen te raken met een vergrote kans op terugval. Verkommering en het mijden van zorg liggen dan op de loer.

Voor deze groep is het dus van wezenlijk belang dat gemeenten in samenwerking en samenspraak met andere partijen een concreet plan met een langetermijnvisie ontwikkelen, waarin een eenieder plek kan vinden om op eigen manier mee te kunnen doen aan de samenleving.

Een aanpak waarin de individuele vraag en het aanbod op elkaar is afgestemd, partijen elkaar kennen en kunnen vinden én die over de gren- zen van gemeenten en subsidieafspraken reiken.

(11)

T (088) 929 40 00

E info@zorgbelang-zuidholland.nl W www.zorgbelang-zuidholland.nl

mag

magazine

mag mag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer positief sociaal contact plaatsvindt tijdens een activiteit is de kans groter dat dit een positief effect heeft op het welzijn en de gezondheid van de deelnemers (Adams et

Het lokaal openbaar groen wordt gezien als een ontmoetingsplaats voor bewoners waar zij sociale contacten met elkaar kunnen hebben.. Naast deze ontmoetingsplaats kunnen zij

Hoewel ik in mijn werk niet direct iets kan betekenen voor mensen die het moeilijk hebben, voelt het goed dat PwC hier actief mee bezig is.. De organisatie heeft een

Een ander pluspunt is dat, wij gemeenten volledig kunnen ontzorgen door het inschakelen van een meldpunt voor haarden, klachten en aanvullende vragen.. In gemeenten waar wij

In het nieuwe systeem stem je óf op een partij óf op één persoon van die partij. Als de helft van de mensen op de partij heeft gestemd en de andere helft heeft gestemd op een

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

Als er kansen worden benoemd, dan gaat het om een fusie van gemeenten, dat de gemeente stuurt op minder aanbieders, dat meer gebiedsgericht wordt gewerkt en dat de samenwerking

Voor de lichte groep zijn de belangrijkste knelpunten dat ZB/LVB onvoldoende wordt herkend (waardoor behandeling stagneert en/of mensen steeds terug in zorg komen) én dat niet